1880. N». 184. 1236 Jaargang* Vrijdag 6 Augustus. Het Atelier du Lys, Gemeente-Financien. Middelburg, 5 Augustas. FEUILLETON. HIDDELBIRGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dagel met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franoo 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent! Advertentien: 20 Cent per regel! Geboorte"; Trouw-; Doodberichten enz.: van 17 regels 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publieité (t. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. De burgemeester en wethouders van Middelburg» gezien art: 219 der gemeentewet, maken be kend dat de rekening van de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over het dienstjaar 1879 op de secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, na voorafgaande aanvraag, aldaar verkrijgbaar is. Middelburg, den 30 Juli 1880. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris G. N. DE STOPPELAAR. De uitslag der verkiezing te Amsterdam zal voor sommigen eene verrassing, voor anderen eene teleurstelling, doch zeker voor bijna ieder eene reden tot verbazing geweest zijn. Wij hebben reeds doen opmerken dat in de Amsterdamsche pers geen noemenswaardig tegenwicht bestond tegenover de buitengewone inspanning, welke het Handelsblad zich getroostte om de verkiezing van den heer Kappeyne te verzekeren. Toch, en on danks den steun hem door vele invloedrijke Amsterdammers in 't openbaar gegeven, mocht de oud-minister van binnenlandsche zaken slechts ongeveer 5/8 der stemmen op zich vereenigen, die zijn gewezen ambtgenoot voor financiën ver kreeg. Wel een bewijs, naar wij meenen, hoe weinig de sprongen en inconsequentiën van wat men de Kappeyne-politiek moet noemen, indien men met den naam van dezen staatsman eene politiek wil aanduiden, in den smaak vallen van het meeren- deel der kiezers, die zich rekenschap geven van de stem die zij uitbrengen. Het Handelsblad tracht zich over de nederlaag te troosten met eene bespiegeling over de sloiheid der kiezers. Het schrijft: „De uitslag dezer verkiezing doet ons oprech- telijk leed. Natuurlijk omdat niet reeds by de eerste stemming de candidaat werd verkozen, dien wij uit innige overtuiging aanbevalen, daar wij zeker zijn dat door zijne afvaardiging de belangen van stad en land het meest zonden zijn gediend. Maar vooral smart het ons voor Am sterdam, dat wederom zoo weinige kiezers van bun recht gebruik hebben gemaakt. Omstreeks 6000 kiezers telt het district, en van deze ver schenen slechts 1716 ter stembus. Inderdaad geen groot bewijs van politiek leven. Velen hebben zeker gedacht: „waarom zal ik gaan; er komt toch een liberaal in." door de schrijfster van More. HOOFDSTUK III. EEN BEÏCBLIKEINSCH HUWELIJK. Alain de St Aignan was niet meer op het kasteel geweest sedert den dag waarop hij aan het sterfbed zijner moeder geroepen werd. De band tnsschen moeder en zoon was bijzonder innig geweest; want mevrouw Leroux had wel gelijk toen zij zeide dat de oodste, als erfgenaam en stamhouder, meer uitsluitend den vader had toebehoord; maar Alain was de lieveling zijner moeder, die al haar neigingen en inzichten deelde en haar grootste bron van gelnk was. Haar leven was zonnig en gelukkig geweest, ofschoon zij gehuwd was met een man die veel ouder was dan zij en wiens smaak weinig met den haren overeenkwam; maar mevrouw De St Aignan was iemand die, overal waar zij kwam, geluk vond en verspreidde. Ja, zij was gelukkig ge feest; dat wist Alain on dat was bijna het eenige „Alsof het onverschillig kan worden genoemd welke liberaal wordt afgevaardigd en hoevele kiezers, door woord en daad, toonen in hem vertrouwen te stellen. Ook al ware er nu geen herstemming, zou het dan voor den afgevaardigde van Amsterdam genoegelijk zijn te weten, dat van de duizenden Amsterdamsche kiezers slechts iets meer