BÏÏITEÏÏLAITD. Algemeen Overzicht. Réclames. Handelsberichten. Graanmarkten e n.z Pryzen van Effecten. betreft voor twee scholen dan voor eenlijkt dit wel oogenscbijnlijk zoo doch wanneer het onder wijzend personeel bijna gelijk is, de ontvangen schoolgelden belangrijk verminderen, en men aanneemt dat omtrent mej. Achilles bij opheffing harer school wel geen ongunstiger besluit zal genomen worden dan omtrent den heer Van Swers, kon dit samen wel in plaats van voor deel, nadeel opleveren. Spreker toont vervolgens aan dat mej. Achilles geen recht op pensioen zou hebben en dat zoo er termen voor konden gevonden worden, haar slechts ongeveer 25/60, dus nauwelijks de helft harer jaarwedde zou kuunen worden toegestaan. Bij opheffing wordt de quaestie echter anders. Verder merkt de voorzitter op, dat als alle leerlingen naar de gecombineerde school overgaan de gemeente reeds 1500 minder ontvangt, doch wanneer dat niet het geval was, zou dat verlies nog aanzienlijker worden, 'tls volgens spreker geen gewaagde stelling om te zeggen er zullen er niet veel gaan, en nu moge men zeggen 'tis dwaas, 'tis verkeerd, maar 'tis zoo. De heer W. A. van Hoek heeft gezegd men moet met het beginsel breken en de voorzitter zal niet tegenspreken dat hetgeen waarop dat lid zinspeelt verkeerd is, maar is het vraagt hij de taak van den raad om, wanneer het belang der ge meente er niet mede gemoeid is, sommige indivi duen in de gemeente tot verstandiger inzichten te brengen? De heer Van Teijlingen deelt de zooeven geuite meening van den heer W. A. van Hoek niet. Op de opmerking van den heer Snijders antwoordt hij dat, al worden op de leerschool ook meisjes toegelaten, men niet vergeten moet dat de alge- meene opinie er niet voor gestemd is om de jongens en meisjes op éen school onderwijs te laten genieten. De heer J. A. van Hoek wenscht den heer Van Teijlingen te doen opmerken dat de groote toe name van leerlingen op de school A juist samen valt met de opheffing van de school van den heer De Nood. Ook is beweerd dat paralel klassen zouden noodig zijn. Waar zijn dan de paralel- klassen voor jongens op school C vraagt spreker. Wat betreft de onjuistheid van door hem aange haalde cijfers, merkt spreker op dat hij die geput heeft uit officieele stukken: het verslag der schoolcommissie en het gemeenteverslag. Met betrekking tot zijn beweren als zou er in de schoolcommissie eene minderheid geweest zijn, zegt spreker de stukken vluchtig te hebben moeten lezen, doch dat hij op zijne desbetreffende vraag aan een lid der schoolcommissie ten antwoord ontving„heeft men dan in het rapport niet doen uitkomen dat er eene minderheid was" Omtrent de financieele zijde van de zaak merkt de heer Van Hoek nog op, dat de kosten voor den bouw van een school ad f 8000 niet uit het oog moeten verloren worden, en dat zoo die school niet werd gebouwd, de gemeente niet -alleen f 8000, maar ook nog de beschikking over het tot school be stemde gebouw behoudt. Eindelijk is gezegd dat de leerlingen niet allen zullen overgaan en dus geen schoolgeld zal ontvangen worden, en is dit waar, welnu, dan heeft men zeker geen paralel-klassen en geen grooter onderwijzend personeel noodig. De heer Van Beriekom deelt naar aanleiding van het omtrent de plaatselijke schoolcommissie gesprokene mede dat de heer Fokker hem per soonlijk