:nteraad hunne te bren- Workoa, t-SCHELDE. BIJVOEGSEL MIDDELBURGSCHE COURANT Benoemingen en besluiten Marine en leger. Gemeenteraad van Middelburg. FEUILLETON. HELMAR. 'E, Iscrmidt J.Pz.' fTH. }SSE. tROO Cz. SVEiHS. STEEN. lALP. )MP. IMP. I visser, ïugels. Lle. /ttez. /WEUENS. F wibaut. 'c- WlBAÜT -KENS JWOLTER. Izietse. de Gortstraat naar better B n° 12. >ootdienst iUSO EN ROTTERDAM. ertrek in April. VAN BOTTEND AH Vrijdag 23 'a midd. 1,n. Zaterd. 24 'morg. 10, Maand. 26 10, Dinsdag 27 midd. 12, Donderd29 12, Vrijdag. 30 12,— NDEN o. h. r. K nam. 1.15 (-u 3.45 i 1.45 4.15 [ilAANDAG, WOENSDAG en ZATERDAG. j voorm. 7.30 nam. 3.— 8.— 3.30 10.30 11.- - 6.— midd. 12.-— 6.30 nam. 12.30 literl^k 2 uren op 7.20 2.80 5.87 8.41 6.88 2.40 8. *12.65 *4.45 2.14 *5.59 8. *6.40 5.1 6.30 7.8 *7.57 7.25 8.6 —r 8.85 9.6 8.45 *9.15 6.50 6.20 7.52 8.45 2.12 10.18 10.41 10.60 11. VAN DE YAN Donderdag 22 April 1880. N° 95. adel. In den Nederlandschen adel ingelijfd, met al zijne wettige, zoo mannelijke als vrouwe lijke nakomelingen de heer E. A. D. E. van Franckenberg en Proschlitz, kapitein der inf. notarissen. Benoemd tot notaris binnen liet arr. Heerenveen, ter standplaats Akkrnm, gemeente Utingeiadeel, H. Tennema, thans notaris te Wommels; tot notaris binnen het arr. 's Her togenbosch, ter standplaats de gemeente Oijen, F. G. van der Heyden, candidaat-notaris te Hil varen beek. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der gemeente Opperdoes G. Wijdenes. pensioenen. Pensioen verleend aan jbr. W. L. B. van Pauhnys, betaalmeester, ad f 2425J. O. Boogaard, ontvanger der dir. bel. en ace., ad f 1627C. Kuhlman, hoofdcommies bij het dep. van financiën, ad 1671; en aan G. L. Voerman, ontv. der dir. bel., ad f 2843 's jaars. stoomwezen. Benoemd tot opzichter der 2e kl. voor bet stoomwezen, W. Ide jr., te Amsterdam. koloniën. Op verzoek, eervol ontslag verleend aan de navolgende, thans met verlof hier te lande aanwezige O. I. ambtenaren, E. D. van Capelle, laatstelijk 4e onderwijzer aan de kweekschool voor inlandsclie onderwijzers te Bandong, en C. L. Drossaers, gewezen controleur der 2e kl. bij het binneulandsch bestuur op Java en Madura. De off. van gezonilh. Ie kl. dr. G. Karssen en de off. van adm. 3e kl. J. C. van Reyn worden geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord en gedetacheerd aan boord van het instructievaartuig Urania. Zitting van Dinsdag 20 April. Voorzitter de heer Pické. Afwezig de heer Dronkers met kennisgeving. Na de instal atie van den heer Van Teijlingen, doet de voorzitter mededeeling dat van mevr. de wed. dr. H. Polman Kruseman kennisgeving is ontvangen van het overlijden van haren echtgenoot. De voorzitter spreekt zijn vertrouwen uit dat de leden van den raad, even als burg. en weth., dit bericht met groot leedwezen zulleu hebben ver nomen. In den beer Kruseman zegt bij verliest de gemeente een uitstekend burger en een ijverig ambtenaar, die steeds zijn plicht nauwgezet vervulde en wiens plaats niet licht even goed vervuld worden zal; een ambtenaar, wiens nagedachtenis steeds in eere zal blijven. Het voorstel om aan de weduwe namens den raad een brief van rouwbeklag te zenden, wordt daai na aangenomen. Behalve eeuige brieven, houdende goedkeuring van raadsbesluiten, is van gedeputeerde staten ontvangen een schrijven, waarbij dit college in overweging geeft om eene wijziging, in eene vorige vergadering in de