m Hi, 1880. im Jaargang, Maandag 26 Juli. Middelburg, 24 Juli. Anti-Kwakzalverij. MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit blad versohijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen' Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent: Advertentien! 20 Cent per regel! Geboorte-; Tronw-J Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publ'cité tf. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL- Met grooten ijver en volharding zetten de heeren dr. Vitus Bruinsma, leeraar te Leeu warden, en dr. G. W. Bruinsma, geneeskun dige te Steenbergen, hun strijd tegen de kwak zalverij met geneesmiddelen voort. Hun werkje: De hedendaagsche kwakzalver, een waarschu wing voor allen die hun gezondheid en hun beurs op prijs stellen, (Leeuwarden bij H. van Belkum Kz.) is een nieuwe kruistocht tegen den ouden vijand en wij beginnen te gelooven dat zij, even goed als „de Moensen en Kerdijken", als Multapatior en de heer Goeman Borgesius, eindigen zullen met hun doel te bereiken en de wetgevende macht voor hun zaak te winnen. Een beter middel toch om de kwakzalverij den kop in te drukken, weten wij niet aan de hand te doen. Het verspreiden van hun en misschien van andere, nog meer populair, nog „onderhoudender" geschreven boekjes, treft geen doel. Deels maken ze geen indruk genoeg op de slachtoffers der kwakzalverij, dat zijn ziekenlijders aan veeltijds ongeneeslijke of ingebeelde kwalen; deels is de werking der geschriften van te voorbijgaanden aard, want een boek raakt, uitgelezen zijnde, zelf in 't vergeetboek; deels eindelijk komen de boekjes niet in handen dergenen die het meest aan de kwakzalverij offeren, dat zijn de minst ontwik kelden, zij die het minst gewoon zijn te lezen. Het is daarom zonder groote instemming dat wij eene vereeniging als de maatschappij Tot Nut van. 't Algemeen, die op zoo velerlei nutti ge wijze aan het werk der volksontwikkeling arbeiden kan, hare geldelijke krachten aan het uitgeven van strijdschriften tegen Holloway en consorten zouden zien besteden. Met een ander middel, door de heeren Bruinsma aangeduid, kunnen wij ons om, zoo men wil, persoonlijke redenen niet vereenigen. Wij blijven de meening toege daan, reeds bij de aankondiging van hun eerste geschrift uitgesproken, dct van de directienof redactiën van dagbladen geen toezicht op of verantwoordelijkheid voor de in hun betaald Wordende ruimte opgenomen advertentien en reclames te vergen is. Wij voor óns zien daar geen kans toe. Wanneer ons de aankondiging van het Pepton-voedsel aangeboden wordt, begeleid, zoo als tegenwoordig geschiedt, ftobr certificaten van een vjjftal professoren in de geneeskunde, dan zullen wij die waar schijnlijk onder de geoorloofden rangschikken. Toch geven de heeren B. deze waar onder hun geheimmiddelen op. De „ontwikkelingsbalsem" van Theophile, of de „haarhersteller", die aan gekondigd wordt met het aantrekkelijke prentje van eene dame met een haarbos, waarbij die van Absalom slechts een scheerkwastje geweest zou zijn, zouden wij vermoedelijk als onscha delijke liefhebberijen van onnoozele lieden beschouwen; doch De hedendaagsche Kwakzal ver leert ons dat er loodsuiker, een zwaar vergif, in zit. We zouden er met deze dingen dus nog erger inloopen dan 't geval was toen we, ons nommer van gisteren inziende, bemerkten dat we ons tot het voertuig hadden gemaakt om den lieden te verkondigen: dat op de aan staande kermis te zien zal zijn „een levende dame, met drie hoofden, die zingen en spre ken te gelijk Aan eene schifting van al dergelijke specu- ïatien op de lichlgeloovigkeid van 't publiek gunnen wij ons niet wagen. Weet echter de wetgever een vorm te vinden om het verkoo- pen, in