lèm^uu. Marine en leger. Kunstnieu ws. Landbouw. Rechtszaken. Koloniën. school-vereeniging Jachin werd gisteren avond in de gasthniskerk in den Langendelft een bidstond gehouden, waarbij de heeren Littooy, Lindeboom en Kaptein als sprekers optraden. Naar men ons mededeelde bezit genoemde vereeni ging, die over het gansehe land werkt, 45 afdee- lingon en ongeveer 1C00 leden. Aan de beraad slagingen werd door een 25tal leden deelgenomen. Axel, 1 Juni. Een landbouwer onder deze gemeente heeft bij deurwaarders-exploit zijn lidmaatschap van de hervormde gemeente alhier opgezegd. Te hooge aanslag in den kerkelijken omslag schijnt de reden van dit besluit te zijn. Beroepen bij de Ned. herv. gemeente te Serooskerke (Walcheren) de heer F. llage, predi. kant te Woliaartsdijk. De instructiebrik Zeehond, te Hellevoetsluis, vertrekt binnen weinige dagen naar de Noordzee, tot het houden van een kruistocht en is gisteren ochtend naar de roede gestevend. De miliciens van de lichting van 1879 die nog bij het bataljon mineurs en sapeurs onder de wapenen zijn, zullen den 9 Julia. s.met onbepaald verlof naar hunne haardsteden vertrekken. Bij uitspraak van den zeekrijgsraad, onder voorzitterschap van den kapt.-luit.-ter-zee C. Bogaerts, te Nieuwediep gehouden, in zake de machinisten, beklaagd van weerspannigheid tegen gegeven bevelen, is de hoofdschuldige veroordeeld tot terugstelling tot machinist-leerling en 14 maanden gevangenisstraf. De oveiige beklaagden zijn tot lichtere straffen veroordeeld. Deze von nissen moeten nog door het hoog militair gerechts hof worden goedgekeurd. Do off. van alm. 2e kl. W. E. Muller, van het eskader in O. I., in Nederland teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld. Het instructievaartuig Uraniakommandant lnit. t/z. Ie kl. E. Simon van der Aa, verliet gisteren de haven van Nieuwediep ter voortzetting van den oefeningstocht in de Zuiderzee en zal den volgenden Zondag te Hoorn doorbrengen. Op 23 April jl. is in hoogen leeftijd te Buiten zorg overleden Kaden Saleh, de bekende Javaansche dieren- en landschapschilder. Kaden Saleh is in 1836 met de familie van den toen terugkeerenden gouv.-gen. J. C. Baud naar Europa vertrokken. Hij heeft daar een geruimen tijd doorgebracht en is vooral te Parijs als Oostersche prins en als schilder een tijd lang zeer en vogue geweest. Zijne afbeeldingen van gevechten tusschen bufifols en tijgers hebben de meeste kunstwaarde. Zijne Javaansche landschappen, waarvan op het Rijks museum en op het Paviljoen te Haarlem vele bewaard worden, missen helderheid van kleur. Kaden Saleh heeft Europa verscheieene malen bezocht en vooral buiten Holland steeds zekeren opgang gemaakt. In de laatste jaren was zijn kunstarbeid onbeduidend. Volgens het Alg. Dagb. van N.-X. liep het ge rucht dat Kaden Saleh zou ziju vergiftigd uit wraak wegens de veroordeeling van een ouden bediende, dio kostbare teekeningen gestolen had en op zijn aanmaning om bet gestolene terug te geven en vergiffenis te vragen, alleschuld ontkend had. Kaden Saleh zou zelf dat vermoeden hebben uitgesproken, maar de beide geneesheeren, d ie hem behandeld hebber, verklaren dat een aderslag de oorzaak is geweest van zijn overlijden. Eenige dagen vóór zijn dood had hij, op aan raden van zijn dokters, een begraafplaats gekozen voor zijne vrouw, die zwaar ziek was. Zelf zal hij daar nu het eerst begraven worden. In Bergen op Zoom is de longziekte onder- het rundvee uitgebroken. Een rund is op last Ik wenkte hem door het raampje en terwijl de trein zich reeds in beweging zette, gaf hij mij den brief aan, waarop ik terstond de hand mijner vrouw herkende. Ik scheurde het