Laatste berichten.
BUITENLAND.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws
Marine en leger.
Landbouw.
Weerkundige waarnemingen,
0
0
4.0
w
wzw
0.1
0.0
zw
zw
wzw
I
zw
w
0
Provinciale staten van Zeeland.
Algemeen Overzicht.
dat tooneelen, als gisteren in de volksvertegen
woordiging zijn voorgevallen, ons land vernederen
en den roem van betamelijkheid en goede manieren,
waarin deze vergadering zich tot dusverre mocht
verheugen, op onherstelbare wijze bezoedelen.
Wat ons echter treft, is dat de ongepaste
uitdrukkingen, die in de laatste dagen onze tweede
kamer op een vischmarkt of een jongens-speel
plaats doen gelijken, uitgaan niet van driftige
jonge menschen, niouwelingen in den parlemen
tairen strijd en daardoor minder gewapend tegen
de opwellingen hunner hartstochten. Ook geschie
den ze niet injopgewondeu, heftige woordenwisseling,
waarin zelfs de kalmste somtijds zijne zellbeheer-
sching kan verliezen. De heer Gratama, die in
eene lange rede met verdeelingen, tot i n 1 e i d i n g
eener beraadslaging, ministers in éen adem noemt
met „kwajongens" en den kolonel Reuther van
het verbreken van zijn militair eerewoord beschul
digt, is een man met een witten baard en grijze
haren. De heer Wintgens, die aan het slot eener
korte ipeech, over een uitgeput onderwerp, een
zijner medeleden oneerlijkheid te laste legt, is
een onzer oudste kamerleden.
Men beleedigt elkander dus in koelen bloede,
met al de venijnigheid en het booze overleg, die
aan den phlegmatischen lasteraar eigen zijn.
Wanneer zulke voorvallen mogelijk zijn, dan
moet van ons parlement beleden worden: Men
is in Nederland, in den regel, kalmer en fatsoen
lijker dan in Frankrijk, in Spanje of elders.
Maar gaat men zich eenmaal te buiten, dan
daalt men opeens dieper dan elders 't geval is.
Zouden de leden van onze vertegenwoordiging
hun best niet willen doen om ons deze schande
voortaan te besparen?
Onder onze advertentiën vindt men het pro
gramma voor de onthulling van den gedenksteen
in het huis waar Bellamy geboren werd, en voor
de opening der daaraan gepaard gaande Bellamy-
tentoonstelling.
Bedriegen wij ons niet, dan zal Vlissingen's
burgerij zeker niet nalaten, door het uitsteken van
vlaggen, op gepaste wijze hare deelneming aan den
dag te leggen in de hulde, welke aldus aan de
nagedachtenis van een harer waardigste zonen
gebracht wordt.
Het is aan onze lezers bekend, hoe wij over
kermissen denken. Wij beschouwen ze als eene
verouderde instelling, welko van een volks-
vermaak niets meer over heeft dan den naam, dewijl
het beste deel des volks er zich aan onttrekt en
ze aan haai*ruwheid, smakeloosheid en gemeenheid
overlaat. Of men ze officieel afschaft of niet, dit
zal, naar onze meening, het uitteringsproces,
waaraan zij lijden, weinig bevorderen of tegen
houden. Desniettemin achten wij hare afschaffing,
in 't algemeen, wensehelijk en gelooveu wij dat die
bij het volk, in zijn geheel genomen, veel minder
tegenstand zou ontmoeten dan men, afgaande op
de beweging, welke eenige rechtstreeks belang
hebbenden en hunne vrienden weten te veroorzaken,
misschien zou veronderstellen.
Deze "herinnering achten wij noodig, nu wij in
ons bijvoegsel van heden het eerste gedeelte op
nemen eener geestigo „kermia-mij mering,"
kermis-idylle zou men haar misschien juister
noemen, van een onzer medewerkers, welke
men als eene ietwat paradoxale verdediging van
het aloude „volksvermaak" zou kunnen beschouwen.