voorraad hebben, te koop aanbieden of aankondigen van geheimmiddelen te verbieden, zonder te groote inbreuk te maken op het ook in dit opzicht noodzakelijke beginsel der vrij heid van nering en bedrijf, dan zullen de aanbie dingen ervan grootendeels ophouden en de taak der dagblad-administratien zal gemakkelijk wor den. Het geldelijk nadeel ervan zal voor de meest solide bladen niet van veel beteekenis wezen en zelfs al ware het dat, zou het moeten wijken voor het algemeen maatschappelijk belang. Dat de wetgever dien vorm zal kunnen vinden schijnt niet twijfelachtig, daar de heeren Bruinsma reeds eene wet tegen de ge- heimmiddelen-kramerij weten mede te deel en, welke ten vorigen jare door de Zwitserscne wetgevende macht is aangenomen. Bij die wet wordt de verkoop en aankondiging van al zulke middelen aan het toezicht der kanton nale en bonds-overheden onderworpen. Stellig verboden worden echter de middelen diea vergiftigde of schadelijke stoffen bevattenb door de wanverhouding tnsschen hun koopprijs en innerlijke waarde het karakter van oplich terij dragenc door hun aankondiging de openbare zedelijkheid kwetsen; d de genezing van besmettelijke ziekten heeten te bedoelen. Ook de verkoop van drukwerken, tot aanprij zing dezer middelen, is verboden. Verkoop van toegelaten geheimmiddelen is alleen ge oorloofd in de erkende apotheken. Commissiën van deskundigen, onder de bevelen van het ministerie van binnenlandsche zaken gesteld, zullen de overheid in het werk der schifting van de al of niet geoorloofde middelen en de verdere uitvoering der wet voorlichten. Zonder in eene beoordeeling dezer wettelijke bepalingen te treden, wenschen wij ditmaal nog op de staathuishoudkundige zijde van het vraagstuk te wijzen. Deze is niet zonder beteekenis. Volgens de aanteekeningen der heeren Bruinsma worden er sedert 1 April 1877 in Nederland aangekondigd 433 verschil lende geheimmiddelen. In twee jaren tijds nam hun aantal met 125, dat is gemiddeld met éen per week, toe. Neemt men in aanmerking dat al deze artikelen de betrekkelijk zeer hooge kosten van advertentien en commissie loon goed en hun, meerendeels in't buitenland gevestigde, fabrikanten bovendien rijk moeten maken, dan is 't duidelijk dat hun debiet niet gering moet zijn, Bovendien teekende de Zwitser- sche regeering in de memorie van toelichting tot haar wetsontwerp aan, dat de uitvoer van Fransche „specialiteiten" jaarlijks 104millioen franken bedraagtdat de Engelsche schatkist jaarlijks 60 a 70,000 ponden sterling aan patentrecht voor den verkoop van geheimmid delen ontvangt en dat de verkoop van inge voerde middelen in Zwitserland in èen jaar ongeveer 1,800,000 fr. bedragen heeft. Ofschoon soortgelijke opgaven voor Neder land ons niet ten dienste staan, mogen wij echter uit het bloeiende advertentie-vertier afleiden, dat de omzet bij ons te lande mede een aanzienlijk kapitaal in beslag neemt. Nemen wij nu in aanmerking dat het hier, blijkens de ingestelde scheikundige en andere onderzoekingen, een omzet van koopwaren geldt, waarvan de prijs in de grootste wan verhouding staat tot de productiewaarde, dan volgt hieruit dat door de Nederlandsche koopers jaarlijks een zeer belangrijke som besteed wordt aan stoffen die, indien men ze niet langs den weg der geheimmiddelen-kramerij, maar langs dien van den gewonen artsenij-handel verkreegbespaard zou blyven. En deze nuttelooze uitgaaf wordt, voor verreweg het grootste gedeelte, gedaan door weinig ontwik kelde lieden, behoorende tot de klasse der weinig gegoeden of zelfs tot die der minver mogenden. De voorbeelden, door de heeren Bruinsma verzameld, bewijzen dit, voor zoo ver het niet in den aard der zaak ligt, ten