LAID.
Overzicht.
De invoer van vee in Engeland
Réclames.
CAPSULES CARDYmetGABIAN-OLIE
Zeet ij dingen.
Handelsberichten.
Prijzen van Effecten.
Advertontiön.
>udende klachten over
i wezen.
hoofdzaak neer op het
Java naar Middelburg
p de hoogte van Dun-
>n voor een Vlissingsch
eu Vlissingsche loods-
voerder verplicht was,
thoud, een Brouwers-
ïemen. Eindelijk ont-
n loods, die hem voor
singen bracht. Op de
ar zijn diepgang had
alken het schip bij het
nl. 72 decimeter, met
ter voorkoming van
ide, waarop de loods
schepen boven 70 dec.
mocht binnenbrengen,
gegeven en passeerde
ir geconstateerd werd
ïad.
te bezwaar betreft de
Ie loodsgeld in dit ge-
veroorzaakt noode-
|rricht dan is de gewone
74J dec., zoodat het
taren worden, en vraagt
bnt het loodswezen de
|sen het in de buitenhaven
meer dan 70 dec. te
|elijk de tusscbenkomst
veel betaalde som van
en sleeploon terug te
ïlf zeer ingenomen met
d, welke de haven aan
,u biedt voor diepgaande
litspreekt, dat de kamer
scbenkomst niet euvel
belangen welker behar
agen, eronder lijden,
niet medewerkt, en de
:ukt in plaats van die
mmissie voor de maand
t tot het indienen van
.nister van marine tot
erzoek van den gezag-
[iat feiten als de in het
ijman voorkomende den
ïouden. en tevens erop
ige maatregelen worden
bungeness voortdurend
Jchepen voor Vlissiogen
1 ondervinden, zooals
,1 is geweest,
oppelaar nog herinnerd
met de Mary heeft
de kamer zich met het
e.
or de daartoe benoemde
racht op de vraag van
ingen betrekkelijk de
van staatswege naar
|aar gevoelen te kennen,
acht dat het onderzoek
an en bij de wet worde
laarna gesloten, terwijl
jeen bleven.
lamemmgcn.
ens te 8 uren.
ind
Toestand aar
kracht
lucht
zee
2
bew.
kalm
3
z. bew.
4
mist.
4
betr.
1
z. bew.
helder
2
1. bew.
kalm
4
1. bew.
deining
2
bew.
3
helder
3
z. bew.
deining
2
goed
kalm
4
mist.
2
helder
2
betr.
2
helder
rland
3.4 M.
Graanbeurs: Corr
12 Mei. 'sav. 11 u. gr.
Igr. 'a midd. 1 u. 66 gr.
t namens de commissie
oor het lager onderwijs
ver de aanhangige weta-
onlangs mede dat er nog
bestond tusschen den
2. Zij waren liet eens
loos en verplicht moest
meende dat het gods
ends uit geweerd moest
Ferry, het beginsel der
ende dien maatregel tot
En. Ter elfder ure, toen
reeds was vastgesteld*
ch nog bekeerd en zijne
egeven onl het volgende
maakt geen deel meer uit
het lager onderwijs,
aan de leerlingen der open-
gegeven door de bedienaren
Het verlangen der ouders zal geraadpleegd "en gevolgd
worden, aangaande het deelnemen hunner kinderen aan
het godsdienstig onderricht.
Dit onderwijs zal gegeven worden, hetzij in de kerk
gebouwen, hetzij, indien de geestelijken dit verlangen, in
de schoollokalen op de uren en onder de voorwaarden
door de reglementen der scholen te bepalen.
Hiermede heeft hij in beginsel toegegeven,
daar onder deze voorwaarden wel geene geeste
lijke broeders of zusters onderwijzers aan de
staatsschool zullen willen blijven. De commissie
erkent dit met ingenomenheid, maar vindt toch
de redactie van den minister wat zwak. Zij wil
vaststellen dat „geen godsdienstig onderwijs meer
in de openbare scholen zal gegeven worden."
Tusschen deze beide redacties zal de kamer eene
keuze moeten doen.
