1880.
Donderdag
26 Augustus.
N». 201.
158* Jaargang
Nationale Militie.1
Het Atelier du Lys,
liddelburg 25 Augustus.
MIDDELBURGSGHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks!
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per 8/m. franco 8,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent!
Advertentlen! SO Oent per regel!
Geboorte} Trouw-; Doodberiohten enz,: van 1—7 regels"5* 1,60
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Oproeping van verlofgangers der lichting 1878.
De burgemeester van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
koniugs in deze provincie van den 12 April 1880,
A no. 1192, 3e afdeeling Provinciaal blad no. 39),
roept bij deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1878, behoorende
tot de 2e, 4e, 5e, 7e, 12, 13e 14e, 19e, 20e, 21e,
22e, 23e, 25e, 31e, 32e, en 37e compagnie vesting
artillerie om op den tijd en plaats als in de aan
hen uit te reiken order is vermeld, tegenwoordig
te zijn, voorzien van al de voorwerpen van
kleeding en uitrusting, door ben bij hun vertrek
met groot verlof mede genomen, benevens van
hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun
korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf en wel op Woendag den
1 September a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bij den burgemeester hunner woonplaats
aanmelden, voorzien van hun verlofpas, ten einde
de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij
dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps
gestraft.
Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteur behandeld, terwij 1 degenen, die door
ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag
onder de wapenen te komen, van die omstandigheid,
onder overlegging van eene verklaring van een
geneesheer, tgdig kennis behooren te geven aan
den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij
zich bij hun korps.
Middelburg, den 24 Augustus 1880.
De burgemeester voornoemd,
A. J. VAN EEKELEN, 1.6.
Door de kamer van koophandel en fabrieken
alhier werd in de heien namiddag gehonden
vergadering, naar aanleiding van het verzoek van
den minister van financiën om het advies der kamer
te ontvangen betrekkelijk het onderzoek van het
suikergehalte, op voorstel van de commissie voor
de maand Juli, met algemeene stemmen besloten den
minister te adviseeren „dat zoolang bij den suiker
handel in alle landen van Europa het thans gevolgd
•wordend titragesysteem in toepassing wordt ge
bracht; zoolang dit systeem de basis van alle han-
delsoperatiën in suiker is; zoolang niet bij de groote
meerderheid der ryksregeeringen de meerdere voor
treffelijkheid van het Von Sebeiblers systeem erkend
en vooral in toepassing is gebracht, voor het be
lang van den Nederlandschen suikerhandel en van
de Nederlandsche suikerindustrie, het brengen van
ingrijpende veranderingen in de tegenwoordige
wijze van saccharimetrie, al ware het ook bij uitzon
dering en alleen in die gevallen, waarbij aan opzette-
FBUILLETON.
so
DOOK
de schrijfster van M"e More.
HOOFDSTUK VHI.
VAN DEN WAL IN DE SI00T.
Het stemde hem echter niet zachter jegens
Alain, als hij dacht dat Edmée diens vertrouwen
deelde. „Dat moet zoo zijn," zei hij hij zichzelf,
terwijl hij trachtte dit raadsel op te lossen„haar
gelaat verraadt haar telkens als zijn naam ge
noemd wordt, maar ik weet genoeg van de vrou
wen af om te zien dat er geen liefde uit spreekt.
Zij misleidt mij. Als zij deed alsof zij niets wist,
zou ik wel met haar klaarkomen; maar: „Vraag
mij niets; ik verlang alleen te vergeten", dat
brengt mij van de wijs. De tijd gaat ook voorbij.
Maar, De Pelven laat zieh niet lioht foppen door
een meisje!"
Het scheen een goed teeken dat Mile De St
Aignan blijkbaar ongerust werd omdat zij niets
yaa haar aeef boorde. Die beschuldiging van
lijke kleuring der suikers gedacht wordt onstaat
kundig en gevaarlijk en daarom onraadzaam is
te achten."
Het programma voor de uitvoeriDg van het
muziekkorps der dd. schutterij, op Vrijdag den
27 Augustus, des avonds te 7 uren, op het
Molenwater alhier, is samengesteld als volgt
No. 1 Kiddermarsch, ZinDen; no. 2 Polonaise
De Jongno. 3 Ouverture, Patrieno. 4 Herin
nering aan de opera Lucrezia BorgiaDonizetti;
no. 5 De Lijster, Polka voor flnit-solo, Christophe
no. 6 Avondlied, Abt; no. 7 Fantaisie uit de
opera L'Africame, Meijerbeer; no. 8 Marsch.
