Laatste berichten. BUITENLAND. Marine en leger, Kunstnieuws. Landbouw. Rechtszaken. Verkoopingen en aanbestedingen. Weerkundige waarnemingen. Algemeen Overzicht. Gambetta in zijn opkomst. De rammonitor Adder is gisteren te Hellevoet- slnis aangekomen. Het aanvullingsexamen voor offic. van ge- zondh. 2e kl. bij bet leger bier te lande is met goed gevolg afgelegd door de heoren J. T. Noor- dijk, A. Kuipers en A. van de Moer, militaire artsen te Amsterdam. Mevr. Adelaide van Ardoy, geboren Cappron bi) bet pnbliek meer bekend onder den naam van Aleidis, die gedurende geruimen tijd bij het gezelschap van den Vlaamschen schouwburg van Antwerpen de hoofdrollen vervulde, is eergisteren nacht, na eene langdurige en smartelijke ziekte, in den ouderdom van 80 jaren overleden. Als een bijzonderheid wordt gemeld dat bij een landbouwer onder Boschkapelle reeds rapen zijn gerooid van aanzienlijke zwaarte; éen bad het niet onaardig gewicht van zeven en een half kilogram. Door het O. M. bij de rechtbank te Utrecht is drie maanden cellnlaire gevangenisstraf geëischt tegen een chevalier d'industrie die een buiten gewoon middel om aan den kost te komen in praktijk bracht. Hij bekeurde, onder voorgeven tot de geheime politie te behooren, in de binnen- en buitenwijken personen, wanneer hij 'teen of ander bemerkte, strijdig tegen de politie-regle- menten. Na de bekeuring bood hij zich aan, de zaak in der minne te schikken, waartoe do meeste der bekeurden bereid bevonden werden. Vlissingen, 21 Aug. Sedert derVlissingsche jeugd de eenige veilige plaats om te baden om der wille van het Badhuis, geoorloofd of ongeoor loofd, onverbiddelijk werd ontzegd, zoekt deze zich dat genot op andere meestal zeer gevaarlijke plaatsen te verschaffen. Gisteren was weder een jeugdige knaap bijna hiervan het slachtoffer geworden. Na eenige stappen in het water gedaan te hebben, gleed hij van den steilen oever af. Gelukkig werd dit opgemerkt door den 17jarigeu jongeling J. Struijk» die zich te water begaf en het kind in bewuste- loozen toestand op den dijk bracht waar, door de doelmatige behandeling van den heer apotheker Van Buren, do levensgeesten weder werden opgewekt. Heden opent de Haagsche Floralia hare ten toonstelling. Er zijn 400 inzendingen. Mgr. Baudri, bisschop van Artezie p. i. en coadjutor van den aartsbisschop van Keulen, vertoeft eenige dagen in Zeeland, eu heeft eergiste ren een bezoek gebracht aan Vlissingen. Na het stoomschip Prinses Mariedo havenwerken en de R. K. kerk te hebben bezichtigd, is de bisschop wederom naar Heinkenszand vertrokken. Zeel De heer J. Persant Snoep vierde gisteren, onder talrijke blijken van belangstelling, den dag waarop hij vóór 40 jaren zich als geneesheer in de gemeente Wolfaartsdijk vestigde. Behalve dat een eerepoort voor zijne woning was opge richt, was alom de driekleur uitgestoken. Van verschillende zijden ontving do jubilaris fraaie geschenken. In de Passage te Rotterdam zal ook eene kiosk voor den verkoop van dag-en nieuwsbladen en tramkaartjes, aanneming van advertentiën enz. opgericht worden. Er gaat bijna geen dag om, dat niet hier of daar iemand het slachtoffer wordt van de bekende nagebootste bankbiljetten. Eergistereu was dit weder het geval met een winkelier in scheepsvictualiën te Amsterdam. Eene herhaalde waarschuwing om bij het ontvangen van papieren- geld goed uit do oogen te zien, mag dus zeker niet overbodig geacht worden. Er wordt dagelijks, zoo te Scheveningen als elders, zooveel haring aangebracht, dat deze bijna onverkoopbaar is. De prijzen zijn meer dan de helft minder dan verleden jaar. Er zijn loggers zoowel als schuiten, die reeds voor de tweede reis binnen zijn en dat over een tijdsverloop van circa drie weken. De Schotsche haring verdringt te genwoordig den