In tal van bladen is bericht, dat HEI. MM. de
koning en de koningin eerst na de bevalling van
H. M. te 's Gravenhage zouden terugkeeren. Echter
is in de reisplannen van HH. MM. niet de minste
verandering gebracht en zullen zij zooals wij
reeds vóór weken hebben medegedeeld den 3
Augustus Bet Loo verlaten. H. M. de koningin
geniet voortdurend de beste gezondheid. {Vad.)
Het nader sectie-onderzoek van het wetsontwerp
betreffende de rentebelasting zal aanstaanden
Dinsdag in de tweede kamer plaats hebben.
De Staata-Ct bevat het kon. besluit van den 9
Juli jl., bepalende de plaatsing in het Staatsblad
van de overeenkomst, tusschen Nederland, Belgie
en Frankrijk op 20 Maart 1880 te Parijs gesloten,
tot regeling van het telegrafisch verkeer tusschen
Nederland en Frankrijk.
bechteblijke macht. Benoemd tot substituut
griffier bij de rechtbank te Arnhem, mr. C. J.A.
Spiering, thans griffier bij het kantongerecht te
Doesborgh; tot griffier bij hot kantongerecht te
Doesborgb, mr. J. E. van Voorthuysen, advocaat
te 's Gravenhage.
zeemacht. Bij kon. besluit is de kap. luit. t/z.
H. Dijserinek eervol ontheven van het bevel over
Zr. Ms. schroefstoomschip Marnix, en dat bevel
opgedragen aan den kap.-luit t/z. jhr. J. A.
BofiU.
Bij kon. besluit is den gepensioneerden kap.-
Init. t/z. E. B. Bonn vergund het aannemen en
dragen der versierselen van kommandeur der orde
-van Jezus Christus, hem door Z. M. den koning
van Portugal geschonken.
leoeb. Bij kon. besluit is do le luit. H. F.
Barkhuysen, van het 7e rag. inf. op pensioen
gesteld, en het bedrag van dat pensioen, bepaald
op 1275 'sjaars.
Bij kom besluit is de le luit-.kwarticrmeester
J. H. K. M. van Resteren, van het 6e reg. inf.,
in zijn rang overgeplaatst bij het reg. grenadiers
en jagers.
koloniën. Benoemd tot lid der algemeene
rekenkamer in N. I., J. A. van Dorsser, thans
inspecteur van financiën in N. I.
Op de voordracht voor hoofdonderwijzer te
Heenvliet zijn geplaatst de heeren J. Kuijper Boone
te Zierikzee, G. C. F. van der Baan te Botterdam,
J. Fopma te Capelle (Zeeland), J. F. op den Zieke
te Dordrecht, F. Velsink te Lekkerkerk en L.
Akkersdijk te Rotterdam.
Na gedurende veel jaren door middel van een
„derde zakje" eenige fondsen te hebben bijeen
gegaard, teneinde het inwendige der kerk te
Colijnsplaat te vernieuwen en te verfraaien, is
men onlangs tot de besteding van het werk over
gegaan. De heer C. Kievit c.timmerman, heeft
het werk aangenomen, terwijl de post van f 800,
die nog aan de beschikbare fondsen ontbrak,
door rentelooze aandeden elk groot 25 spoedig
gedekt werd. Van deze aandeelen zullen er telken
jare, aanvangende 1 Juli 1881, zes uitloten, zoo
dat na zes jaren de schuld gedelgd is. Maandag
12 Juli zal men de werkzaamheden beginnen, die
ongeveer twee maanden zullen dnren. (G. Cf.)
Het schroefstoomschip Cornells Dirlcsliggende
te Hellevoeteluis, wordt buiten dienst gesteld, en
de kapitein ter zee J. A. Baart de Faille eervol
van het bevel over dien bodem ontheven en op
nonactiviteit gesteld.
Onder Kruisland, gemeente Steenbergen is weder
een koe, verdacht van longziekte, afgemaakt.
Maandag zullen nog zeven stuks runderen hetzelfde
lot moeten ondergaan. Al deze schoone beesten
behooren tot den stal van den heer J. J. van
Dixhoorn.
De zesde haringjager is te Vlaardingen
binnen met 436 ton volle en 180 ton maatjesharing,
zijnde de vangst van 56 schepen. De geheele
aanbrengst der zes jagers is 2615 tonnen haring,
tegen 2070 in 1879. De vangst is zeer rijk, doch
de prijzen zijn dientengevolge laag.
