18. 9.30.
iasten,
N". 132.
1880}
Zeeland.
I2S* Jaargang!
7 Juni.
Gemeente-Politie.
PATENTEN.
Ejjks-belastingen.
UUR:
[IS MET TUIN,
jGEDIENST.
-SCHELDE.
LStuS.
Schouwing van Rij- en| .Voertuigen,
Middelburg, 5 Juni.
in alle afmetingen
finsclie rijk verzonden.
fGAVE'VAV KI.A-
paardadres K. J,
lie.kade, G 120;
vraagt een bekwaam
IKSECII en een
tyiisgingen v. v.
rkdagen
,15, 9,15; nm. 1,3,30, 7.
»s 1.10 in plaats van 1 uur.
11; nm. 2,30, 5, 8.
Feestdagen:
16.15, 9.15, 11.30; nm. 1,
3.30, 5.30, 7, 8.30.
11; nm. 1.30, 2.30, 4,
ddelbnrg—Zierikzee.
'ZEE SPOORWEG GOES.
|UNI. van Zieriliee:
vm. 6,30 nm. 3,45
n 5,30
3,45
tO, ji i
6,30 3,45
3,45
9 it -
4.-1
3,45
•ootdienst
URG EN ROTTERDAM,
ertrek in Juni.
VAN BOTTEBDAM!
h. Zaterd. 5 midd. 1,u.
Maand. 7 1,i
Dinsdag 8morg. 10,—
Woensd. 9 10,
Donderd.10 11,30
Vrijdag. 11 11,30,
Zaterd. 12 11,30,
Maand. 14 midd. 1,—
Dinsd. 15'morg. 11,30,
Woensd.16 11,30,
Donderd.17 midd. 1,—,
Vrijdag 18 1,—,
INDEN
U. M. V. U. V. 31.
|n. 1.15, 3.45 en 5.45.
1.45, 4.15 6.15.
MAANDAG, WOENSDAG
ZATERDAG.
'oorm. 7.30 nam. 4.—
8.— 4.30
10.30
11—
6— midd. 12.—
6 30 nam. 12.30
terlyk 2 uren «p
ildig voor dien dag.
.20
.30
5.37
.53
6.38
.48
.50
4.45
.9
*5.59
6.40
6.50
.1
6.5
.32
7.62
8
♦7.57
8.45
25
9.12
6
10.16
-
10.41
35
♦9.6
10.25
10.50
45 '*9.15
10.35
11
7.15
10.55
i
2.5
6.50
10.40
1.45
8.5
11.50
3.15
8.55
12 40
3.55
9.16
1.3
4.13
9.30
1.20
4.30
ustns.
6.36
6.10
7.30
8.16
8.35
8.60
MDDELBIIRGSCHE COIMNT
Dit blad verBohijnt dage!ü'ksj
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 3/m. franoo 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
.boon eb
nevel ebao,
nsiv eb n.
Moo nsb i
ig gnslooï
Oent per regaKeseiu
Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—T^sl* 1,60
iedere regel meer 0,20. u <n
Groots letters worden berekend naar pl&atsrnlffifcidn
Advertentieni
Hoofdagenten voor het Buitenland; de Compagnie générale de puhlicité étrangére G. L. Daubi en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach ei
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gezien art. 91 der verordening van algemeene
plaatselijke politie,
maken bekend:
dat de schouwing der rij- en voertuigen of
sleden en daartoe beboorende paardentuigen, ten
overstaan van den commissaris van politie, zal
plaats hebben tusschen den 20 en den 30 Juni a.,
terwijl voor zooveel nooüig de herkeuring tusschen
den 5 en den 10 Juli daaraanvolgende zal ge
schieden.
Middelburg, den 4 Juni 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat de patenten over het 4® kwartaal van het
dienstjaar 1879/80 ingevuld gereed liggen, en dat
tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden
gevaceerd van den 9en Juni 1880 tot deu 23en
Juni 1880 des Woensdags en Zaterdags van
iedere week, des voormiddags van 10 tot 12 uren.
