1880. ihool. 1 Sannui m i9T. ISS* JëSifSigï Zaterdag 21 Augustus. .ngustus. Het Atelier du Lys, oruitgang. ELDE. FEUILLETON. Benoemingen en besluiten. 0 nderwijs. igt aan Zondag n nog op de Zon- irijven kunnen zich eptember aanst. SR, Secretaris der ome WERK- ten voorzien, tegen jaar. Kantoordrnkkerij Tissingen. DIliVSTBODK BOER. aagd; adreaBoek- JUTTING. uiesstbooe: voorzien. Loon EIJ MESTDAGH, noodigd, bij L. DE JE benoodigd, bij iet beneden de 14 311 ZATERDAG Schroefstoom- ipitein P. DICK, en G. VOS. RO DHONT, 86/87. ienst S ROTTERDAM. ngustus. EOTTEBDAM: g.20morg. 10,al 21 V 10,-. 23 11,30. 24 11,30. d.25 11,30. d.26 11,30, g 27 11,30, 28 11,30, 30 11,30, g31 n 11,30, K. U. M. 1.45 en 5.45. .15 6.15. WOENSDAG en TERDAG. 30 nam. 4. 4.30 30 midd. 12.— 30 nam. 12.30 2 nren op r dien dag. 10.25 10.35 6.50' 6.5 7.52- 8.45 9.12 10.16 10.41 ïo.so 11 2.5 SM 1.45 6.1© 3.16 7.3© 3.55 8.15' 4.13 8.35 4.30 8.50 MIDDELBURGSGOË COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks! met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franoo 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent! Ad verten tien: SO Cent per regel! Geboorte"," Tronw-J Doodberiohten enz.: van 1—7 regels J 1,50 iedere regel meer 0,20.' Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlieité O. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg 20 Augustus. Vli«singen, 20 Aug. Eerstdaags wordt alhier verwacht het Bremer stoomschip van de Norddeufsche Lloydgenaamd Hanoverkapt. Hoffmann, den 6 dezer uit New-York vertrokken. Het stoomschip zal alhier 62 ossen en 402 zwijnen ontschepen, die bestemd zijn om vanhier per spoor via Brussel naar Frankrijk vervoerd te worden. Daar dit eene proef schijnt te zijn, die, zoo ze voldoet, misschien tot meerdere transporten aan leiding zou kunnen geven, hoopt men dat allen zullen medewerken, om elk te vermijden opont houd, of noodelooze kosten te voorkomen. De vijfde algemeene vergadering der Vereeni- ging voor Lijkverbranding zal den llea September te Nijmegen plaats hebben. Het belangrijkste, zooniet het eenige belang rijke punt van de agenda is een voorstel van eene der afdeelingen om het doel der vereeniging te beperken. Thans wil zij in de eerste plaats door het aanwinnen van leden eene macht der openbare meening worden, welke de wetgevende macht zal nopen de wetgeving op het begraven van lijken te veranderenterwijl zij in de tweede plaats, mocht dat eens gebeuren, gereed wil zijn met het bijeenbrengen eener zekere som om een lijkoven op te richten. Daarvoor wordt jaarlijks ©en deel der contributie gestort in een fonds voor Jijkovens. De af deeling Leiden stelt nu voor dit laatste deel der taak voorloopig te laten rusten cn de contributie te verlagen tot het onvermij delijk noodzakelijke voor de administratiekosten. Want het aantal leden der vereeniging is en blijft te gering, en alles moet gedaan worden om leden te winnen. Verlaging der contributie is daarvoor een middel. Het hoofdbestuur heeft vroeger dit beginsel bestreden; maar „door de ondervinding geleerd dat vasthouden aan het bestaande gelijk staat met langzaam maar zeker wegkwijnen", onder steunt het thans het voorstel. De zaak der lijkverbranding, indertijd tamelijk breed opgezet, heeft een fiasco geleden. Bevoegde geleerden zijn het niet eens over het beginsel, en een gevoel jegens de overblijfselen van naaste betrekkingen, dat ook hem die het niet deelt eerbied moet afdwingen, zal langen tijd, zoo niet immer, bij ons volk aan het populair worden dier wijze van lijkenbehandeling in den weg staan. Dat neemt niet weg dat ook in deze zaak vrij heid wenschelijk is en er geen aanleiding schijnt .17 dook de schrijfster van Mlle More, HOOFDSTUK VIL vriend of vijand? „Gij wantrouwt mjj, neef," zei Mile De Sfc Aignan, die bij het zien van dat gebaar eenigszins haar gewone kalmte herkreeg. „Gij hebt het recht om ons allen te wantrouwen, maar veronderstelt gij dat ik zou aarzelen wanneer het de eer van mijn neef geldt Zooals de zaken nu staan zou Ik u terstond zeggen waar hij is, als ik