1880. N». 199. IfSe Jaargang, Dinsdag 24 Augustus.1 Het Atelier cLu Lys, tNG~ IHST. 3tten, 6 2. :nst. 1880. uren op Middelburg 23 Augustus. Benoemingen en besluiten. L Kerknieuws. Marine en leger. Rechtszaken. (ilEUWSTE |teii worden It op den dag t*n Spoorweg ;ustus a. s., Kokin 2, Secretaris. >ODBAK- boog loon, ;en. n. 1,3,30, 7. lts van 1 nur. P, 5, 8. en: 1.30; nm. 1, 8.30. 1.30, 2.30, 4, tebdam, It us. FTEBDAJ1: por». 11,30 ni 11,30, 11,30, 11,30. 11,30, 11,30, 11,30, 11,30, u. Sb |n 5.45. 6.15. 6.f5. en dag. 6.6& 6.5 7.52 8.45 9.12 10.18 10.41 10.50 11 2.5 8.85 1.45 6.10 3.15 7.30 3.55 8.15 4.13 8.35 4.30 8.5 Q MIDBELBVRGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks! met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franoo 8,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent; Ad verten tien; 20 Oent per regel? Beboorte-J Trouw-; Doodberichten enz,: van 1—7 regels 't 1,60 iedere regel meer 0,20.' Groote letters worden berekend naar plaatsrnimte! Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Puhlicité G. L. Dadbe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. De heden middag belegde vergadering van de kamer van koophandel en fabrieken alhier kon niet gehouden worden, dewijl het getal aanwezigen beneden de helft der leden van de kamer was. De zitting is verdaagd tot aanstaanden Woens dag 's namiddags te drie uren. Rotterdam, 22 Aug. Ook de katholieke kiesvereeniging de Grondwet heeft den heer Yan Deventer candidaat gesteld, en wel met op éen na algemeene stemmen. Is het protectionisme nu ook al een katholiek begiüsel geworden, of is het alleen te doen om den liberalen cadidaat te doen vallen, zooals men twee jaar geleden met gelijk doel de candidatuar van den regeerenden meester eener maqonnieke loge ondersteunde Ook het hier verschijnende conservatieve blad, de Botterdamsche Courantverdedigt met warmte de candidatnur van den heer Yan Deventer. Waar blijven nu zij, die deze candidatuur als eene liberale hebben voorgesteld De leden van de jongste kiesvereenigiDg, het Algemeen Belangwillen geen conservatieven heeten en nog veel minder willen zij geacht worden gemeene zaak te maken met de ultramontanenmaar ondertnsschen stellen zij een candidaat, die met open armen door con servatieven en ultramontanen ontvangen wordt! Aan verwarring ontbreekt het trouwens bij aiozen verkiezingsstrijd niet. De heer Van Deventer, aanbevolen als een voorstander van differentieele rechten in Indië, wordt door andere begunstigers zijner candidatuur voorgesteld als de meening toegedaan, dat de wederinvoering dezer rechten thans onmogelijk is. Zij die het herstel dezer rechten wenschen, omdat zij daarin voordeelen zien voor hunnen koffie- of suikerhandel, zouden dus in hem hunnen man niet vindenWat heeft men van dit alles te denken Is er, aan de éene of aan de andere zijde, misleiding in het spel Beeft men misschien begrepen de kiezers niet in beweging te kunnen brengen voor de handelsbe langen van enkelen? Zóóveel is zeker, dat onze jeugdige protectio nistische partij nog eenige schuchterheid vertoont in haar optreden. Haar protectionisme mag niet bij den naam genoemd wordenzij wil niet geacht worden het vrijhandelstelsel in theorie te veroor- deelenzij vraagt slechts een weinig bescherming, omdat de omstandigheden er haar toe dringen zii wil ook niet geacht worden zich af te scheiden van de liberale partij, al maakt zij gemeene zaak anet de tegenover deze staande partijenen haar uitverkorene, ofschoon hg in de afschaffing der FBXJXXjXJETOJST. DOOR de schrijfster van M"« More. HOOFDSTUK VII. V B I END OF VIJAND? „Ja, de arme Nanon liet haar de deur in, aiaar zoodra zij haar geschiedenis vernam, ging zij er zelf nog gauwer uit." „Dat begrijp ik. Ik moet u zeggen dat het wezenlijk gevaarlijk was, maar nu behoeft Nanon niet bevreesd te zijn om terug