mm Donderdag (ET TUINTJE, >k.banl£ -SCHELDE. af Middelburg, 26 Mei. ïdbrieven uit tot eeu heeren J. A. ZIP, Mid- e; C. VER. I (KAMER WPz^ .UXE-ARTIKELEN, jLFT B 146, ■ENJean Marie Farina [Noord wij ker Reukwater, lichte Eau d'Auvers vau UUR: traat, IA 3%. 123. I5Se Jaargang lingmagazijn, ITHEWES. IERKER9 benoodigfl, mtasiewerk, tegen hoog 1onbekwaam onnoodig RS BEDIEVOE ge. |ONT, Z zijde Dam. of tAVhotaaiiR 1 Adrea Noordpoortstraa^ eene DIENSTBODE kt, E 60. li eene DIENSTBODE Bt kunnende koken. Adres |ANT00R St. Pieterstraat. inkomend MEISJE D'HÜIJ. iotdienst RG EN ROTTERDAM.. in Mei en Juni. VA» BOTTEEDA*: Woensd.26 morg. 11,30 u. Vrijdag. 28 11,30, Zaterd. 29 11,30, Maand. 31 mldd. 1, Dinsdag 1 morg. 11,30, Woenad. 2 11,30, I Donderd, 3 midd. 1, Vrijdag 4 1,—, Zaterd. S 1, Maand. 7 1, lugustus. U. M. U. M. u. M. 1.15, 3.45 en 5.45. 1.45, 4.15 6.15. AANPAS, WOENSDAG en ZATERDAG. orm. 7.30 nam. 4. 4.30 10.30 11— 6.midd. 12.— 6.30 nam. 12.30 srljjk 2 uren op ig voor dien dag. 5.37 6.38 4.45 *5.59 *6.40 7.57 9.6 10.25 1 9^15 10.35 6.50 6.5; 7.52 8.45 9.12 10.18 10.41 10.50 11 5 10.55 2.5 G.S& 0 10.40 1.45 6.10 11.50 3 15 7.30 5 12.40 3.55 8.15 5 1.3 4.13 8.35 0 1.20 4.30 8.50 15 Augustas. MIDDELBURGSUHE COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks; met nitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent! 27 Mei. Advortentien: 20 Cent per regel? Geboorte-, Tronw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère G. L. Daiibi en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbacb en Jonis. GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg tioaakt be kend, dat op Vrijdag den 28en Mei 1880, des namiddags te halt 3 uur, een openbare zit ting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 25en Mei 1880. De burgemeester voornoemd, PIOKÉ. De gemeenteraad van Middelburg, zal op Vrij dag den 28 dezer, des namiddags te half 3 uren, een openbare zitting houden ter behandeling der volgende zakeningekomen stukkenrapport en voorstel van burg. en weth. omtrent het schrijven van mej. Gerth van Wijk, betrekkelijk hare benoeming tot directrice der middelbare meisjes school j at en overschrijving gemeentebegrooting 1879idem begrooting burgerlijk armbestuur 1879; idem begrooting bestuur cLr godshuizen 1879. Heden morgen had ten raadhuize alhier de opening plaats van de in bet hoofdkiesdistrict Middelburg ingeleverde stembiljetten voor de verkiezing, bij herstemming, van een lid der pro vinciale staten van Zeeland. Ingeleverd waren 758 biljetten, waarvan 6 van onwaarde werden verklaard, zoodat het getal geldige stemmen 752 bedroeg. Op den heer J. G. Lantsheer, werden 428 stem men uitgebracht, terwijl de heer dr. J. van der Beke Callenfels er 324 verkreegeerstgenoemde is alzoo gekozen. In de verschillende gemeenten van hét kies district is gestemd als volgt 25 Mei 11 Mei Middelburg 245 226 van de 478 kiezers. Viis9ingen 123 129 260 Veere 20 12 33 öostkapelle 32 23 42 Domburg 27 16 37 Vrouwepolder 23 17 39 Serooskerke 29 20 50 Aagtekerke 25 15 34 Grijpskerke 22 18 35 Westkapelle 21 15 53 St. Laurens 15 8 30 Meliskerke 15 8 35 Zoutelande 13 8 27 Biggekerke 20 8 43 O. en W. Soub. 24 14 47 Koudekerke 36 28 75 Kitthem 22 15 25 N.enSt. Joosl. 27 22 33 Arnemuiden 19 11 n 32 758 613 van de 1408 kiezers. Het in druk verschenen verslag van het onder zoek van publiek te verkrijgen drinkwater in deze provincie, door den geneeskundigen raad medegedeeld in zijne vergadering van 28 November 1879 (zie Midd. courant van 2 Dec. 1879), ont leent een bijzonder belang aan den toestand van het oogenblik, nu bij het heerschend gebrek aan drinkwater het te vreezen is dat veel voor de gezondheid schadelijk water wordt gebruikt. „Een eerste vereischte van zniver drinkwater, zegt de geneeskundige raad, is, dat het helder, kleurloos en reukeloos moet zijn. Voldoet het hieraan niet, zoo kan men terecht zulk water verdenken, en zal een nader onderzoek moeten uitmaken, of het raadzaam is het te gebruiken; voldoet het wel aan dit vereischte, zoo