I
ff'
lil:
SÏÏITJSITLli'T
De gasquaestie te Brussel.
Belgische
brieven.
N°. 127
Jaar1
Middelt)
pbxji:!
Een ontr
üsror
1
i1 ikjj
Een verslag, betreffende het onderzoek van de
penbare drinkwater-gelegenheden in de provincie
Zeeland, wordt voor de leden ter visie gelegd.
Daarna geschiedt voorlezing van een schrijven
van den inspecteur van het geneeskundig staats
toezicht alhier, dr. Dozy, waarbij hij de opmerk
zaamheid van den raad vestigt op de stinksloot
achter de Heerengracht tusschen de Noordpoort
en het Seisplein. Op sommige plaatsen is die
sloot droog en wordt zij gebruikt tot vergaarbak
van vuil, op andere plaatsen monden riolen op
die sloot uit zoodat zij op een open riool gelijkt.
De in ontbinding verkeerende stoffen bederven
bodem en lueht, hetgeen zeer nadeelig is voor de
bewoners van de aan die sloot gelegen huisjes.
Zoowel uit een aesthetisch als uit een hygiënisch
oogpunt acht de inspecteur het dringend nood
zakelijk de sloot te dempen en de zij riolen enkel
te dulden tot afvoer van waschwater, zoodat het
hoofdriool slechts geringe capaciteit behceft te
hebben. Tot atvoer van faecalien zouden alsdan
tonnen gebruikt kunnen worden.
Hoewel deze brief aan den burgemeester is
gericht, heeft de voorzitter het wenschelijk geacht
er den raad mede in kennis te stellen en stelt hij
voor den brief te stellen in handen van burg. en
weth. om daarop te letten bij de opmaking der
begrooting of een ander hun geschikt voorkomend
oogenblik. Alzoo wordt besloten.
Nog deelt de voorzitter mede dat tot tijdelijk
leeraar in de oude talen aan het gymnasium door
burg. en weth. is aangesteld de heer dr. J. Gr.
Jelgersma, te Ellecom.
Daarna legt het dag. bestuur aan den raad
over een plau tot uitbreiding van de begraafplaats,
met welk plan de commissie van fabricage zich
volkomen heeft vereenigd. Burg. en weth. stellen
voor de stukken tot 11 Juni a. voor de leden
ter visie te leggen en wanneer in dien tijd geen
bezwaren aan het dag. bestuur kenbaar gemaakt
zijn, dit te machtigen met het werk voort te
gaan. Dit voorBtel, gedaan met het oog op
het spoedeischende der zaak, wordt zonder hoof
delijke Btemming aangenomen.
Eindelijk wordt door de in de vergadering van
20 April benoemde rechtskundige commissie advies
uitgebracht ter zake het al of niet in rechten
vervolgen van D. Samuelse.
Blijkens ingewonnen inlichtingen, waarvan zij
de juistheid echter niet kan beoordeelen, is de
commissie gebleken dat Samuelse noch zijne borgen
ju staat zijn het verschuldigd bedrag van 356
te voldoen, zoodat de commissie in overweging
geeft om in deze zaak niet in rechten op te treden.
De commissie meent echter naar aanleiding
hiervan zich de opmerking te mogeu veroorloven
dat het wenschelijk is om toe te zien dat de door
de pachters te stellen borgen de vereischte finan
cieels soliditeit hebben.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de raad
zich met het voorstel der commissie.
De vergadering wordt gesloten.
Wij hebben in ons nommer van 13 Mei korte-
lijk aangegeven wat de gegevens waren, waarop
de discussies in den Brusselschen gemeenteraad
over de quaeatie van gemeente- ot particuliere
exploitatie zich moesten bewegen. Het punt van
uitgang werd bepaald aan de éene zijde door het
rapport der commissie welke adviseerde tot
exploitatie door de gemeente, van de andere zijde
door eene nota van de minderheid der commissie
welke den gemeenteraad aanraadde om met éen
der vijf ondernemers, welke concessie hadden
aangevraagd, in nadere onderhandeling te treden.
