1880. ugustus. Zaterdag 22 Mei. oonhuis, nkelhuis, Lderwijzer, N«: ii9. I23« Jaargang? Nationale Militie, HELMAB. ËVRAAGD: :elhuis, :xjis, JIJR; SCHELDE. er lijk 2 uren op te te Middelburg, 21 Mei. Drinkwater. t om tot M'lnkel- tcht, met adelijk te aanvaarden, a van huurprijs worden entie- bureau van J. O* >n, onder letter 8. d een itvlotstraatletter N, ill a. s.: letter C n° 23. KOSTGAST KERS te abnehiiiiibn all e, k. d dienst te 550. irzocht hunne stukken k. portvrij in te zenden gemeente. ;d, bij C. LEIJNSE, Adres Boekh. D'HÜIJ. K terstond benoodigd. otdienst RGf EN ROTTERDAM, in Mei en Juni. van rottendam; Vrijdag 21 'morg. 11,30 u. Zaterd. 22'smidd.l, Maand. 24 1, Dinsdag 25 morg. 10, Woensd.26 11,30 Vrijdag. 28 11,30 Zaterd. 29 11,30 Maand. 31 midd. 1, Dinsdag 1 morg. 11,30 Woensd. 2 11,30 Donderd. 3 midd. 1, U. M. O. M. M. 1.15, 3.45 en 5.45. 1.45, 4.15 615. I AND AG, WOENSDAG en ZATERDAG. 7.30 nam. 4. 8.— 4.30 10.30 11.- 6.midd. 12.— 6.30 nam. 1H.30 ig voor dien dag. 6.3? 6.38 4.45 5.59 *6.40 7.57 9.6 10.25 *9.15 10.35 6.50 6.5 7.52 8.45 9.12 10.1» 10.41. 10.60 11 MIDDELBURGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zjjn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentlen: 20 Oent per regel! Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 1,60 iedere regel meer 0,20, Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère G. L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Eisbach en Jowis. Oproeping -tan verlofgangers der lichting 1ST8. De burgemeester van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 12 April 1880, A no. 1192, 3e afdetliDg Provinciaal blad no. 39), roept bij deze op de in deze gemeente wonende milicien-verlofgangers der lichting 1878, behoo- rende tot de 24® en 26e compagnie vesting artillerie, om op den tijd en plaats als in dc aan hen nit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun vertrek met groot verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun korps te vertrekken. Zij moeten zich vooraf en wel op Zaterdag den 29 Mei a. des voormiddags tusschen 10 en 11 uren bij den burgemeester hunner woonplaats aanmel den, voorzien van hun verlofpas, teneinde de noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit verlangen en daarop recht hebben, te ontvangen. De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps Zij die niet aan de oproeping voldoen, worden als deserteurs behandeld; terwijl degenen, die door ziekte verhinderd worden op den bepaalden dag onder de wapenen te kom^n, van die omstan digheid, onder overlegging van eene verklaring van den geneesheer, tijdig kennis behooren te geven aan den burgemeester. Na hun herstel vervoegen zij zich bij hun korps. Middelburg, den 20 Mei 1880. De burgemeester voornoemd, N.C. LAMBRECHTSEN VAN R1TTHEM, l.b. ii. Konden wij in ons opstel van 19 dezer, toen ons doel was de aandacht te vestigen op een hulpmiddel om in de oogenblikkelijk be staande behoefte aan drinkwater te voorzien, de mededeeiingen van den heer Van Diesen op den voet volgen, thans, nu wij ons de beschouwing voorstellen van eene aanwezi ge bron van bestendigen water-aanvoer, zien wij ons genoodzaakt uit den tot onze beschikking gestelden schat van wetenswaardige bijzonderheden eene keus te doen. De onder zoekingen van den heer Van Diesen toch, reeds in 1874 aangevangen, liepen eensdeels over gegevens en behoeften, waarvan sommige in middels reeds weder wijziging hebben onder- FEUILLBTOIT. 30. 5 10.55 2.5 0 10.40 1.45 11.50 3.15 5 12 40 3.55 5 1.3 4.13 0 1.20 4.30 15 Augustus. 