Tegelijkertijd kwamen 2 loggers, met 140 en
173 tonnen haring eigen vangst; terwijl elk
hunner nog 70 tonnen aan de jagers overgegeven
heeft.
Een Duitscher te Ruhlsdorff is weder opge
treden als schuldeiscber der Nederlandsche regee
ring voor de kleinigheid van 180 miliioen gulden,
zijnde de nalatenschap van zekeren generaal
Köhler, die in de eerste jaren dezer eeuw in
Oost-Indie overleden moet zijn.
De Steenwijlcer Courantte Meppel bij H.J.
Gelderman verschijnende, heeft na een 33jarig
leven opgehouden te bestaan.
Te Delft is overleden de heer J. K. de Groot,
medewerker en administrateur der Delfacfie Courant
die aan den overledene wegens zijne veelomvat
tende kennis een woord van waardeering wijdt.
Nu weldra in onze tweede kamer de debatten
over het voorstel tot verandering van de namen
onzer maten en gewichten zullen aanvangen, is
het niet onaardig te herinneren aan hetgeen
in den Spectator bij gelegenheid van een vorig
regeeringsvoorstel betreffende die aangelegenheid
geschreven werd.
„In diepe gepeinzen verloren, zat hij daar in de
oneindige ruimte te staren, met den meterboog
op de vensterbank gesteund, en het hoofd rus
tende in den decimeter van de linkerhand. Ach
teloos hield hij met de rechter een potdecagram
tusschen vinger en centimeter, als wilde hij de
indrukken opteekenen, die de beschouwing van
het landschap, dat zich voor hem uitbreidde, op
zijn gemoed maakte. Weemoedig staarde hij naar
de donkere wolkenmillimeters, die in het westen
de laatste stralen der ondergaande zon bedek
ten. Wat is waarheid? riep hij plotseling
uitMoet ik alles gelooven, wat de eerste de
beste domliter uit zijn centimeter gelieft te zuigen
en mij als onloochenbare waarheid opdischtZal
ik onder al de wijegeerige stelsels, die men overal
bij het hektoüter voor droge waren opschept, een
zanddecigram ware wijsheid vinden Zal ik mij
hals over liter werpen in den maalstroom, waarin^
zooveel duizenden denkende liters vóór mij ver
dronken zijnin den strijd, waaruit zoo weinigen
met den decimeter der overwinning te voorschijn
zijn getreden en waarom Waarom zou ik een
pelgrideciliter ondernemen in die onbekende wereld,
wanneer toch ten slotte de mensch, dat brooze
hectoliter voor natte waren, aan den dood onder
worpen blijftDe dood 1 (en hier werd de jon-
geliog nog somberder), die onverwacht een
millimeter haalt door de stoutste verwachtingen,
die den grijsaard evenmin spaart als het onschul
dige gram in de wieg; dat schrikbeeld, waar
mede men den boosgram onder den centimeter
houdt, zoodat zelfs de meest verstokte, de literigste
aterling onder een centiliter te vangen is! Als
decagram drukt mij dat denkbeeld op de ziel. (Hier
wordt de jongeling allersomberst en verstomt)."
Te Zevenaar is een 19jarig meiBje na het
eindigen van een dans in eikander gezakt en,
voordat geneeskundige hulp kon worden aange
bracht, overleden.
Naar aanleiding yan eene weddenschap heeft
een dertigjarige Hongaar, Ivan Zwertijch, de reis
van Ostende naar Pesth in twintig dagen op eene
velocipède afgelegd. Gemiddeld reed bij 130
kilometer daags
Door onze marine zullen eerstdaags eenige
nieuw uitgevonden opvouwbare badkuipen worden
aangeschaft en beproefd. Genoemde badkuipen
hebben dit voor, dat zij, in de betrekkelijk altijd
kleine ziekenboeg van een oorlogschip geplaatst,
na gebruik geheel uit elkander kunnen worden
genomen. Zoo deze proeven met een gunstigen
uitslag bekroond worden, zullen alle schepen der
marine ervan worden voorzien.