dan 855 de moeite genomen hadden, hem te betuigen, dat zij gaarne de openbare be langen aan hem zien toevertrouwd „Wij hopen dat de kiezers, bjj de herstemming, beter zullen toonen hnnne plichten te begrijpen en hunne rechten te waardeeren. Wie ook voor Amsterdam gekozen moge worden, laat hij weten dat hij is de wezenlijke vertegenwoordiger van het kiesdistrict en niet die van een kleine min derheid." Het komt ons voor dat er voor zulk eene verzuchting bij deze gelegenheid zoo bijzonder veel aanleiding niet bestaat. Er werden op de twee liberale candidaten te zamen ongeveer 1300 stemmen uitgebracht. Dat is ruim 200 meer dan het aantal waarmede de heeren Godefroi, Vening Meinesz en Van Heukelom in 1879 herkozen werden. Het iB 150 meer dan waarmede de heer Holtzman in 1877 den admiraal Fahins van zijne plaats drong en niet veel minder dan het getal waarmede in dat jaar de heeren Stieltjes en Rutgers herkozen werden. Ook het aantal stem- nitbrengende kiezers is dit jaar niet kleiner ge weest dan gewoonlijk te Amsterdam. Het was 1540 in 1877, 1762 in 1879, 1708 in 1880. Neemt men in aanmerking dat er zeiden bij eenige verkiezing voor de anti-liberalen zooveel reden bestond om van de stembns weg te blijven als hier, waar hun de keuze gelaten werd tusschen den vader der seboolwet en den antenr der rente belasting, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand dat er bij de verkiezing van eergisteren niet de minste aanleiding bestaat om het ver schijnsel, dat nauwelijks 1/3 der kiezers aan het verkiezingswerk deelgenomen hebben, als iets buitengewoons te beschouwen. Er schijnt dan ook geen reden te bestaan om bij de herstemming grooter ijver te verwachten. Deze zou alleen het gevolg kunnen zijn van een besluit der anti-liberalen, om voor een van de beide candidaten partij te trekken. Dergelijk besluit iaat zich echter nauwelijks verwachten. Een op eigen vlag varend partijganger als de Maasbode moge zieh de vrijheid veroorloven om de verkiezing van een tegenstander aan te bevelen, in de hoop „den liberalen boel zeer zeker in de war" te zien loopen, eene politieke partij als zoodanig kan naar zulke cynische levensregelen bezwaarlijk te werk gaan. Dit vertrouwbare bron wordt ons medege- waaraan hij zonder smart kon denken, terwijl hij nu alleen in dat afgelegen kasteel zat, in de mee ning dat niemand van zijn komst wist en wach tende tot het donker genoeg zou zijn om het ongemerkt weer te verlaten. Hij dacht veel meer aan zijn moeder dan aan het gevaar dat hij liep, of aan de zaak waarvoor hij gekomen was, hoe gewichtig die ook ware en hij verwonderde zich dat de omstandigheden zijn gevoelens zoodanig hadden kunnen wijzigen dat hij, die zóo bedroefd was geweest toen hij zijn moeder zag sterven, thans oprecht dankbaar was dat zij er niet meer was. De drie jaren die sedert verloopen waren, hadden znlk een reeks van akelige gebeurtenissen opgeleverd dat hij erdoor verbijs terd was en volstrekt niet kon nagaan waarheen het sehip gedreven werd, door de golven, die met donderend geraas op de rotsen braken. Nog zoo kort te voren waren de edellieden alles in Frankrijk; de geheele natie scheen slechts te be staan voor hen en voor den koDing. Daarna kwam er eenige verandering en werd de leer ver kondigd dat iedereen gelijke rechten had, dat alle menschen broeders waren en terwijl dit sommigen met afgrijzen vervulde, waren er velen onder de bevoorrechte klassen, die deze leer met opgewon denheid toejuichten en met woord en daad bevor derden. Eensklaps scheen iedereen in te zien hoe veel Frankrijk geleden had en de dwaasste middelen werden voorgesteld Tot genezing zijner kwalen; deeld dat het tot stand komen van den tramweg VlissingenMiddelburg verzekerd is. De volgende week zal reeds het waarborgka pitaal bij de gemeenten gestort worden. Gedurende de