De voorwaarden, waartoe die ondernemer zich
bereid verklaarde, vinden onze lezers in het
loodrecht een dichte rookwolk omhoog; de zee
was met honderden bootjes overdekt, aan de oevers
was alles leven en beweging. Ik had Capri nooit
schooner gezien dan dezen morgen in een
lichten, goudachtigen nevel, waarbij tcch do
schoone omtrekken scherp uit kwamen, zooals men
dat alleen in het zuiden vindt. Het vroolijke
Napels blonk en schitterde, alsof het zooeven uit
de zee verrezen was en al zijn bekoorlijkheden
voor den zonnegod wilde ten toon spreiden.
De marcheso was inderdaad mede aan boord
gegaan en bewees de dames wat Italiaansche
wellevendheid en beminnelijkheid is. Hij had
plaats genomen naast de jonge dames, terwijl ik
met de gravin op eenigen afstand was gaan zitten.
Hun hartelijk gelach klonk ons in de ooren en
die jonge man scheen op dat oogenblik zóo een
voudig en kinderlijk dat men hem van geen
kwaad kon verdenken.
De gravin was stiller dan gewoonlijk, en blijk
baar niet zoo getroffen door het natuurschoon als
anders.
Half in gedachten zei zij eensklaps tot mij
„Misschien heb ik mij toch vergist!"
Ik begreep zeer goed wat zij bedoelde, ofschoon
wij sedert gisteren geen woord meer over de
gravin S. en den marchese gesproken hadden.
„Mocht dat zoo zijn f" zei ik. „Wat zou ik
blij zijn als ik wist dat onzen goeden vriend
S geen ongeluk boven het hoofd hing
genoemde nommer van ons blad. Over deze zaak
had iu drie, of liever in twee, zittingen van den
gemeenteraad eene belangrijke gedachten wisseling
plaats, waarvan wij zuilen trachten in hoofdzaak
eene trouwe afspiegeling te geven.
De heer Allard, een der drie leden van de
commissie welke in de minderheid waren gebleven,
deed uitkomen dat eene openbare aanbesteding,
in beginsel het besto stelsel, op de gasverlichting
niet is toe te passen, wijl het ondoenlijk is alle
voorwaarden der exploitatie tot cijfers te brengen.
De voorstanders eener gemeente-exploitatie achten
de gedurende vijf jaren genomen proef nog niet
langdurig genoeg om er eene slotsom uit te
trekken; zij vinden net aanvankelijk resultaat
schoon, gelooven dat de gas verbrui kers aan een
particulier niet denzelfden prijs zouden willen
betalen als aan de gemeente en dat er door het
ophouden der gemeente-exploitatie eene gaping
in de financiën der gemeente zou ontstaan. De
miuderheid der commissie daarentegen is in be
ginsel tegen iedere gemeente-exploitatie en beweert
dat deze in casu voor Brussel niet zoo voordeelig
is geweest als men wel gelooft. De gemeente
beeft een aanzienlijk kapitaal vastgezet dat be
dreigd wordt door het electrisch licht. De reke
ningen der gasfabriek toonen aan dat de geboekte
voordeelen illusoir zijn, en het gasverbruik zal
niet in dezelfde mate toenemen als dat sedert
1874 het geval was. De spreker zette daarop de
voordeelen uiteen van de particuliere aanbieding,
welke hij met eenige wijzigingen zou willen aan
genomen zien.
Welke aanmerkingen hij ook wil laten gelden
op de groepeering der cijfers van de gemeente
exploitatie, wil hij toegeven dat de geldelijke
uitkomsten nog mooi kannen blij ven, doch slechts
op ne voorwarde: dat de gemeente hare winst
zoeko van de verbruikers; dat de stad dus, als
koopman, winst zoekt te verkrijgen ten koste van
een deel harer inwoners, de gasverbruikers.