De belanghebbenden worden mitsdien aange
maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de
voorschreven patenten in persoon te komen
afhalen, bij gebreke waarvan deze door den
deurwaarder der directe belastingen, tegen vol
doening van tien cent, aan huis zulltn worden
uitgereikt, terwijl zij zich blootstellen iu eene
boete te vervallen van vijftien gulden, indien zij,
des gevraagd, hun patent ot een afschrift daarvan,
niet kunnen \ertoonen.
Hiervan is afkondiging geschied waar het
behoort, den 4en Juni 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend:
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger
der dir. belastingen ter invordering is verzonden
het door den provincialen inspecteur der directe
belastingen enz. te Middelburg, den 2 Juni 1880
invorderbaar verklaarde kohier der personeele
belasting no. 1 voor het dienstjaar 1880/81, met
uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om,
na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag,
ten spoedigste het door hem verschuldigde te
kwijten, met herinnering tevensdat de bezwaren,
weike dienaangaande mochten bestaan, binnen
•drie maanden na heden behooren te worden
ingediend.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 4fn Juni 1880.
De burgemeester voornoemd,
PICKÉ.
Wij ontvingen heden ochtend het telegraphisch
bericht dat Jacobus Jan Cremer in den leeftijd
van 52 jaren is overleden. Welke verdiensten
zijne romans ook mogen hebben, het meest leeft
Cremer's naam bij het thans levende geslacht
door zijne Overhiutcsche novellen. Geene stad
van eenige beteekenis in ons land waar hij niet
zelf eenige van die liefelijke, warm gepenseelde
Fchetsen uit ons volksleven heeft voorgedragen.
Door die voordracht kwamen ze eerst tot haar
volle recht. Cremer begon als landschapschilder
onder leiding van Hendriks en een in 1851 te
Rotterdam door hem tentoongesteld kapitaal
landschap werd zeer geprezen. Na zijn huwelijk,
ia 1852, verwisselde hij allengs het penseel met
de pen, hoewel het schildersoog en de kunste-
aaars-opvattiDg zich nimmer bij hem verloochenden,
«ls bij later met zijne machtige pen de natuur
wilde wedergeven.
Cremer's dood is een zware slag voor de
Nederlandsche letterkunde.
Volgens bekendmaking In de Staatscourant heeft
het Nederlandsche hof gisteren voor vier weken
den rouw aangenomen wegens het overlijden der
keizerin van Rusland.
In de heden namiddag gehouden vergadering
van den gemeenteraad van Vlissingen maakte de
aanhangige gasquaestie het meest belangrijke punt
van behandeling uit. Omtrent het bekende voorstel
der gascommissie tot verkoop der fabriek is rapport
uitgebracht door de commissiën van fabricage eu
van financiën. Het rapport van eerstgemelde
commissie bevat geene conclusie, dewijl twee leden
een bepaald advies wenschten te geven, doch de
drie anderen dit niet verlangden. Ook de commissie
van financiën is, op grond van verschil van gevoelen
bij hare leden, waarvan er twee voor en twee tegen
het voorstel zijn en het vijfde lid zijne uit te
brengen stem zich voorbehoudt, buiten staat te
adviseeren.
In de Donderdag avond gehouden vergadering
van het Goesche jVw&-departement bleek dat aan
de ontworpen crèche of kinderbewaarplaats nog
niet voldoende steun is verleend om tot de op
richting over te gaan. De commissie blijft werk
zaam.