het wist „Ik heb nooit verondersteld dat gij mede plichtig waart aan deze samenzwering, mademoi selle, ofschoon uw neef n verdacht gemaakt heeft door hier te komen." „Waarom denkt gij dat hij hier geweest is vroeg zij, opeens besloten om zoo min mogelijk te bekennen, want ofschoon zij overtuigd was van de juistheid der beschuldiging wat haar broeder betrof, voelde zij het grootste wantrouwen jegens pjn beschuldiger opkomen. te bestaan om het verbranden van lijken te verbieden. Of het echter deze vereeniging zal gelukken door eene volksbeweging, als vroeger het Antidagbladzegelverbondde wetgevende macht te dwingen in haren geest te handelen, komt ons hoogst onwaarschijnlijk voor. Een voorstel als thans gedaan moest worden is de stroohalm van den drenkeling. Omtrent de tegenwoordigheid van den Neder- landschen gezant bij het Brusselsche feest van Maandag weet de Amt. Courant „uit de meest vertrouwbare bron" het volgende mede te deelen „Na dienaangaande instructies van zijn regeering te 's-Gravenhage te hebben ontvangen, heeft baron Gericke van Her wijnen zich tot den heer Frère-Orban, den Belgischen minister van buiten- landsche zaken, begeven, en hem meegedeeld, dat de gezant van Nederland te Brussel gemachtigd was om tegenwoordig te zijn bij het feest van 16 Augustus, onder voorwaarde even wel, dat hij de overtuiging moest hebben, dat daarbij niets beleedi- gends voor Nederland zou worden gedaan of gezegd. „De heer Frére-Orban heeft daarop den baron Gericke hartelijk dank gezegd voor zijn besluit en hem verzocht er zijn regeering eveneens daük voor te zeggen. Het hoofd van het Belgische kabinet heeft erbij gevoegd, dat niet alleen bij het feest niets zou voorvallen, dat de gevoeligheid der Nederlandsche natie zou kunnen kwetsen, maar dat integendeel de vertegenwoordiger van den koning van Nederland bij het feest onge twijfeld met eerbied en de levendigste sympathie zou worden begroet." Het Helenaveen, gelegen deels in de gemeente Horst (Limburg), deels in de gemeente Deurne en Liessel (N.-Brabant), leverde in 1879 een hoeveel heid van 918.137 ton laDge turf op, dat is 104.137 ton meer dan in 1878. Daardoor werd eene oppervlakte van 23 hectaren uitgeveend, zoodat op het einde van 1879 de verveende opper vlakte in het geheel 437 hectaren bedroeg. Yan deze waren 153 hectaren tot bouwland en moes tuin ontgonnen. De oogst was gunstig. De vaste bevolking beliep 747 zielen, verdeeld in' 183 huisgezinnen. Als iemand bg het baden of op andere wijze verdrinkt, dan heet het „hij heeft niet kunnen zwemmen", en komt een zwemmer in 't water om, dan maakt men zich er doorgaar.s af met de verklaring „hij heeft kramp gekregen'' of wel „een beroerte heeft hem in 't water getroffen", en zelfs doctoren vergenoegen zich dikwijls met „Lieve nicht, wat helpt het u, iets te ont kennen waarvan ik de bepaalde bewijzen in handen heb?" Hij haalde een zakboekje voor den dag en nam daar voorzichtig en behoedzaam een stukje papier uit dat met haar eigen schrift bedekt was en hield het haar voor. „Ja, dat is mijn hand; ik heb onlangs aan mijn neef geschreven." „En hij heeft geantwoord door hier te ko men. Hij is eergisteren gekomen.' „Op mijn woord dat is hij niet" antwoordde zij en merkte terstond dat hij niets wist van de reis naar St Aignan. „Ik moet u gelooven," hervatte hij beleefd. „Maar gij doet het niet," sprak Mile De St Aignan ongeduldig, „nu dan, voor zoover ik kan inzien steekt er geen kwaad in dat gij weet dat mijn neef van nacht hier geweest is, niet langer dan een nurwant met het aanbreken van den dag is hij vertrokken om zijn vader te ont moeten, die gelijk gij zegt reeds over de grenzen was. Meer weet ik niet. Wat gij mij van den graaf vertelt, verbaast mij ten zeerste." „Dezen nacht, en met het aanbreken van den dag vertrokken," zei De Pelven en zijn blik ontmoette hare heldere blauwe oogen, die naden kend op hem gericht waren, terwijl hij bij zich zelf zei: „Het klinkt waar en toch meende ik stellig dat hij hier in huis was het gelaat van dat meisje scheen het aan te duiden