Hollandschen. De rechtbank te Groningen heeft de voorloopigo aanhouding gelast van zekeren F. V., assistent ten postkantore aldaar, wijl hij den staat voor een bedrag van f106 zou hebben benadeeld. Het Zwitsersche huis in het Zeister boseh is eergisteren geheel uitgebrand. Een tapper en slijter te Nieuwkoop, die eenige dagen geleden bekeurd werd wegens het tappen na den bij de policie-verordening bepaalden tijd, schijnt daardoor tot een jeneverbestrijder bekeerd te zijn of wel een zeldzaam voorkomend bewijs te willen geven dat zaken en beginselen niet met elkaar moeten verward worden. In een aan den gemeenteraad ingediend adres om, ter beteugeling van het drankmisbruik, de kermis af te schaffen, prijkt do naam van be doelden herbergier bovenaan. De raad heeft afwijzend op het verzoek beslist. Volgens de Parijsche Voltaire zal het mor ganatisch huwelijk van den czaar van Rusland met prinses Dolgorouki voltrokken worden, zoodra de rouw over den dood der keizerin geëindigd is. De morganatische gemalin zal den titel van Hoog heid dragen, en niet de hof- of de oflicieele cere moniën presideeren; deze eer komt toe aan de kroonprinses, die in de plaats van hare overleden moeder treedt. Aan de prinses, die zelve een vermogen bezit, dat haar jaarlijks 1,000,000 roebels afwerpt, zal bovendien een weduwgift worden verzekerd. De heer Gladstone neemt voortdurend in krachten toe en zou heden weer naar Londen komen. Als het parlement gesloten is zal hij, op raad zijner dokters, eene zeereis doen. Londen. Lord Hartington verklaarde dat het bericht dat Ayoeb Kandahar aangevallen heett, nog niet is bevestigd. Door het dagelijksch bestuur van het waterschap Schouwen is te Zierikzee, op 19 dezer, in het open baar aanbesteed, bij enkele inschrijving;, het her bedelven van de waterleiding tusschen Klerksheul en de waterleiding tusschen Hoossesweg en Serooskerke in 7 perceelen, waarvan de laagste inschrijvers aannemers zijn geworden te weten: le perceel, M. van Strien, te Zierikzee, voor 227 4e perceel, dezelfde, voor ƒ400; 2e perceel, J. van Strien, te Zierikzee, voor f 2463e perceel, dezelfde, voor 3505e perceel, dezellde, voor f 5606e perceel M. Tuinman, te Serooskerke, voor 724 Het 7e perceel is niet gegund. 21 Augustus des morgens te 8 uren. SAMEN Ba- Wind Toe Tem- PER rom. stand pera- PLAATSEN. afwijk. rieht. kracht lucht. tuur. Delfzijl 4. 3.7 ONO 1 1. bew. L 19 Groningen. 3.3 NO 2 helder 19 Helder -- 3.5 NO 3 bew. 19 Vlissingen. -- 1.9 NO 1 helder 20 Maastricht. 1.9 N 1 betr. 15 Sylt 5.8 N 1 1. bew. - 18 -- 7.9 ZO 1 bew. - 15 Valentia. -- 6.1 NNW 1 z. bew. - 19 Hamburg -- 3.9 NO 2 1. bew. - 18 Swinemunde. -- 34 O 1 bew. - 17 Leipzig -- 0.2 N 2 1. bew. - 16 Carlsrulie 1.4 ZW 2 z. bew. - 17 Grisnez 4. 2.2 NO 3 betr. - 17 Parijs Z 1.3 N 2 helder - 17 St Mathieu 1.9 O 3 betr. - 17 Biarritz 5.4 z 4 betr. - 21 Perpignan Christ iaansund Stockholm. Koppenhagen 4- 6.0 N 2 1. bew. -1- 18 Portsmouth O 2 helder Yarmouth NO 4 helder Grootste verschil in Nederland 'sochtends 8 uren: G. H. 1.6 V. M. des namiddags: G. 3.0 V. Barometer tc Middelburg, Graanbeura:\Corr, Thermometer 20 Aug. 'sav. 11 u. 66 gr. 21 Aug. 's morg. 8 u. 70 gr. 's midd. 1 u. 78 gr. 's av. 5 u. 73 gr. Na gedurende een dag ol wat Kandahar uit de verte beschoten te hebben, heeft Ayoeb een aanval op de zuidzijde der citadel van Kandahar gewaagd, die afgeslagen is. Het daarvan ont vangen bericht is vrij mager van inhoud. Men weet alleen dat de Engelschen slechts geringe verliezen geleden hebben en dat de verdedigings werken sedert drie dagen geheel in orde waren toen de aanval geschiedde. Men begint nu te Londen te vinden dat generaal Primrose niet stil moet blijven zitten achter zijne versterkte wallen, maar dat hij eens een uitval moet doeD. Er be staat groot