Het Vaderland geeft het volgende overzicht
van de voordracht, gisteren door den heer De
Lesseps in Den Haag gehouden
„De voordracht betrof het Panama-kanaal, het
werk, dat de onvermoeide schepper van het Suez-
kanaal thans wil ondernemen. Na een korte
herinnering aan de geschiedenis van het Suez-
kanaal en een welverdiende hulde aan den Neder-
landschen ingenieur Conrad, wiens steun zooveel
tot het welslagen dier grootsche onderneming
heeft bijgedragen, teekende de heer De L. in korte
trekken het plan, waarvoor bij thans ijvert. Het
Panama-kanaal heeft éen groot ding voor boven
het Suez-kanaal; dit laatste toch loopt door een
woestijn, terwijl het Panama-kanaal door een
gezond en vruchtbaar land zal gaan. De bezwaren,
die van verschillende zijden werden geopperd, de
ontwerper van het plan had ze onderzocht en
beoordeeld. En zeer weinig bleef er dan van
werkelijke bezwaren over. Werkkrachten zullen
er genoeg te verkrijgen zijn. De ongezondheid
van het klimaat bestaat in de verbeelding; het
land is zelfs zeer gezond en miasmen noch be
smettelijke ziekten stellen de gezondheid en het
leven aan gevaren bloot. Hoe weinig dit argument
beteekent, bleek voldoende, zeide de heer Do L.,
uit den goeden staat der gezondheid, waarin hij
zelf en de medeleden der commissie, die de
landengte van Panama hebben onderzocht, zich
mochten verheugen. Zijn zevenjarig kind, een
meisje, dat hem overal op zijn reizen vergezelt
en ook thans naast den spreker stond, was
eveneens het bewijs dat Panama een zeer goed
klimaat bezit. Zoo hoorde men allengs alle be
zwaren, die tegen het Panama-kanaal zijn inge
bracht, nit den weg ruimen. Het lichtst zeker
het zoogenaamde politiek bezwaar van Noord-
Amerika. De heer De L. vertelde, hoe hij overal
in Amerika met warme sympathie was ontvangen,
zeker wel het beste bewijs dat het Amerikaanscho
volk zijn streven toejuicht. Er zijn wel politiekers
in Amerika evenals elders, die om politieke
beweegredenen het kanaal liever bij de onuitge
voerde plannen zouden zien opbergen, maar als
De L. naar de redenen vroeg, kon hij nooit be
paalde en voldoende vernemen. En daarenboven,
hij vertrouwde op de openbare meening der wereld,
als sommige Noord-Amerikaansche regeerings-
mannen zouden willen beletten, dat Columbia op
zijn gebied het graven van het kanaal toestond.
Evenmin als Amerika Engeland zou kunnen en
durven beletten een kanaal tusschen den Atlan-
tischen en den Stillen Oceaan te graven langs de
grenzen van Canada, evenmin zou bet Columbia
mogen en kunnen verbieden door Panama heen
beide oceanen met elkaar te verbinden.
«Vijfhonderd millioen francs kapitaal in zes
jaren tijds, en het kanaal, zeide de ontwerper met
volle overtuiging, is gereed. Hun, die mochten
meenen, dat het eind van den arbeid niet te
berekenen is, riep de 72jarige grijsaard met
jeugdig vuur toe, dat hij, de oudste der vergade-
ring, bij behoud van leven en gezondheid wei
degelijk hoopte nog zelf door het kanaal te kunnen
varen. Met een toespeling op een toespraak,
gisteren in Amsterdam door een der vertegen
woordigers van het kapitaal tot hem gericht,
eindigde de heer De Lesseps zijn voordracht,
waarin hij het aandeel van den heer Dirks in de
Panama-plannen en- tochten niet vergeten had.
Ook had hij de gelegenheid weten te vinden nog
een wél verdienden lof te brengen aan den man,
wiens naam aan het Noord zee-kanaal verbonden
is, een werk, dat volgens De Lesseps aan Neder
land een haven geeft, zooals het vasteland van
Europa er weinig bezit.
Het Dagblad waarschuwt de met den heer De
Lesseps feestvierende Nederlanders om niet in
opgewondenheid aan feestmalen verbintenissen aan
te gaan om geld in het Panama-kanaal te steken.
Deze opmerking komt wel wat laat: het diner in
Amsterdam was reeds 24 uren achter den rug en
te ScheveningeD zat men reeds aan tafel toen het
Dagblad verscheen. Als algemeene les van levens
wijsheid behoudt zij haar nut.
Men schrijft ons uit 's Gravenhage van Vrijdag
te middernacht:
Deftig en smaakvol was de ontvangst, die
FerdinaDd de Lesseps dezen avond was bereid
door 's Gravenhage's nijverheid en handel.
Vier lichamen waren vertegenwoordigdde
Ver eeniging voor FubrteJcs en Bmdwerk&ny verheid,
de Ver eeniging voor Handel en Ivy verheid, de
Maatschappij van Nijverheid en de Vereeniging
van en voor Industrieelen.