Parijs. De bladen der linkerzijde beweren dat
de senaat de volledige amnestie heeft aangenomen,
daar slechts vijf of zes veroordeelden uitgezonderd
zijn en sporen de kamer aan het wetsontwerp
goed te keuren. De bladen der rechterzijde toonen
zich ontevreden.
's Gravenhage. Bij het examen voor In
disch ambtenaar zijn geslaagd de heeren: Bode-
meijer, Broers, Maas, Verweij, Kroesen, Massink,
De Veij, Van der Lee, Sigal, Gongrijp, Kreischer,
Van der Horst, Lachapelle, Fuchter, Krugsboom,
Lammere van Toorenburg, Maller, Slot, Tendeloo,
De Bruijn Kops, Lux, Sieburg, Van Zon, Van den
Bossche, Licbtenbelt.Mensinga, Roell, d'Arnaut Ger-
kens,Rahder,Van Walsem,Van dor Zwaan, Dekerlin,
Biegon, Beets, Udo de Haas, Limpers, Van De
venter, Tobias, Liebert, Wigman, Van den Bossehe,
(Mr.) Koliman, Schuijten, Graat, Heijligers, Pen-
ninck, Van Kaatshoven, Siermans, Smulders,
Veenstra, Van Lawick en Nijman, allen te Delft
en Kiliaan, De Waal en Boerssewils allen te
Leiden.
10 Juli des morgens te 8 uren.
NAMEN
DER
PLAATSEN.
Ba-
rom.
afwijk.
Wind
Toe
stand
lucht.
Tem
pera
tuur.
richt.
kracht
3.3
OZO
2
regen
L 16
Groningen.
3.6
O
betr.
16
Helder
3.2
OZO
z. bew.
17
Vlissingen.
1
z. bew.
15
Maastricht.
3.5
1
regen
15
Sylt
OZO
2
z. bew.
16
4.1
WNW
2
bew.
16
Valentia.
NW
2
z. bew.
16
Hamburg
1.2
ZO
3
betr.
28
Swinemunde.
1.5
ZZO
1
helder
14
Leipzig
1.8
ZO
2
1. bew.
- 13
Carlsruhe
3.7
3
betr.
- 19
Grisnez
3.5
2
bew.
- 15
Parijs
2.5
2
betr.
- 16
St Mathieu
1.8
NW
1
helder
- 14
Biarritz
1.0
NW
4
z. bew.
- 17
Perpignan
4-
0.5
N
2
helder
- 24
Christiaansund
1.1
WZW
1
z. bew.
- 15
Stockholm.
4.9
2
helder
- 22
Koppenhagen
2.8
ZZO
2
helder
- 18
Portsmouth
2
z. bew.
Yarmouth
stil
i. bew.
Grootste verschil in Nederland:
'sochtends 8 uren: H. 0.8 V.
des namiddagsM. 1.1 H
Barometer tc Middelburg, Graanbeurs: (Com)
Thermometer, 9 Juli. 'sav.llu.60gr.
10 Juli. 's morg. 8 u. 60 gr. 's midd. 1 u. 70 gr.
's av. 5 u. 65 gr.
In de heden gehouden openbare zitting waren
tegenwoordig de voorzitter en 36 leden. Afwezig
waren de heeren Van Uije Pieterse, De Smidt,
Sprenger, Wagtho, Van Deinse en Pierssens. Na
kennisgeving van de benoeming van voorzitters
en ondervoorzitters der afdeelingen en van de
samenstelling der afdeelingen van het college van
gedeputeerde staten, worden de volgende voor
stellen van gedeputeerde staten aangenomen
a aan den opzichter P. F. W. Engelse, over
eenkomstig diens verzoek een wachtgeld toe te
leggen van ƒ600 'sjaars voor den tijd van vijf
jaren
b in te willigen de aanvrage van het bestuur
der ambachtsschool te Goes, om vernieuwing van
het vroeger voor vijf jaren toegekend subsidie
c tot atwijzing van het verzoek van het ge
meentebestuur van Hoofdplaat om die gemeente
op te nemen onder de aanlegplaatsen van den
stoombootdienBt op de Wester-Schelde.