gevaar, zoo redeneert men uit den armstoel der dagblad-redacteurs, dat Ayoeb zich uit de voeten maakt vóór Phayre en Roberts met hunne troepen zijn aangekomen en dan tegenover de bevulking van westelijk Afgha nistan er zich met reeht op zal kunnen beroemen dat hij éen Engelschen generaal heeft verslagen en een andere binnen de muren eener versterkte plaats heeft opgesloten, zonder dat hij er durfde uitkomen. Een uitval zou zelfs voordeelig zijn, als Primrose geslagen werd, want dan zou Ayoeb verleid worden te blijven totdat Roberts hem bij de haren kon krijgOD. Gaat hij echter ongedeerd terug' naar Herat, dan kan hij jaar en dag bluffen dat hij het eenige Afghaansehe hoofd is dat nimmer eene nedorlaag van de Engelschen had te lijden. Wij willen in het midden laten wat dezo rede- neering waard is en slechts in het algemeen opmerken dat het niet aangaat, met de gebrekkige inlichtingen, die men heeft, den oorlog in Afgha nistan uit Londen te willen leiden. De inrichting der citadel van Kandahar kent men. Voor eene onderwetsehe Aziatische ver sterking is zij zeer sterk. Eene natte gracht van 74 meter is de eerste hindernis voor den vijand; daarop volgt een mnur van 3 meter hoogte, waarachter eene open ruimte is voor de troepen. Dan volgt eene stevige borstwering, 4J meter dik, volkomen bestand tegen veldgeschut. Daar bovenop is nog een muur gemetseld, en achter dat alles is eene flinke open ruimte voor men de woningen bereikt. Dit klinkt, bij eene Europee- sche vesting vergeleken, vrij kinderachtig. Men bedenke daarbij echter dat het voor een bele geraar in die streken onmogelijk is ander geschut in den aanval te gebruiken dan hetgeen over steile bergpassen te vervoeren is. Alles is relatief, ook in den oorlog. De heer De Freyeinet heeft te Montanban in eene redevoering een overzicht van de heden- daagsche Fransohe politiek gegeven. Naar aanlei ding van hetgeen geschreven is over de uitlating van Gambetta te Cherbourg, boezemt ons vooral belang in wat de eerste minister gezegd heeft over de buitenlandsche politiek. Hecht goen geloof, zoo was de strekking zijner woorden, aan hetgeen ons vijandige bladen zeggen van krijgszuchtige bedoelingen der regeering en van opdagende verwikkelingen. Wel is Frankrijk getreden uit zijn isolement, maar het is zeer ver van het voeren eener avontuurlijke politiek en het zal daar niet toe komen. „Ik voor mij ken te goed de meening van het land, dat bepaald vrede wi), om iets te doen dat deze in de waag schaal zon knnnen stellen." Wij stelleD, ook tegenover hetgeen de president der kamer moge bedoeld hebben, in deze woorden een volledig vertrouwen. Van Frankrijk zal in den eersten tijd nog geen oorlog uitgaan; men stelt er de in den vrede verworven welvaart te veel op prijs, en de regeeringsvorm waarborgt tegen gevaarlijke hof-intriges. „Gij ziet het, mijne heeven, zoo besloot de heer De Freyeinet zijne rede, de toestand is goed, in het land en naar buiten; naar buiten is het vrede, een vaste vrede, een vrede zonder grootspraak en zonder zwakheid. In het land is er kalmte, veiligheid, arbeidzaamheid, etne wel vaart zonder voorbeeld, bedrijvigheid in handel en industrie, die alle verwachtingen overtreft; ongestoorde orde, welke niet alleen steunt op de stevigheid der regeering, maar wat nog beter is op den stevigen grondslag van de wijsheid der bevolking. Moeten wij nu deze woorden naar de letter nemen en in het Frankrijk van deze dagen den ideaalstaat zien Voorzeker niet en de redenaar heeft het ook niet zoo bedoeld. Tafelwelsprekend heid eischt eene ruimte van uitdrukking, welker gebruik bij de hoorders als bekend ondersteld wordt. Maar de zin der woorden is waar. Frankrijk is als een feniks verrezen uit zijne rampen en heeft in zijne geschiedenis op geen schooner tijdperk te wijzen dan dat der laatste jaren. 