De gastheeren waren allen in 't zwart met witte
dassen. De zaal was enkel versierd door een
tropee van de Fransche, Amerikaansche, Egypti-
oche, NederiniiÜ8che en Oranje-vlaggeD,aaDgebracht
boven den voor De Lesbeps bestemden eerezetel.
Het diner aan het Scheveningsche Badhuis, hem
door het Kon. Instituut van Ingenieurs aange
boden, had laDg geduurd.
De beroemde gast kwam eerst na 10 uren in
de zaal, waar hij door het orkest met fanfares
en de Marseillaise werd begroet, na ontvangen te
zijn door de voorzitters van de verschillende aan
wezige besturen, de heeren dr. Mouton, J. van
Lith jr., C. Rutten en E Koechlin, benevens door
den Franschen zaakgelastigde Depont.
De heer Koechlin sprak De Lesseps in de
Fransche taal toe.
Hij dankte hem voor zijn komst in 't midden
van dezen kring, die zich zoo gaarne wilde aan
sluiten bij de buide en de betuigingen van den
eerbied en de bewondering, die ook alle Neder
landers hem toedragen. Die demonstratie was te
meer een drang des harten, omdat zij ook een
hulde iu zich sluit aan den diep betreurden prins
Hendrik, die een zoo werkzaam aandeel aan de
groote Suez-onderneming beeft gehad.
Doch ook handel en industrie rekenen zich aan
De Lesseps verplicht, wiens genie en zeldzame
talenten de uiteenloopendste punten der oude
wereld hebben samengebracht en die ook de
bezwaren van de Pauama-onderneming zulleD te
boven komen, voor welker welslagen de beste
wenschen worden gekoesterd.
Met een daverendVive Monsieur De Lesseps t
werd deze toespraak besloten.
De geniale grijsaard dankte, met het hem aan
geboden glas Champagne, in enkele gevoelvolle
woorden. Zijn verblijf hier te lande zou een
groote plaats in zijn reisherinneringen innemen.
Droevig mengt zich daarin die aan hetgemis van den
grooten prins Hendrik, aan wien hij zooveel steun
en medewerking in de Suez-onderneming had te
danken en van wien hij zeker ook in het Panama-
kanaalplan de gewaardeerde medewerking zou
hebben ondervonden. In het succes van de laatste
onderneming had hij onwankelbaar vertrouwen
en hij vleide zich, dat ook Holland, naar den
rang dien het onder de mogendheden toekomt»
daarvan de vruchten zal mogen plukken.
Met innige dankbaarheid was hij bezield voor
de betoonde belangstelling en de gelegenheid
mocht hij niet laten voorbijgaan om ook met
eerbied en dankbaarheid gedachtig te zijn aan den
heer Rupssenaers, Nederlaudsch consul-generaal
te Alexandrië, die tijdens den bouw van het
Suez-kanaal, hem in 't bijzonder en de Franschen
in 't algemeen in een moeielijk tijdsgewricht heeft
bijgestaan en hem den weg had gebaand dien hij
zich had afgebakend.
onna nalfti
ld öl 18V
Op het welzijn van de dynaatierfvaftiiKederland
en van Nederlands nijverheid iedigdttihijjfijn glas.
De heer Y&n Lith overhaudigd&JjiMBonu een
pracht-exemplaar van het adrettieb dfiiibeer Van
Stolk dronk een driedubbelen to ast; genie
van De Lesseps en diens groote wortö&ofy ap de
broederschap tusschen de verschillende lenden en
op het succes van de ranama-doorg^ifevag, l<Uo
de heer De Lesseps, in zijn weder-antwo«r<L
maals in den ook materiëelen steuq ff&nge
Nederlandsche natie aanbeval. JaögJa/iv
Het was inmiddels laat geworden
scheiden ware 't geweest na den vermQjBi$$>d#n
dag bij De Lesseps tot langer toeven aan te
houden. Men nam afscheid en met hartelijke; be
tuigingen van sympathie verliet men elkander.