politie-verordening gebraclit, eenigszina te veranderen, door do 2e alinea van art. 58 te lezen„Het slachten moet zoodanig geschieden, dat het van de straat niet gezien kan worden. Ofschoon de woorden van de gewijzigde alinea anders luiden dan de aangenomeue, is de bedoe ling dezelfde, waarom burg. eu weth. voorstellen hiertoe te besluiten. Zonder hooidelijkestemmiug vereenigt de raad zich hiermede. Daarna geschiedt voorlezing van een brief van ged. staten, houdende keunisgeving dat bij hen geen bezwaar bestaat tegen de opheffing van school A, in het vertrouwen dat de scholen Ben D iu stand zullen blijven. Naar aanleiding van dit schrijven zegt de beer u. 7.15 10.55 6.50 10.40 8.6 11.60 8.66 12.40 9.15 1.8 9.80 1.20 8.60 6.1» 7.80 8.80 8.40 8.15 Een roman uit de kunstenaarswereld. VAN FANNY LEWALD. ELFDE HOOFDSTEK. Ik antwoordde dat het nog niet af was, dat ik het tot midden in den zomer hield en mij zeer vereerd zou gevoelen indien zij het wilde komen zien. „Ja zeker wil ik datIk kom met mijn broeder bij u, zoodra gij het af hebt." „En zoudt gij er iets tegen hebben," viel Clamor in, „indien ik u dan vergezelde?" „Wilt gij zoolang wachten Dat is zeer beleefd voor mij, maar zeer onbeleefd en al te geduldig tegenover uw zuster!" zei Cecile schert send. „Maar zoo zijn onze heeron broeders alte- maal. Als de graaf u verteld had dat Kronan, uit het hoofd, een verrukkelijk kinderportret van de eene of andere zangeres of danseres geschilderd had „Of het uweviel hij haar in de rede. Fokker dat hij wenseht gerust gesteld te worden omtrent de aan die woorden te geven uitlegging, in zooverre dat het niet als eene voorwaarde, die bindend voor de gemeente zou zijn, worde beschouwd. Nadat de voorzitter hierop heeft geantwoord er meer een wenk in te zien, verklaart de heer Fokker zich voldaan. In verband met de opheffing van school A, stellen burg. en wethouders voor om mej. J. R. Droste, hulponderwijzeres bij die school, over te plaatsen naar school D, en te bepalen dat zij eene personeele toelage van /50 zal ontvangen totdat hare jaarwedde 800 zal bedragen. Mei. Droste geniet thans f 900, doch is bereid de betrekking van le liu[ponderwijzeres op school D voor fS00 te bekleeden. Het dag. bestuur zal bij aanneming vau zijn voorstel voorzien in de tijdelijke waarneming van de betrekking op school D, die op 1 Mei, tengevolge vau het vertrek aan mej. Schouten, vacant zal worden. Na mededeeling dat aan het gymnasium voor 1880 een subsidie van f 8206 is verleend, komt in behandeling het voorstel van burg. en vreth tot wijziging der gemeente-begrooting voor 1880*. Uit het daarop betrekking hebbende rapport van het dag. bestuur blijkt dat de door do algemeene commissie van liquidatie der wees- en momboirkamers aan de gemeente uitgekeerde gelden, geraamd op f 21,793, ruim f 27,000 hebben bedragen. Burg. en weth. hebben overwogen welke bestemming aan die gelden te geven en waren van gevoelen dat die, als geheel toevallige bate, behalve tot schulddelging, mochten worden gebezigd tot bestrijding van buitengewone uitgaven. De uitgaven, die naar het oordeel van burg. en weth. tot deze soort behooren, warenomniette spreken van de kosten van aanbouw van nieuwe schoollokalen als gevolg der aanstaande invoering der wet op het lager onderwijs,de volgende: 1° de uitkeering aan het rij k van ƒ10,000, ten behoeve der te bouwen leerschool bij de rijkskweekschool; 2° de uitbreiding