6.26 6.10 7.30 8.16 8.36 8.60 £eu roman uit de VAM FANNY LEWALD. DRIEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK. Mijne vrienden zagen dat het mij goed bij hen beviel en daar zij mij ook gaarno mochten lijden, hadden zij gaarne gezien dat ik onder de meisjes daar in de bnnrt een vrouw koos. Zij deden mij zelfs deze en gene aan de band en telkens moest ik toegeven dat zij zeker een voortreffelijke huis vrouw zou zijn; dat ik de eene even goed kon nemen als do andere als ik het kon indien ik niet naar Parijs moest om Berlijn te ontwijken; maar dan moest ik toch eerst naar Berlijn terug en dat had nog geen haast. Kortom ik bleef en bleef en wachtte ik wist zelf niet waarop en was hoogst verbolgen op mijzelven wanneer ik weer een zweem van hoop meende te bespeuren, waarover ik mij diep zou moeten schamen. Ik bevond mij in die crisis ran zelfbedrog, welke gaan, en omvatten anderdeels wetenschappelijke nasporingen, welke in haar geheel voor ons oogmerk minder geschikt en voor verkorting niet wel vatbaar zijn. In hetgeen volgt is dus de arbeid van den heer Van Diesen slechts in zooverre betrokken, dat wij aan hem het licht danken, hetgeen wij in staat zijn over het onderwerp te verspreiden. Vorm en voor stelling komen grootendeels voor onze verant woording. De aanvoer van zuiver drinkwater voor op éene plaats wonende menschen-massa's, is een vraagstuk dat in onzen tijd eene eigen aardige beteekenis heeft verkregen. De weten schap heeft proefondervindelijk aangetoond dat onzuiver drinkwater met organische be- standdeelen en microscopische levende wezens behept en daardoor eene vruchtbare bron van ziekte is. Zij heeft op dezelfde wijze doen zien dat de bodem van alle steden, door de daarin dringende, van de bewoners afkomstige onreinheden op den duur zoodanig vervuild wordt, dat het daaraan ontleende water voor de gezondheid schadelijk wordt gemaakt. Zij heeft ook het rivierwater aan haar onderzoek onderworpen en bevonden dat het daarin op genomen vuil, afkomstig van den afvoer van drekstoffen, fahrieks-afval enz., het in niet mindere mate ongezond maakt. Zoo, om slechts éen voorbeeld te noemen, is bij de onderzoe kingen van den hoogleeraar Oudemans gebleken dat het water van den Rijn, geschept bij Pannerden, dus bij zijn intreden op Neder- landsch grondgebied en vóór dat het nog op onzen bodem verontreinigd is kunnen worden, bij verdamping een overschot van vaste stoffen oplevert, dat zulk een walgelijke lucht van zich geeft, dat ieder, die er zich den neus aan ophalen moest, de lnst vergaan zou om ooit weder met Rijnwater zijn dorst te lesschen. Aan deze, eerst nn proefondervindelijk en wetenschappelijk aan 't licht gebrachte bron van ongezondheid ^jn de menigvuldige ont werpen te danken, om door wegvoering van drekstoffen en vuil langs andere wegen, bodem en rivieren voor bederf te bewaren. Verder dan tot den rang van ontwerpen hebben die maatregelen het echter nog slechts bij uitzon dering kunnen brengen. Vooroordeel, tegenzin in iets nieuws, waarvan het nut door de we tenschap maar zelden op tastbare, algemeen begrijpelijke wijze kan aangetoond worden, moeilijkheid om in sedert eeuwen bestaande toestanden verandering te brengen endedaar- de liefde alle wijzen en dwazen doet ondergaan. Onderwijl kortten de dagen, mijn werk was af en daar ik dns geen enkele geldige reden had gevonden om langer buiten te blijven, bevond ik mij op zekeren avond weer in mijn atelier in de stad, waar ik het zeer gezellig en stil vond, na al dien tijd znlk een aangenaam huiselijk leven geleid te hebben, en toch deinsde ik terng voor het denkbeeld om mij ooit voor goed aan zulk een leven te binden. Ik bevond mij in een alleronaangenaamste positiehet jong gezellenleven stond mij tegen en van een huwelijk zooals ik kon doen, wilde ik niet weten. Ik verweet mijzelven spottend dat ik zoo verwaand was van mij te verbeelden, dat ik van de liefde de grootste offers mocht eischen, zonder die zelf als zoodanig te beschouwen. Dat bad Dora met recht kwalijk genomen en dat had mij van het gelnk beroofd, dat ik gedurende het voorjaar had gesmaakt