maand Augustus jl. zijn met de stoomschepen der maatschappij Zeeland te Vlis singen aangekomen 4809 en van daar vertrokken 3283 passagiers. Z. K. H. de prins van Oranje is gisteren middag, van zijn adjudant den heer Beijreman vergezeld, naar Parijs vertrokken. Op den dag vóór zijn vertrek bracht de prins eeD langdurig bezoek aan den minister van staat, oud-voorzitter der eerste kamer, mr. J. A. Philipse. Uit een bericht in de N. RottCt. meenen wij te mogen opmaken, dat aan Z. M. instructiebrik Re Zeehond vanwege het departement van marine eenige vaten bier zijn medegegeven, om die, bij wijze van proefneming, in plaats van het thans toegekende dagelij ksch rantsoen jenever, aan de schepelingen te verstrekken. (De N. R. Ct. spreekt van jeugdige schepelingen, doeh dit kan be zwaarlijk juist zijn, daar aan deze geen jenever wordt geschonken). Is onze lezing juist, dan achten wij dit een zeer gelukkigen maatregel, die misschien, even als vóór jaren het verstrekken van koffie aanleiding was dat het rantsoen jenever, onder algemeene toe stemming der schepelingen, tot op de helft ver minderd kon worden, de algeheele afschaffing van den „oorlam" zal kunnen voorbereiden. De verkiezing voor een lid van de tweede kamer, die, aangezien de heer I. D. Fransen van de Putte zijn ontslag als zoodanig heeft genomen, in het hoofdkiesdistrict Hoorn moet plaats hebben, is bepaald op Dinsdag 31 Augustus e. k.indien herstemming noodzakelijk is, zal die geschieden Dinsdag 14 September daaraanvolgende. {Zie laatste lerichten van gisteren Er bestaat gelegenheid tot verzending der cor respondentie naar N. I. door middel van het stoomschip Wyberton, waarvan het vertrek uit Rotterdam op 7 Augustus a. is bepaald. Behalve naar Batavia wordt met deze gelegen heid mede eene brievenmaal verzonden naarPadang. De brieven en verdere stukken behooren op den dag van vertrek van het stoomschip 's morgens voor 10 uren te Rotterdam aangekomen te zijn. Gisteren werd te Dordrecht de algemeene ver gadering der Fereeniging lot bevordering van fabrieks- en handwerksnijvetheid geopend met eene belangrijke rede van den voorzitter dr. Mouton over de opleiding onzer ambachtslieden. terwijl niemand begreep dat een volk, dat aan dwingelandij gewoon ie, onmogelijk zijn vrijheid op eens goed kan weten te gebruiken. De ver drijving der protestanten had de nijvere middel klasse verwoest, die belang zou hebben gehad bij de handhaving van rust en ordede arme boeren waren verdrukt door belastingen en niet veel meer dan lijfeigenen en de handelsstand was geheel geknakt door de onbeschaamdheid van den adel. Alle maatschappelijke vraagstukken, die sedert de zes tiende eeuw hoe langer hoe ingewikkelder waren geworden, moesten tegelijk opgelost worden en in die algemeene verwarring viel het gezag in handen van menschen, die niets te verliezen en alles te winnen hadden door den ondergang van ieder die rijker en voornamer was dan zijzelf en wier wachtwoord was„Wilt gij vrij zijn 1 Sla dan hoofden af!" De volslagen wanorde over het geheeleland, in het jaar 1793, was onbeschrijfelijk; niemand wist wien hij kon vertrouwen of wat hij doen moest, en menigeen sloot zich enkel en alleen uit schuchterheid bij de grootste woestelingen aan, teneinde den naam te krijgen van een goed patriot te zijn. En toch was het nog zoo kort geleden, dat de edellieden de beweging ten gunste der hervorming geleid en vrijwillig afstand van hunne voorrechten en titels gedaan hadden. Terwijl Alain vluchtig eenige papieren door keek, viel zijn oog op een zinsnede die levendig de herinnering opwekte aan dien gedenkwaardigen Hij stelde het onderzoek van dit gewichtig vraagstuk voor als een van de nnttigste werk zaamheden, die de Vereeniging op zich zou kunnen nemen. Gelijk gisteren gedeeltelijk reeds door ons ge meld is, werden in plaats