couvert open en ik begrijp nog niet dat ik niet krankzinning ben geworden toon ik die weinige regels las. Ik begrijp nog niet hoe het mogelijk is dat ik nog leef, na het vreeselijke wat die enkele woorden mij melddenmaar na al dien angst en die onrust werd ik eensklaps bedaard, en koel." Hier zweeg' hij eenige oogenblikken om zijn aandoening meester te worden en vervolgde toen met een heldere stem: „In dien brief zei do gravin met korte woorden dat zij sedert lang gemerkt had dat zij zich in hare gevoelens jegens mij bedrogen haddat zij zulk een verhouding niet langer kon of wilde verdragen en S. verliet om zich naar Enge land te begeven. Zij had aan do bedienden gezegd dat zij door den dood eener bloedverwant genood zaakt werd daarheen te gaan dat ik haar reis goedkeurde. Wat er in mij omging toen ik dit las kan ik u niet beschrijven. Het wr.s alsof de heele wereld om mij heen ingestort was, alsof ik uit al mijn geluk verdreven werd. Alle hoop, alle vertrouwen, alle liefde had ik verloren I Niets dan bodemlooze ellende om mij heen, voor altijd 1 Maar als een bliksemstraal schoot de gedachte van den rijks-veearts afgemaakt en de overige beesten op den besmetten stal zijn verdacht ver klaard. De toegezegde bijdragen aan den penning meester van het voorloopig comité, in zake de in Oct. a. s. in Londen te houden internationale tentoonstelling van vee en zuivel bedragen thans ruim 4900, terwijl de commissie f 10,000 noodig acht om Nederland aldaar waardig te vertegen woordigen. De onderstenning voor deze nationale zaak, is dus nog zeer gewenscht. Ingeval er f 9500 bijeenkomt, heeft prinses Marianne toezeg ging gedaan voor de overschietende 500 te zullen zorgen. Penningmeester is de heer Jules van Hasselt te Kampen. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Middelburg van 1 Juni zijn de volgende personen veroordeeld. D. P., te Middelburg, wegens het rondventen van versche visch te Vlissingen, zonder dat (lie alvorens was goedgekeurd, in eene boete van /3 of een dag gevangenisstraf. A. EL, te Middelburg, wegens het gaan over bezaaiden grond zonder daartoe ot daarop eenig recht te hebben, in eene boete van f 2.50 of 3 dagen gevangenisstraf. L. L,} te Middelburg, wegens openbare dron kenschap en het wateren op de openbare straat aldaar, anders dan in de daartoe bestemde bakken, in twee boeten van f 1 of een dag gevangenisstraf voor iedere boete. J. M. Ie C., P. P. en J. C. v. H., allen te Middelburg, wegens openbare dronkenschap aldaar, na binnen de laatste twaalf maanden voor eene gelijke overtreding tot strat te zijn verwezen, ieder in eene boete van f 6 of 3 dagen gevan genisstraf. P. A. P., J. P. O. en J. B., allen te Middelburg, wegens het loopen over met rijpende vruchten bezetten grond zonder daartoe of daarop eenig recht te hebben, onder verzachtende omstandig heden gepleegd, ieder in eene boete van 0.50 of een dag gevangenisstraf en wegens het zich be geven tusschen het op gemeentegrond te Middelburg staand plantsoen, ieder in eene boete van 3 of een dag gevangenisstraf. M. P., vrouw van A. H., te Middelburg, wegens het uitkloppen van eene vloermat op de openbare straat aldaar, op een ander uur dan van zes tot negen uren des morgens, in eene boete van f 3 of een dag gevangenisstraf. A. v. M. en M. d. W., te Vlissingen, wegens het maken van nachtelijk burengerucht tot ver storing van de rust der inwoners aldaar, ieder in eene boete van 5.50 of een dag gevangenisstraf. J. T. M. v. B., vrouw van J. v. te Vlis singen, wegens het worpen van vuil water in eene haven aldaar, in eene boete van 3 of een dag gevangenisstraf. V., weduwe A. B., P. J. C., weduwe