1880. 1 SS* Jaargang. Vrijdag 18 Juni. No. 142. Stremming vaart door de Sluis bij de Stadsschuur. Middelburg, 17 Juni. Het Machinisten-Proces. Het huwelijk van Longstaff. middelburgs™ Dit blad verschijnt dagelijks! met uitzondering van Zon- en Feestdagen! Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke temmers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentlen: 20 Oent per regel! Geboorte^; Trouw-; Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 7,1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübe Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend: dat de vaart door de sluis bij de Stadsschuur, met ingaDg op Maandag den 21 dezer, voor hoogstens tien dagen zal zijn gestremd. Middelburg, den 14 Juni 1880. De burgemeester en wethouders van Middelburg, P I C K De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. ii. Aan de Dordr. Ct worden eenige nadere bijzonderheden omtrenthet „machinisten-proces" medegedeeld. Het aantal beschuldigden is van twaalf tot acht ingekrompen, tegen alle welke vonnis schijnt te zijn gewezen. Althans er is nu sprake van twee machinisten le kl., ter wijl in de vorige berichten slechts éen ver oordeelde van dien graad genoemd werd. •Door vijf der veroordeelden is, met goedkeuring van den krijgsraad, hij adres aan het Hoog Militair Gerechts hof verzocht, om ontslagen te worden van hun scheeps- arrest en zoo mogelijk, in afwachting van de einduitspraak, zich naar hunne betrekkingen te hegeven. (Hun voorarrest is reeds de 12e week ingetreden). Voorts heeft de advocaat, mr. Ph. A. ÏIaa9, te Amsterdam, die voor de appellanten zal optreden, ook voor de heide machinisten le kl., O. L. en v. W., niettegenstaande hun door den krijgsraad het recht van appèl ontzegd is, appèl aange- teekend. »Als verzachtende omstandigheden zijn door den krijgs raad aangehaald, dat de feiten, waarvoor de machinisten zijn veroordeeld, waarschijnlijk niet zouden zijn voorge komen indien de luit. t/z Backer zich had bekend gemaakt als transportkommandantzoo hij niet oogluikend hun ïoopen in politiek (hurgerkleeren) had toegelaten, en zoo hij geen genoegen had genomen met het present melden door den machinist le kl. v. W., maar den machinisten nog een boodschap had gezonden. Met het/eit, dat alles op een particulier stoomschip is voorgevallen, is geen rekening gehouden. Daarentegen wel hiermee, dat twee der veroordeelden (aan wie de minste straf is opgelegd) gedurende hun diensttijd van 7 jaren nog nimmer gestraft zijn." Wij wenschen op deze mededeelingen, welker juistheid wij ter verantwoording van den oor- PEUILLETOlsf. dook HENRY JAMES. „Heeft nw meester u in het vertrouwen genomen vroeg Agathe. Hij aarzelde een oogenblik, schudde opnieuw het hoofd en lei de band op het hart. „Ach, lieve '.dame, vraag liever of ik hem in 't vertrouwen genomen heb en ik moet beken nen dat ik dat niet gedaan heb bij is veel te ver heen. Maar ik heb besloten om zijn dokter te wezen en een middel te beproeven, waar de anderen niet aan gedacht hebben. Wilt gij mij daarbij helpen?" „Als ik kan; wat is dat voor een middel?" De oude man keek weer naar boven. „Dw sohoone vriendin! Breng haar bij hem." „Maar hoe zal dit hem helpen, als hij ster vende is »Hij sterft van verlangen naar haar. Dat houd ik er ten minste voor, en het is altijd te beproeven. Indien een jong mensch een mooi jneisje bemint en zonder haar ooit gesproken te sproukelijken berichtgever moeten laten, eenige aanteekeningen te maken. Ze zijn toch van belang, niet alleen voor de thans aanhangige zaak, maar vooral uithoofde van het licht, dat