IK",
N®. 102.
I2S« Jaargang'
188ö:
Vrijdag
30 April.
300,000.
ijving:
(rij
en c\
-schelde.
pril 1880, No. 20.
GED1EN8T.
erlijk 2 aren op
Middelburg, 29April.
HELMAB.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Landbouw.
ploitalie vanVeestallen.
van Staatsspoorwegen.
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franoo 3,60.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 Cent.
Ad verten tien; 20 Oent per regel!
Qeboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 1,60
iedere regel meer 0,20,
Qroote letters worden berekend naar plaatsrnimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére 6. L. Daubi en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Johis.
>ij zijn geplaatst.
wordt opengesteld op
FENS.
ER,
lar zijn.
IERBROUWERIJ ver-
IHandelsblad 22 dezer),
ondon Porter),
uliging in den handel
lïIEID gevraagd, niet
dezer courant.
issingen v. v.
Il5, 9,15; nm. 1, 3,30, 1.
Is 1.10 in plaats van 1 uur.
.1; nm. 2,30, 5, 8.
DEN
H. D. K
iam. 1,15 en 3.45
1.45 4.15
AANDAG, WOENSDAG en
ZATERDAG.
>rm. 7.30 nam. 3.
8.— 3.30
10.30
11—
6.-— midd. 12.—
6,30 nam. 12.30»
7.20
on.
£4
2.30
5.87
3.41
6.88
2.40
3.
12.55
*4.46
2.14
*6.69
8.
*6.40
'..10
5.1
6.90
6.30
7.8
7.59
7.57
8.45
7.25
9.12
8.6
10.18
10.41
8.35
*9.6
10.60
8.45
*9.16
11.
7.16
I 10.66
8.50
6.60
10.40
6.10
8.5
11.50
7.80
8.56
19.40
8.90
9.15
1.6
8.40
9.80
1.90
8.15
De Arnhemsche Courant heeft onlangs.den draak
gestoken met den stortvloed van, redenen, in het
afdeelingsverslag der tweede i] kamer tegen de
rentebelasting aangevoerd.
«Belast, du9 was haar slotzin', "alle klassen der
bevolking j heft, belasting van alle soorten van inkomsten -
maar belast den rentenier niet en beft geene belasting
van de inkomsten van het kapitaal in portefeuille. Dit is
bet begin en het einde, de alpha en de omega van bet
voorloopig verslag van de tweede karner der staten-generaal^
die, zegt de grondwet, het gebeele Nederlandsche volk
vertegenwoordigen."
Het geeBtig betoog der Arrih. Ctdat ondanks
zijn logischen redeneertrant toch eenigszins den
indruk van een spel des vernufts maakt, wordt
door een opstel in de N. Rott. Ct. van 22 dezer
op een stevigen ondergrond van cijfers gezet.
Tot de machtspreuken tegen de rentebelasting
aangevoerd, behoort ook deze: „dat de directe
belastingen worden overdreven."
De A. R. Ct herinnert dat, aan rijks directe
belastingengemeente-opcenten en hoofdelijke
omslagen in 1865 geheven werd: ƒ28.341,000;
tien jaren later ƒ34.865,000. Een vermeerdering
dus van 6.524,000.
De indirecte belastingen, geheven voor het rijk
en de gemeenten in 1865, bedroegen 32.672,000.
In 1875 beliepen ze voor het rijk alleen, zonder
de verbruiksbelastingen te rekenen die in enkele
gemeenten nog geheven worden, f 39 957,000.
Hier dus een vermeerdering van minstens
7.285,000.
Bovendien heeft de N. R. Ct. reeds vroeger
aangetoond dat de directe belastingen, na aftrek
der 4/5 van de personeele belasting, welke aan
de gemeenten worden afgestaan, slechts 17 pet.
der gezamenlijke rijksmiddelen uitmaken. Ook
was de verhouding der rijksinkomsten uit directe
en indirecte belastingen in 1865 nog als van 21
tot 19, en in 1878 als van 17 tot bijna 39 millioen.
Yan eene stijging der directe belastingen, ten
koste der indirecte, is dus noch in Btelligen, noch
in betrekke >ij ken zin, sprake.
Er is beweerd dat de invoering der rentebelas
ting de vermogenden drukken en de minvermo
gtnden ongedeerd laten zou, terwijl het toch
billijk is dat allen bun deel in de staatslasten
dragen. Het blijkt echter uit de hier genoemde
cijfers dat nog meer dan éon nieuwe last aan de
gegoeden kan opgelegd worden, zonder het door
hen gedragen wordende deel nog geii/k te maken
aan dat, wat door de minvermogenden wordt
opgebracht. Men cijfere maar eens na wat door
iemand met een inkomen van 600, 1000, 2000 of
2500 betaald wordt aan accijns op het zout en
FEXJXIL,LEX02Sr.