d in te willigen het verzoek van het bestuur
der Zeeuwschc spoorbootmaatschappij tot vernieuwing
voor tien jaren van de provinciale subsidie
e lo. tot inwilliging van het verzoek om eene
bijdrage te verleenen aan de concessionarissen van
den stoombootdienst WalsoordenVlake voor
eene aanlegplaats aan het kanaal door Zuid-Be-
veland2o. tot het beschikbaar stellen eener som
voor kosten van toezicht op dien dienst;
en g omtrent adressen van gemeentebesturen
om toepassing van art. 36 der wet van 13 Au
gustus 1857 (Stbl. no. 103):
van Rilland-Bath wegens de gewone kosten
van het lager onderwijs voor 1880
van Oudelande voor den bouw van eeD nieuw
schoollokaal
h tot wijziging van het reglement betreffendo
den veeartsenijkundigen dienst en politie in
Zeeland.
Het voorstel van gedeputeerde staten tot
calamiteusverklaiing van den Leendert Abraham-
polder werd, zonder dat daarover discussie werd
gevoerd, met 18 tegen 17 stommen verworpen,
terwijl 1 lid, de heer Vader, bij deBtemming niet
tegenwoordig was. Tegen stemden de heeren De
Glopper, Stevens, Hennequin, Van Waesberghe
Jansaons, Snijders, Onghena, Van der Have,
Mazure, Van Lijnden, Dronkers, Brevet, Ham-
macher, Hoogenboom, Sipkes, Risseeuw, Walter,
Hombach en Van der Vliet.
Tengevolge hiervan kwam het ontworpen bij
zonder reglement niet in behandeling.
Daarna werd goedgekeurd het voorstel tot
wijziging van het besluit van 5 Juli 1878, betref
fende eene geldleening ten laste der provincie,
en dat tot wijziging van de begrooting der enkel
provinciale en huishoudelijke inkomsten en uit
gaven voor 1880.
De begrootingen voor 1881, lo. van de kosten
van het provinciaal bestuur voor zooveel het
rijksbestuur is en 2o. van de enkel provinciale
en huishoudelijke inkomsten en uitgaven, worden
goedgekeurd.
Het voorstel tot heffing van opcenten wordt
aangenomen, zooals dat vroeger door ons is
medegedeeld.
De volgende vergadering, waarin de benoeming
van een lid der eerste kamer moet plaats hebben,
en waarop zal worden uitgebracht het rapport
omtrent het ontworpen reglement op de voetpaden
en wegen, is bepaald op aanstaanden Dinsdag,
's namiddags te Óen uur.
De vergadering is daarna gesloten.
De Porte maakt zich gereed tot een gewapend
verzet tegen de uitvoering der besluiten van de
conferentie zegt de Politische Gorrespondenz,
en zij staaft dat door eenige opgaven van troepen
die mobiel gemaakt worden, van andere welke
naar het zuiden worden gezonden en van nieuwe
aanwervingen. Zou dan de Porte zich werkelijk
aan een oorlog willen wagen Op gezag alleen
van het Weener blad schijnt het nog niet voor
zichtig een antwoord op deze vraag te wagen.
Liever gaan wij heden na wat die Oostenrijk-
sche bladen omtrent de Oostersehe quaestie zeggen,
die bekend zijn als de organen van het Weener
ministerie van buitenlandsche zaken, de Festher
Lloyd en de Bohemia. De laatste acht het logisch
en in diplomatieke kringen aangenomen dat zoo
de Porte weigert zich te schikken naar de be
slissing der conterentie, zij geacht kan worden
het tractaat van Berlijn opgezegd te hebben en
geen aanspraak meer te zullen maken op de bij
dat tractaat haar toegekende voorrechten. Doch,
gaat dit lichthartige blad voort, de vraag:
moet de oplossing van het tractaat van Berlijn
een oorlog veroorzaken tusschen de mogendheden?
kan met het oog op den eendraebtigen zin der
conferentie volstrekt ontkennend worden beant
woord. „Veeleer houdt men thans, juist wijl de
behoefte aan vrede algemeen is, het tot stand
komen der liquidatie en de deeling der erfenis
voor mogelijk, waarbij zich dus de mogendheden
zullen moeten verstaan over hare gelijkmatig te
stellen eisehen". Het hierin liggende gevaar
wordt verminderd door het bolwerk van het
Duitseh—Oostenrijksch verbond, en in ieder geval
is het tijd genoeg daarover na te denken, wan
neer Turkye toont zich tegen den wil van Europa
te willen verzetten.