erdoor over onze gewoonlijk in het halfduister gehulde rechtspleging bij de zeemacht verspreid wordt. Wil de dringende noodzakelijkheid barer hervorming ingezien worden en tot han delen nopen, dan is het eerste vereischte dat hare gebreken uit de praktijk aangetoond worden. De verplichting om een beschuldigde in het drukkende militair arrest aan boord van een oorlogschip te houden gedurende al den tijd dat zijne zaak onderzocht wordt, dat is gedu rende een tijd, die somtijds buiten alle ver houding kan zijn tot de hem later op te leggen straf, wordt door art. 34 der Rechtspleging bij de Zeemacht eenigszins gematigd. De kom- mandant mag namelijk na ieder verhoor he slissen: „of in het arrest, zonder nadeel voor de justitie, eenige verandering voor den be klaagde kan worden gebracht." De beklaagde kan aldus „op handtasting", dat is op belofte van ter beschikking der justitie te blijven, voorloopig op vrije voeten gesteld worden. Deze bepaling is echter alleen geschreven voor officieren. In 1814 was de kloof tusschen officieren en onder-officieren z<5o groot, dat de gedachte om het vertrouwen, dat in de eenen gesteld werd, ook op de anderen toe te passen, bij geen militair wetgever kon op komen. De sedert dien tijd, dank zij de ver anderde wijze van opleiding en den geheel gewijzigden toestand der burgermaatschappij, verrezen klasse van meer ontwikkelde onder-offi cieren leeft echter nog onder de wetgeving van voor 70 jaren. Van daar dat het onvermijdelijk geweest is de beschuldigden, wegens overtre dingen welke ten slotte met eenige weken gevangenis gestraft werden, gedurende 12 weken in militair voor-arrest, dat is op sluiting in eene hut, kleiner dan de cel eener gevangenis, te houden. Het bericht dat de krijgsraad aan twee veroordeelden het recht van appèl „ontzegd", doch hun „verdediger" niettemin appèl aange- teekend zou hebben, klinkt zeer vreemd. Art. 202 der Rechtspleging kent het reeht van hooger beroep toe „van alle vonnissen, waarbij door de krijgsraden niet enkel op confessie, maar ook op getuigen of op andere bewijzen recht hebben, doodziek wordt en wegkwijnt, is er niet veel scherpzinnigheid toe noodig om in te zien dat dit niet komt omdat hij er te veel aan toe gegeven heettmaar wel door een tegenovergestelde reden! Als hij wegkwijnt zoolang hij haar niet ziet, komt hij misschien bij, als zij bij hem is* Laat de jonge dame even aan zijne sponde komen en haar hand op de zijne leggen, dan zullen wij zien wat er gebeurt. Als bij beter wordt is de moeite beloond en ais hij niet beter wordt kan het geen kwaad. De jonge dame loopt volstrekt geen gevaar, wanneer zij een armen stumper be zoekt die bowusteloos tusschen twee liefdezusters in ligt te sterven." Agatha was zeer getroffen door dit voorstel; maar zij zei dat haar vriendin onmogelijk te be wegen zou zijn om te gaan, zonder bijzondere uitnoodiging van den heer Longstaff en zelfs dan was het nog lang niet zeker; maar zij zou stellig nooit zulk een buitengewonen stap doen alleen op aandringen van een bediende. „Maar gij, lieve dame, hebt het voorrecht van geen bediende te zijn," hervatte de oude man „laat dus het denkbeeld van u uitgaan." „Als het van mij uitging zon het niet den geringsten invloed op haar hebben; want wat weet ik volgens haar, aangaande uw armeu meester „Hebt gij uw vriendin niet verteld wat mijn goede meester u onlangs gezegd heeft?" Agatha beantwoordde die vraag met een zal zijn gedaan." Aangezien nu, volgens de begin selen van strafrecht welke in 1814 geldig waren, op eene bloote, door geen andere bewijsmidde len gesteunde bekentenis