C. F., A. F. F., vrouw van J. V. en E. S., allen te Vlissingen, wegens het als vrouw zich bevinden in een openlijk huis van ontucht aldaar, zonder als publieke vrouw te zijn ingeschreven, ieder in eene boete van 3 ot een dag gevangenisstraf. J. v. V. Az. en W. S. Mz., beiden te Westkapelle, wegens het rapen van schelpvisch van de steen- werken van den zeedijk aldaar, de le in eene boete van f 4.50, de 2e in eene boete van f 10 of een dag gevangenisstraf. M. M., te Arnemuiden, wegens openbare dron kenschap aldaar, in eene boete van /3 of een dag gevangenisstraf. W. G., te Middelburg, wegens als voren te Middelburg, in eene boete van .3 of twee dagen gevangenisstraf. G. K., te Domburg, wegens als voren te Dom burg, na binnen de laatste twaalf maanden voor eene gelijke overtreding te zijn veroordeeld, in eene boete van f 7 of drie dagen gevangenisstraf mij door het hoofd, wie de moordenaar van mijn geluk zou zijn! En ik zag den marchese voor mij Met hem, met hem alleen kon mijn vrouw gevlucht zijn! De leugens van den cavaliere en geheel ziju onverklaarbaar gedrag, alles stond in verband met deze schandelgke daad; daaraan twijfelde ik geen oogenbiik. Ik kwam den anderen morgen vroeg op het kasteel aan, en was zoo ontdaan dat mijn oude kamerdienaar er van ontstelde; ik gaf voor zoo vermoeid te zijn door den slapeloozen nacht in den trein. Al de bedienden betuigden mij leed wezen over de treurige aanleiding tot het over haast vertrek der gravin en niemand scheen eenigen achterdocht te hebben. Ik kon dus slechts zeer voorzichtig naar de bijzonderheden van haar vertrek vragen, daar men meende dat ik van alles op de hoogte was. Ik vernam alleen dat de gravin reeds den dag nadat ik weg was een telegram ontvangen had die het doodbericht harer bloedverwant bevatte, waarop zij aan den eersten rentmeester gezegd had dat zij terstond naar Gothenburg moest gebracht worden om van daar verder te gaan, zoodra zij mijn toestemming uit Stokholm zou ontvangen hebben. In Gothen burg had zij een kamer in het hotel genomen en de bedienden met het rijtuig terstond teruggezonden» Ik liet dadelijk inspannen en reed naar Gothenburg. K. K. en J. d. B., beide te Zoutelande, wegens het beschadigen van den helm in de duinen aldaar, ieder in eene boete van f 10 of een dag gevangenisstraf. J. M. J., T. P. L. en I. G., allen te Vlissingen, wegens het spelen met muntspeciën op de openbare straat aldaar, ieder in eene boete van 1 of een dag gevangenisstraf. Schouwen— Duiveland, 1 Juni. De kan tonrechter te Zierikzee verklaarde zich bevoegd kennis te nemen van het bekende geschil over het tiend van suikerbieten, voor hem aanhangig gemaakt in het begin van het vorige jaar. Van deze uitspraak kwam de tiendschuldige in hooger beroep, en de rechtbank, het vonnis van den kantonrechter vernietigende, besliste heden lo. dat de ingestelde vordering tot de zakelijke rechtsvorderingen behoort, en alzoo aan het oor deel van den kantonrechter onttrokken is; 2o. dat eene voorafgaande sommatie, tot voldoe ning van het verschuldigde, onnoodig was; 3o. dat de grondeigenaar aansprakelijk is voor het verschuldigde tiend; 4o. dat suikerbieten tiendplichtig zijn; 5o. dat de tiendheffers bevoegd zijn, om door getuigen te bewijzen dat in Zeeland, speciaal op SchouwenDuiveland, van suikerbieten, gewoon lijk met inachtneming van de beteekenis, die zij aan dit woord in haar vonnis geeft f 2.40 of daaromtrent per gemet als tiend betaald wordt; 6o. dat dit getuigenverhoor zal plaats hebben op 5 Juni a. Voor de tiendheffers treedt op mr. C. J. Fokker en voor den tiendschuldige mr. I. M. Isebree Moens, beiden te Zierikzee. Het politiek