1880. N®. 160. I2S« Jaargang. Vrijdag 9 Juli. Getrouw aan zijn Genie, FEUILLETON. Kerknieuws Landbouw. MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks! met uitzondering van Zon-en Feestdagen! Prijs per S/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent! Advertentien: 20 Oent per regel' Beboorte:; Tronw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,60 iedere regel meer 0,20, Groots letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. Middelburg, 8 Juli. Tengevolge der verkiezing in het hoofdkies district Breda, van dr. H. Schaepman (zie Laatste berichten van gisteren) rijst andermaal de vraag omtrent de uitlegging van art. 91 der grondwet, dat het lidmaatschap der staten-generaal toegan kelijk verklaart voor „geestelijken noch bedienaren van den godsdienst." De N. R. Ct. toont heden uit de geschiedenis der grondwet aan, dat de grondwetgever buiten twijfel bedoeld beeft niet alleen den actieven kerkdienst, maar ook het karakter van geestelijke als een beletsel voor het lidmaatschap te doen gelden. Korten tijd na de grondwetsherziening werd echter de heer Van Hoevell reeds toegelaten, na het overleggen eener verklaring, waarbij hij afstand deed van zijn „admissie tot den predik dienst en van alle uit die admissie voortvloeiende rechten en bevoegdheden", en zulks niettegenstaande de commissie nog niet ten volle overtuigd was dat door deze verklaring het „radicaal van gees telijke" zou zijn vervallen. De N. R. Ct. komt tot deze slotsom „Tegenover de oorspronkelijke gedachte van den grondwetgever staat de vrijzinnige toepas sing, tegenover protestantsche kerkleeraars, eerst den heer Blaupot ten Cate, vervolgens den heer Moens, bij wier toelating van vroegere kerkelijke bediening niet gerept werd, later de heeren Kuyper, De Meyier en Lieftinek, zonder dat, als bij den heer Van Hoevell, afstand van radicaal werd gevraagd. Zal de kamer nu tegen den katholieken geestelijke het artikel in zijn volle scherpte laten gelden, en zoo het onvrijzinnige stelsel nog hatelijk toepassen bovendien? Wij zouden het niet kunnen aanraden. Een 30jarige praktijk wijst <een anderen weg. Laat men den heer Schaepman niet vragen, of hij geestelijke is wat hij krachtens de leer zijner kerk niet anders dan bevestigen kan,* de verklaring, dat hij geen kerkelijke betrekking bekleedt, worde, evenals bij de protestantsche leeraars, voldoende geacht om hem toe te laten. Hier ook gelde de regel: gelijke monniken, gelijke kappen." De Tijd merkt, met het oog op een vroeger medegedeeld bericht, op dat dr. Schaepman geen machtiging gevraagd of verkregen heelt om het lidmaatschap te aanvaarden. Hg heelt zich alleen vergewist, of, in het geval eener verkiezing, het door de grondwet gevorderde ontslag uit de geestelijke bediening hem zou worden verleend. De Belgische regeering, die naar middelen koekt om „het nationaal tooneel in de groote 1. DOOR LEVIEN SCHUCKING. Hij heette Titan Hostmann en was de zoon van een dorpsschoolmeester, en daar er weldra ook eene „zij" in het verhaal komt, zal ik maar ter stond zeggen dat zij Jnliane von Schepegrell heette en de dochter van een riddergoedbezitter in een klein Duitsch staatje was terwijl zij samen, toen hij twaalf en zij tien jaren oud was, onderwijs in het Fransch kregen. Zijn vader gaf de jonge dame les en had daarbij tot voorwaarde gesteld dat,hij zijne zoon altijd mocht medebrengen, daar die leergierige knaap hem geen rust liet of hij moest hem Fransch leeren en hij geen tijd had om zich op een ander uur met hem bezig te bonden. De vader van Juliane had er niets tegen en dus leerden zij samen, ofschoon hg haar ver vooruit was in kennis en haar dit met groote vrij moedigheid liet voelenwaarover het frenletje