Men stelde in 1874 bij den aanvang der
gemeente-exploitatie den prijs van het gas voor-
loopig op 20 centimes de kubieke meter. Die
vooiloopige toestand bestaat nog, en terwijl men
spreekt van de groote voordeelen voor de ge
meente, klaagt het publiek over gebrek aan
voldoende drukking. Zulke klachten komen zeer
spoedig voor waar de controle en de voortbrenging
in dezelfde hand zijn, en het publiek is geneigd
om te gelooven dat de gemeente er belang bij
heeft om die klachten ongegrond te verklaren.
In een financieel betoog, dat ons hier te ver
zou leiden, beweerde de heer Allard dat de voor
deelen voor de geuiecDto door verkeerde boek
houding te hoog waren opgegeven. Hij bracht
de winst over 1879 van fr. 1,450,000 terug tot
fr. 575,000 en beweerde dat ook deze som nog
twijfelachtig moest schijnen, wijl op de kapitaal
rekening de gasfabriek voor eene niet gerecht
vaardigde hooge som veorkomt.
Het is niet te verwachten dat bij de tegen,
woordige exploitatie het gasverbruik zal toenemen,
en de jaarlijks vooruitgaande winsten spruiten
meer voort uit bezuiniging in de uitgaven dan
uit de vermeerdering van het verbruik. Dit kan
alleen ontwikkeld worden door een particulieren
ondernemer, die kan optreden als koopman wat
de stad niet kan. Daarenboven beperkt ieder
zich in het gebruik wegens de duurte. Iu 1878
werd per gazometer verbruikt 1.157 kubieke meter
gas, in 1879 slechts 1.111. Een particulier heeft
meer belang bij het nauwkeurig nagaan zijner
zaak dan de stedelijke ambtenaren; hij spoort
zijne klanten op. Daarbij komt nog dat de stad
gevaar loopt haar gausche kapitaal te verliezen,
zoodra eene practische toepassing van het elec
trisch licht wordt gevonden.
Na deze redevoering, welke eene gansche zitting
in beslag nam, behandelde in de volgende zitting
een der schepenen de quaestie van de som, waar
voor de fabriek op de boeken der stad voorkomt
waarna de beurt was aan den lieer Walravens,
„Gij weet, mijn vriend, dat ik nu en dan mijne
oogen niet meer vertrouw, daar zij wel eens iets
zien dat alleeu in mijn verbeelding bestaat. Dat kan
ook hierbij het geval zijn geweest, ofschoon ik
nog duidelijk het tafereel voor mij zie, zoo als
het zich daar, op die rots aan mijn oog voordeed.
De gravin op een sieen gezeten, de marchese voor
haar geknield, met haar rechterhand in de zijnen.
Maar het was slechts éen oogenblik! En dan
daarna die verlegenheid dor gravin, haar verwar
ring de gejaagdheid van den marchese, de
moeite die hij zich gaf om kalm te schijnen
kortom gisteren dacht ik er geen oogenblik aan
dat ik mij kon vergist hebben; maar nu heb
ik beiden goed in het oog gehouden en niets,
geen blik, geen gebaar bevestigt mijn vermoeden.
.En dan het vertrek van den marchesedat toch
onnoodig zou zijn daar wij heden het eiland
verlaten en hij door ons goen ontdekkingen meer
te vreezen zou hebben."
Ik deelde haar mede dat ook mijn opmerken
tot niets geleid had en zoo was zij met haar voor
indrukken vatbaar gemoed, zeer spoedig overtuigd
dat zij die jonge menschen verkeerd beoordeeld
had en meende zelfs dat zij den marchese eenige
vergoeding verschuldigd was.
Zij ging naar de plaats waar hij met haar
nichtjes zat, mengde zich vol levendigheid in hun
vroolijk gesprek en was zóo lief en vriendelijk
voor den marchese alsof hij een oude,
even warm vooistander van de gemeente-exploi
tatie als de heer Allard aan deze vijandig is. Ook
hij echter wilde zulk eene exploitatie niet in
beginsel verdedigenzijne rede bewoog zich geheel
op practisch terrein.