bewijst dit nog niet, dat zulk water als drinkwater direct goedgekeurd kan worden; dit is o. a. het geval met regenwater, dat hoewel loodhoudend, toch helder, kleur- en reukeloos kan zijn. Het voort durend gebruik van dergelijk water kan niet anders dan de schromelijkste gevolgen na zich sleepen. Niet minder kan dit het geval zijn met wel- of putwater, dat, als zuiver regenwater op den bodem vallende, daarin sijpelt en stoffen mede voert, die in zuiver water niet thuis be- hooren, vooral niet wanneer de bodem verontrei nigd is met rottende dierlijke of plantaardige overblijfselen. In zoo'n geval kan het water zelfs gekleurd, een melkblauwen weerschijn ver- toonend, troebel en stinkend zijn." Het regenwater viel bij het onderzoek over het algemeen mede. Anders echter was dat met het welwater. „Het feit, zegt de raad, dat ons zoogenaamd welwater in den regel niet anders is dan zakwater, d. i. water, dat door de bovenste lagen der aarde heen sijpelende, allerlei stoffen en ontledingsproducten van rottende plantaardige of dierlijke stoffen in zich opneemt en medevoerfc in den welput, of direct gevoed wordt door beerputten, in de nabijheid gelegen, maakt het noodig zoowel op de physische eigenschappen te letten, als op de scheikundige samenstelling, d. w. z. op den aard en de hoeveelheid der vaste stoffen, daarin bevat. Water dat èn een groot gehalte aan organische stoffen bevatte èn een te sterken neerslag met looizuur of eene reactie vertoonde, waaruit bleek dat er vermoedelijk verband bestond met beerputten, werd in het verslag onvoorwaardelijk afgekeurd. Ofschoon zulk water dikwijls zonder nadeel schijnt gebruikt te kunnen worden, is het toch ten strengste als drinkwater af te keuren, daar het nevens de in ontbinding verkeerende stoffen ook smetstoffen kan opnemen, afkomstig van menschen en dieren, die aan besmettelijke ziekten lijden." Dit verslag handelt uit den aard der zaak slechts over dat drinkwater, dat op openbare plaatsen voor het publiek verkrijgbaar is. Nu in de laatste dagen zoo menige welpomp, welke vroeger daarvoor niet gebruikt werd, voor drinkwater wordt aangesproken, komt het ons niet overbodig voor de waarschuwing vau den geneeskundigen raad onder de oogen onzer lezers te brengen en er hen opmerkzaam op te maken welke smetstoffen, oorzaken of bevorderaars van ziekten, zich in onzen bodem bevinden. Ieder die zich genoodzaakt ziet dit welwater voor drink water te gebruiken, zal wel doen het eerst te laten onderzoeken. Het bureau van den genees- kun digen raad voor scheikundige en microscopische onderzoekingen biedt daarvoor eene uitnemende gelegenheid. Beter nog wellicht doet men met zich van water uit de Vlissingsche zuiveringsmachine te voorzien dat heden alhier verkrijgbaar gesteldis. De zeeloodsen te Ylissingen hebben eenparig besloten om de weduwen hunner met den loods- schoener no 1 verongelukte kameraden nog gedu rende drie maanden een vol aandeel in de verdiensten toe te kennen. Schouwen Dniveland, 25 Mei. Den 19en dezer is te Wiesbaden overleden de heer J. G. J. van den Bosch, een Nederlander wiens leven den landbouw gewijd was. Zijn arbeidsveld was de Wilhelininapolderdaaraan behooren de beste jaren zijns levens; daarop heeft hij, het werk zijns vaders voortzettende, den stempel van zijn krachtigen geest gedrukt; daaraan heeft hij voor altijd zijn naam verbonden. Heeds onder zijn bestuur richtte zich aller vinger daarheen, om het uitgelezenste plekje van vergevorderde landbouwontwikkeling in Neder land aan te wijzen. Ook op het gebied van den geest heeft de heer Yan den Bosch menige korrel gestrooid, die een zaad bevatte dat honderdvoudige vrucht voort bracht. Hij is op tachtigjarigen leeftijd weggenomen, maar zijn werk blijft leven, en al weten we voor het oogenblik niet, waar ze hem gelegd hebben, dit hindert niet om zeker met de geheele voorhoede van den Nederlandachen landbouw in gedachten een krans te leggen op zijn graf. Poortvliet. 