heeft gezegd voor de opheffing van de school te zijn. Na opmerking dat hij omtrent deze zaak niets meer weet als het voor hem liggend geschreven rapport zegt, antwoordt de voorzitter den heer J. A. van Hoek dat hij niet gaarne over cijfers twist, doch dat het beroep van spreker op offi cieele cijfers wordt te niet gedaan door het in het gemeenteverslag over 1879 op bladz. Ill, in eene noot, vermeldde. De voorzitter gelooft dat de zaak thans vol doende is toegelicht en brengt het amendement- Van Hoek in stemming, dat met 9 tegen 6 stemmen aangenomen wordt. Tegen stemden de heeren Tak, Liebert, De Wind, Van Teijlingen, Nagtglas en Lambrechtsen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het gewijzigd artikel 1 alsnu aangenomen, evenals art. 2, nadat daarin eene wijzigiDg gebracht was, zoodat school D voor 150 en school E voor 120 leerlingen zal zijn ingericht. Tengevolge van deze wijziging wordt uit het gansche stel verordeningen geschrapt school F. De beraadslaging over art. 3 geopend zijnde dient de heer J. A. van Hoek een amendement in om uit dat artikel de woorden: „e, de wiskunde" te doen vervallen. Voldoende ondersteuning verkrijgende, licht de heer Van Hoek zijn amendement toe. Spreker wijst erop dat er in den laatsten tijd eenige reactie is gekomen in het steeds vermeerderen van het aantal vakken van onderwijs, en meent dat men daar ook hier partij van moet trekken. Ook de schoolcommissie adviseert om dit vak weg te laten. De verschillende methoden naar welke wiskunde wordt onderwezen, doen eer na- dan voor deel aan het onderwijs. Alleen zij die gebruik maken van gymnasium of H. B. S. zullen er een weinig nut van hebben, de andere leerlingen zullen meer gebaat zijn met meer onderwijs in de reken kunde dan dat zij eenige uren zoek maken met wiskunde. Als een bewijs voor deze meening, deelt de heer Van Hoek mede dat op de school van den heer Van Sluija in de veertien dagen 1 uur les in de stelkunde en 1 uur in de wiskunde wordt gegeven, terwijl de daar gedoceerde meetkunde eenvoudig voortgezette vormleer is. De voorzitter deelt mede dat bij burg. en weth. ook verandering van denkbeelden heeft plaats gehad en aat nadat wiskunde er eerst was uitge laten, dit leervak op advies van den inspecteur er weer is ingelaschtj hij brengt daarna het amendement* m stemming, dat inet 13 tegen 2 stemmen aangenomen wordt. De heeren Van leijlingen en Lambrechtsen stemden tegen. Nadat art. 4 is goedgekeurd en een nieuw art. 5 is aangenomen waarbij bepaald wordt dat de school van mej, Achilles met 1 Mei 1882 wordt opgeheven, wordt de geheele verordening in stem- ming gebracht en met algemeene stemmen aan genomen. \vorat vervolgd). De keuze van den Hen Juli voor het feest dor te republiek was eene gelukkige. Vele gewichtige datumB uit de Fransche geschiedenis der laatste eeuw werden genoemd, doch geen enkele kon het winnen van den gedenkdag der inneming van de Bastille. Zij was de eerste daad van het volk zelf in de groote revolutie en door haar kwam het eerst de zwakheid van het vor stenhuis in baar volle licht. Reeds in dien tijd zeiven zeide men hetde vastberadenheid van het volk van Farijs „redde de revolutie." Die 14 Jnli 1789 had ook zijne schaduwzijdehet eerste bloed vloeide, om door stroomen gevolgd te worden. Treurige noodzakelijkheid dat eene beweging zoo