nooit eene schuldig verklaring gegrond mag wezen, was dit wetsar tikel bij zijn ontstaan reeds onzin. Het Hoog Militair Gerechtshof erkende dan ook al vóór jaren: „dat het artikel afkomstig is van de vroeger hier te lande bestaan hebbende wijze van procedeeren. Men was echter genoodzaakt zich met dit artikel, zoowel als met den geheelen verouderden warboel, te be helpen en daarom vond het Hof een middel uit om de zaak te kunnen „schipperen". Het „nam aan'" dat als een beklaagde volledig zijne misdaad, naar de qualificatie der strafwet, bekent, hem geen recht van appèl behoorde toegekend te worden. Het vond daar te minder bezwaar in omdat het komen in hooger beroep, in eenvoudige zaken en bij volledige bekentenis, in den regel slechts tot het rekken van het proces en tot verlenging van bet voorloopig arrest zou leiden, terwijl voor benadeeling der beschuldigden, naar de meening van bet Hof weinig gevaar bestond dewijl alle vonnissen (binnenslands) toch aan 's Hofs herziening onderworpen worden. Het is niet onmogelijk dat de krijgsraad, in dezen doolhof van wetsverklaring en wetsver- draaiing, den draad verloren en de verdediger der beschuldigden dien weder terechtgebracht heeft. Hoe dit laatste echter, op wettige wijze, mogelijk is geweest, is weder niet duidelijk, want de Rechtspleging schenkt aan een beklaagde de gunst van (voor 't eerst gedurende het proces) een raadsman te mogen raadplegen, pas op het oogenblik dat hij beslissen moet of hij al dan niet van zijn recht van appèl gebruik zal maken en nadat dus de krijgsraad hem dat recht reeds heeft toegekend. Misschien hebben wij echter hier weder met eene onjuistheid of on volledigheid in het bericht te doen. De overige medegedeelde bijzonderheden bevestigen in alle deelen de juistheid der in ons nommer van 11 dezer gemaakte veron derstellingen. Indien de luitenant ter zee Backer zich nooit aan zijne ondergeschikten heeft doen kennen als hun bevelvoerder en indien deze hem ook op andere wijze niet als zoodanig Zie: Huart en Salmon, Se Mil. JPctten voor het Krijgsvolk te Water met aanteekeningenDl. II bl. 112- „Heeft hij u dan verteld wat hij mij gezegd heeft?" De oude man tikte even op zijn voorhootd en zei lachend: „Een goede bediende, lieve dame, heeft zooals gij weet nooit noodig dat hem iets gezegd wordt! Als gij zijne woorden nog niet tegen de signorina herhaald hebt, verzoek ik u dringend het nn te doen. Ik vrees dat zij vrij koel van aard is." Agatha zag even omhoog naar het venster van Diana en knikte stilzwijgend, zij vond het wel wat vreemd dat zij met dien ouden knecht zoo op eens over het karakter van haar vriendin stond te pratenmaar de heele toestand was zoo zonder ling en romantisch, dat de gewone grenzen der eti quette geheel overschreden waren en het leek haar heelnatuurlijk dat een oude Italiaansche valet de chambre even vrijpostig en openhartig was, als een bediende in een onderwetseh comediestuk. „Indien het noodzakelijk is dat mijn meester om de jonge dame zendt beloof ik u dat hij het doen zal. Maar wees intnsschen zoo goed en spreek met haar en indien zij koel is, moedig haar wat aan 1 Zeg haar dat zij hem zeer belangwek kend zal vinden. Ach 1 indien gij den armen man daar kondt zien liggen, zoo stil en zoo schoon, als ware hij zijn eigen monument op het campo santo, zou bij u stellig belang inboezemen." Agatha vond dit een zeer aandoenlijk beeld maar zij begreep toeh dat haar onderhoud met den Italiaan wei wat heel lang dnurde; zij maakte hebben leeren eerbiedigen, dan konden zij in hem ook niets anders zien dan hun toevalligen medepassagier. Indien