zich met zeer veel gevatheid door allerlei plage- fijen wist te wreken, zoodat zij meestal op een middelpunten der bevolking te ontwikkelen," heeft aan de onze inlichtingen gevraagd betreffende „de aanmoedigingen, die hetzij van gemeente hetzij van rijkswege aan de voornaamste schouwburgen hier te lande worden verleend en betreffende het toezicht, dat op die inrichtingen wordt uitgeoe fend." De minister van binnenlandsche zaken heeft die vraag plechtstatig aan de verschillende commis sarissen des koniDgs overgebracht. Wij vermoeden dat het antwoord hierop nog korter zijn kan dan de vraag. Althans wat de „aanmoedigingen" betreft. Aan „toezicht" ont breekt het ons toooeel gelukkig nietieder burgemeester is een oppermachtig censor en de Belgische regeering zal niet weinig licht zien opgaan over het doel dat zij zich voorstelt, als zij verneemt welke stukken men zoo nu eö dan bier te lande verbiedt, pour encourager les autres Door burgemeester en wethouders van 's Gra- venhage wordt bij advertentie in de groote buiten- landsche bladen bekend gemaakt dat het verspreide gerucht, als zouden de pokken in de residentie heerscben, ongegrond is. De Belgische regeering laat, voor geheel Belgie, ditzelfde gerucht tegenspreken door een bericht in den Monileur. Of deze officieele verzekeringen iets baten zullen, staat te bezien, 't Is mogelijk dat de ge ruchten er nog meer verspreid door worden, en in dat geval zal het spreekwoord „er is geen koe bont of er is een vlekje aan," bet zijne wel doen om éenige badgasten uit Scheveningen en eeuige nieuwsgierigen naar de nationale feesten uit Belgie te houden. Eenige dagen geleden kwamen in de Standa ard zoogenaamd wetenschappelijke betoogen tegen de inenting voor, welke onderteekend waren „dr. S." Volgens het Dagblad is deze dr. S. niemand anders dan dr. Sasse, die in de Huisvrouw artikelen over gezondheidsleer schreef om zijne geneeskun dige fabrikaten aan den man te brengen en die daarom door de redactie van dit dames-blad op min zachte wijze de deur uitgeworpen werd. Is deze mededeeliag juist, dan moet gezegd worden dat de Standaard baar „geneeskundige specialiteiten" nit wonderlijke hoeken te voor schijn haalt. De heer mr. J. van Binsbergen, laatstelijk substituut-griffier bij de arrond. rechtbank te Arnhem, heeft in de gisteren gehouden zitting van het gerechtshof te 's Gravenhage den eed afgelegd als rechter in de arrond. rechtbank te Zierikzee. Te Kloetinge is een spoorwegwachter door de pokken aangetast. Door den burgemeester zijn, voet van vroolijken, grappigen oorlog leefden, zooals meisjes en jongens op dien leeftijd vaak voeren, waarbij men zich steeds weer met den vijand verzoent en de kleine kibbelarijen en scher mutselingen slechts het zout zijn waardoor alle spelen gekruid worden. Het eenige treurige geval was dat die lessen niet heel lang duurden. Daar de vader van Juliane, die weduwnaar was, spoedig inzag dat zijn dochtertje door die landelijke op voeding wel wat erg verwilderde werd zij eerst aan de zorg eener zeer strenge gouvernante toe vertrouwd en later naar een kostschool gezon den. Titan, voor wiens opleiding, ondanks zgn aanleg en on wikkeling, niets gedaan kon worden, daar zijn vader te rijk met kinderen gezegend was om hem iets te laten leeren, wat hij hem niet zelf kon onderwijzen, werd bij een ambachts man in de leer gedaan. Zoo verliepen er verscheiden jarenfreule Juliane werd eene groote, schoone, deftige jonge dame, die evenwel altijd nog zeer schalks uit hare oogen keek en zelfs in de residentie haar frisschen, gezonden aard van buitenmeisje niet verloren had, hoe men zich op school ook beijverd had om den wildzang de vlengels te kortwieken. En toen z\j weer terug