groot, zoo rijk in heilzame gevol gen voor een groot deel der mensckheid, haren weg moest nemen door het bloed van elkander bekampende burgers en begeleid worden door het steunen der gekwetsten, door het weeklagen van weduwen en weezenZonder strijd echter wordt niets verworven, en Camille Desmoulins had juist gezien toen Lij het luide in het Palais-Royal ver kondigde d it de vrijheid slechts door moord en bloed kon verworven en bevestigd worden. De crisis welke met de inneming der Bastille begon, was dan ook hevig, maar de patiënt wa3 en is nog sterk. Men herinnert zich de geschiedenis. Parijs werd door den loop der gebeurtenissen bang, dat het voortdurend weifelende hof gebruik zou maken van de nog getrouw gebleven troepen die in de sterke veste der Bastille een welkom steunpunt zouden vinden bij eene mogelijke actie tegen Parijs. De nationale garde vormde zich en het volk verschafte zich wapenen waar ze maar te vinden waren. Het „permanent comité om maat regelen te nemen rakende het algemeen welzijn" trachtte de beweging nog wat tegen te houden, maar vergeefs, en toen in den morgen van den 14en het gerucht zich verspreidde dat de kanonnen der Bastille op de straat St. Antoine waren gericht, was de teerling geworpen. A la Bastilleweerklonk door gansch Parijs, en na een beleg van vier uren was de citadel van Parijs genomen. Daarmede was de revolutie in vollen gang. In het begin van October dwong een volkshoop den koning van Versailles naar Parijs te komende nationale vergadering volgde, en de bloeitijd der Jacobijnen ving aan. Een jaar na de inneming der Bastille vierde men den nieuwen staat van zaken met het feest der federatie, misschien ook wel om den ver- flauwenden ijver van het volk een nieuwen prikkel te bezorgen. Het Champ de Mars werd in een amphitheater herschapen, en toen het weer 14 Juli was geworden deden daar de koning, de president der nationale vergadering, Lafayette, kommandant der nationale garde, en de afge vaardigden der 83 departementen den burgereed. Talleyrand, als priester des vaderlands, wijdde er de vaandels der nationale garde en bediende de mis op het altaar des vaderlands. De vertooning bereikte haar doelnieuwe geestdrift bezielde na den 14en Juli 1790 de mannen der revolutie. En nu, na negentig jaren, viert Frankrijk wederom zijn 14en Juli na heel wat lotswis selingen. Een nieuwe crisis heeft een nieuwe republiek in het leven geroepen. De Fransch- Duitsche oorlog, gevolgd door het sombere naspel der communebracht Frankrijk weer in een politieken nood, waarvoor de republiek de eenige remedie scheen. Ook deze republiek had in de tien jaren van haar bestaan heel wat moeilijkheden te overwinnen en zij is nog niet aan het einde. Toch schijnt zij recht te hebben om feest te vieren. Zij heeft in den korten tijd van haar be staan een ordelijk, grondwettig staatsbestuur verkregen, haren rang in Europa schitterend bevestigd, en niettegenstaande de rampen van den oorlog haar wreed hebben gedrukt, heeft de welvaart der natie het bewijs geleverd eener veerkracht, waarvan de wedergade wellicht vergeefs in de geschiedenis zal gezocht worden. De zware belastingen werden niet alleen gedragen, maar namen voortdurend toe in opbrengst en nog eergisteren nam de senaat een reeds door de kamer goedgekeurd wetsvoorstel aan om deu accijns op twee van Frankrijks