van de lokalen van het archief; 3° de vernieuwing der beschoeiing aan den Koren dijk; 4° het maken eener nieuwe brug bij de Veersche barrière 5° het dempen der sloot acuter het oude mannenhuis6° het herstellen vau een paar duikers; 7' het vernieuwen der bestrating in enkele straten8° de inrichting van de oudheids kamer en bet archief op het raadhuis. Uit eene door den gemeente-bouwmeester op gemaakte raming is burg. en weth. gebleken, dat het onmogelijk zou zijn een eenigszius belangiijk gedeelte dezer werken uit de toevallige bate te verrichten. Het dag. bestuur moest dan ook zijn oorspronkelijk denkbeeld laten varen, ook met het oog op de invoering der nieuwe wet op het lager onderwijs, waardoor groote kosten zullen noodig worden, en besloot om nog in den loop van dit jaar aan den raad een omstandig en uit gewerkt voorstel te doen, zoowel tot voorziening in de bovengemelde behoeften als tot stichting en verbouwing van schoollokalen, welk voorstel alsdan vergezeld zal gaan van het plan voor eene geldleening, te sluiten tot het bedrag van al deze uitgaven te zamen. Burg. en weth. ineenen en de fin. commissie deelt dit gevoelen, dat het wenschehjk is om uit de toevallige bate de som van 10,000 aan het rijk te betalen, zoodra zij op vorderbaar is, om de geweuschte uitbreidiug uer archiefiokaien mede daaruit te bekostigen eu het gcbeele overschot tot schulddelging te besteden, door nog in deze maand een exna uitlotiug te houden van obligatiën der leening van 1871, die dan met 1 Juli a. afgelost zouden worden. Voorts komt het met het oog op den ongewoon hoogen stand der 21 W. S., iu welk fonds het aandeel van Middelburg in do kapitalen der wees- en momboirkamers is belegd, wenschelijk voor, om die inschrijving te verkoopen en de opbrengst tijdelijk bij de Associatie Cassa in beleen iug te geven. Volgens bet voorstel van burg. en weth. zou bet totaal der begrooting op f 294,026,201 worden gebracht. Behalve de reeds vetme.de 10,000, komen onder de uitgaven o. a. de volgende nieuwe artikelen voor: Inrichting der school op de haringplaats, f 11,500; bcstratiug en rioleering van de loskade en aangrenzende terreinen, f 7432.94; uitbreiding van het archieflokaal en verbetering der oudheidskamer, 4000. De algemeene beraauslaging over dit voorstel geopend zijnde, wenseht de heer Snijders zijne stem, die hij ertegen zal uitbrengen, te motiveeren. Naar het hem voorkomt zijn verschillende der voorgestelde werken niet urgent. Wat de 10,000 voor de leerschool betreft, gelooft hij niet dat die school dit jaar gereed zal komen, en de betaling niet voor de vierde, vijfde of zesde maand van het volgend jaar zal moeten geschieden; terwijl, mocht dit vroeger noodig zijn, naar zijne meening voor dergelijke zaken geid geleend kan worden. „Stil!" riep Cecile uit „met zulk een goed koop compliment kunt gij mijn boetpredicatie niet atkoopen. Gij zijt altemaal even nieuwsgierig, wanneer er sprake is van een gevierde tooneel- heldin en waarlijk ongeloofelijk onverschillig tegenover ons, gewone vrouwen „En dat zegt gij tegen mij riep Clamor uit op een toon, die veel meer warmte en waar heid verried dan dit losse gesprek deed verwach ten, zoodat Cecile een kleur kreeg en Clamor zich tot mij wendde, zeggende „Ik heb zooeven eerst vernomen dat gij, even als de broeder van mejuffrouw Wollman. naar den prijs voor Rome dingt. Wanneer het geluk u gunstig is, zult gij