Eigen exploitatie voor de gemeente vindt men
dit is eene opgave van don schepen Delecosse
in België in 9, in Duitschland in 220, in Neder
land ia 58 en in Engeland in 75 stedeu. Waarom
nu, vroeg de heer Walravens, zou Brussel het
voorbeeld niet volgen van Berlijn, Praag en Bern.
De gemeente die eene concessie uitgeeft verricht
een métier de dupe. Is de zaak voordeelig, dan
stelt de concessionaris zich op een ongenaakbaar
standpunt; is zij nadeelig, dan komen de nadeeleu
toch ten laste der stad. Parijs betreurt het reeds
eene concessie voor 60 jaren gegeven te hebben.
De spreker beweerde dat het door de minder
heid der commissie aanbevolen aanbod zich laat
terugbrengen tot eene door de stad a 7 pc. te
sluiten leening. En wat do vermindering van
prijs betreft, dat kan de stad even goed doen als
een particulier. Zij zou het gas voor 15 centimes
kunnen geven. „'t Is maar jammer dat ze
'tniet doet", zegt de Indépendance guitig in
eene noot op haar verslag van de zitting.
De bewering dat het verbruik niet zal toenemen
bestrijdt de heer Walravens door de statistieke
opgaven van andere steden, o. a. van Manchester,
waar in 1844 M3 6.944.000, in 1849 9.912.000, in
1859 19.000.000 en in 1869 27.000.000 werd
verbruikt. Verder dan 1869 ging de medegedeelde
statistiek niet.
Over het electrisch licht maakt hij zich niet
ongerust. Te Parijs staan de acties der gasonder-
neming, welke oorspronkelijk fr. 250 groot waren,
nog fr. 1.325. Men maakt zich dus ook daar niet
ongerust.
Eene gemeente kan wel geene klanten naloopen,
doch zij kan ze aantrekken, zooals in Brussel
reeds gebeurd is door het stellen van een minde
ren prijs voor het gas in de fabrieken. Wat het
voordeelig stoken betreft, daarin staan gemeente
en particulier gelijk. Beide kunnen het voor-
deeligstc systeem opzoeken.
De volgende redenaar, de heer Bauffe, was
vooral tegen gemeente-exploitatie gestemd wegens
het dreigende gevaar van de electrische verlich
ting. „Op een goeden dag blijft bet gas waar de
vetkaars onzer vaders is gebleven." Tegen dat
gevaar moet men zich waarborgen, zelfs al kost
zulk een waarborg eene assurantie-premie.
Hij staaft zijn gevoelen met een voorbeeld.
Het Hippodrome te Parijs was met gas verlicht,
en iedere avond kostte fr. 1.1C0 a 1,200 aan licht*
Het gas is vervangen door electrisch licht en de
kosten zijn verminderd tot fr. 260 per avond.
Slechts éen stap op het gebied der toepassing van
dit iicht is meer noodig om het geschikt te maken
voor huiselijk gebruik, en die stap kan iederen
dag gedaan worden. De stad lijdt dan een enorm
verlies op hare fabriek.
Is het billijk, vraagt de heer Bauffe zich
verder af, dat de straatverlichting door de
gasverbruikers betaald wordt Zij komt de
Brusselsche verbruikers thans te staan op S7/10#
per M3. Zijn laatste argument tegen de gemeente
exploitatie was dat, indien de gemeente winst
behaalt, in den prijs van het gas eene belasting
is begrepen, slechts door enkelen betaald, die nog
door zich in het verbruik te beperken, de som
dier belasting zelve kunnen regelen.
Een derde spreker, de heer Richald, trad daarop
bij zijne verdediging van de gemeente-exploitatie
in eene zee van berekeningen, aan welker ver.
melding de Brusselsche bladen zich niet wagen,
doch welke misschien meer dan de algemeece
beginselen deu doorslag bij de stemming hebben
gegeven'. Want in eene derde vergadering, waarin
geene nieuwe elementen in het debat werden ge
bracht, besloot de gemeenteraad met 21 tegen 4
stemmen de gemeente-exploitatie voort te zetten.
kennis ware, die zij na jaren weer ontmoet had.