De bepalingen volgens welke men den leerplicht
wil invoeren zijn de volgende. Lager onderwijs
wordt verplicht gesteld voor allo kinderen van
zes tot dertien jaren. Het wordt gegeven in
openbare of bijzondore tscholen of in het huis
gezin, hetzij door den vader, hetzij door iemand
welken hij daartoe aanwijst. De vader of voogd
moet 14 dagen vóór den aanvang van den cursus
aan den burgemeester kennis geven op welke
wijze hij zijn kind zal laten onderwijzen. De
kinderen die onderwijs in het huisgezin ontvangen,
moeten zoolang zij in den leeftijd verkeeren
waarin het lager onderwijs verplicht is gesteld,
aan het einde van ieder schooljaar een examen
ondergaan. Is het resultaat daarvan onvol
doende zonder dat er eene geldige reden van ver
schooning is aan te voeren, dan moet den
ouders aangezegd worden dat zij hunne kinderen
naar eene school moeten zenden. De straffen
voor de vaders of voogden zijnbij het eerste
vergrijp eene berisping van de schoolcommissie;
bij herhaling binnen een jaar aanplakking van
den naam aan het gemeentehuis en bij eene tweede
herhaling een vonnis van den kantonrechter
wegens overtreding.
De kamer te Parijs had eergisteren eene woe
lige zitting. Een paar zaken die aan de orde
waren liepen spoediger af dan men gedacht had,
zoodat onverwacht de tweede lezing aan de orde
kwam van het ontwerp op het recht van verga
dering, dat de hoofden der geavanceerd liberalen
nogal warm maakt. Tweo hunner, de heeren
Floqnet en Perin, zouden het woord voeren, maar
waren met hunne redevoeringen nog niet klaar.
Zij vroegen uitstel der behaudeling, maar de
kamer wilde afdoen en haar president, de heer
Gambetta, zwaaide met ijzeren hand den hamer,
thans niet tegen De Cassagnac en zijne vrienden,
maar tegen een paar zijner geestverwanten. Uit
stel der behandeling zou hebben moeten duren tot
Maandag, en daarom was de president karig op
den nationalen tijd. De uiterste linkerzijde is
daarover boos op den heer Gambetta, en het
gansche voorval zou op zich zelf onbeduidend
zijn, als het niet weder een van de symptomen
was van de spanning tusschen de volgelingen van
den heer Clémenceau en den heer Gambetta, die
zich blijft terugtrekken op zijn veiligen voor-
zittersstoel.
De Pruisische landdag komt den 20en weder
bijeen om de zitting te hervatten, welke bij het
begin der zitting van den rijksdag is afgebroken.
Hij zal zijne werkzaamheden beginnen met de
tweede lezing van het ontwerp eener verbeterde
inrichting van het administratief bestuur des
lands; terwijl nog een tweede daaraan verwant
ontwerp ligt te wachten, op de bevoegdheid der
administratieve ambtenaren en rechtbanken. De
overige inhoud der agenda is van minder belang,
behalve de voordracht door welke aan de regee
ring de al of niet toepassing der Meiwetten wordt
veroorloofd. De regeering zou dan de macht
hebben om zacht te werk te gaan, overal waar de
geestelijkheid zich onderwerpt, terwijl zij tevens
het heft niet uit handen zou geven bij het voor
komen van een later verzet. Deze voordracht is
nog niet openbaar gemaakt, doch men spreekt en
seint erover alsof zij het was. De verhouding
tusschen Pruisen en de Roomsche curie zal door
hare handeling eene nieuwe en zeer belangwek
kende phase intreden.
Engeland ontvangt voor een goed deel zijn
vleesch, hetzij in den vorm van geslacht, hetzij
in dien van levend vee, uit het buitenland, en het
kan daarom geen verwondering baren dat dl
openbare meening baren invloed doet gelden oi
het nieuwe ministerie om de met het oog oj
verschillende veeziekten ten bate van den Engel-
achen veestapel ingevoerde belemmeringen van
den invoer zoodanig te wijzigen dat zij niet
zeer de verhooging van de vleeschprijzen in
hand werken.