20.
I*n roman uit de kunstenaarswereld.
van
FANNY LEWALD.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Ik voelde mij dood ongelukkig en beschouwde
toch mijn liefde als een geluk. Mijne gedachten
waren geheel verward; ik zag nergens een uitweg,
nergens een lichtpunt. Ik wist alleen dat ik
evenmin mijne liefde voor Dora kon opgeven, als
mijn knust, of mgzelven. En Dora noch hare
ouders dachten een oogenblik aan de mogelijkheid
dat ik, de zoon van Kasper, mijne oogen zou
durven opheffen tot de dochter des huizes. Daar
om gedoogden zij dat ik veel vrijer met haar
omging dan iemaDd van haar eigen standdaarom
mocht ik aliijd met haar wandelen en daarom
b&d Dora mij medegedeeld, wat zij aan geen der
jonge edellieden die zij, evenals mij, van jongs
al kende, zou toevertrouwd hebben.
Ik was boos op hen allen en had hen toch lief.
Ik lachte om den eigenwaan, den trots der adel
op de zeep 10 ct., op de suiker a 25 ct. per
pond, op bier en azijn a 2 ct. per kan. Hierbij
wordt nog niet eens de jenever-accijns a 57 cent
per kan in aanmerking genomen, noch ook die
op het vleesch, „die hier van minder belang is,"
voegt de A'. R. Ct. erbij. Personen met méér in
komen, en dus mèer draagkracht, kunnen echter
van deze belaste artikelen niet naar evenredigheid
méér verbruiken.
De betrekkelijk eenvoudige levenswijze der
gefortuneerden in ons land heeft mede tengevolge
dat zij, boven eene zekere grens, op ongelijke
wijze in 's rijks lasten helpen dragen. Er zijn b. v.
slechts 31 personen of gezinnen die voor meer dan
9 dienstboden en slechts 511 die voor het houden
van 3 paarden aangeslagen worden. Het is duide
lijk dat deze „uiterlijke kenteekenen," welke als
maatstaf dienen voor den aanslag der personeele
belasting, geen maatstaf zijn voor de werkelijke
draagkracht der aangeslagenen. Hetzelfde is het
geval met een ander kenteeken: de huurwaarde.
Menigeen, met een Inkomen uit kapitaal van
15000 of meer, woont in een huis van 900,
1000of1500huurterwijl zijn buurman, die niets
bezit als zijn traktement van b. v. 5000, ver
plicht is in een huis van gelijke grootte te wonen.
Hetzij men dus de verhouding der rijksmiddelen
op zichzelve, hetzij men die der verschillende
klassen van belastingschuldigen onderling besehou-
we, altijd wordt men tot de slotsom gedwongen
dat vermeerdering van de directe belastingen niet
alleen tot verhooging van 's rijks inkomsten, maar
ook tot betere verdeeling der bestaande lasten,
een eisch der billijkheid en noodzakelijkheid is.
Een zeldzaam staaltje van partij-vermenging
heeft de stemmenlijst over de toelating van den
heer Bastert als afgevaardigde voor Utrecht in
de tweede kamer opgeleverd. Vóór zijne toelating
stemden 21 liberalen en 11 anti-liberalen; daar tegen
18 liberalen en 12 anti-li bei alen.
Er waren 23 leden afwezig. Dit is tegenwoor
dig bijna regel. Schier bij elke stemming zijn
een 20tal leden niet op het appel. Alleen bij de
be^rootingsdebatten, als er gelegenheid is voor
lokale belangetjes in de bres te springen, persoon
lijke stokpaardjes te berijden en door het doen
van vragen „over alles en nog wat" aan de
regeering, te doen merken dat men nog leeft, is
alle man present.
De goeden niet te na gesproken, die zich van
deze opmerking niets behoeven aan te trekken,
komt het ons voor dat de kamerleden, die zoo
handelen, weinig besef van hun eervolle en ge
wichtige roeping als volksvertegenwoordiger aan
den dag leggen.
Vlisslngen, 29 April. Gisteren avond heeft
zich alhier eene antirevolutionaire kiesvereeniging
lijke geslachten; ik lachte om den generaal, die
door de oude wapenschilden boven zijn deur had
leeren vergeten hoe nieuwbakken zijn adel was.