kwam op de goederen van haar vader, wachtte haar een groote verrassing. Haar vader die zeer levenslustig en gastvrij was, had zijn landgoed verrijkt met den aanbouw van een fraai paviljoen en den morgen na baar aan- tn overleg: met den geneeskundigen inspecteur en den plaatselijken geneesheer, maatregelen genomen om de verspreiding der ziekte tegen te gaan. Iq de zitting der Provinciale staten van Noord-Brabant is ingekomen een gewijzigd voorstel van Gedep. Staten om aan de regeering eene bijdrage van een millioen gulden aan te bieden in de kosten van verbetering van den waterstaats-toestand in het noord-oostelijk deel der provincie. De wijziging strekt om de bijdra ge in plaats van in vier, in tien termijnen te betalen, ieder van 100,000, en aan gedeputeerde staten over te laten den tijd van betaling der verschillende termijnen, naar gelang het werk vordert, in overleg met den minister van water staat te regelen. In de vergadering der provinciale staten van Gelderland is ingekomen een schrijven van den heer H. W. baron van Aijlva van Palland van Waar denburg en Neerijnen, verzoekende om wegens gevorderden leeftijd bij de verkiezing voor de eerste kamer verder buiten aanmerking te big ven. De commissaris des konings in Groningen wees bij de opening der zitting van de staten op den vooruitgang in Groningen. O. a. zeide hij. „De meer of min kwijnende toestand, waarin vele takken van bestaan in de beide laatste jaren verkeerden en waardoor vooral het vorige jaar zich kenmerkte, is gelukkig niet alleen niet toe genomen, maar men mag zich zelfs in opbeuring aanvankelijk verheugen. De prijzen der producten zgn in den laatsten tijd niet onaanzienlijk ge stegen en de vooruitzichten van den oogst, door langdurige droogte, koude en nachtvorsten aan vankelijk vrij ongunstig, zijn door het vruchtbaar weder van de laatste weken beduidend verbeterd, zoodat men over het algemeen, mijns bedunkens, mag aannemen, dat de hoofdproducten veel be loven en de staat gunstig is te noemen." Ook de commissaris des konings in Drenthe, die niet elk jaar een toespraak houdt, heeft ditmaal een uitvoerig overzicht gegeven over de laatste 5 jaren, waarin hij op tal van verschijnselen wens, die den toenemenden bloei van het gewest in een helder licht stellen. Bij min. beschikking is de opzichter van den waterstaat O. A. Koorevaar tot opzichter van den waterstaat 3e kl. bevorderd. Hoezeer de antirevolutionairen onderling ver deeld zgn, blijkt weder uit een Open Brief aan dr. A. Kugper gericht door ds. L. Lindeboom te komst was de eerste gang van Juliane natuurlijk naar dit wonderwerk, waar zij zoodra zij binnen kwam een stellaadje out waarde, waarop een blonde jongeling, met een blauwe met verf bevlekte kiel, stond, die een dikke kwast in de hand hield en haar met groote oogen en een zeer verbaasd gezicht aanstaarde. „Mijn God, TitanZijt gij daar riep zij uit. Hij knikte slechts terwijl een blijde glimlach zgn gelaat ophelderde. „Maar ik zou u haast niet meer kennen" vervolgde zij „gg zgt zoo groot geworden en zoo blauw!" „Maar gij herkent mij toch, freule Juliane riep hij vergenoegd uit. „Nu ja, dat kan niet anders met die Zij was op het punt van een spotachtige opmer king te maken over zijne brutale oogen of een anderen kenbaren trek op zijn gelaat; maar zij weerhield die nog intijds, als minder gepast. „Hoe komt gij hiervroeg zfj even daarna. „Ik beschilder dit paviljoen in Pompejaan- schen stijlMijn baas heeft het werk geheel aan m^ overgelaten - omdat hy er niet mede klaar kon komen." „Pompejaansch! Ei, Ei, zie eens aan! Welk een heerlijke kleurenpracht toovert gij daar, jeugdige Rafaël. Dus zijt gij schilder geworden?" Zaandam, waarin ten slotte de verdediging van