der drie aftredende en niet herkiesbare heeren De Charro te 's Graven- hage, Jeras te Middelburg en Formijne te Tiel, verkozen tot leden van 't hoofdbestuur de heeren Van Kempen, De Raad en Verweij. Van de vervolgens op de vergadering behan delde onderwerpen komt bet volgende onB 't be langrijkst voor „De Holl. spoorweg kon op den len Juli 1880 door den staat genaast worden: de beslissing daaromtrent is door de regeering éen jaar uitge steld. Is nu nit een economisch, commercieel en politiek oogpnnt die naasting aan te bevelen? „Zoo ja, op welke wijze dient dan de exploi tatie van dien spoorweg te geschieden, door den staat, door de onde maatschappij oi door eenige andere 1 Zoo neen, op welke conditiën is het dan wenschelijk dat de concessie voortdure?" Volgens het pimadvies acht het hoofdbestnnr, dat het belang der nijverheid bij deze quaestie eigenlijk gelegen is in de beantwoording dezer vragen „Welke maatschappij hondt bij baar exploitatie meer het belang der nijverheid in het oog, de Hollandsche of de M. tot Exploitatie Is het voor de nijverheid van belang, dat een spoorweg, onverschillig door wie zij worde geëxploiteerd, in handen van den staat zij De heer Waller van Dordrecht lichtte het punt nader toe. De vergadering trad in een uitvoe rige bespreking van de voor- en nadeelen vsd staatsrxploitatie. Ten slotte verklaarde zij zich op voorstel van den voorzitter met 43 tegen 3 stem men tegen exploitatie van den staat bij naasting van de lijn. De thans te 's Gravenbage in de Gothischezaal geopende tentoonstelling van wapenkunde is, op haar gebied, zeer belangrijk. Zij bevat drie af- deelingen. De eerste bevat, in drie reeksen, al wat op de geschiedenis en de oudheidkunde van 't geslacht Oranje-Nassau betrekking heeft. De tweede is aan wapen-geslacht- en zegelkunde als zuivere wetenschap gewijd. De derde betreft de wapen kunde, toegepast op kunst en nijverheid. De heer J. A. de Bergh, de bekende specialiteit in Nederlandsche w a p e n-kennis, schrijft in 't Handelsblad over de tentoonstelling het volgende: „Nog hebben we ternauwernood den drempel der zaal overschreden, of we gevoelen het, dat een dankbaar volk hier een monument oprichtte, waarvan de herinnering bij het nageslacht moet worden levendig gehouden. Aan beide zijden der deur verheffen zich twee groote schilderstuk- dag, waarop De Noailles in de Nationale Verga dering opstond met Lameth en Lamboine en namens zijn lastgevers voorstelde afstand te doen van alle erfelijke rechten en eereposten. Het waB alsof er een groote atstand lag tusschen dien dag en dezen, nu Alain zich zijn eigen geest drift herinnerde en zijn verontwaardiging over de koele afkeuring van zijn broeder en de smart waarmede hij het spottende lachje op de lippen van zijn vader had opgemerkt, toen die met een min achtend gebaar zeide: „Wij mogen onze titels opge ven, maar wij knnnen niet opnieuw geboren worden als ploerten, teneinde deze messieurs te believen 1" Alain had toen alleen begrepen dat zijn vader, ofschoon in theorie een wijsgeer en een liberaal, in zijn hart evenzeer aristocraat was als zijn ondste zoon, die gehnwd was met iemand uit een der meest conservatieve families in geheel Frankrijk, en zich van den beginne af tegen alle her vormingen verzet had, met een volharding die zeer spoedig al de zijnen in gevaar had gebracht. De tegenwoordige staat van zaken scheen hem ten volle gelijk te geven, dat voelde Alain met onbeschrijfelijke smart, ofschoon hij overtuigd bleef dat recht en billijkheid op den bodem van dit alles lagen maar een van de grootste beproe vingen in dien tijd was, vooral voor karakters als het zijne, de moeilijkheid van dit te bewijzen, zelfs voor zichzeiven; de onmogelijkheid om de grens te trekken tusschen den eersten rechtmatig

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1