Zoo kwamen wij te Napels aan en namen zeer
hartelijk afscheid van den marchese. Wij drukten
elkaar herhaaldelijk de hand, hij beloofde ons in
Duitschland te bezoeken en wij moesten hem be
loven, als wij weer te Napels kwamen, hem als
cicerone te gebruiken.
„A rivedercij a rivedercimarchese! riepen de
dames hem nog toe en weldra was hij onder de
menigte verdwenen.
A river der ciChï lo sa!
(Tot wederziens Wie weet
Wij besloten, om nog dienzelfden middag naar
Rome te vertrekken en dus begaf ik mij om twee
uur met mijn knecht naar het bureau der stoom
bootmaatschappij om de koffers, die wij daar
hadden laten staan, af te halen.
Het was een half uur vóór het vertrek der
stoomboot naar Ischia en zooals gewoonlijk, was
de aanlegplaats vol schreeuwende en dringende
menschen. Op straat wemelde het van karren en
rijtuigen, van scheepsagenten die iedereen vast
hielden om do voortreffelijkheid hunner stoomboot
aan te prijzen, van pakjesdragers die de reizigers
parapluies en mantels uit de handen rakten, van
kinderen in lompen gehuld, die over hun hoofd
buitelden, om een stuiver te* verdienen, van
kooplieden die stokken, koralen en lava-ornemen
ten te koop aanboden, kortom bet was de
haven van Napels et e'est tout dire! Mijn
Brussel27 Mei 1880.
De clericalen zullen bij de verkiezingen van
den 8en Juni geen slag leveren te Brussel. Dat
was te voorzien. Een strijd ondernemen zonder
de minste kans op slagen, kosten en moeite ver
loren te laten gaan dat zou des te minder
politiek geweest zijn, wijl het voor de ultramon-
tanen zaak is al hunne beschikbare krachten
samen te trekken waar zij tot heden meester van
het terrein zijn en waar zij ditmaal een harden
dobber zullen hebben, te Antwerpen en te Namen.
Bij gebrek aan clericale candidaten zullen wij
toch te Brussel eene lijst van vier candidaten
hebben tegenover die van de Association libérale
welke de herstemming der aftredende leden aan
beveelt. Evenals in het vorige jaar te Amsterdam
geschiedde, zullen ook thans te Brussel werklieden
candidaat gesteld worden, welke de vaan van het
algemeen stemrecht dragen. Ik laat de personen
der candidaten daar. De keuze is niet zeer
gelukkig en er niet op berekend om propaganda
te maken voor het algemeen stemrecht. Op het
feit zelf echter wil ik uwe aandacht vestigen.
Het denkbeeld om op de census-kiezers zelve een
beroep te doen om zich ten voordeelo van het
algemeen stemrecht uit te spreken is een teeken
des tijds.
Een nog opmerkelijker teeken is eene redevoe
ring van den heer Van der Taelen, wethouder
voor financiën te Antwerpen en candidaat der
liberale vereeniging aldaar bij de aanstaande ver
kiezingen. De heer Van der Taelen heeft zich
onbewimpeld een voorstander van het algemeen
stemrecht verklaard.
Laat ik u herinneren dat ik reeds lang geleden
in mijne brieven aan uw blad gesproken heb van
eene nog half slapende, maar toch bestaande
beweging ten gunste van het algemeen stemrecht
hier te lande.
Ik ken de tegenwerpingen tegen dezen maat
regel. Om het rechtstreeksch en algemeen
stemrecht in te voeren, zegt men, moet het
land erop voorbereid zijn; anders is het gelijk
een graankorrel, geworpen op eene rots. De
vrijheid waait een volk zoo maar niet aan, even
min als de overgang van duisternis tot licht
plotseling geschiedt. Slechts langzaam verspreidt
zich het licht over de aarde.