journaal van den gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, loopende van 30 Maart tot en met 13 dezer, bevat de volgende berichten In den middag van 6 dezer keerde de controleur Van Swieten te Kotta Radja terug van zijn reis naar de Westkust, medebrengende de goederen, gelden en papieren der in Tenom vermoorde Fransche reizigers, hem door den radja van dat rijk afgegeven. Denzeliden dag was de gouverneur, vergezeld van twee compagnieën infanterie en een sectie artilleiie met de stoomschepen Soerabaia en Zee meeuw naar Tenom vertrokken, teneinde meer klem te zetten bij den eisch tot uitlevering der moordenaars van bedoelde reizigers. Den Hen dezer kwamen de troepen in hun garnizoen terug, zonder gedebarkeerd te zijn, aangezien het den gouverneur plaatselijk gebleken was, dat de radja van Tenom al het mogelijke bad gedaan om de moordenaars te vatten. De gouverneur stoomde met de Zeemeeuiv door naar de Noordkust, teneinde de daartoe behoorende staatjes te bezoeken, en, zoo mogelijk, de onder linge geschillen der radja's aldaar uit den weg te ruimen. Blijkens een den 2en April van den waarnemend assistent-resident ter Oostkust ontvangen rapport, gedagteekend 30 Maart, zouden wederom vijande lijkheden hebben plaats gehad tusschen de land schappen Blang-mé en Gedoeng. De ambtenaar werd aangeschreven om, indien het geschil niet langs minnelijken weg tot een bevredigend einde te brengen was, zich van inmenging te onthouden. Den llen werd van den controleur der XXII moekims rapport ontvangen, dat in den nacht van 9 op 10 dezer een te Glé-Kambing wonende Chineesche tokohouder in zijn huis door Atjehers overvallen en zoodanig verwond werd, dat hij kort daarop overleden was. Blijkens de laatst ontvangen rapporten, loopende tot en met den 6en April, was de stand der runderpest in de residentie Krawang niet ongunstig te noemen. Wel is waar vertoonde zich die ziekte in eenige In het hotel vernam ik dat de gravin zich aldaar vierentwintig uur had opgehouden en zich toen onder geleide van een bediende naar het station begeven, waar zij naar men meende plaats had genomen naar Stolkholm. Zij had geen mijner bedienden meegenomen wie was dus die man die haar vergezelde? Ik durfde niets vragen, want ik wilde niet door een enkel woord verraden dat ik niet van die reis afwist. Ik wilde niet dat mijn ongeluk en haar schande aan het licht kwamen en keerde wanhopend, radeloos naar S. terug. Ik kon geen plannen maken, ik wist niet wat ik doen moest mijn geheele wezen was zoo danig geschokt, dat ik herhaaldelijk op het denkbeeld kwam om mij het leven te benemen. Maar goddank! die vreeselijke verzoeking ging voorbij. Ik bracht verscheiden dagen in mijn kamer door, zonder iemand anders te zien dan mijn ouden trouwen kamerdienaar. Ik bad God dat hij einde aan mijn ellende mocht maken, of mij den weg wijzen om uit deze pijnlijke onzekerheid te geraken. Licht moest ik hebben! dat stond vast! Ik moest weten of zjj alleen gevlucht was of met den man, dien ik hoe langer hoe meer begon te verdenken. Tot nogtoe had ik er niet toe kunnen besluiten om hare kamers te betreden; maar eindelijk ver mande ik mij en ging naar die vertrekken, die dessa's, die tot dusver daarvan verschoond ge bleven waren, doch mocht het als een verblijdend verschijnsel worden aangemerkt, dat zij in het Drawolongsche, de oostelijke grens van het be smette gedeelte der residentie, en in het onder district Klari aanmerkelijk in hevigheid afnam. In het onderdiatrict Krawang bleef de ziekte stationair. In het district Tjabang Boengin kwamen sedert den 20en Maart jl. geen gevallen van veepest meer voor. Het meest werd geteisterd