overvloede voldoende. Er volgt hieruit dat, afgescheiden van de geneeskundige en hygiënische zijde van het vraagstuk, de bestrijding van den handel in geheimmiddelen een staathuishoudkundig be lang vertegenwoordigt, dat de aandacht onzer wetgevende macht in hooge mate waardig is. Door gedeputeerde staten van Zeeland is, met ingaDg van 26 Juli a., benoemd tot opzichter der gouvernements gebouwen de heer J. C. van der Heli alhier. VUsslngen, 23 Juli. Op de werf der maatschappij De Schelde alhier zijn heden de kielen gelegd van twee teak-houten loodsschoeners, welke voor rekening van het Belgische gouver nement worden gebouwd. VUssfngen, 24 Juli. Het Duitsche stoom schip America, gezagv. Pohle, van Buenos-Ayres met bestemming naar Antwerpen alhier ter reede gekomen, heeft met bijzondere vergunning, hit gedeelte zijner lading dat voor Antwerpen bestemd is hier ter reede ontscheept in drie lichters en vertrekt naar Bremen. Genoemd schip heeft in den Atlantischen Oceaan van de Engelsche bark Lorenzo overgenomen deD gezagvoerder Cunningham en de bemanning van het Engelschebarkschip Advance, welk schip met eene lading steenkolen, van Liverpool naar Java bestemd, op zee gezonken is. Toen zij vier en twintig uren in de booten hadden doorgebracht, werden zij door de Lorenzo opgenomen en den volgenden dag overgezet op de America. Kapitein Cunningham is onuitputtelijk in lof over de liefderijke behandeling hem en de be manning aangedaan door den gezagvoerder en de verdere bemanning van het Duitsche stoomschip. Axel, 23 Juli. Onze gemeenteraad heeft be sloten zich tot Z. M. den koning te wenden, met verzoek een inwoner uit deze gemeente tot bur gemeester te benoemen. Te 'sHeer Abtskerke zijn bij de verkiezing van drie leden van den gemeenteraad, ter voor ziening in periodieke aftreding, herkozen de heeren M. Stevenee, W. L. Hirdes en D. Koster. Naar wij vernemen, beeft de heer mr. A. Kerdijk ter kennis van den minister van binnenlandsche zaken gebrachtdat hij bij de aanstaande invoe ring der nieuwe wet op het lager onderwijs voor een betrekking bij het schooltoezicht buiten aanmerking wenscht te blijven. .V. R. Ct.) De provinciale staten van Groningen hebben besloten, aan de regeering en aan de tweede kamer het verzoek te richten, om in de provincie Groningen op te richten het rijks-gesticht voor krankzinnigen, waarvan in de tweede kamer sprake is geweest. Volgens het Rott. Nil. zouden bij het hooid- bestuur van den rijks-telegraaf plannen in bewer king zijn, tot verbetering der vooruitzichten der telegrafisten en verdere ambtenaren van dien tak van dienst. De heer Pruijs van der Hoeven heeft bij schrijven aan den gouverneur-generaal van N.-I. verzocht als gouvernements-commissaris nit Atjeh terng- geroipen te worden. Dat feit, hoe weinig nog bekend zelfs hier te Batavia, staat vast. De reden van dit schrijven is gelegen in gebr k aan arbeid, wijl de feitelijke grondslag voor de organisatie van een civiel bestuur in Atjeh nog schier overal ontbreekt, zoodat het ontwerpen van zulk een organisatie monnikenwerk is. (Bat. Bblad). In de vergadering van den geneeskundigen raad van Groningen en Friesland, heeft het treurige geval van zelfvergiftiging van dr. Carl Meijer te Winschoten aanleiding gegeven tot een belangrijke gedachtenwisscling, teneinde het gevaar voor ongelukken bij het voorschrijven van zekere hevige vergiften, zooveel mogelijk te voorkomen. De mededeelingen van prof. Plugge omtrent de uit komsten van zijn onderzoekingen, in vereeniging met prof. Huizinga, over de kracht en de werking der aconitine waren hoogst belangrijk en mogen tot waarschuwing strekken, om niet te lichtvaardig naar znlke middelen tot genezing der lijdende menschheid te grijpen. Het bleek hen toch, dat het verschil van sterkte van het praeparaat in het een of ander land vervaardigd, wel meer dan het honderdvoud bedroeg, ja, zelfs dat er groote verschillen in het fabrikaat nit hetzelfde land (Dnitschland) werden waargenomen. De raad sprak dan ook den wensch nit, dat de geneeskundigen zich zonden onthouden van het voorschrijven van dit geneesmiddel, totdat men omtrent de eenvor migheid van het fabrikaat meer zekerheid zal verkregen hebben. In de St.