25 Mei. De vergadering van ingelanden van het waterschap Poortvliet heeft heden voor de vacature van dijkgraaf des polders een drietal opgemaakt, en daarop geplaatst de heeren: P. Daane van Stapele, aftredend dijkgraaf, A. de Bijke en W. van de Vate, beide gezworenen. Aan onze koningin is het grootkruis der Spaan- sche orde des Lames Nobles geschonken, waarvan de versierselen haar door den Spaanschen gezant hier te lande zullen worden aangeboden. De Pruisische autoriteiten hebben dezer dagen het terrein van het Haaren-Groninger kanaal tot aan de Nederlaudsche grenzen geïnspecteerd. Op het Pruisische terrein is het kanaal gereed, doch op het Nederlandsche moet het nog in 1880 in gereedheid komen, wat trouwens slechts een ge ringe arbeid zal zijn. Van de drie interterritoriale noordelijke kanaal-aansluitingen met GroningeD, Drente en Overijssel zal dus die met Groningen bet eerst tot stand gebracht worden. De statuten der Zuider-stoomtramwegmaatschap- pij, waardoor de lijn BredaOosterhoutGeer- truidenberg zal worden geëxploiteerd, zijn bij koninklijk besluit goedgekeurd, zoodat met den aanleg dier lijn eerstdaags een begin zal worden gemaakt. Het voorloopig comité voor de Londensche zuiveltentoonstelling heeft volgens de laatste opgave bijna ƒ4000 bijeen. De ernst der zaak wordt dus door onze belanghebbenden bij den landbouw begrepen. Er is echter meer geld noodigde commissie vraagt 10,000, zoodat het gegeven voorbeeld nog door velen dient gevolgd te worden. Een aantal oud-kweekelingen van de Amsterdam- sche Kweekschool voor Zeevaart hielden eergisteren te Amsterdam eene bijeenkomst om maatregelen te beramen tot eene waardige viering van het honderdjarig bestaan dier inrichting in het volgende jaar. Aan den viee-admiraal Fabins zal het eerevoorzitterschap der volgende bijeenkomsten worden aangeboden. Aan het gekozen bestuur werd opgedragen het plan voor een eeuwfeest te ontwerpen en van de eigenlijke reünie van oud-kweekelingen, waarbij ter overweging aanbevolen: lo Het schenken van een huldeblijk aan de school door hare oud-kwee kelingen, bestaande in een beurs van p. m. f 4000, om daaruit een verdienstelgk maar onbemiddeld jongeÜDg in de kweekschool te doen opnemen;2o. een gedenkstuk als blijvend aandenken aan deze reünie aan de school aan te bieden. Men deelt mede, dat het bestuur van de Kweekschool voor machinisten te Amsterdam van den minister van binnenlandsche zaken de toe zegging heeft ontvangen, dat een subsidie van /"5000, ten behoeve dier inrichting, in de staats- begrooting voor 1881 voorgedragen zal worden. Arnhct.) In het tijdperk van 18 April tot 15 Mei 1880 zijn, blijkens ingekomen ambtsberichten, door longziekte twee runderen in Zuid-Holland aange tast. In het vorige tijdvak van vier weken waren 9 runderen door die ziekte aangetast. De St. Ct. bevat de statuten van de naamlooze vennootschap Nederlandsche Tramweg maatschappij te Utrecht. Zaterdag marcheerden een veertigtal jongelieden leden van de gymnastiek- vereeniging Ulysses te Haarlem en een aantal anderen, meest allen leerlingen van de hoogere burgerschool en van het gymnasium met witte broeken, strooien helmen en het geweer op schouder, onder aanvoe ring van den heer Martin, onderwijzer in de gymnastiek aldaar, den Overveenschen weg op, om eene militair-gymnastische promenade te honden. Te Bloemendaal gekomen, verdeelden zij zich in twee partijen, die zich beiden ten doel stelden, zich van een bepaald punt in Velsen meester te maken en dat dan tegen de andere partij te ver dedigen. Nadat men zich hiermede van twee tot zeven uur ijverig bezig gehouden had, vereenrgden de strijders zich te acht uren te Velserend aan een maaltijd, en brachten verderden nacht grootendeeis met veld- en voorpostendienst door, waarbij de heer Martin zorg gedragen had, dat het niet aan avonturen ontbrak, geschikt om den moed en de krijgstucht zijner manschappen op de proef te stellen. Des ochtends te zeven uren werd door eenigen hunner soep gekookt, die allen een welkom en smakelijk ontbijt was. Tegen den middag keerde men hoogst tevreden