't Is een beele stap om van het Frausche staats bestuur te treden in de diplomatie van Turkije; dooh de geschiedenis van deD dag eischt het. Het is weer om den afstand van grond aan Montenegro te doen. De Porte heeft aan de mogendheden geantwoord dat zij Dnleigno wil afstaan en hoopt dat dit bewijs harer inschikke lijkheid op den rechten prijs zal geschat worden. Den tijd van diie weken, door de mogendheden ge steld acht zij eehter wat kort, en ze vraagt uitstel. Zoo de mogendheden hierin niet willen treden en gewapenderhand Montenegro willen helpen te gen de Albaneezen, zal de Porte daaraan niet kunnen meedoen. Het uitstel zal wel verleend worden men heeft geene andere kenze als men ver strek kende bepalingen op het papier zet aan welker uitvoering men het zorgvuldig vermijdt om de hand te slaan. Het zal het laatste uitstel niet zijn dat do Porte vraagt en verkrijgt. De koning van Griekenland althans vertrouwt het niet best en gaat nog eens een reisje maken naar Peters burg, vanwaar hij over Berlijn en Weenen terug keert. Ten slotte toch nog eene blijde tijding. De arme Chung-How, de Chineesehe gezant die er met het Kuldscha-verdrag zooingeloopenis,werd, blijkens een telegram uit Shanghai, op vrije voeten gesteld. Zijn bnik is voorloopig veilig voor het wreede bevel van opensnijden. Albert Wolff, de bekende medewerker van de Figaro, gaf dezer dagen den indruk weer welke Gambetta vóór 1870 op hem heeft gemaakt, en al moet men het wellicht met de verhalen van de Figaro zoo nauw niet nemen, Wolfl's schets is zoo levendig en draagt zoovele kenmerken van waarsehijnlijkheid, dat wij haar onzen lezers niet willen onthouden, haar echter voor zijne rekening latende; want de Figaro schijnt ons eene beden kelijke bron voor de histoire contemporaine. Ik zag Gambetta, zegt Wolff, in nog vrij Wat bekrompener omstandigheden dan GréVy toen hij zijne carrière begon. Niemand kan beter dan ik over deze persoonlijkheid spreken, die later zoo op den voorgrond is getreden. Van allen die Gambetta in zijne jeugd gekend hebben ben ik wellicht de eenige die hem nimmer iets gevraagd heb, nadat mijn vroegere advocaat tot het toppunt der macht is gestegen. Men zegt mij dat zijn aanzien niets aan hem heeft veran derd, en dat mijn kameraad van vroeger dagen goedhartig en dienstvaardig is gebleven als in zijne jeugd. Die tijd ligt al ver van ons, maar als ik mijne herinneringen ophaal, dan treedt Gambetta mij voor den geest, uitgerust met een onbetwistbaar overwicht over mij en mijne tijdgenooten. Nog lang vóór het proces Baudin, dat zijn naam in de politiek grondvestte, was hij reeds een man, ter wijl hij eigenlijk maatschappelijk nog niets was. Ondanks zijne bescheiden plaats in de samen leving oefende hij reeds grooten invloed uit op zijne omgeving. Hij weifelde nog tusschen pleit zaal en politiek zonder eene beslissing te knnnen nemen. Maatschappelijk gesproken stond bij be neden ons; want wij begonnen reeds naam te maken tusschen het Café de Madrid en Torion' maar wij gevoelden toch zijne meerderheid. In moeilijke oogenblikken was hij het die raad gaf in alle disputen had hij het laatste woord, en terwijl wij gemeenzaam met hem omgingen, werd hij toeh altijd met zekere onderscheiding behandeld. Sinds jaren had ik reeds lust een beeld te ont werpen van Gambetta in zijne jeugd. Met zijn roem heeft zich om hem een tal van legendes gevormd. Het is mogelijk dat Gambetta veel heeft verkeerd in de kringen van het Café Procope maar daar heb ik hem niet gekend. Hij is niet voortgekomen uit de stndenteakofliehuizen van het Quartier Latin, zooals men menigmaal voor geeft, maar veeleer uit de weelderiger koffiehuizen van den Boulevard. In de tweede helft van het keizerrijk kwam lederen avond een