-Ct. zijn opgenomen verslagen omtrent 's rijks verzamelingen van geschiedenis en knnst over 1879. De statuten der Nederlandsche vereeniging ie contante betalingte Botterdam, zijn in de St.-Ct. van heden opgenomen. DERDE REIS VAN DE BARENTS. Aan een brief van den bevelhebber aan het hoofd-comité is het volgende ontleend Aan/b. v. d. Willem Baeehts. te Vardö den 6en Juli 1880. Op den middag van den 19Jnni, in 't zicht van Noordkaap, werd Noord gekoerst om het ijs aan te loopen, en een begin gemaakt met het onder zoek der Barents-zee. Evenals vorige jaren werd nn telkens gelood, serial temperatuur-waarnemin- gen gedaan en bij gunstige gelegenheid gedregd. Den 22en daalde de thermometer onder 0° en kregen wij mist, regen en sneeuw. De temp. van het oppervlak water was opvallend lager dan verleden jaar op dezelfde breedte, waarom ik vermoedde spoedig het ijs te zullen ontmoeten. Op den avond van den 22en zagen wij een lossen stroom scholijs op 74{» N. Br. Benoorden ervan was de zee ijsvrij, zoodat het vermoedelijk met de laatst gewaaid hebbende noordewinden van het pak was afgewaaid. Erheen sturende, bleek bet éénjarig ijs te zijn, gemiddeld 4 voet dik en zöo dicht aaneengesloten, dat wij er niet door konden. Oostelijker langs dien stroom koersende, werd het drijfijs op den morgen van den 24en gevonden op 75" N. B. en 25° O. L. in de strek king N. O. en Z. W. Langzamerhand werd het ijs dichter en nog steeds konden wij geen solide pak bespeuren; oostelijker lag het ijs meer open en werd in die richting gestuurd. Toen het 2 nnr later dik van mist werd en de barometer ging dalen, waren wij met een Z. boeg spoedig weer in open water, 's Avonds nadat wat Oost gemaakt was, zagen wij het pak zelf. De zuide lijke grens was hier op 75» 10 N. B. en 26» 13 0. L. Op 36° O, L. lag de grens van het pakijs op 74J N. B. Door onze vlugge reis waren wij dit jaar 14 dagen vroeger bjj het ijs dan verleden jaar. Wel licht moet hieraan toegeschreven worden het groote verschil in temp. van het zeewater. In 1879 toch was ze in de nabijheid van het ijs nog -|- 3,5» O. on tusschen het stroomijs ea het pak nog -f 2.5» C., terwijl ze nu op opgeveer 74» N. B. 1° was en oostelijker 0 of daar beneden. Het is mij aangenaam zeer gunstig te kunnen rapporteeren over officieren en bemanning. In opgewekte stemmiog worden allo werkzaam heden met ijver gedaan. In Frackers heb ik een vriend gevonden, die mij trouw met zijn raad ter zijde staat en door ons allen als zeeman en aan genaam shipsmate geapprecieerd wordt. Lamie en Calmeijer zijn ijverig en nauwgezet in hun dienst en magnetische waarnemingen. Dr. Hamaker, als geneesheer gelukkig weinig te doen hebbende, werkt zooveel te meer als zoöloog en verwacht eene schoone collectie te verkrijgen, en Apol, zóo geheel ongewoon aan het scheepsleven, schikt zich uitmuntend, is uiterst tevreden en heeft reeds tal van schetsen verza meld en studiën gemaakt. De equipage eindelijk is goed en zeer willigzoowel voor- als achteruit heerscht een uitmuntende geest. Op de thuisreis zal ik vermoedelijk HammerfeBt aandoen; beleefd verzoek ik u, daarheen brieven

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1