te keeren." „Neen, neen," zei Mile De St Aignan met een grappige uitdrukking van minachting op het gelaat. „Ik heb haar niet noodig en ik behoef n niet te zeggen dat ik om allerlei redenen blij ben, zoo min mogelijk bedienden te hebben. Het is zoo verleidelijk om te toonen dat men een goed patriot is door zijn meester te verraden, die wat al te zninig, of wat driftig is, of die vergeet dat de bedienden heden ten dage de meesters zijn en pis zoodanig behandeld moeten worden. Of anders differentieele rechten den ondergang van den handel ziet, wil zo evenwel niet herstellen Een landgenoot schrijft nit Potsdam aan het Vaderland: Donderdag 19 dezer, te half twaalf uur, werd in de gemeente Klein Glienicke, nabij het paleis van Prins Frederik Karei door keizer Wilhelm de eerste steen gelegd voor het eerste kerkgebouw in die gemeente. In een fraaien koepel, die met bloemen was om hangen, nam de keizer met zijn gemalin, zijn broe der en prins en prinses Frederik Karei plaats om naar de rede te luisteren, die door den geestelijken feestredenaar werd uitgesproken. Met eerbied en liefde herdacht hij o. a, den te vroeg ontslapen prins Hendrik der Nederlanden, die een der belangrijkste giften had geofferd voor den tempel nabij de plek, waar zijn gemalin in haar eerste jeugd had vertoefd. Op 24 Aug. 1878, zijn trouwdag, had onze prins zijn gave gestort en mocht het hem niet gegeven zijn, thans deze plechtigheid bij te wonen, in dank baarheid zou zijn naam blijven leven bij allen, wien het kerkgebouw dierbaar zou worden. De naam van wijlen onzen prins en zijn mildheid staan ook vermeld in de oorkonde, die door het keizerlijk echtpaar en door de andere hooge aanwezigen onderteekend werd. De Zutf. Courant plaatst, op van officieele zijde gedaan verzoek, het volgende „Het publiek wachte zich voor schade, door het tegen postwissel van 10 of tegen rembours bestellen van een pak uit de (volgens advertentie in de couranten) zoogenaamde Bielefelder linnen- fabriek, in welke pakken bij toezending niet alle beloofde goederen aanwezig zijn en de aanwezige goederen voor het meerendeel van zeer minne qualiteit zijn." In de verslagen van de commissie, belast met het afnemen der examens van apothekersbediende, in de Staatscourant opgenomen, wordt melding gemaakt van het volgeude voorval, dat zich bij de Utrechtsche commissie voordeed: „Aan een van de toegelatenen kon aanvankelijk het diploma niet worden uitgereikt, omdat hij weigerde den eed af te leggendeze bad voor hem, zop als hij zeide, geen waarde, op grond dat hij niet aan het bestaan van een Opperwezen geloofde. Nadat op de vraag, hoe in dezen gehandeld meest worden, door den minister beslist was dat zoolang de candidaat weigerde den eed af te leggen, hem geen diploma kon worden gegeven, werd hem dit gemeld. Hij heeft zich toen bereid verklaard, en in de zitting van den 28en Juli den gevorderden eed afgelegd." wordt een gezegde dat zij half verstaan en vol strekt niet begrepen hebben, overgebracht Neen, Nanon moet maar in haar eigen huis blijven, of liever in dat van haar kleinzoon, den barbier in de stad." „Dan zal ik, ais ik een barbier noodig heb, dien kleinzoon van Nanon bevoordeeleu. Pruiken* makers en wapenschilders zijn gewoonlijk de ergste demoeraten." „Ja, terwijl zij zelf hunne klanten wegge- j aagd hebben, zijn zij woedend op de êmigrésdie hun het brood ontnemen! Maar ik geloof dat mons ieur Achille een ordentelijk man is." „Vaarwel dus voorloopig, waarde nicht; ik hoop als ik terug kom (wanneer ik mij ten minste hier mag inkwartieren) die zaak met Mile Edmée in orde gebracht te hebben." Die belofte zou bijna voldoende geweest zijn om he m welkom te doen zijn, zelfs al ware Mile De St Aignan nog meer tegen hem ingenomen dan zij was en het vooruitzicht van een heer, iemand van haar stand, gewoon aan de manieren der groote