dus nog eerder wat van de wereld zien, dan ik." Er viel mij een pak van hot hart; want ik had gevreesd dat Clamor mij cok hier weer, even als toen bij den graaf, met: „je" zou toespreken en ik zou niet geweten hebben hoe ik dat had moeten opnemen. „Gij hebt echter als kind reeds iets van de wereld gezien, mijnheer Von Marville, toen ik nog op klompen op het voorplein van uw vaders kasteel rondliep," antwoordde ik. Ik wilde hem toonen dat ik mij niet over mijn afkomst schaamde en niet verlangde, nu hij mij fatsoenlijk behandelde, dat hij die zou vergeten. Dat scheen hem aan te staan evenals hetgeen Cecile daarop zeide; Het belang der gemeente brengt mede om het geld van de weeskamer te gebruiken tot schuld delging, waardoor een rente van 5°/0 wordt gewonnen, terwijl bij den overvloed van kapitaal eene leening a 4% wel kans van slagen schijnt te hebben. De voorzitter antwoordt den heer Snijders dat het door hem geopperde denkbeeld bij het dag. beBtuur en de comm. van financiën een punt van langdurige beraadslaging heeft uitgemaakt, doch dat men tot de overtuiging gekomen is dat het niet geraden is de f 10,000 van de begrooting te nemen, omdat, ofschoon de heer Snijders zulks niet gelooft, toch de mogelijkheid bestaat dat het werk tijdig gereed komt, en de fin. comm. de zekerheid wenseht te hebben dat het geld aanwezig is indien het wordt opgeëischt. Ook het sluiten eener leening is besprokendaar echter bij eene leening de obligatiën minstens f 500 groot moeten zijn, zou, wanneer een grootere leening volgde, waarvoor grootere obligatiën worden afgegeven, de begrootiug door de aflossing te veel bezwaard worden. De lieer Fokker acht het denkbeeld van den heer Snijders uit een administratief oogpunt aan nemelijk en zal er zijn stem aan geven. Behalve de door dat lid aangevoerde gronden heeft spreker nóg eene andere reden. Uitgaven als de onder havige kunnen gerekend worden als buitengewone, en waar in de toekomst het nut ervan zal getrokken worden, moet dit ook bij het dragen der lasten niet uit het oog verloren worden. Na repliek van den voorzitter, waarbij deze herinnert dat de post reeds vroeger is uitgetrokken on toen bij de discussie dergelijke bedoeling niet is gebleken, wordt de algemeene beraadslaging gesloten en overgegaan tot de artikelsgewyze behandeling. Bij het artikel betrekkelijk het inrichten van de school op de Haringplaats, vraagt de heer Fokker het woord om de opmerking te maken dat hij, als lid der commissie van fabricage, van de plannen geen kennis heeft gedragen en noch het bestek, noch de voorwaarden van aanbesteding heeft gezien. Volgens berichten m de dagbladen is de aannemingssom hooger dau de raming en zouden er ook, in afwijking van andere gevallen, slechtB drie gegadigden voor dit werk zijn ge weest. Gaarne ontving de heer Fokker omtrent een en ander eenige inlichting. De voorzitter meent dat wat betreft het eerste gedeelte der interpellatie van den heer Fokker, het dag. bestuur volkomen in de orde is. De verordening, reeds lang geleden, in 1852 vastge steld, omschrijft de werkzaamheden van de com missie van fabricage en daarop is door burg. en weth. gelet. Het is spreker niet bekend of het meermalen is voorgekomen dat door de commissie plannen ontworpen zijn, hij gelooft dat het zelden gebeurd is. Bovendien behoefde dit plan niet onderzocht te worden, aaiigezien het reeds in '78 bij den raad was ingekomen eu deze