het onderdiatrict Rengasdengklokde reden daarvan is wellicht te vinden in den drassigen bodem dier streek. Onder de buffels van het etablissement van den heer Hagedorn, te Djatiragas, deden zich eenige ziektegevallen voor, doch werden, na een nauw keurig onderzoek, bij die dieren geen symptomen van runderperst geconstateerd. Van den 6en Maart tot en met den 6en April, werden in deze residentie afgemaakt 1956 beesten, waarvan 735 waren aangetast. Te Meppel zal in het belang van den boterhandei een ijzeren, overdekte botermarkt worden gebouwd. Met het werk is reeds een aanvang gemaakt. Het zeebad te Scheveningen zal op Maandag den 14en dezer geopend worden. In de nabijheid van Yenlo, juist op de grens, branddeZondag middag door eene onbekende oorzaak een bosch van ruim tien hectaren tot den grond af. Het verbrandde, dat niet verzekerd was, is het eigendom van den graaf Van Krekenbeek te Schaesberg. Gisteren is een koperen naambordje en een schel ontvreemd van een huis aan de Wetering- schans te Amsterdam. Indien de dieven hun buit bij het licht bekeken hebben, zal hun uit het naambordje gebleken zijn, dat ze een bezoek hebben gebracht bij den hoofdcommissaris der justitieele politie. Op het strand achter de Koog is aangespoeld het lijk van een man naar gissing 20 jaar oud, dat reeds in vergevorderden staat van ontbinding verkeerde. De voeten waren met touw stevig bij elkander gebonden, terwijl men vermoedt dat ook de handen, die evenwel reeds geheel ontbraken, op dezelfde wijze gebonden zijn geweest. De kledingstukken waren gedeeltelijk gemerkt E. D. Een bruidegom in Den Haag beeft Zondag gebruik gemaakt van den tijd, dien zijn bruid in de kerk doorbracht, om uit de reeds gehuurde woning op het Groeuewegje de gouden en zilveren sieraden van de bruid weg en mede te nemen benevens het gereedschap van een persoon, die in hetzelfde huis woonde. De man, een Duitscher van geboorte, schijnt naar zijn moederland terug gekeerd te zijn. Voornamelijk jicht- en rheumatieklijders die gewoonlijk vruchteloos, zelfs bij kundige artsen, te rade gaan zijn de welkome mikpunten van geheimmiddel-fabrikanten. Natuurlijk is het voor gastronomen en vadsige drinkebroers aan genamer te hooren zeggen: „blijf gerust in uw schommelstoel liggen en eet en drink des noods nog meer dan vroeger, maar, gebruik mijn middel trouw, dan zijt ge weldra van de jicht genezen", dan wel: „iaat het portwijn en bourgogne drinken na, wees matig in eten en drinken, neem veel beweging en gebruik geen geneesmiddel dan op raad van een erkend medicus." Het nieuwste nu op het gebied der jicht-geheimmiddelen is een liqueur antigoutteuse van dr. Laville. Deze vloeistof bestaat uit 800 gr. Spaansche wijn, 100 gr. sterken spiritus, 85 gr. water en verder uit col'oquint- exlract, chinine, cinchonine, chinoïdine, chloorcal- cium en wijnsteenzuur. Genoeg stoffen voorzeker om den onderzoekenden geest van een jeugdig chemicus op het dwaalspoor te brengen, maar voor zeker niet genoeg om don belachelijken prijs van 21 Mark per flesch te rechtvaardigen. Nvd. D De ook hier bekende firma Geb. Sachs uit Frankfort a/d Main, die zich met het debiet van ik met zooveel liefde voor haar versierd had. Mijn hart kromp in een toen ik de gordijnen openschoof en in dat boudoir stond, waar ik haar niet meer zag, in wie ik al mijn geluk had meenen te vinden. Het was mij als of ik in een grafgewelf kwam, zoo spookachtig staarden die marmeren beelden mij aan Hij bedekte het gelaat met zijne handen en een krampachtig snikken verried de hevige ontroering waaraan hij ten prooi was. {Word', vervlgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2