de volgende stellingen voorkomt: „A. De Gereformeerde Universiteit van heden mist den „Gereformeerden grondslag" en is daarom onwaar en juist voor de Gereformeerde beginselen geen aanwinst, maar een gevaar. „B. De Gereformeerde Universiteit wordt opge zet, dit blijkt in de laatste dagen al te duidelijk, om de belijders van Christus nog langer van de gehoorzaamheid aan den Heere der Gemeente af te houden, door schoonklinkende maar ongegronde idealen en profetiè'n. „C. De Gereformeerde Universiteit heeft de strekking om de Christelijke Gereformeerde Kerk cd Theologische School tegen te honden en, ware't mogelijk, haar oplossing voor te bereiden." Sedert het overlijden, op 93jarigen leeftgd, van ds. Corell, te Avezaath, treedt als nestorder hervormde predikanten op de heer Van Borssum Waalkes, sinds 14 Oct. 1827 predikant te IJs- brechtum c. a., die, in 1795 geboren, den 7 Juli 1817 op zijne eerste standplaats te Goingarijp in dienst trad. De oudste dienstdoende predikant in Zeeland is ds. Johannes van Leeuwen, die 23 Maart 1806 geboren, op 28 Maart 1830 te Vrou wenpolder in dienst trad en sedert 5 Juli 1846 te Colijnsplaat in fanctie is. Op de gronden van den heer Van der Heijden, te Mydrecht, zal men weldra een hooiberg zien verrijzen, geheel van ijzer vervaardigd. De kap, die acht- of tienhoekïg is, wordt door een soort van lier op- en neergelaten en hangt aan een ijzeren ketting, die aan de lier bevestigd is. Mid den in den berg bevindt zich een ijzeren koker, in het midden waarvan zich de ketting beweegt, die over een yzeren schijf in het bovengedeelte van den koker loopt. Het eene einde van den ketting is bevestigd aan een tegenwicht, dat op zijn beurt weder aan den kap bevestigd is, terwijl het andere gedeelte van den ketting, onder den grond door, aan de lier is verbonden. Deze koker dient tevens tot het doen ontstaan van eene voortdurende luchtstrooming midden door het hooi, wat vooral tegen het broeien zeer aan bevelenswaardig is. Zulk een hooiberg kost f350. Zaamslag, 6 Juli. Heden had alhier de j aarlij ksche veemarkt plaats. Er waren ver scheidene runderen en paarden, waaronder eenige zeer schoone exemplaren, aangevoerd. Prgzen werden toegekend: voor het grootste getal paar den van denzelfden eigenaar aan A. E. de Moor, te Zaamslagvoor het grootste aantal runderen aan A. E. de Moor; voor het schoonste werk paard aan L. Dieleman, te Den Hoek; voor het schoonste driejarig paard aan P. Moens, te „Ja, daar voelde ik zulk een onweerstaan- baren lust toe; maar het heeft moeite genoeg gekost, om het van vader gedaan te krggen. Doch „Doch uw genie heeft u gedreven en" „Juist, freule Juliane, mijn genie heeft mij gedreven en daaraan moet men immers getrouw blijven „Wat zal ik u daarvan zeggen, Titan! Al wat ik van nw genie weet, is dat het u. vroeger noopte al uwe boeken en schriften vol te krabbe len en met uwe teekeningen te bekladden en te bederven „Niemand wordt als meester in zijn vak geboren Daartegen kon Juliane niets inbrengen en dus praatten de jonge lieden nog een poos over onverschilUge zaken, en vertelden hunne weder waardigheden sedert zij elkaar voor het laatst gezien hadden. Daarna nam Jnliane afscheid maar niet voor lang want den anderen morgen kwam zij reeds terug om te zien hoever hij sedert gisteren met zijn werk gevorderd was; waarna zij weder begonnen te praten, precies alsof zij nog kinderen waren, even onschuldig en eenvoudig alleen met dit onderscheid dat Juliane eensklaps scheen te vinden dat het vertrouwelijke „Jij,r niet meer te pas kwam. Niet alleen omdat zij nu zooveel ouder waren en door het verschil in stand gescheiden werden; maar Juliane ontdek tq

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1