Dat is eene sterke redeneering. Doch, wie moet
beslissen of het geschikte oogenblik gekomen is
De censuskiezers? Maar dat zou hunDe abdicatie
zijn en men doet niet gaarne vrijwillig afstand
van macht.
Ik zou eene oppositie kunnen begrijpen die
zeidè: Laat ons langzaam, met kleine schreden
vooruitgaan zooals in Engeland. Hier in België
echter zegt de heer Fiére-Orban „noch in eens,
noch in tweeën, noch in drieën, nooitEen
staatsman moest zich hoeden voor zulk een uitspraak,
welke niet te herroepen is.
Men kan deze hervorming van het kiesrecht
bestrijden op grond van de ongeschiktheid der
tijden daarvoordoch wie zou kunnen betwisten
dat het rechtstreeksch en algemeen stemrecht op
politiek gebied de werkelijke uitdrukking des
rechts is?
Dit recht bestaat voor ieder volk, doch inner
lijke ongeschiktheid van het volk zelf kan het
raadzaam maken de uitoefening van dat recht te
beperken. De geschiktheid wordt bepaald door
de ontwikkeling, welke wederom wordt verkregen
door onderwijs. En daarom is het volksonderwijs
eene heilige schuld der regeeringen aan de volken.
Indien dan de op den census steunende regee-
ringen het ieehtstreeksch en algemeen stemrecht
nog niet willen geven, laten zij dan toch eene
ruime hand hebben voor bet onderwijs. Zoodoende
zullen zij althans aan hunue oppositie een schijn
van reden, zooniet van recht geven.
Wij verschillen zooals onze lezers kannen weten
op dit punt met onzen correspondent in gevoelen.
knecht had de koffers op een vigelante geladen
en ik beloofde den koetsier een goede fooi als hij
mij snel naar het station bracht. Voort ging het
in vliegenden galop.
Op den hoek eener zijstraat reed ons een ander
rijtuig in dezelfde vaart te gemoet zoodat de
beide voerlieden hunne paarden moesten inhouden
om een botsiug te voorkomen en toen ik toe
vallig in dat rijtuig keek, was het alsof ik door
den grond ging. Naast den koetsier zat de
cavaliere met een klein reistaschje in de hand,
terwijl de marchese geheel alleen, nonchalant
achterover in het rijtuig lag. Hij reed blijkbaar
weer naar de haven.
Wordt vervolgd.)
Ml
me
Afzc
Hoofdal
De burgemeester en I
maken bekend
dat het verslag
meente over 1879, dol
art. 282 der gemeent^j
gedaan, U gen betaling
J. C. W. Altorfferll
Middelburg, den 2
De bur
De heden namiddag)
dering der kamer
alhier, was uitsluiten!
van ingekomen stukk|
ook een schrijven vaf
ring van het Congr\
et de Vindu8trie te B
ding van een 25tal
deelneming aan het
Op voorstel van do
om dank te betuige:
een of meer leden
•daarvan bericht te z]
De leden bleven i
In de heden all
_yan de afdeeling /fcf
tot bevordering van
land werd ver worp
der afdeeling, waarv:
gemaakt als wensc)
van niet-leden kos
Eveneens werd ver
comité voor inzendi
de internationale te
een subsidie of op a
Eindelijk werd aac
in den loop van dit
stelling van rundvee
in de eerste helft i
del burg, op een daal
S. van Straten aang
weg, zal plaats hebll
In een volgend noj
verslag.
De audiëntie va|
zal aanstaanden
plaats hebben.
Ingevolge eene
tusschen Nederland]
4.
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS
IE MIDDELBURG.
Ik verzweeg dezl
doch gevoelde mij
ongerust over het
in zulk een korten)
mijne gedachten vol
Het ging mij et
kennismakingen op
Na eenige weker
den graaf S.
thuiskomende drukll
had met wien ik o,
hen geheel en al.
In September va
eeuigen tijd naar P
Mei i» de Kue