toen niet de nadere goedkeuring der plannen aan zich had voorbe houden. Ook de groote haast die gemaakt moest worden had besprekingen over en weder onmo gelijk gemaakt. De voorzitter knoopt hieraan de opmerking vast, dat het hem leed doet dat de werkkring van de verschillende commissiën niet genoeg om schreven is en z. i. te veel aun het bon vouloir van het dag. bestuur is overgelaten. Wat aangaat het tweede gedeelte van de vraag van den heer Fokker, zegt de voorzitter dat net hem onbekend is, waaraan de hoogero inschrijving is toe te schrijven. Misschien wel de spoed waarmede gewerkt moet worden; wat betreft dat er slechts 3 gegadigden zijn geweest, merkt hij op dat ofschoon er niet veel waren, zelfs een reeds voldoende zou zijn geweest. De aannemer die het laagst heeft ingeschreven staat gunstig bekend hij het dag. bestuur, eu heeft onlangs het gymnasium gebouwd waarover men tevreden is. De heer Jeras kan ook niet ontveinzen dat de advertentie van de aanbesteding zijne bevreemding heeft opgewekt. Hij hex inner t zich niet dat de plannen ooit in de comm. van fabr. geweest zijn, en had ook gemeend dat die commissie zou gehooid zijn geworden. Het voorbijgaan frappeerde hem te meer daar voor kleine werkjes hare voorlich ting wordt gevraagd en hier, waar 'teen werk van eenige duizenden betreft, niet. De heer Snijders wenseht net geheugen van het dag. bestuur eenigszius te hulp te komen en her innert dat nog kort geleden de comm. van labr. met burg. eu weth. de plannen voor de verbouwing van het gymnasium tot tweemaal toe in het oude gebouw besprak en er toen zelfs verschil van gevoelen bestond. Een ander éclatant voorbeeld levert spreker door erop te wijzen hoe indertijd de plannen voor de Koningsbrug door de comui. werden afgekeurd en daarna door een verdienste lijk lid der comm. een geheel nieuw plan werd „Helmar heeft ons dikwijls verteld dat gij in uw jeugd zulk een lastig heer waart en hem bij het soldaatje spelen geducht geplaagd en ge drild hebt; maar later is hij er u dankbaar voor geweest, dat gij hem zoo elegant hebt ieeren gaan en staan." Door het ongedwongen praten van Cecile had ons gesprek een gemakkelijken, schertsenden toon aangenomen en Clamor had er blijkbaar zeer veel schik in. Ik had echter be hoefte den graaf op te zoeken, daar ik ver langde om mijn overijling van des morgens goed te maken, te meer omdat ik hem feitelijk een onwaarheid gezegd hadwant ik had volstrekt geen plan gehad om dat portret aan mevrouw te geven. Zoodra ik hem in een zjjvertrek ontmoette sprak ik hem aan en zeide dat het mij speet niet terstond aan zijn wensch voldaan te hebben; ik vroeg of ik dadelijk aan een copie mocht beginnen en hem die als een blijk mijner erkentelijkheid aan bieden. De graaf bedankte mij voor mijn goede be doeling. „Ik heb nooit aan uw goeden wil en aan uw aanhankelijkheid getwijfeld, maar iaat die copie voorloopig rusten. Het is een schilder wei geoorloofd gezichten, die hem duidelijk voor den geest staan, te gebruiken, natuurlijk altijd op een manier die niet hinderlijk is voor het origineel en het ia zeer geoorloofd dat gij met uw goed geheugen opgemaakt, tengevolge waarvan de Koningsbrug f 10.000 minder heeft gekost dan door het dag. bestuur was voorgesteld. Nadat de voorzitter heeft opgemerkt dat hij niet heeft gezegd dat de comm. nooit, maar wei dat zij zelden plannen heeft gemaakt, vraagt de heer Snijders wat de