Een ander artikel in hetzelfde blad maakt de
Porte op andere wijze bang. Het noemt in het
breede de strijdkrachten van Griekenland op en
raadt de Porte aan zich de amputatie rustig te
laten welgevallen, wijl het anders nog wel erge:
met haar kon afloopen.
Het andere officieuse blad van het ministerie
van buitenlandsche zaken is de Festher Lloyd., die
tot heden in het algemeene koor meezong dat
het Berlijnsehe verdrag op eenige kleinigheden
na geheel was uitgevoerd, doch thans een klaag
toon laat hooren. „Men kan het zich niet ont
veinzen dat de toestaud in het OoBten thans
denzelfden troebelen en onrustbarenden aanblik
biedt als tijdens het verdrag van San Stephano".
Dit dient tot inleiding der volgende slotsom
„Zeker is het dat ook de conservatieve mogend
heden (Duitschland en Oostenrijk waarschijnlijk)
zich slechts moeilijk zouden kunnen onthouden
van deelneming aan eene actie tegen de Porte,
bij weigering van deze om uitvoering te geven
aan de besluiten der conferentie". Turkye ver
zette zich dus niet in deze zaak, doch spare zijne
krachten tegen zijn grootsten vijand, het pan-
slavisme, dat streeft naar de vestiging van een
vereenigden Bulgaarschen staat en het Balkanland.
De strekking dezer artikelen is dus der Porte
toe te voegen: „Verzet u niet, of wij deelen uw
land", of wellicht nog meer om de openbare
meening voor te bereiden op eene deeling
van Turkije, om bij haar de overtuiging te
vestigen dat zulk eene deeling het nood
zakelijk en rechtmatig gevolg zou zijn van
het verzet der Porte tegen de beslissing der
conferentie. Als het daartoe thans komen moet,
is het bijna onmogelijk dat de Oostenrijksche en
Russische belangen niet in botsing komen, en er
behoort eene hooge mate van optimisme toe om
te gelooven dat zulk eene verandering op de
kaart van Europa zonder hevige schokken zou
kunueu tot stand komen.
De heer Gladstone heeft goeden moed op de
zaak, als wij zijn antwoord aan sir H. Wolff niet
moeten beschouwen als een parlementair kluitje
in het riet." Hij zeide dat de Eugelsehe politiek
met kracht dreef naar de uitvoering van het
Berlijnsehe tractaat. De Porte heeft altijd toege
geven als de mogendheden het werkelijk eens
waren, en er is geene reden om te vermoeden dat
zij thans anders zou handelen. Of de Engelschc
premier gelijk heeft zullen wij spoedig weten.
Nog zijn wij niet ontslagen van de bespreking
der amnestie in Frankrijk. Gisteren is de zaat
wederom in den senaat 'behandeld die het nieuwi
voorstel der kamer niet onveranderd aannam
Twee amendementen, een van den heer Pélissie:
en een van den heer Ninard, gaven aan het voor
stel den vorm dat, indien ook de kamer zieh mrf
die nienwe leziDg vereenigt, amnestie zal verleend
worden „aan alle veroordeelden wegens de Com
mune, behalve zij die getroffen zijn door een von
nis wegens een gemeenrechtelijk misdrijf en die
na contradictoire behandeling van hunne zaak zij"
veroordeeld. De amnestie voor de wegens gemeen
rechtelijke misdrijven veroordeelden zal echter met
toepasselijk zijn op hen die reeds vermindering w»
Btraf hebben verkregen." Op deze wijze worden
alle voortvlnchtigen, als Rochefort Pyat, Va"88
en anderen, in de amnestie begrepen. Want deze
leden der Commune zijn wel wegens brandsiien-
ting en moord veroordeeld, doch hnn vontn»
is bij verstek genezen. Slechts een betrek*®"
Iiijk klein aantal werkelijke moordenaars
brandstichters blijven dus gestraft, en voor