ach! dat meisje," en op eens scheen hem in te vallen dat hij door Edmée alles te weten kon komen wat niet meer afdoende verklaringen voor deze gevallen van plotselingen dood, zelfs waar ze van een hersen- of longverlamming spreken. Het moet daarom als een schrede voorwaarts beschouwd worden tot de keünis van de oorzaken van plot selinge sterfgevallen, zoo zeggen de Züricher Blatter für Gesundheidspfiegewaar dr. Nageli te Ermatingen a/d Bodensee de op eigen onder vinding rustende stelling uitspreekttal van ongelukken bij het baden, waarbij men den plot selingen dood in den regel op bovenstaande wijze verklaart, worden te voorschijn geroepen, door dien bij de badenden of wel zwemmenden spijzen uit de pas voorziene maag in de luchtpijp geraken en ze daardoor stikken. Het baden en vooral het zwemmen kort na het gebruik van spijs of drank is zeer gevaarlijk. Na het eten vertoonen zich nl. dikwijls lichte oprispingen opstijging van gassen uit de maag naar boven. Vinden deze samentrekkingen der maag, die een deel van haren inhoud naar boven terugstooten, bij een liggende houding van den romp, alzoo bij een zwemmende beweging, plaats, dan geraken dikwijls, in plaats van alleen gassen, ook spijzen, voor het strottenhoofd en deze kunnen onder zekere omstandigheden van daar door de keel in de luchtbuis gezogen worden, want de forsche ademhalingsbewegingen zijn bij het zwemmen niet gemakkelijk en oogenblikkelijk op te houden. Waarschijnlijk worden bij het baden kort na het eten door den golfslag of door de wiegelende beweging bij het zwemmen gemakkelijk krachtiger samentrekkingen der maag, maar dikwijls zonder werkelijke neiging tot oprisping, te voorschijn geroepen, of is een aanval van bewusteloosheid met een oogenblikkelijk verdwijnen der krachten het gevolg van een plotseling opkomende onge steldheid, en volgt in deze gevallen dan de braak- beweging eerst onder water, zoodat dan door de volgende ademhalingsbeweging (het inademen) de in mond en neus opgestegene spijsbrij zoodanig in de luchtpijp vertakkingen en longen opgezogen wordt, dat de arme verongelukte onmiddellijk reddeloos verloren is. Als bevestiging van de juistheid der stelling van dr. Nageli, dat menig drenkeling beter gezegd aan den inhoud zijner eigen maag gestikt is, dan tengevolge van het indringen van water in de luchtkanalen, maakt het blad opmerkzaam op een voorbeeld van eigen ervaring. In Augustus 1864 werd het lijk van een verdronken kind geopend. De driejarige was kort na het gebruik van den uit melk bestaanden avonddrank in een beek gevallen, maar werd zeer spoedig door de in de nabijheid toevende moeder er uitgehaald. Toch stierf het, na nog slechts een paar stuiptrekkingenhoewel bij ope ning tegen aller verwachting noch in de long, hij wilde. Tot nog toe was hij bijzonder gelukkig geweest bij was politicus en samenzweerder, alleen uit pleizier om van menschen en omstan digheden naar willekeur gebruik te maken, begaafd met een buitengewoon doorzicht dat over de toe komst scheen te beschikken en hem in staat stel de om de onstuimigste wateren te bevaren, zonder overtuiging of geweten, waardoor hij veël vóór had op hen die zich aan een beginsel of aan een partij hielden. Zijn streven was steeds om zoo min mogelijk te laten merken hoeveel draden hij in de hand hield, of hoeveel macht hij bezat. Hij gaf zich niet nit voor een ultra-republikein, maar genoot toch het vertrouwen van al de leidslieden der Jacobijnen en vreesde niet zijn bescherming uit te strekken over royalisten en gemodereerden, als het hem gelegen kwam die te helpen. Hij had volkomen de waarheid gesproken, wat zijne gevoelens jegens De St Aignans betrof; hun dood kon hem geen ander voordeel aanbrengen, dan het recht op hunne bezittingen, die hij niet be geerde en zijn trots verbood hem, hen te laten omkomen en daarna van hun dood te profiteeren. Maar dat hij nu, door de hulp die hg hun verleend had, in gevaar gebracht, geplaagd en uitgelachen werd, dat wekte gevoelens bij hem op die alleen iemand met een karakter als De Pelven kon