en daar was ik weer op mijn stok paardje beland, dat ik zoo lang in toom had gebonden. Een paar uur na mijn aankomst wilde ik mij naar het koffiehuis begeven waar ik 's avonds altijd mijne vrienden kon vinden, toen ik vlak bij mijn woning Clamor ontmoette, dienaar huis ging. Wij gingen een eindweegs samen en ik vroeg natuurlijk naar zijn iamilie. Hij vertelde mij dat zijn vronw en kind nog by zijne ouders waren, da t alles wel wae, dat hot op de goederen aan gepaard gaande groote onkosten, dit alles staat aan het bereiken van den gewenschten ygieruBchen toestand in den weg. Van daar de in verschillende steden toegepaste stelsels om óf aan het verontreinigde water zijn zui verheid terug te geven, óf aan andere bronnen gezond drinkwater te ontleenen. Het om zijne onreinheid beruchte Maaswater wordt te Rotterdam gedurende de laatste uren der eb, alzoo vóór de verontreiniging die het bij zijn stroomen langs de stad ondergaat, in gelaten en gezuiverd door gewone filters van een meter dikte, samengesteld nit éen laag grint, éen laag grof rivier- en éen laag fijn zand. In strijd met de aanvankelijk gekoesterde ongunstige verwachting, is deze filtratie, nadat de filters in zekere mate met lagere planten soorten begroeid zijn, voldoende gebleken voor gewone omstandigheden; dat is wanneer er geen epidemie heerseht. Mocht deze intreden, dan wordt, voor de betrekkelijk geringe hoe veelheid die tot drinken en tot het bereiden van spijzen bestemd is, klaring met ijzer-chlo ride of op andere wijze noodzakelijk geacht. Gunstiger dan aan rivieren gelegen steden zijn in dit opzicht Amsterdam, Den Haag en andere plaatsen bedeeld, die uit de, naar het schijnt, onuitputtelijke verzamelplaatsen in de duinen, het door het zuivere zand van deze natuurlijk gefiltreerde hemelwater kunnen ontleenen. Middelburg en Ylissingen mogeD zich in die gunstiger ligging verblijden. Dat het wen- schelijk zou zijn daarvan gebruik te maken, behoeft nauwelijks betoog wanneer men zieh herinneren wil, niet slechts ae schaarschte in de regenbakken waarvan wij thans het onge mak ondervinden, maar ook den weg dien het daaraan ontleende drinkwater heeft afgelegd door met rook en dampen bezwangerde lucht lagen, over daken en goten waarop allerlei vuil is gevallen. Niet zeldzaam zijn in onze omgeving de ziektegevallen, veroorzaakt door loodvergiftiging in zekeren graad, het gevolg van oxydatie der goten door verontreiniging. Wat de in ons vorig opstel aangewezen bron, het distilleer-toestel te Vlissingen, betreft, het sgreekt van zelf dat deze tot den besten digen aanvoer van drinkwater voor twee be- bevolkingen van ruim 26,000 zielen te zamen, bestemd noch geschikt is. De duinen, welke op Walcheren voor het opvangen van regenwater beschikbaar zijn, liggen in de gemeente Vrouwenpolder bij de goed ging, dat mijn moeder er nog zoo flink uitzag; maar hij vroeg niet naar mijn wedervaren en noemde den naam der gravin niet. Ik wachtte eerst een poos, maar eindelijk bleef mij uiet anders over dan naar haar te vragen. „Hebt gij haar dan nog niet gezien vroeg hij. Ik herinnerde hem eraan dat ik eerst een paar uur geleden in de stad was gekomen. „Maar gij weet toch dat zij al meer dan drie weken hier is en zooals ik gisteren hoorde reisplannen maakt." Ik betuigde dat ik dit niet gehoord en ook niets van de gravin vernomen had, sedert zij naar buiten was gegaan. Dit verwonderde hem evenzeer als mij het bericht trof dat zij in de stad was, en toen ik vroeg waai heen zij dacht te gaan zei hij los weg „Hoe wil ik dat weten Zij weet het zelf geloof ik niet. Naar Frankrijk! naar Italië. Ergens waar zij haar ideaal kan bereiken van geheel op zich zelf te staan en waar zij vooral zeker is van geen goeden invloed te ondervinden of verstandigen raad te krijgen 1" Het speet hem echter dadelijk dat hij op die