Naar men uit Bern meldt, is in de internationale
„Noordpool-conferentie" besloten tot de oprichting
van acht meteorlogische observatoria in de Noord-
poolstreken, in het jaar 1882. (U. D
Provinciaal Blad van Zeeland no. 70 bevat het
besluit van gedeputeerde staten van den 20 dezer
tot afkondiging van het gewijzigd reglement
betreffende den veeartsenijkundigen dienst en de
politie in de provincie.
Prov. blad no. 81 bevat eene circulaire van
gedep. staten, betreffende het in werking treden
den wet van 23 April jl. Stbl. no. 67, omtrent
de openbare middelen van vervoer en de bepa
lingen tot verzekering van de veiligheid der
reizigers.
De 29e verjaardag van Z. K. H. den prins
van Oranje werd heden alhier op de gebruikelijke
wijze, door het uitsteken der vlaggen van de
openbare gebouwen, gevierd.
Op het Molenwater werd door het garnizoen
eene parade gehonden, die door kapitein Vieweg
werd gekommandeerd.
Tot commissaris en plaatsvervangend commis
saris der Ned. Handelmaatschappij heeft het
kiescollege te 's Gravenhage gisteren gekozen de
heeren D. De Graeff van Polsbroek en H. Sehrüder
Visser.
Volgens verklaring van den inspecteur voor het
geneeskundig staatstoezicht van Noord-Brabant,
is de epidemie van pokken in de gemeente
Kosendaal geweken.
De heer mr. G. J. A. Faber, te Botterdam,
vestigt in het Handelsblad de aandacht op het
opstel van mr. Ejjsseli in de jongste aflevering
van Iheihio, waarvan door ons in ons nommer
van 11 dezer reeds melding gemaakt werd. De
heer Faber noodigt tevens de dagbladpers uit om
„den armen advocaat-procureur" een handje te
helpen tegen de mishandelingen, door de procu-
renrswet van 23 April 1879 hem aangedaan.
eerloosheid hinderde haar en zij verlangde
evenzeer naar de gelegenheid om hem te smeeken,
zich te rechtvaardigen, als naar de tijding dat
hij in veiligheid was. Zij was niet bevreesd voor
haar broeder, daar zij in de vaste overtuiging
verkeerde dat hij tot die onbeduidende menschen
behoorde, wier leven zonder eenig nut te stich
ten in het oneindige voortduurt; maar dat van
Alain vond zij van zeer veel gewicht en daarom
ook vrij wat minder veilig; een meening die door
den gewonen loop der omstandigheden eenigszins
gerechtvaardigd wordt. Het was echter niet ver
wonderlijk dat zij niets van bem hoorde, daar elke
gemeenschap zelfs met vrienden in Frankrijk
gewaagd was en elke brief, die per post verzonden
werd, onderschept en gelezen werd. Zij had
brieven ontvangen in de voering van japonnen,
in een taart, in een paar pantoffels en wel zóo
goed verborgen dat het veel tijd en moeite gekost
had om ze te vinden en het was haar altijd een
waar genoegen geweest de Argusoogen der
openbare macht te verschalken; maar zij zag geen
kans om te bedenken hoe een brief van over de
grenzen haar zon kunnen bereikeD. Het zon reeds
hoogst gevaarlijk zijn geweest om het onnoozelste
pakje nit België of Zwitserland te krijgen en
deze zaak hield haar zoodanig bezig dat zij niet
veel op Edmée of De Pelven lette. Hoezeer zij
ook een vrouw van de wereld was, kwam het niet
in haar op dat die twee zi«h tot elkaar konden
Wel zonden de gepromoveerden in de rechten,
volgens mr. Faber, het vermogen hebben de wet
gevende macht te dwingen om die onrechtvaardige
wet ten spoedigste te herzien. Het middel daartoe
is het volgende:
"De maand September is aanstaande. "Wij stellen onze
akten van beëediging aan den griflier in die maand niet
ter hand om op bet tableau der procureurs te worden
geplaatst, als wanneer men rechtens ophoudt procureur te
zijn j doch behouden de bevoegdheid ons later weer te
laten inschrijven.
..Gedurende dien tijd is geen rechtsbedeeling mogelijk.