groepje schrij vers en journalisten bijeen, 11a den schouwburg, eerst in het Café Véron en later in het Café Biclie. Er werd gesproken over kunst en litera tuur en ieder gaf ten beste wat hij des avonds achter de coulissen had gehoord. Dikwerf echter, tegen éen uur, als Léon Gambetta, do toen nog onbe. kende advocaat, binnentrad, werd het gesprek op politiek gebied verplaatst. Het was in den tijd toen Laurier van hem zeide„Met dien vent is nooit iets behoorlijks aan te vangen." De jonge advocaat zat altijd slecht in de kleeren, was slordig gekamd, stoffig, met een ongeknipten baard, steil haar, nooit genoeg knoopen aan zijn jas, zijn das scheef, soms met den strik op den rug, en dikwerf was zijn linnen vuil. Dat was Gambetta, als een type van den Bohème van den Boulevard. Als ik Bohème zeg, slaat dat alleen op zijn uiterlijk; want ook in dien lossen tijd, bij den aanvang zijner loopbaan, bleef hij steeds en in alles een model van rechtschapenheid en eerlijkheid. Zijn overwicht in dien kring was onbetwist. Hij was geen zwetser achter een glas bier, die door dik en dun over politiek zat te pratenmen zeide reeds van hemdie man weet wat er gebeurt. Ieder daeht reeds toen dat hij het ver zou brengenmen hoorde hem aandachtig aan en zocht het gesprek met hem. Na het sluiten der koffiehuizen werden de gesprekken nog menig maal op het asphalt van den Boulevard voortgezet. Toen wij later het Café Véron met het Café Biclie verwisselden, trok Gambetta met ons mede. Altijd sprak hij en niemand viel hem in de rede. Om éen uur echter sloot Biguon onverbiddelijk hij liet het gas uitdraaien en de vensters open zetten. Op een goeden avond hadden wij tegen hem samengezworen. Gambetta sprak, toen eens klaps, op hot gewone uur, het licht werd uitge blazen. Ieder nam aanstonds een waslichtje nit don zak en zette dat brandend voor zich, en Gambetta zette het gesprek onder die zonderlinge verlichting voort. Dat alles is reeds lang geleden, nog vóór het proces Bandin en ik vertel het slechts om het bewijs te leveren dat deze Bohème, die onbekende, wien een zoo schitterend lot wachtte, reeds in het begin van zijne loopbaan een man was voor eene kleine groep menschen welke b'j door zijn woord beheerschte. Ook voor de rechtbanken deed Gambetta zich gelden. Ik zag hem aan het werk ve ir de politie rechtbank waar de redacteurs va de Figaro onder het keizerrijk maar al te dikwijls verschenen. Wij wisten altijd vooruit dat wij veroordeeld zouden worden. Villemessant deed dat eenB uitkomen toen hij tot den berncliten president Delesvaux zeide„Mijnheer de president, ik word zoo dikwijls hier gedagvaard, dat ik de zesde kamer als mijn te huis kan beschouwenik zal n dezer dagen mijn meubelmaker zonden ombaar naar mijn smaak te meubelen." Wij, de jongeren, die ons niet zelf konden ver dedigen, liepen gewoonlijk naar Gambetta, niet omdat wij iets van zijne welsprekendheid hoopten maar om de rechters te ergereu. Mot eene boos aardige vreugde gingen wij hem tegen twaalf uren op zijne eenvoudige kamers in de rue Bonaparte wekken en na een ontbijt bij Magny gingen wij dan naar de rechtbank. De eerste indruk daar was altijd dezelfde. Zoodra de president Gambetta, die tegen de reglementen den knevel droeg, zag, keek hij hem ernstig aanieder ander had een strafpredikatie gekregen. Maar het persoonlijk overwicht van dien jongen advocaat zonder cliënten deed zich toen reeds op presidenten gelden. Men moest hem achter de balie zien staan, met zijn baret op éen oor, verwarde haren en krachtige vuistslagen op het hout doende dreunenmen moest zijn harts tochtelijk en vreeswekkend woord hooren, dat voor geen enkele onvoorzichtigheid terugdeinsde. Terwijl hij sprak, werd hot gezicht van den pre-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2