voornaamste producten, sui ker en wijn, met eene gezamenlijke som van niet minder dan 153 millioen in het jaar te verminderen. Dat zijn teekenen van levenskracht, waartegen de beste vaderlandsche redevoering niet kan opwegen, zelfs niet die welke de heer Grévy gisteren mid dag uitsprak tot de vertegenwoordigers van het Fransche leger, die de vaandels voor hunne regimenten kwamen in ontvangst nemen. De president wees erop dat bet leger werkelijk nationaal mag heeten, wijl Frankrijk het vormt uit zijne beste deelen, uit zijne geheele jongeling schap en zoo in het leger den vaderland9chen geest brengt en van het leger zijne zonen terug ontvangt, opgevoed in de mannelijke school van de krijgstucht, waaruit zij in het burgelij ke leven medebrengen den eerbied voor het gezag, het gevoel van vaderlandsliefde en die mannelijke deugden van het krijgsmansbedrijf, welke zoo geschikt zijn om mannen en burgers te vormen. Land en leger steunen elkander weder- keerig; het laatste is door zijne arbeidzaamheid, door studie, door onderricht, door krijgstucht, Frankrijk een waarborg geworden voor den eer bied welken men het land verschuldigd is en voor den vrede welken het wil bewaren. Dit is de zin van de uitreiking der vaandels door de regeering der republiek. Men zal met ons erkennen dat de beer Grévy zeer gelukkig is geweest in de keuze der woor den welke den Btempei moeten drukken op dit 1 feest, waarin aan het leger zulk eene voorname plaats was ingeruimd. De eenhoid van de bevol king met het leger, dat onloochenbaar voordeel van den algemeenen dienstplicht, was de grond toon zijner woorden, en zij beteekent in Frankrijk, waar zoo dikwerf de bevolking der groote steden in heeten strijd tegenover de troepen stond, meer dan waar ook elders. Doch het leger moet ter beschikking van het gezag blijven, en krijgstucht was dan ook het tweede woord van den president, terwijl hij om deze altijd eenigszins moeilijk te verduwen opoffering der individualiteit te ver zachten, ten slotte erop wees hoe die diensttijd voor de groote menigte der soldaten eene nuttige school vormt. Uit die drieledige beschouwing putte hij het recht om aan het leger de bescher ming toe te vertrouwen van Frankrijks eer, grond gebied en wetten. Van het zoo goed begonnen feest weten wij verder nog niets. Zelfs de heden nacht gedrukte bladen bevatten nog geene berichten omtrent den afloop van den dag, zoodat wij vermoeden dat de dagbladcorrespondenten en telegrafisten mede heb ben feestgevierd. We weten niet eens hoe het weer was, een zoo gewichtige zaak bij zulk een feest. Onze weertelegrammen zeggen ons dat het te Parijs gisteren morgen zwaar bewolkt en heden betrokken was. Wat ligt daartusschen We hopen althans niet zulk eene regenbui als op 14 Juli 1790, toen bij het federatie- feest koning, nationale vergadering, nationale garde en gansch Parijs den dag ophet Champ de Mars doorbrachten onder een voortdurenden slagregen. Het gaat niet zonder eenige moeite om zich van een vreugdefeest te verplaatsen in den duiste ren doolhof der Oostersche quaestie, waarin de te Athene ter eere van het Parijsche feest ontstoken vetpotjes nog geen licht hebben gebracht, even min als de thans publiek geworden collectieve nota. Deze maakt ons niets wijzer. Zij vertelt dat de mogendheden de bemiddeling tusschen beide rijken