Eene wet van 1818 geeft aan den Privy Council
de bevoegdheid om bepalingen vast te stellen
den invoer van „vreemd vee," eene benaming
waaronder verstaan worden allo runderen, kalveren
schapen, varkens en geiten welke ingevoerd
om dadelijk te slachten, om te vetten, om
tentoongesteld te worden en om in den Engelschen
veestapel te worden opgenomen. Den len Januari
1819 trad eene beschikking van den Privy Council
in werking volgens welke geen levend vreemd
vee voor voedsel mocht worden ingevoerd uit
eenigo haven van Europa beoosten eene lijn,
welke men van Eiga naar Genua zou kunnen
trekken. Slechts in éene haven, Southampton,
mocht vee uit de Enssische havens aan de Oost
zee worden ingevoerd, onder strenge bepalingen
van quarantaine, mits het bestemd was om
tentoongesteld of in Engeland geacclimatiseerd
te worden, üit do overige landen van Europa,
behalve Denemarken, Noorwegen, Zweden, Spanje
en Portugal, mag het vreemde vee slechts in zes
Engelsche havens, Deptford, Guole, Grimsby,
Hartlepool, Plymouth en Sunderland, worden
geland op eene opzettelijke daartoe aangewezen
losplaats en onder de voorwaarde dat het binnen
twaalf dagen na de lossing worde geslacht. Aan
deze beperkende voorwaarde is dus ook het
Nederlandsehe vee onderworpon. Spoedig werd,
bij afzonderlijk besluit, ook het vee uit de Verec-
nigde Staten aan dezelfde bepalingen onderworpen.
Twee vragen doen zieh in dezen toestand op.
Ten eerste: zijn de groote beperkingen van den
invoer gewettigd door het gevaar van besmetting
voor den inlandschen veestapel En ten tweede
welken invloed oefenen zij uit op de vleeschprijzen 1
Beide vragen zijn onafscheidelijk van elkander en
lossen zieh voor de wetgevende macht op in de
vraag welk belang het zwaarste wegen moet na
nauwlettende overweging van de bezwaren. Dit
is een economische vraag van het hoogste gewicht,
niet alleen voor Engeland, maar ook voor de
veeteelt van andere landen, hoewel uit den aard
der zaak alleen het Engelsche belang den doorslag
moet geven. De beslissing zal ze6r moeilijk zijn,
omdat de Engelsche veefokkers, naast het belang
bij de gezondheid van hunnen veestapel een be
lang hebben bij hoogere prijzen, die door iedere
beperking van den invoer worden bevorderd. Eene
onpartijdige studie der statistiek is de eenige weg
om tot eene slotsom te geraken. De ingevoerde
belemmeringen hebben natuurlijk de gelegenheid
gegeven om tot zeer volledige cijfers te komen.
Wij geven er enkele die ons zuilen helpen om
het verloop dezer belangrijke vraag bij onze na
buren te kunnen volgen.
In 1819 werden ingevoerd 1.241.811 stuks vee,
iets meer nog dan in het voorgaand jaar toen de
beperkende bepalingen nog niet in werking waren.
Buitendien leverde Ierland aan Engeland en
Schotland 1.144.404 stuks. Dit was in een jaar
waarin de nijverheid kwijnde, zoodat men kan
aannemen dat de koopkracht in de fabrieks
districten in gupstiger tijden nog aanmerkelijk zal
toenemen.
De gróOKi afmetingen welke het vervoer over
zee neemt, maakt van de voorwaarden onder welke
dat vervoerplaatsheuft een zeer belaugnjke factor in
den prijs van het vleeseh. Het vervoer laat nu en dan
veel te wenschen over. Uit offieieele, bij den Board,
of Trade ingekomen rapporten blijkt dat verleden
jaar alleen van het in de Vereenigde Staten ge
scheepte vee 14.024 stuks werden overhoord
geworpen, 1249 dood gelost werden en 455 zoo
beschadigd of uitgeput waren dat zij oogenblik-
kelijk na de lossing moesten worden afgemaakt.
Een schip, de Sorrento, verliet New-York in de
bitter koude Januari-dagen met 300 schapen op
het dek en 121 ossen tusschendeks. In een storm
spoelden al de schapen overboordterwijl 81 van
de ossen óf gestikt óf verpletterd waren, daar
„al de zwak gemaakte afscheidingen in den veestal
zich begeven hadden." Het vee was holderdebolder
in den storm door elkaar geschud, en volgens
rapport van den stuurman had men twee dagen
werk de doode beesten uit het schip te halen.
Diep geladen schepen vertrekken midden iu deu
winter uit Amerika met ossen op het dek aan
den mast gebonden, zoodat iedere golf die over
het schip slaat hen treft. In éen schip stikten
351 ossen, wijl men door ruw weer een groot
gedeelte van de reis de luiken moest gesloten
honden.
W ij willen het gebied der dierenbescherming
voor het oogenblik niet betreden en slechts erop
wijzen dat deze verliezen eene verhooging der
productiekosten vormen welke ten slotte den
verbruiker van het vleesch treft.