over de expeditie naar Haarlem terug. De trekkracht op de tramwegen. Reeds vroeger (zie M. Ct. van 23 en 24 Juli 1879) spraken wij over de trekkracht op da tramwegen, maar hadden teen meer hepaald den stoom ais trékkracht op het oog. Daar het bij stoomtramwegen kan voorkomen, dat het raadzaam is in sommige gevallen paarden als trekkracht te gebruiken b. v. voor verbinding van een op betrekkelijk kleinen afstand van de hoofdlijn verwijderd dorp, fabriek enz., kan het wellicht zijn nut hebben, zij het ook in grove trekken, na te gaan welken arbeid men onder gewone om standigheden van een paard kan vorderen, zonder de gezondheid van dat dier te benadeelen. Verschillende ingenieurs en natuurkundigen hebben nagegaan, welke kracht het paard by onderscheiden arbeid heeft te verriehten. Coriolis heelt bevonden, dat een paard voor een rijtuig gespannen, met eene snelheid van 4 kilometers per uur loopende, 10 uur daags arbei dende eu daarbg een kracht van 50 kilogram ontwikkelende, een dagelijkschen arbeid van 200.000 kgm. zal verrichten. Ais het paard daarentegen met eene snelheid van 8 kiloin. per uur loopt, zal het niet meer dan 30 kilogram kunnen trekken. Het zal dan niet meer dan 32 kilometer kunnen doorloopen en zijn arbeid zal slechts 96.000 kgm. vertegenwoordigen, dat is ongeveer de helft minder dan wanneer het stapvoets gaat. Men ziet uit deze cijfers, dat er een belangrijk voordeel in gelegen is, ten opzichte van den mechanischen arbeid en hot behoud der paarden, ze slechts stapvoets te laten gaan als zij veel kracht moeten inspannen, b. v. bij het beklimmen van hellingen en het doorrijden van bochten en hoe nadeelig het is deze in draf te passeeren, hetgeen toch zoo dikwijls plaats vindt. Dikwijls komen de gevolgen van den te zwaren arbeid der dieren eerst na éen ot twee maanden voor den dag. In het algemeen wordt de dage lij ksche arbeid der paarden te hoog geschat. De maximum.kracht der paarden bedraagt tnsschen 300 en 500 kilogram. Men schat ze gemiddeld op 400 kilogram. Op het oogenblik van het aanzetten, wordt dikwijls een abnormale kracht gevorderd; van daar, dat het zoo nadeelig is dikwyis op te houden, hetgeen voor een tramwegdienst natuurlijk onvermijdelijk is, wyl de dieren genoodzaakt zijn ieder oogenblik zulk een abnormale kracht te ontwikkelen. Vandaar de noodzakelijkheid om het materiëel zoo licht mogelijk te maken, paarden van een sterk ras te nemen en van deze niet te veel dienst te vorderen. Een belangrijke maatregel om het materiëel en de paarden te besparen isvolkomen stilhonden van het rijtuig te vermijden. Een bekwaam koetsier moet den gang van zijn rijtuig zoodanig weten te regelen dat, zonder dat het rijtuig tot volkomen stilstand komt, de reiziger, zelfs gebrekkigen ter been, met hulp van den conducteur knnnen in- en uitstappen. Hij vermindert zoodoende de kraoht welke noodig is voor het aanzetten en verlicht daardoor den arbeid der paarden. Dit doen enkele koet siers van de Amsterdamsche Omnibus-maalichappij zeer handig. Het zon voor de tramwegonderne mingen van veel belang zijn, als die maatregel meer algemeen werd toegepast. Verder is aan te bevelen, de rails goed schoon te houden, waardoor de wrijving vermindert. De rail van den tramweg is meestal de zooge naamde groeirail. In hetzelfde viak van den straatweg gelegen, krijgt hij al het vuil, dat hem de gewone rijtuigen aanbrengen. De groef is nooit volkomen schoon, en het slyk en de stof die er zich in ophoopen honden den flens der wielen tegen. De rail zelf is evenmin schoon en men heeft hem niet zonder reden kunnen vergelijken met een rail van een gewonen spoor weg waarop zand gestrooid is. De rail op den gewonen spoorweg is altijd schoou; zijn bolronde vorm beschut hem voor slijk on stof. De regen maakt hem schoon, terwijl de groefrail daardoor vuiler wordt. Men ziet dus welk een groot voordeel erin gelegen is om zoo mogelijk den vorm van den spoorwegrail, ook aan dien van de tramwegen te geven.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1