Ziedaartoe leidt het wanbegrip, den procureur zijn
ambtsbetrekking te hebben ontnomen."
Dit „paardenmiddel" wil de heer Eijssell echter
vooralsnog niet toepassen. Daarentegen komt hij
tot de dagbladpers met een verzoek
..Wanneer de uitgevers der verschillende dagbladen mijn
verzoek inwilligen, zullen binnen een zeer kort tijdsbestek
de regelen van toelating om kosteloos te procedeeren,
moeten worden gewijzigdde eene wijziging leidt tot de
andere.
«Dat verzoek is voor inwilliging vatbaar. Het bestaat
hieringeen advertentiën pro deo te plaatsen.
"De gedwongen gratis-rechtsbijstand zal daardoor
hoogst moeielijk worden gemaakt.
"Die dwang is ongrondwettig.
"Art. 147 der grondwet luidt"niemand kan van zijn
eigendom worden ontzet dan ten algemeenen nutte en
tegen voorafgaande schadeloosstelling." De advocaat-pro
cureur wordt onteigend, zonder schadeloosstelling, van twee
factoren, waaruit hij zijn bestaan moet opbouwen, name
lijk tijd en bekwaamheid.
«Is dit geen exploitatie?"
Wij zullen over het voorstel van mr. Eijssell
eens nadenken.
In een brief van een Nederlander te Moskon,
opgenomen in het Handelsblad, vindt men eene reeds
zoo vaak door onze codsuIs, in alle oorden ter
wereld verkondigde trenrige waarheid, andermaal
bevestigd.
„Dweep ik ook al niet met den Bnssischen
handel in het algemeen", schrijft hij, „zoo komt
het mij toch voor, dat Nederland zich te weinig
laat gelegen zijn aan de betrekkingen met dit
rijk, want er zijn hier buiten het groot aantal
onsolide, toeh inderdaad ook vele achtenswaardige
handelshuizen, die over groote kapitalen beschik
ken en met wie men in alle gerustheid zaken kan
doen.
„Duitsche en Belgische handelaars schijnen dit
sinds lang even goed begrepen te hebben als de
Engelsche en Fransche huizen die hier bij me
nigte vertegenwoordigd zijn en die ondanks
den slechten tijd, dien wij doorleven, alle nog
enorme zaken doen.
„Ik weet wel dat men in den Russischen handel
veel omzichtigheid moet gebruiken en dat het
niet overbodig is dat de meeste buitenlandsche
aangetrokken voelen en het denkbeeld dat haar
neef voor goed gebonden kon zijn stuitte baar
zoo tegen de borst, dat het haar weêrhield om
De Pelven iets van dit huwelijk te vertellen, te
meer daar zij overtuigd was dat hij erover zou
glimlachen en den draak steken met de opvatting
dat hij, althans als man van eer, gebonden was.
Zij had Edmée zeer lief gekregen maar op dit
oogenblik was De Pelven voor haar de geperso-
nificeerde „gevreesde lach der wereld" en zij maakte
zichzelve diets, dat het niet noodig was ervan te
spreken. Zij merkte intusschen niet dat de verleide
lijkste man uit geheel Frankrijk zijn best deed om een
meisje voor zich te winnen, dat geen andere wa
penen had dan haar eergevoel en haar rein hart,
en dat buitendien gebonden was aan een man,
dien zij niet lief had en wien zij ook onverschillig
was. Mile De St Aignan was voor dit alles blind,
gelijk de meeste menschen, die in treurspelen
betrokken zijn, blind zijn, tot het laatste oogenblik,
ja somtijds zelfs totdat het voorhij is. En Edmée
was ook blind en er was niemand die haar kon
waarschuwen om zich in tijds terug te trekken.
Zij wist alleen dat haar leven op de eene of andere
wijs gelukkiger was geworden en dat het haar
geen moeite meer kostte om het niet te betreuren
dat zij niet als kind gestorven was, zooals hare
kleine broertjes, voor dat zij eenige bittere herin
neringen had. Die inwendige blijdschap bracht
kleur op hare wangen en een glans in hare oogen
huizen hier hun eigen vertegenwoordigers hebben
en de chefs der bnizen zich minstens eens per
jaar van den stand van zaken komen overtuigen;
maar waarom zonden Nederlandsche huizen
niet even goed op deze wijze te werk kunnen
gaan 1 Eene reis naar Rusland klinkt wel wat
bar, maar is het toch inderdaad niet. Het is
jammer dat onze landgenooten zich aan deze uit
stapjes niet dikwijls schuldig maken, daar meer
bskendheid met Rnsland en zijn handelsterrein onzen
kooplieden zeker aanleiding zou geven tot grootere
deelneming in den wedstrijd die de handelsnatiën
hier voeren.