Ik noemde mij zei ven een kunstenaar door Gods
genade en zou toch op dat oogenblik al mijn talent
en al mijn verwachtingen voor de toekomst hebben
opgegeven, als ik daardoor de zoon van een
edelman ware geworden, en niet die van den
ouden Kasper.
Niet van dien ouden, trouwen Kasper! van
mijn braven vader!
Die booze gedachte bracht mij tot mijzelven.
Dat denkbeeld was vrij wat lager dan mijn
afkomst. Ik voelde er al het verachtelijke en
onrechtvaardige van en richtte mij op.
Daar luidde de schel voor het middagmaal der
dienstboden en die klank trof mij als eenverwgt
in de ooren. Gedurende mijn geheele kindsheid
had die schel mij en mijne broeders aan tafel en
aan het werk geroepen. Iedereen was van daag
ook trouw aan het werk geweest en ik alleen had
dien scboonen morgen verluierd. Ik moest dien
tijd spoedig inhalen; werk dat mij opgedragen
was moest ik voltooien en dan vertrekken.
Vertrekken Haaf verlaten Ik kon het niet
beseffen en was toch bang om haar, de bruid van
den graaf, weer te zien.
Toen ik op het plein kwam scheen juist de
zon op de wapenschildenik wilde er niet op let
ten, maar het is zeer moeielijk om wrevel en
gevormd, die
telt.
aanvankelijk een twintigtal leden
Vlissingen, 29 April. Gisteren heeft te
Brussel van wege de Belgische marine de herbe
steding plaats gehad van het bouwen van twee
loodsvaartuigen ten dienste van het loodswezen
aan de monden der Schelde. Bij deze herbeste-
ding was slechts door twee firma's ingeschreven:
de heeren Wappers en Co. te Antwerpen en de maat
schappij de Schelde te Vlissingen. Naar wij
vernemen is de laatste firma de laagste inschrijver
geweestdoch is de aanbesteding nog niet gegund.
Walsoorden, 27 April. Het Noordsche
schoonerschip Olivia Maria van Strömstad, met
ballast van Antwerpen naar zee, geraakte gisteren
middag omstreeks half vijf op de steenglooiing
even beneden het vuurlicht „de magere Merrie".
Naar ooggetuigen verzekeren was tot tweemaal
toe beproefd het schip, dat laveerde, te doen
draaieD, doch telkens deed de sterke wind
dit mislukken. Heden heelt eene sleepboot
te vergeefs getracht het schip af te trekken.
Omstreeks 4 uren in den namiddag sloeg het by
eene nieuwe poging der sleepboot op zij en ge
raakte vol water. De bemanning, bestaande uit
den kapitein, 5 andere opvarenden en den loods,
verlieten toen het schip, dat thans hevig gebeukt
wordt door de baren, welke de sterke noord
westen wind opzweept. Of men het schip nog
zal kunnen afbrengen, is voor 't oogenblik onzeker.
Uit Parijs ontvangt de Standaard bericht, dat
de heer De Lesseps zich voorstelt in den loop der
maand Mei een bezoek te brengen aan ons land,
ten einde in het Instituut van Ingenieurs een voor
dracht over de doorgraving der landengte van
Panama te houden en de weiken van het Noord
zeekanaal te bezichtigen, onder geleide van den
hoofdingenieur Dirks, die hem bij de opmetingen
voor het Panama-kanaal ter zijde heeft gestaan.
Eerlang zal gelegenheid worden gegeven tot het
afleggen van het veeartseng kundig examen, ter
verkiijging van het diploma van veearts, terwijl
in den loop van de maand Juni a. gelegenheid zal
Destaan tot het afleggen van het natuurkundig
examen voor aanstaande veeartsen.
In de St.~ Ct is opgenomen de wet tot goedkeu
ring van den onderhandschen verkoop aan den
Sophiapolder, onder de gemeente Wissenkerke, van
eene tot het kroondomein behoorende strook
grond in dien polder; alsmede de wet tot veran
dering der grens tnsschen de gemeenten Ouwerkerk
en Nieuwerkerk.
Den 21en dezer heeft te Parijs de onderteeke-
ning plaats gehad eener overeenkomst tusschen
dwaasheid te bestrijden, wanneer die zich eenmaal
meester van ons gemaakt hebben. Wat had ik
nog by die adeliyken noodig? Ik riep een knecht,
liet mij verontschuldigen dat ik heden niet aan
tafel zou verschijnen en begaf mij naar de ouder
lijke woning.
Moeder ging juist aan tafel: ik nam tegen
over haar plaats; daar hoorde ik thuis, daar
mocht ik liefhebben, vereeren en boete doen. Ik
moest natuurlijk vertellen waarom ik kwam en
hier wilde eten; maar ik kon geen van beiden.