wereld, bij zich te hebben, om mee te praten, was haar bij uitstek aangenaam. Zij riep Edmée om haar te vertellen dat zij een logeergast kregen en voor dat zij nog iets gezegd had, riep het meisje nit: „Gij hebt goede tijding, mademoiselle, dat zie ik aan uw gezicht." „Neen, volstrekt niet," antwoordde zij, half consuls. Erkend en toegelaten als consul van Venezuela te Harlingen, de heer E. B. Scheuer. marine. Benoemd tot aspirant-ingenieur der marine, de heeren H. M. van Andel en J. S. van Yeen. Benoemd tot scheepsklerk de jongelingenR. W. Gaillard, K. A. de Josselin de Jong, H. W. Bauer, F. H. A. van der Brugh, R. F. baron van Heerdt tot Eversberg, G. J. H. Ferguson, F. A. Ebbinge Wubben, A. W. van den Worm, W. F. van Grasstek, C. Flaes, O. W. J. Immiok, A. L. Koops, T. Gerdes Oosterbeek en J. A. Meulemane. leger. Benoemd bij het korps ingenieurs mineurs en sappeurs, tot le luit., de 2e luit. J. H. A Mijsberg en F. J. H. Verhoef, beiden van het korps. Voor den tijd van vgf jaren gedetacheerd bij het wapen der inf. van het leger hier te lande en wel bij het 5e reg. inf., de Ie luit. der inf., D. W. A. Graichen, van het N. 1. leger. geneeskundige dienst. Tijdelijk, dat is voor vijf jaren, benoemd tot off. van gezondb. 2e kl. bij het leger in N. I., de heer dr. A. H. R. Brüninghausen, practiseerend geneesheer te Pforz- hem (Groothertogdom Baden). Onderwijs. Aan bet gisteren te Brussel geopend interna tionaal congres voor onderwijs zijn verschillende verslagen ingediend door Nederlandeche deskun digen. De heer Moens heeft er een rapport bijgevoegd over de inrichting en het programma van onder wijs van de kweekscholen voor onderwijzers; de heer T. H. de Beer geeft een verhandeling over de beste methode voor 't onderwijs in de oude en nieuwe talende heer A. Sassen, van Breda, han delt over de vraag, of 't wenschelijk is op het programma der middelbare scholen een cursus te hebben voor 't staatsrecht. Over de kindertuinen is een rapport verschenen van den heer W. Haanstra en mejuffrouw Louise Hardenberg. De 37e algemeene vergadering der onder wij zers-vereeniging in het 5e schooldistrict dezer provincie werd den 19 dezer te Aardenburg ge houden. Door den heer Weisfeit, hoofdonderwijzer te St. Kruis, werd eene belangrijke voordracht „over de onderwijswetten in Belgie" gehouden. Bij een wedstrijd in het schoonschrijven werd aan den beer Risseeuw de prijs en aan de heeren Hochart en Weisfeit de premie toegewezen. Als wedstrijd voor 't volgende jaar is improvi- seeren opgegeven, terwijl als plaats voor de vol gende algemeene vergadering Schoondijke is aangewezen. De heeren Meskes, van Ter Neuzen, en Ten Bengevoort, van Aardenburg, werden tot eereleden der vereeniging benoemd. beschaamd dat zij haar blijdschap zoo duidelijk liet blijken. „Het is erg genoeg, kind, maar het wordt niet beter al schrei ik er over." Zij zag een oogenblik zeer bedrukt, terwijl zij bedacht dat de naam van haar broeder betrokken was in een oneerlijke zaak en dat haar neef voortvluchtig was, maar zij herstelde zich spoedig en zei „Maar die De Pelven, hoedanig zijne politieke gevoelens ook mogen zijn, is toch blijkbaar een fatsoenlijk man en het is zeer aangenaam om weer als een dame behandeld te worden en iemand te ontmoeten die weet te praten. Wij zullen van avond een partij piquet spelen. Wat er morgen gebeuren moge, het zal gemakkelijker te dragen zijn na het genoegen van heden. Hoe vindt gij hem, petite?'' „Hij schijnt oud te zijn, veel ouder dan mijnheer de chevalier „Ja, hij is twintig jaren ouder, denk ik. Neen, zulk een gelaat, uit geel ivoor gesneden, zal u niet bevallen, kind; maar ik heb toch gehoord dat weinig vrouwen De Pelven kunnen weerstaan. Maar dat zijn geen praatjes, waar gij mee noodig hebt, kind." „Ik ben blij dat hij terug komt," zei Edmée. Zij had later alle reden om De