Meu meene echter uiet dat het vervoer in alle
gevailen zoo gebrekkig is. Vele schepen toch
volbrengen hunne reis in goed weder en het
voedsel dat in Amerika geladen wordt is stoeds
zeer goed. Het is meestal maïs en geperst hooi,
terwijl nu en dan stroop met warm water gevoerd
wordt, waaraan men een uitstekenden invloed
toeschrijft. Onder gunstige omstandigheden wordt
dan ook het vee op do reis niet minder. Heeft
het echter geleden dan ligt het in den aard der
zaak dat de zes of zeven dagen welke het ge
woonlijk na de lossing nog in leven wordt ge
houden, niet genoeg zijn om het te doen bijkomen,
Wettelijke internationale bepalingen op het
vervoer van vee schijnen echter in ieder geval
wenschelijk en onafscheidelijk van het beginsel
der bescherming van het Engelsche vee togen
buitenlandse!» besmetting. Want zoo de ziekten
niet door dit treurig vervoer ontstaan, worden ze
er toch zeker door ontwikkeld. De onderstelling
schijnt niet gewaagd dat kiemen van longziekte
zich ontwikkelen bij vee dat in den winter gedurende
een overtocht over den Atlantischen Oceaan zijn
stal op het dek van eene stoomboot heeft. Toen
de Pray Council het «plan vormde om het vee uit
e ereemg e .Staten aan dezelfde beperkingen te
onderwerpen als dat uit een deel van Europa,
schreef de Amerikaansohe minister Evarts dat hij
het zeer waarschijnlijk achtte dat do beesten de
longziekte op de reis kregen, deels door slecht13
ventilatie van de in het schip ^gestalde, en door
het blootstellen aan ruw weder van de deklading.
De Engelsche en Amerikaansohe veeartsen zijn
bekend als zeer knap, doch hetzij terecht of
ten onrechte men beschouwt hunne adviezen
niet zonder eenig wantrouwen, wijl de paniek voor
de longziekte hun zoowel geldelijk als in maat
schappelijk aanzien veel goed heeft gedaan.
Gedurende het gansche jaar 1879 werd onder de
3.000.000 in Engeland en Schotland ingevoerde
stuks vee geen enkel geval van runderpest ontdekt»
en men kan wel aannemen dat er scherp toegekeken
is, wijl zelfs maar éen geval de strenge maatregelen
van den Privy Council veel steun in de openbare
meening had gegeven en het toezicht door ambte
naren van denzeltden raad wordt uitgeoefend.
De statistiek van andere ziekten bij het inge
voerde vee vinden wjj alleen voor dat uit de
Vereenigde Staten, en deze luidt zeer gunstig.
Slechts 137 runderen leden aan longziekte, 33
apen aan mond- en klauwzeer en 37 aan
schurft. Hoewel men in aanmerking moet nemen
dat doorgaans het beste vee wordt uitgevoerd,
schijnt de gezondheidstoestand van den Ameri-
kaanschen veestapel in geen geval te moeten
onderdoen voor dien in Engeland, waar in het
zelfde jaar, het jaar van de voorzichtigheid met
den invoer, in 63 graafschappen 4.414 runderen
door longziekte werden aangetast, waarvan er
4.296 werden afgemaakt. Mond- en klauwzeer
werd in drie vierden der graafschappen van
Engeland waargenomen, terwijl deze kwaal in
Schotland niet voorkwam. Schurft bij schapen
werd in 54.607 gevallen geconstateerd.
Wij zullen over de slotsom, in Engeland uit
deze belangrijke gegevens te trekken, waarschijn
lijk spoedig meer hooren, daar de zaak met het
oog op het nieuwe ministerie warm gemaakt
wordt. Van het vorig kabinet hoopte men geene
inkrimping der beperkende bepalingen meer. De
ministers wien de zaak aangaat zijn sir William
Harcourt, minister voor binnenlandsche zaken, en
de heer Mundella, vici-president van den Privy
Councilwelk lichaam wanneer er binnenlandsche
zaken te behandelen zijn steeds door zijn tweeden
voorzitter wordt gepresideerd.
(Prijs der plaatsing 30 cent per regel.)
dito dito 6' 1855. 5
Obligatiën 1862 5
dito 1864 f 10005
dito 1864 1005
Chronische ziekten der ADEMHALINGSWERKTUIGEN
NIEUW GENEESMIDDEL
Volgens Rapport aan de Sociétó Medical* de Therapentiqne te Parijs
Chronische Bronchitis, Asthma, Hoest en Catarrh op de longen
radikaal genezende, en krachtig werkend bij longtering.