manier gesproken had, en hij liet er terstond een alge- meene opmerking over vrouwengrillen opvolgen. „Maar ik dacht niet dat gij zoo weinig op de hoogte van de plannen mijner zuster waart. Zijt gij kwade vrienden met haar?" Oranjezon en eene kleinere uitgestrektheid ten Westen van Vlissingen. Hun oppervlakte bedraagt, ve'.gens de berekeningen van den heer Van Diesen, wat de Noorder-duinen be treft 330 en voor die tusschen Vlissingen en Zoutelande 130 bunders. Beide afmetingen zijn kleiner dan het geval zou moeten zijn volgens de kaarten van het kadaster, naar welke ook de in 1870 aan den heer D. Dronkers verleende concessie voor den aanleg eener waterleiding berekend werd. De heer Van Diesen houdt echter zijne berekening, op andere kaarten gegrond, voor juister. Hij schrijft het verschil toe aan vermindering van het duin tengevolge van verstuiving, afslag bij storm vloed en weghaling van zand, en betoogt, op grond dier waarneming, de noodzakelijkheid om in 't vervolg, ook met het oog op de wenschelijkheid van het behoud der drink waterbron, tegen verdere afneming van het duin, voor zoover die door menschenhand ver oorzaakt wordt, te waken. Onder de concessie van den heer Dronkers was voorts nog begrepen eene oppervlakte van 122 bunders vroon. De heer Van Diesen wil het daarin aanwezige water niet buiten noodzaak gebruiken, eensdeels omdat het bruin van kleur is en dus gefiltreerd zou moeten worden, anderdeels dewijl het gevaar van zout water te verkrijgen, bij ingraving tot beneden de hoogte van ge wonen vloed in zee, in het vroon niet hoven twijfel verheven schijnt. Van deze beide duin-oppervlakten blijven, na aftrek van de strook aan de buitenzijde, langs welke het water naar zee afloopt en dus verloren gaatvoor bet opvangen van regen water overin de Noorder-duinen 300 en in die bewesten Vlissingen, waar de onbruikbare uitgestrektheid naar evenredigheid grooter is, 65 bunders. Op grond van wetenschappelijke berekeningen en beschouwingen, welke wij hier niet kunnen mededeelenis de heer Van Diesen tot de slotsom gekomen dat van het vallende regenwater, na aftrek van hetgeen door verdamping verloren gaat, gemiddeld overblijftop de Noorder duinen 60 en op de Westelijke 50 millimeter waterhoogte. Deze vermenigvuldigd met de beschikbare opper vlakte, geeft voor het eerste terrein eene jaar- lijksche opbrengst van 264.000 en voor het audere eene van 32.500 kubieke meters water. Wij moeten hierbij opmerken, zonder ons in de wetenschappelijke redeneeringen van den heer Van Diesen te begeven, dat hij bij deze Ik vertelde hem dat ik den avond voor haar vertrek met de gravin en de barones verschil van meening gehad had over een abstract onderwerp en dat de gravin mij uitdrukkelijk verboden had die zaak schriftelijk nit te maken. „Onbegrijpelijk 1" riep hij uit „zij iB bepaald onbegrijpelijk 1 Wij dachten dat zij op een heel goeden voet met u was 1" en eensklaps van toon veranderende, vervolgde hij ernstig en kalm „Waarom zou ik het u verbergen, Kronan, daar gij weet hoe wij u allen hoog achtenuw gezegd© dat gij al dien tijd niets van haar gehoord hebt, werpt al onze veronderstellingen omver en dat doet mij genoegen voor u en voor ons allen! Maar nu begrijp ik mijn zuster nog minder dan ooit." Ik voeld© dat hij het goed meende en had ook geen reden om aan zijn goedo gezindheid te twijfelen; maar de jonker van Waldritten kwam toch altijd weer bij hem boven. Het was alsof hij nog altijd niet kon vergeten dat ik hem eens had moeten gehoorzamen en dat ik hem nu onderdanig moest aanhooren, omdat het hem goeddacht mij zijn vertrouwen te schenken. Thans weet ik dat ik hem onbillijk beoordeeld heb; maar op dat oogenblik voelde ik mij zóo gekrenkt, dat ik mij niet kon weerhouden hem toe te voegen. {IPordl vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1