Pelven dankbaar te zijn, want na zijn onderhoud met den burge meester en de notabelen, werd hem eenformeelen vrijbrief voor haar verblijf in de stad uitgereikt. Hij had brieven en papieren bij zich die hem in Bergen op Zoom, 22 Aug. De heer D. W. Sehnuring, predikant te Berkhout, heeft het beroep naar Bergen op Zoom aangenomen. Door de heeren J. Westrik, E. Cesar Segera en Van den Brandeler, afgevaardigden der kerk besturen van Utrecht en Zuid-Holland ter synode van de N. H. kerk, is een schriftelijk proteBt in gediend tegen hare besluiten betreffende de belij- denisqnaestie, in de zitting van 19 dezer. Zijstellen daarin de synode van 1880, „indien zij niet aan het gewetensbezwaar omtrent dit punt op eeniger- lei wijze te gemoet komt, tevenover de gemeenten, de kerkeraden en de besturen verantwoordelijk voor de gevolgen, met name voor het toenemend verzet en voor de ineenstorting ten slotte van het gebouw onzer kerkelijke organisatie sedert 1816." De luits t/z 2e kl. W. H. Dittlof Tj assens, ge detacheerd te Leiden, en L. C. Koster, dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuw ardenworden respectievelijk overgeplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuwarden en wachtschip te Willemsoord. De luit. t/z 2e kl. J. J. Poortman, dienende aan boord van laatstgenoemden bodem, wordt overgeplaatst aan boord van Zr. Ms. opleiding schip Admiraal van Wassenaer. De scheepsklerken P. van Teutem, C. V. Veldman, A. P. van de Ven, A. M. Post Uiter- weer, W. Baerts, P. P. de Eerens, G. J. de Man, J. A. C. Bouman en A. A. J. Schilt, allen die nende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Wil lemsoord, wordeü, de 7 eersten op nonactiviteit gesteld, de beide laatsten overgeplaatst respectie velijk aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuwarden en Van Galen Bergen op Zoom, 22 Aug. Van de 7 onderofficieren van het 3e reg. inf. alhier, die examen hebben afgelegd voor den 2e klasse-cursus, zijn de sergeants Feber en Noest geslaagd. Bij miniaterieele beschikking is de heer H. A. Sirks, luit. t/z le kl. toegevoegd aan den inspec teur van stoomvaartdienst bij het dep. van marine, gesteld ter beschikking van den gouv.-gen. van N. L, om te worden belast met de waarneming der betrekking van inspecteur van stoomvaart dienst bij het dep. van marine daar te lande. Utrecht, 22 Aug. In het begin dezer maand is door den advocaat mr. Ph. A. Haas Az., als verdediger der machinisten welke door den zee krijgsraad re Nienwediep wegens insubordinatie tot gevangenisstraf en degradatie veroordeeld hunne oogen tot een persoon van zeer veel gewicht maakten en hij zei hun genoeg om hen te doen gevoelen, dat als zij hem niet zooveel mogelijk hielpen en geheel vrijlieten in zijne handelingen, Mortemart gevaar zou loopen van gerangschikt te worden onder de zeer onpatriotisch gezinde steden, een gevaar, dat zij niet gaarne wilden loopen. Hij zocht zelfs den winkel van Achille Moustier opwant gelijk hij later tot Mile De St Aignan zei, hoe gering die man ook was, hg zou toch kunneu steken als het erop aan kwam, en hij maakte zich hem en de oude Nanon te vriend, die niet alleen heel gaarne de stem van den Parijschen klant hoorde, maar ook bereidwil lig verslag deed van haar schrik bij de komst van Edmée dien morgen. De Pelven kwam er niet meer door te weten dan hij reeds vernomen had, maar hij was toch overtuigd dat dit meisje op de een of andere manier in botrekking stond tot den man die hem tijdelijk ontsnapt was. Het kwam een oogenblik in hem op om naar St Aignan te gaan en daar nasporingen te doen, maar dat plan verwierp hij terstond weer; niet bij het verleden maar bij de toekomst had hij belang en als hij Mortemart verliet, verliet hij ook die twee personen, door wie bij ongemerkt iet» wilde te weten komen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1