hebben ter hand genomen, wijl Griekenland en Turkije het samen niet konden vinden en dat de conferentie, uitgaande van het dertiende pro tocol van het Berlijnsche congres, de bekende grenslijn heeft vastgesteld. „De regeeringen der mogendheden noodigen dus de regeeringen van den sultan en van den koning van Grie kenland uit de bepaalde grenslijn aan te nemen." Het hangt er nu maar van af welken invloed deze beleefde uitnoodiging op de Porte zal hebben. Een der Engelsche bladen bevat een particulier telegram uit Berlijn dat geen waarschijnlijkheid mist. De sultan, heet het, zal hoffelijk, doch ontwijkend op de nota antwoorden en zich voorbereiden op een soort van niet officieelen oorlog. Dat wil zeggen, hij zal verzet der bevolking van Thessalië en Epirus met geld en wapenen voeden en op de vertoogen der gezanten antwoorden dat hij te zwak is om er iets aan te doen. „Waar kracht ontbreekt is goede wil voor lief te nemen", zal hij den Romeinschen dichter nazeggen, terwijl hij achter den rug der breedsprakige diplomatie de Grieken eene kool stooft. (Prija der plaatsing 30 cent per regel.) ZWAARLIJVIGHEID verdwijnt door de hygiënische likeur van den heer DE CRECHY, de Anti-Obesitas, 3 rue Meyerbeer, Parijs. Middelburg, 15 Jnli. De kleine aanvoer vaa beden was alleen uit Walcheren. Bijna niets dan tarwe werd er aangeboden, die langzaam voor verbruik alleen werd verkocht. De onveranderde notering der prijzen is als volgtgoede Walcher- ache tarwe ƒ10.50; wintergerst 5.50 a f 5.75; Walcherscbe zomergerat 5.25 a 5.50; dito witteboonen f li f 14.50; mindere aoort 13 a 13.50dito bruine boonen 15.50 a f 16dito paardenboonen niet getoond dito groene kook- erwten f 12 a 12.50. GEMIDDELDE MARKTPRIJZEN. Verache boter 1.05 a 1.15eieren per 100 atuks 3.50. Bergen op Zoom, 15 Juli. Puike jarigo witte tarwe 10.a 11.50nieuwe dito 9.a 10.25 mindere f 1.a 8.75roode 8.a 11. rogge 8.75 a 9.boekweit 6.a f 4.90; nieuwe dito 5.50 a f 4.50zomergerat 5.25 a O.baver 9.a 10.50; kookerwteu 10.a 10.50; paardenboonen j 8.a 8.50 kanarie zaad f 9.a 9.75bruinebooneu 8.50 a 14witteboonen 9.a 13.duivenboonen ƒ9.— a f 10.—. Suiker meer gevraagd 271 op 88 graden; meiassen flauw; boter per stuk 0.87) kilo 0.62eieren per 26 atukB f 0.95. Amsterdam, 14 Juli 15 Juli. SIAAISLEESINflM. Nederl. Cert. N. W. Sob. 2} pet. 66 dito dito dito. 3 dito dito dito. 4 102} dito Obl. 1878 1000 4 102} België. Certificaten2} Frankrijk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 1205 dito Goudleenning5 74 dito dito fl. 500 6 93} Italië. Cert. Adm. Amaterd. 5 66 '8A 102} 102j| 61} 61ft 62} 62} 62} 7 Wi 75} 77} bOft bOA 97} 97} 97} 97 si 98} 59 59} 82} 83} 95} 95} 93} 93} 93} 58} 58} 5b 58} 57} 57} 89} 89} 89} 89} 90} 85 85} 82 82 63} 62} 78} 78} 67} 40} 40} 19} 19} 41} 41} 18 18A 10} 10} 8/ 8} 62 62} 108} 101} 101} 93} 22} 23 107If 108} Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. dito Febr.-Aug. dito Jan.-Jnli. 5 dito April Oct.5 dito dito Goud 4 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 dito dito 1876. 6 dito dito 6s Ser. 1878 100 6 Rusland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 Cert. Inschr. 5" Serie 1854. 5 dito dito 6' 1855. 5 Obiigatiën 1862 5 dito 1864 10005 dito 1864 1005 dito 1877 dito5 dito Oostersche 1" serie. 