Parijs, Pharmacie GARDY, 45, rue Caumartin.
TQ*Middelbury, bij V. d. KAMKR, Apoth.
Van hier naar Vlissingen vertrokken het schoo-
nerschip Adriana Wïlhelmina, gezag v. Reijn-
hout.
Vlissingen. Heden naar zee vertrokken de
Engelsche schooner Perseverance, gezagvoerder
Hawes, met spoorleggers naar Londen.
GraanmarKten enz.
Middelburg, 13 Mei. Uit Walcheren was er
heden een kleine aanvoer, meestal bestaande iu
tarwe. Van buiten was weinig aangevoerd. De
handel was gering en alleen voor consumtie werd
gekocht. De noteering der prijzen blijft onver
anderd.
gemiddelde marktprijzen.
Versche boter 0.90 a f 1.eieren per 100
stuks 2.90.
Bergen op Zoom, 13 Mei. Puike jarige witte
tarwe 10.a 10 50; nieuwe dito 9 a 10.—
mindere 7.50 a 8.75roode 7.a 10.50;
rogge 8.a 8.25boekweit 5.60 a 5.80
nieuwe dito 5.50 a 5.75; zomergerst ƒ5.a
5.25 haver 8.50 a 9.kookerwten 10 a
ƒ11.paardeboonen ƒ8.a ƒ8.50 kanarie
zaad ƒ10.a ƒ10.50; bruinebooneu ƒ9.a
/13witte boonen 8.50 a 9.—duivenboonen
8.75 a f 9.50.
Suiker onveranderd 26 op 88 gradenmeiassen
onveranderd; boter per stuk .90; kilo —.71;
eieren per 26 stuks f.90.
Amsterdam, 12 Mei 13 Mei,
STAATSLEENINGEN.
pet.
IVedcrl. Cert. N. W. Sch. 2J
dito dito dito. 3
dito dito dito. 4
dito Obl. 1818 f 1000 4
ïïeigië. Certificaten2*
Frankrijk. Origin. Inschr. 3
Hongarije. Obl. Leening
1861 fl. 1205
dito Goudleenning5
dito dito fl 500 6
Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5
dito Febr.-Aug. E
dito Jan.-Juli. 5
dito April Oct.5
dito dito Goud 4
Polen. Obl. Schatkist 1844. 4
Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3
dito dito 1816. 6
dito dito 6' Ser. 1818 100 6
Rusland. Obl. Hope C.
1198/18155
Cert. Inschr. 6" Serie 1854. 5
651
78
100*
101*
87}
72*
88*
60*
60}
60}
61}
74*
51}
50*
101*
95*
78} 78J
86*
92* 92*
91 90*
91* 91}
56* 56}
57} 57
56} 57*
87} 87*
87 87^
86}
83* 83*
78* 78*
62}
62*
76} 76£
65*
78}
100*
101,%
71*
60*
61*
60*
61
77}
51}
50}
101
98}
58}
87Ö -
18 17}
40* 40*
16* 16*
37*
9} 9*
10} 10}
59} 59}
89*
104} 105}
107
94}
dito 1877 dito5
dito Oostersche le serie. 5
dito dito 2« 5
dito dito 3' 5
dito 1872 gecons. dito. 5
dito 1873 gecons. dito. 5
dito 1850 1° Leening dito. 4*
dito 1860 2" Leening dito. 4*
dito 1875 gecons. dito 4*
Cert. Hope C° 1840 4
dito 2', 3' 4!' Leen. 1842/44. 4
Obligatie-Leening 1867/69. 4
dito dito 1859 3
Cert. van Bank-Assign. 6
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1
dito dito 1876 2
dito Binnenl. Es. 5000-10000 1
dito dito 1876 2
Turkye. Obl. Alg.Sch. 1865 5
dito dito 1869 6
Egypte. Obl. Leening 1876 6
Spoorw. dito 1876 5
Vereen. Staten. Obl. 1877 4
dito dito Obl. 1876 4*
dito dito 1871 5
dito dito 1861 6
Brazilië. Obl. Londen 1865 5
dito Leening 1875 5
dito 1863 1004*
INDUSTBIEELE EN FINANCIEELE
ONDERNEMINGEN.
Wederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pet. 21* 21
Ned. Hand.-Maatsch. Aand.
rescontre. 5 105 106
Ned. Ind. Handelsb. Aand. 132 132
Stoomvaartm. Java Obl. 5 98
dito Zeeland Aand
dito Obl5
dito gegarand. dito4* 101*
Dultschland. Cert. Rijks
bank Adm. Amsterdam. 148*
Oostenrijk. Aand. Nat. B. 118* 118*
SPOORWEG-LEENIN GEN.
Wederland. Holl. IJz. Spw.
Obl. 18715 pot.
dito Maats, tot Expl. van
St.- Spw. Aand
Ned. Centr sp. Aand. f 250.
dito gestemp. Obl. f 235
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned. Rijn-spw. volgef. Aand.
N.:Brab. Boxt. Obl. 1875» 5
dito dito 2' Hypoth
Hongarije. Tbeiss. Spoorw.
Aaud. fl. 200 5
dito dito Obl5
Oostenrijk. Fr. O.-Sp. Obl. 3
Italië. Zuid Ital. Spw. Obl. 3
Polen. Wars.-Bromb. Aand. 4
Warschau-Weenen dito.
Rusland. Sr. Sp. Maatscb.
Aand5
dito Hypoth. Obligatiën 4*
dito dito dito. 4
Baltische Spoorweg. Aand. 3
Chark.-Azow Oblig. 100. 5
Jelez Griasi dito5
Jelez-Orel dito f 1000. 5
Knrsk.-Ch.-Az. Obl. 100. 5
Losowo-Sewastopol f 1000. 5
Morschansk-Syeran. Aand.5
Mosk.-Jaroslaw Obl. 100. 5
Mosk.-Kursk dito dito 6
Mosk Sn>ol. dito dito 5
Orel-Vitebsk Obl. dito 5
Poti-Tiflis dito /1000. 5
Riascbk-Wiasm Aand. 5
Zuid West spoorw.-Maats. 5
Amerika. Cent. Pac. Obl 6
dito California Oregon dito. 6
Chic. N.-W. Cert. Aand.
dito dito 1« byp. Cert. ƒ1000. 7
dito Mad. Ext. Obl7
ditoMenomoneeD8.500-1000 7
dito N.-W. Union. dito. 7
dito vVinona St. Peter dito. 7
dito S.-W.0b.D8.500-1000. 7
Illinois Cert. v. Aand.
dito Redempt. Oblig.6
St Paul Minn. Man. Ob. 7
Union Pao. Hoofdl. dito. 6
PREMIE-LEENINI
Ncderl Stad Amst. f 100 3
Stad Rotterdam3
Gemeente Crediet3
België. Stad Antwerp. 1874 3
dito Brussel 1879 fr. 100. 3
ilongarjje. Staatsl. 1870
Oostenrijk. Staatsleening
1854 fl. 250 4
dito 18605
dito 1864
Crediet Inst. 1858 fl. 100.
Rusland. Staatsl. 1864. 5
dito 1866 5
Spanje. Stad Madrid fr. 100 3
108
120*
120*
23*
23
56*
55*
139}
139*
151*
Tl*
Tl}
19*
20*
102}
102*
83
83
50*
50}
51*
51*
78}
79*
137*
137*
92*
92*
52*
52*
87*
87}
88*
86*
87
87
78*
80*
80*
68*
68*
95}
95}
102}
88}
88*
86*
86*
68*
67}
62
61*
110
102}
102*
105}
106*
108
113}
113}
113}
113*
105
104*
110*
110*
102
102*
106}
106}
109
N.
t. 108}
108}
102*
101}
95
95
98
92*
93
104*
109*
147
146*
149*
149
i 143
139*
64}
64}
Prijzen wan coupons en
obligatiën.
Amsterdam 12 Mei.
Oostenrijk Papier f 21.
Zilver 21—
Diverse in U-T5
met affidavit. 12—
Portugeesche
Fransehe47.45
Belgische47.45
losbare
Pruisische
Hamb. Russen
Russen in Z. R.
Poolsche per Z. R.
Spaanscbe Buitenl.
Binnenl.
Amerik. in dollars
v PaPier
58.55
1.21*
1.24*
47M5
2.30
2.44*
2.44*
13 Me
f 21.05
21.05
11.75
12—
-T—
47.45
47.45
58.55
1.21*
V
1.25
47.45
2.30
n
2.44*
2.44*
Heden beviel voorspoedig van een welgeschapen
Zoon mijne geliefde echtgenoote M. WISSE—
RIKSEN. (Pottenmarkt.)
Middelburg, 12 Mei 1880,