koes teren. De vijandschap van zulk een man kan doodelijk zijn. De samenzwering waarin de graaf, en wellicht ook zijn zoon, betrokken was, was nog aan een of twee anderen bekend en niemand behalve bij kende het bestaan van dat stukje noch in de luchtpijpen, noch zelfs in de keelholte eenig water te vinden wasintegendeel waren de longen geheel droog, maar de ademhalingswegen als het ware ingespoten met geronnen melk en wel in zoo groote mate, dat slechts opzuiging der melk door de inademende long deze veroor zaakt kon hebben. Blijkbaar had de val in 't water, kort na den maaltijd, ook hier braak- bewegingen doen ontstaan, waardoor de inhoud der maag in strot, neus en mond gedrongen werd, zoodat, toen de eerstvolgende diepe inademing plaats bad de melk zoodanig in de longen enz., opgezogen werd, dat oogenblikkeiyk een verstik king moest volgen. {Z. ct.) pensioenen. Op pensioen gesteld, ter zake van ongeschiktheid voor den dienst wegens in en door den dienst ontstane lichaamsgebreken, de kapt. Ie kl. bij het korps mariniers D. A. van Vuuren, onder toekenning van een jaarlijksch pensioen van f 1300 en van eene verhooging van dat pensioen van f 225 's jaars voor werkelijk verblijf in mil. dienst in 's rijks overzeesche bezittingen en koloniën en tusschen de keerkringen. Op verzoek, op pensioen gesteld de off. van gezondh. Ie kl. bij de zeemacht K. G. F. Sloos, arts, ter zake van in en door den dienst ontstane lichaamsgebrekenonder toekenning van een jaarlijksch pensioen van f 1300 en van eene ver hooging van f 450 's jaars, voor werkelijk verblijf in mil. dienst, in 's rijks overzeesche bezittingen eo koloniën en tnsscben de keerkringen. polderbesturen. Benoemd tot lid van het bestuur der waterkeering van den calamifceusen Hoofdplaatpolder, B. J. Thomaes; tot dijkgraaf van den Seydlitzpolder, H. P. de Vleesckouwer tot dijkgraaf van den van-Remoorterepolder, C. B. Wijffels. {Zie laatste berichten van gisteren). Voor bet examen tot toelating tot de rijks normaallessen alhier, dat op den 28 dezer maand zal gehouden worden, hebben zich 26 candidaten aangemeld, 19 mannelijke en 7 vrouwelijke. Naar wij vernemen, hebben zich voor de be trekking van hulponderwij zeros op school D alhier, hoofdonderwijzeres mej. Achilles, waaraan eene jaarwedde van f 500, opklimmende tot f 600, verbonden is, twee sollicitanten aangemeld. Bij beschikking van den min. van koloniën, is mej ufvrouw A. C. Scheltema, hulponderwijzeres, gesteld ter beschikking van den gouv.-gen. van papier, dat in de kamer van Alain op den grond gevonden was: een snipper van een brief die verondersteld werd vernietigd te zijn, en waarin Mile De St Aignan haar neef eenige aanwijzingen had gegeven hoe hij bij haar kon komen, een onschuldige brief, zelfs al ware hij in zijn geheel gevonden, maar in dit geval erg genoeg om haar het leven te kosten. De Pelven had zich, zoodra de samenzweering ontdekt was naar de kamers van Alain begeven en bevindende dat deze ver trokken was, nauwkeurig alles doorzocht, wat hem eenige opheldering kon geven en eindelijk dit stukje papier gevonden. Hij had terstond aangenomen dat die reis naar St Aignan slechts voorgewend was en dat de plaats zijner bestemming Mortemart was, waarschijnlijk om met zijne tante de middelen te beramen om antwoord te krijgen op de brieven die hij mede uit Frankrijk nam. De ongelukkige Marie Antoinette leefde nog als gevangene, van haar zoon beroofd en voortdurend het voorwerp van den argwaan en den haat der ultra-republikeinenOnophoudelijk werden er wan hopige pogingen in het werk gesteld om haar te bevrijden en werd daartoe de hulp van vreemd© mogendheden ingeroepen en De Pelven dacht dat de St Aignans daar thans de hand in hadden. Het lag in de politiek der Jacobijnen om zulk een samen zweering, met of zonder reden, te baat te nemen om het gepeupel nog meer tegen de koningin op te zetten, doch ditmaal werd zij stil gehouden in de hoop van meer te vernemen. Zijne nasporingen aan de grenzen hadden hem de

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1