Naar wij vernemen, is het eindrapport der
staatscommissie voor den Rotterdamschen water
weg bijna gereed. Volgens de berekening dier
commissie zou de waterweg, om aan alle eischen
te voldoen, nog 29 a 30 milioen gulden moeten
kosten. Vad.)
Is het waar, dat de dagbladen door hun mede-
deelingen over misdrijven, die gepleegd zijn, de
justitie belemmeren en tegenwerken Die bewe
ring is dikwijls geuit en bier te lande toont de
justitie zelden een tegenovergestelde overtuiging
te huldigen.
Hooren wij echter wat in het naburige België
een lid van hot openbaar ministerie, de advocaat-
generaal bij het hof te Luik, mr. Emmanuel
Desoër, over dit onderwerp zegt in een pas ver
schenen werk, getiteldLe code pratigue de police
judiciaire et administrativeHij wil de macht,
die de dagbladpers bezit, niet bestrijden, maar er
liever gebruik van maken en laat zich daarover
aldus uit:
"Indien de politie en het openhaar ministerie uit eigen
b eweging aan de bladen mededeelen wat haar voor open
baarmaking geschikt voorkomt, dan zullen zij eerder een
onderzoek afsnijden van hetgeen liever verzwegen behoort
te worden, dan wanneer zij elke inlichting hoegenaamd
weigeren aan de bladen, die toch wel zullen weten hoa
er achter te komen, wat men ook doe.
"De commissarissen en agenten van politie ontvangen
eiken dag tal van mededeeliugen, die de vervulling hunner
taak aanmerkelijk verlichten. Hoe komt het, dat zij die
goede en nuttige inlichtingen verkrygen? Negentig keer
van de honderd, omdat degenen, die ze aanbrengen, io
de bladen hebben gelezen, dat een misdrijf is gepleegd,
dat deze of gene voorwerpen gestolen zijn, enz. Dit
heeft hun aandacht getrokken en heeft hun aanleiding
gegeven tot opmerkingen en herinneringen, waaraan zy
niet zouden hebben gedacht, als zij niet van het misdrijf
hadden gelezen.
«Te Luik zijn in de laatste jaren belangryke diefstallen
gepleegd. De daders zyn voor het meerendeel ontdekt,
dank zy der openhaarheid, die de dagbladen aan de feiten
hebben gegeven. Dieven van zakuurwerken zijn te Ant
werpen gevat, omdat de Antwerpsche uurwerkmaker, by
wien zij zich er van wilden ontdoen, uit de bladen wist,
dat een belangrijke diefstal van horloges te Luik had
plaats gevonden. Een ventster te Luik, die gewoon was
getrouw het Jllerlti te lezen, heeft door hare opmerk
zaamheid een geheele dievenbende in de doos gebracht.
"Wy zouden die voorbeelden tot het oneindige kunnen
vermenigvuldigen.
"Daarom geloof ik dat wij, in plaats van altijd te klageu
over die onbescheiden bladen, beter zouden doen met ons
van hun hulp te bedienen." (H.)
Dr. Lubach deelt de volgende opmerkingen
aan de Zw. ctmede
„Men late zich en de zijnen in tijds inenten of
herinenten. Stelt men dit uit tot de epidemie in
de onmiddellijke nabijheid is, dan maakt men het
op dien tijd den geneesheeren lastig, terwijl na
tuurlijk de kansen, om met minder goede stof en
minder zorgvuldig te worden ingeënt, grooter
zullen zijn, wanneer op zulk eeu oogeublik een
bovenmate groot aantal personen zoodia mogelijk
moet worden gevaccineerd. Men geve zich dus
dadelijk ter vaccinatie of revaccinatie aan, opdat
do geneesheer den tijddie er wellicht nog
verloopen zal vóór de epidemie hier verschijnt,
kunne gebruiken om zonder overhaasting allen,
die zich aanmeldenden een na den ander te helpen.
„Ik sprak boven van een ,op zijn tijd her
haalde vaccinatie". Maar welke is die tijd? Om
de hoeveel jaren is het raadzaam, zich opnieuw
te doen vaccineeren Een op wetenschappelijke^