„Nogmaals het is pijnlijk als Nederlander te
leven in een handelscentrum als Moskon en dage
lijks te ondervinden dat wij als handelsnatie hier
geen rang bezitten en sedert langen tijd anderen
de plaats innemen, die ons land eertijds toekwam.
„De Russen znllen zeker gaarne zaken met onze
hnizen doen, zoodra zij maar de overtuiging heb
ben dat wij nog andere beroepen verstaan dan
geld leenen om in vreemde rijken onmetelijke
spoorwegen aan te leggen, waarvan tot hiertoe
geen natie minder geprofiteerd heeft dan de onze.
„Aan middelen van gemeenschap ontbreekt het
niet. Er bestaat toch van Amsterdam en Rot
terdam eene geregelde verbinding via Reval met
Moskou, dank zij den ondernemingsgeest van Rijn
land en Westfalen, welks industrie het voedsel
levert om dezen dienst te onderhouden."
De op 16 dezer uit Nederland verzonden brie
venmaal voor Ned. West-Indie is, ten gevolge
van eene onderweg ondervonden vertraging, te
laat in Engeland aangekomen om met de pakket
boot van den volgenden dag nit Southampton
verzonden te worden.
De brieven enz., bestemd voor Curasao, zullen
alsnu met de pakketboot van 25 dezer nit Li
verpool, die voor het overige gedeelte van Ned.
West-Indie met de pakketboot van 2 September
nit Southampton worden gezonden.
Gesteld ter beschikking van den gouv.-gen.
van Ned. Indie, om te worden benoemd tot
burgerlijk ambtenaar bij den burgerlijken dienst
daar te Jande de heeren C. E. Bodemeijer, H. J.
Broers, R. J. Maas, A. J. Verwey, dr. in de wis-
en natuurkunde, J. A. Kroesen, H. Massink, J.
A. van der Lee, J. H. J. Sigal, G. L. Gonggrijp,
H. N. Kiliaan, L. Kreischer, R. O. van der Hout,
H. M. la Chapelle, G. L. H. Kruysboom, H. W.
Muller, H. J. E. Tendeloo, G. F. deBruynKops,
J. G. Washington Lux, G. Sieburgh, J. van Zon,
F. A. H. van den Bossche, J. E. Mensinga, J. J.
Röell, G. C. P. d'Arnaud Gerkens, W. J. Rahder
G. de Waal, C. L. U. de Haes, G. F. M. Siebert,
G. M. Wigman, A. C. de Graaf, J. F. H. van
Raadshooven, T. A. Smulders en H. A. Boursse
die Mile De St Aignan met genoegen opmerkte
en meer dan eens zei zij tot De Pelven
„Dat kind wordt allerliefstik had het niet
gedacht toen zij pas hier was, maar zie haar nn
eens aanzij is een ware Berrichonne-schoonheid,
ofschoon zij eigenlijk veel te slank is voor een
echte, die hebben de Engelsche gestalte, zooals
gij weet. Ik zeg altijd dat mijn neet een Engelseh
uiterlijk heeft, ofsohoon een Engelschman er nooit
zoo gedistingueerd zou kunnen uitzien!"
De Pelven glimlachte, daar hij het geheim van
het fraaier uitzicht van Edmée beter doorgrondde
dan zij zelve of MUe De St. Aignan dat kon doen.
HOOFDSTUK IX.
DE ABT GEBUSÉZ.
„Ik begrijp volstrekt niet hoe ik tijding van
mijn neef zou kunnen krijgen," begon Mile De
St Aignan eensklaps, legde hare kaarten neer en
zag De Pelven, die piquet met haar speelde, aan
doch zich plotseling bezinnende, dat zij Edmée
niets gezegd had van die aantijging, die haar zoo
bezwaarde, hield zij op en verried haar verbijste
ring door een verkeerde kaart uit te spelen,
'tgeen haar tegenpartij het spel deed winnen, en
daar zij een hartstochtelijke speelster was, ver
dreef dit ongeval voor het oogenblik alle verdere