Moeder zag dat ik iets op het hart had; doch
zij was verstandig gtnoeg om er niet naar te
vragen en hoe gaarne ik ook gesproken had en
hoe ik ook van haar deelneming overtuigd was,
ik kon haar niet zeggen wat mij deerde.
„Hebt gij iets misdreven op het slot?"
vroeg zij. Dat kon ik met een gerust geweten
ontkennen.
„Hebt gij iets met vader gehad?"
„Ook niet."
Verder strekte zich de kring harer gedachten
niet uit en hoe zou zij of vader ooit hebben
kunnen begrepen dat ik de dochter van hun heer
beminde
Als zij hadden kunnen vermoeden wat er in
my omging, zou hun oordeel veel strenger en
harder geweest zijn dan dat van den graat zelf;
want die zou ten minste kunnen begrijpen dat
men aanbad, hetgeen hy zelf liet had.
Nederland en Frankrijk omtrent de invordering
van gelden op qaitantiën door tusschenkomst der
posterijen.
De audiëntie van den minister van koloniën zal
Vrijdag 30 April 1880 Diet plaats hebben.
Verscheidene Nederlandsche tuin bouw-vereeni-
gingen zullen de tusschenkomst van den minister
van binnenlandsche zaken inroepen, teneinde haar
te besi hermen tégen de nadeclige gevolgen van
het onlangs tusschen verschillende wijnbouwende
landen gesloten tractaat, tot wering van de
phylloxera vastatrix (wijnlais.) De handel in
planten met het buitenland moet door dat tractaat
bijna onmogelijk gemaakt worden.
bubgemeestebs. Benoemd tot burgemeester
der gemeente Made en Drimmelen, A. J. Kees.
Op verzoek eervol ontslag verleend als burge
meester der gemeente Kenswoude, aan mr. M. J. L.
baron Taets van Amerongen.
Tliolen, 27 April. De gemeenteraad heeft
benoemd tot hulponderwijzer aan de openbare
lagere school den heer Lindhout alhier.
Burg. en weih. van Amsterdam hebben aan
den gemeenteraad voorgesteld te bepalen, dat
vakonderwijzers in het zingen benoemd kunnen
worden aan de scholen, waar daaraan behoefte
bestaat, tegen eene bezoldiging van ƒ50 per
wekelijksch uur onderwijs.
Prof. dr. B. Hofstede de Groot, die te 'sGra-
venhage de zittingen der buitengewone synode
bijwoonde, is verleden week plotseling ernstig
ongesteld geworden.
Dr. A. Kuijper verklaart zich beslist tegen
het synodaal besiuit van kerspelvorming om vier
redenen, waarvan de laatste het synodale plan
karakteriseert als „niets dan een samenzwering
van de modernen en Groningers tegen de ortho
doxen, om in de groote steden den invloed van
de orthodoxen te breken."
De heeren Jongkindt Coninck en Broekema, te
Wageningen, hebben zich vereenigd tot een voor
loopig comité, tot het inzamelen van gelden enz.
voor eene flinke Nederlandsche inzending van
vee en zuivel op de aanstaande landbouwtentoon
stelling te Londen.
Er bleef mg dus niets anders over dan het
alledaagsche voorwendsel dat ik mij niet wel
gevoelde en dat was ook inderdaad het geval.
Moeder geloofde het dadelgk en zei dat het kwam
van het zittende leven en van de verflucht; ik
moest maar eens naar buiten gaan* Daar had ik
niet tegenik was blij dat ik weg kon, maar bad
nergens rust. Ik voelde mij overal vreemd in
het slot; in mijn vader huis en vooral te midden
van die voorjaarspracht, met mijn hartzeer!
Ik had baar zoolang bemind zonder het te
weten en na ik het wist was zij voor mg ver
loren 1 Ik moest haar zien en was toch bang dat
ik niet zou kunnen verbergen wat ik leed. Ik
ging naar haar portret en schilderde den heelen
middag, totdat de zon onderging, altijd doortot
eindelijk mijne oogen pijn deden en mijn hand
stijf was. En ik schilderde haar niet voor mg,
maar voor den gelukkige, dien zg liefhad en die
haar mij ontroofde!
Die uren vergeet ik nooit. Op dien dag leerde
ik zwijgen en mijzelven beheerschen.
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Ik was van plan geweest om tot na het zilve
ren bruiloftsfeest op het kasteel te blijven, doch
sedert ik met de verloving van Dora bekend was,
had ik mijnheer en mevrouw te kennen gegeven
dat ik zoodra mijn arbeid voltooid was naar