5 dito dito 2e 5 dito dito 3' 5 dito 1872 gecons. dito. 5 dito 1873 gecons. dito. 5 dito 1850 1" Leening dito. 4} dito 1860 2" Leening dito. 4} dito 1875 gecons. dito 4} Cert. Hope C» 1840 4 dito 2», 3" 4' Leen. 1842/44. 4 Obligatie-Leening 1867/69. 4 dito dito 1859 3 Cert. van Bank-Assign. 6 Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 dito dito 1876 2 dito Binneni. Es.5000-10000 1 dito dito 1876 2 Turkjje. Obl. Alg.Scb. 1865 5 dito dito 1869 6 Egypte. Obl. Leening 1876 6 Spoorw. dito 1876 5 Vereen. Staten. Obl. 1877 4 dito dito Obl. 1876 4} dito dito 1871 6 dito dito 1861 6 Brazilië. Obl. Londen 1865 5 dito Leening 1875 5 dito 1863 10045 INDUSTKIEELE EN FINANCIEELE ONDEENEMINOEN. Nederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pot. Ned. Hand.-Maatsch. Aand. rescontre. 5 Ned. Ind. Handelab. Aand. Stoomvaartm. Java Obl. 5 dito Zeeland Aand dito Obl5 dito gegarand. dito4} Dultschland. Cert. Rijks bank Adm. Amsterdam. Oostenrijk. Aand. Nat. B. 3F00BWE6-LEEHIN GEN. Nederland. Holi. IJz. Spw. Obl. 18715 dito Maats, tot Expl. van St.- Spw. Aand Ned. Centr sp. Aand. 250. dito gestemp. Obl. f 235. Ned. Ind. Spoorw. Aand. Ned. Rijn-spw. volgef. Aand. N.iBrab. Boxt. Obl. 1875. 5 dito dito 2e Hypoth Hongarije. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 5 dito dito Obl5 Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 Oostenrijk. Fr. O.- Sp. Obl. 3 Polen. Waxs.-Bromb. Aand. 4 Warschau-Weenen dito. Rusland. Gr. Sp.-Maatsch. Aand5 dito Hypoth. Obiigatiën 4} dito dito dito. 4 Baltiscbe Spoorweg. Aand. 3 Chark.-Azow Oblig. 100. 5 Jelez-Griasi dito5 Jelez-Orel dito 1000. 5 Knrsk.-Ch.-Az. Obl. 100. 5 Losowo-Sewastopol 1000. 5 Morschansk-Sysran. Aand.5 Mosk.-Jaroslaw Obl. 100. 5 Mosk.-Kursk dito dito 6 Mosk Smol. dito dito 5 Orel-Vitebsk Obl. dito 5 Poti-Tiflis dito f 1000. 5 Riaschk-Wiasm Aand. 5 Zuid West spoorw.-Maats. 5 Amerika. Cent. Pac. Obl. 6 dito California Oregon dito. 6 Chic. N.-W. Cert. Aand. dito dito le hyp. Cert. ƒ1000. 7 dito Mad. Ext. Obl7 ditoMenomoneeD'. 500-1000 7 dito N.-W. Union. dito. 7 dito Winona St. Peter dito. 7 dito S.-W.Ob.D'. 500-1000. 7 Illinois Cert v. Aand. dito Redempt. Oblig.6 St. Paul Minn. Man. Ob. 7 Union Pac. Hoofdl. dito. 6 PRE MIE-LEEN IN1 Nederl. Stad Amst. 100 3 Stad Rotterdam3 Gemeente Crediet3 België. Stad Antwerp. 1874 3 dito Brussel 1879 fr. 100. 3 llongarjfe. Staatsl. 1870 Oostenrijk. Staatsleening 1854 fl. 250 4 dito 1860.5 dito 1864 Crediet Inst. 1858 fl. 100. Rusland. Staatsl. 1864. 5 dito 1866 5 Spanje. Stad Madrid fr. 100 3 pot. 125 145} 145} 117} 117} EN. 117 117 24} 24} 58} 58 138 108} 149} 149} 73 72} 19} 104} 84} 84} 50| 50} 72} 73 53} 75} 75} 135} 135 93} 85A 55} 56 92} 90} 85} 85} 85} 86 69} 98} 101} 92 92} 90 90} 69} 69} 62} 62} 110} llOf 103} 104} 111} 108 108 114 105} 105} 107 106} 110} N. 110} 110! 110} 103 103} 96 95} 97 96} 92} 92} 97 104} 105 112} 147} 141} 64} Prijzen van coupons en obiigatiën. Amsterdam 14 Juli. Oostenrijk Papier 21.32} Zilver 21.32} Diverse in - 11.77} met affidavit12.02} Portugeesche 11.95 Fransche„47.35 Belgische47.35 Pruisische Hamb. Russen Russen in Z. R. Poolsche per Z. R. Spaanacbe Buitenl. Binneni. Amerik. in dollars papier 58.55 ~L25} 1.25} 47.35 2.31} 2.46} 2.46} losbare 15 Juli. 21.35 21.35 11.77} 12.02} 11.95 47.35 47.35 58.60 ~L25} l 4L35 2.32} 2.47 2.47

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 3