niets gedurende hun verblijf aan boord van de mailboot hen heeft kunnen doen hegrijpen dat zij deel uitmaakten van een „militair transport," maar alles hen bevestigde in het denkbeeld dat zij zich tijdelijk buiten de heerschappij der militaire voorschrif ten bevonden, dan kon ook het plotseling ontvangen van militaire bevelen, van iemand die zijne bevoegdheid daartoe nimmer had laten gelden noch bewijzen kon, in hun oog niets anders wezen dan de uiting van een persoonlijken gril of van willekeur. Ongehoorzaamheid aan gril of willekeur nu is, volgens de regelen van het gezond verstanden het recht, niet strafwaardig. Zij behoorde dat ook in den militairen dienst niet te wezen, indien onze Nederlandsche militaire wetboeken op gezonde beginselen van krijgstucht, in overeenstemming met den geest en de begrippen van onzen tijd, berustten en in dit opzicht bij de militaire wetten van alle andere beschaafde natiën niet zeer verre achter stonden. Maar het militair recht wordt bij ons verwaarloosd; schouderophalend erkennen al onze wetge leerden en wetgevers dat het in gebrekkigheid zijns gelijken zoektdoch men blijft er mede voortsukkelen en voelt er zich niet door bezwaard dat, onder den druk dezer gebrekkige wetten, bij voortduring de grootste onrechtvaardigheden worden begaan. Een ge val als het „machinisten proces" geeft daaraan voor een oogenblik weder eenige ruchtbaarheid en veroorzaakt eenige tijdelijke opgewonden heid. Laat ons hopen dat deze haar invloed thans iets langer zal doen gelden en het hare zal toebrengen tot het eindelijk ter hand nemen van de zoo lang gewenschte herziening onzer militaire wetboeken en rechtspleging. Dluis, 16 Juni. De uitslag der herstemming tusschen acht personen voor de verkiezing van vier leden van den gemeenteraad voor de nieuwe gemeente Sluis, was als volgt. Er werden ingeleverd 99 stembriefjes, waaronder geen van onwaarde. Daarvan bekwamen de beeren Jacob de Bruijne (van Heille) 58, J. de Bmijue Brevet (van St. Anna ter Muiden) 56, K. F. Koksma (van Sluis) 60, L. A. Croin (van Slnis) 48, C. F. Lievens (van Heille) 47, J. Sanders er dus spoedig een einde aan en beloofde hem dat zij er over zou denkeu. Zij kwam in een zeer opgewonden stemming boven en iets later op den avond ging zij naar haar vriendin toe, die zij voor haar kaptafel vond staan, met haar prachtig haar tot aan de knieën loshangende. Zij vatte hare beide handen en vertelde haar van de liefde van den Engelschman, van haar gesprek met hem aan het strand en van hetgeen zijn knecht een paar uur geleden met haar gesproken had. Diana luis terde eerst met een lichten blos en daarna nam haar gelaat een koude, hardvochtige uitdrukking aan. „Heb medelijden met hem," zei Agatha, „heb medelijden en ga hem zien." „Ik begrijp er niets van en vind het zeer onaangenaam voor mij. Wat gaat mij de heer Longstaff aan Doeh eer zij elkaar goeden nacht zeiden had Agatha haar bepraat om, ais cr wer kelijk een boodschap van den zieke kwam, niet te weigeren hem een oogenblik door haar tegen woordigheid te verblijden. En de boodschap kwam, natuurlijk bij monde van den gedienstigen kamerdienaar, die reeds den anderen morgen terugkeerde om te zeggen dat zijn meester onderdanig liet verzoeken, de dames tien minuten te mogen spreken. Zij stemden er in toe hem te volgen en hij voerde haar in de woning van den heer Longstaff. Diana keek er nog altijd knorrig en geleek meer dan ooit op de lieht ver stoorde godin der jacht. De oude man bracht haar door een tuin vol oranjeboomea en winter;

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1