reden is waarom het werk aan de school, dat Woensdag werd aangevangen, Vrijdag gestaakt geworden is. De voorzitter zegt dat dit het gevolg is van een misverstand. De aannemer meende dat hij niet mocht beginnen, terwijl een ander persoon den aannemer had gezegd dat hij kon aanvangen. Het onderdeel der fcegrooting wordt alsnu aangenomen. Bij de behandeling van den post voor het archief heeft de heer Fokker hetzelfde bezwaar van straks, dewijl hij meent dat ook hier de comm. had moeten gehoord worden. Bij den post, uitgetrokken tot aflossing van schuld stelt de heer Fokker, in verband met het geen bij de algemeene beraadslaging is gezegd, voor dien post met de 10.000 voor de leer school te verhoogen. Aangezien echter de post zooals die door burg. en weth. is voorgesteld met 10 tegen 6 stemmen aangenomen wordt, vervalt het voorstel-Fokker. Tegen stemden de heeren Luteijn, Van Hoek, Jeras, Snijders, Fokker en Van der Harst. Het gebeole voorstel van burgemeester en wet houders, alsnu in stemming gebracht, wordt met 14 tegen 2 stemmen, die van de heeren Snijders en Jeras, aangenomen. Op voorstel van burg. en weth. wordt goedge vonden om aan den heer F. Wibaut te Vlisaingen, op diens verzoek, een uitstel van twee jaren toe te staan voor het afleggen der verklaring omtrent het al of niet aanhouden van den grond aan de Loskade, welke hem ter bebouwing in koop is Zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd de verhuring van een huis in het Cellebroershof, aan de wed. J. Broekman, voor 40 's jaars; de woning aan de Koopmansbeurs, voor f 40 's jaarB, aan de weü. H. van Deijk, en het pakhuis in de Wagenaarstraat, aan J. Compter, voor 60 's jaars. Al deze verhuringen voor den tijd van 3 jaren en ingaande 80 April a. Eveneens wordt op voorstel van het dag. bestuur ingewilligd het verzoek van C. H de Wagemaker en D. van de Krcke, om aan hen onderhands te verkoopen een stukje grond in de Nieuwe Ooster straat tegen f 1.50 de centiare. Daarna wordt vastgesteld een staat van aange- slagenen in de pi. dir. bel. op de inkomsten, wier aanslag, tengevolge van vertrek naar elders of door overlijden, geheei of gedeeltelijk oninbaar is, ten bedrage van f 138.581. Het verzoek van mej. A. J. A. van Zuijdam, te Haarlem, om restitutie van betaalde inkomsten belasting, wegens vertrek naar elders, wordt inge willigd. Alsnu komt in behandeling het voorstel van burg. en weth. om, vermits er tengevolge van het aan den hulponderwijzer C. Kamermans verleend eervol ontslag eene vacature is ontstaan in het hulppersoneel van school F, daarin te voorzien door den hulponderwijzer H. Jongepier, die sedert de opheffing van school E tijdelijk bij school F geplaatst is en dezer dagen de akte van hoofd onderwijzer verwierf, definitief aan te stellen. Tegelijk stellen burg. en weth., overeenkomstig het gevoelen der schoolcommissie, nog voor om het getal hulponderwijzers op school F met éen te vermeerderen en op 9 te brengen. De heer Fokker stelt voor dit punt aan te houden, op grond dat hoezeer ook de belangen van het onderwijs moeten gelden, ook 't oog moet gehouden worden op het financieel belang der gemeente en men niet verder moet gaan dan noodig is. De heer mr. W. A. van Hoek merkt op dat het door den heer Fokker in 't midden gebrachte het gevoelen is van de minderheid der school commissie, doch dat naar zyue meening de raad het oordeel der meerdeiheid van die commissie vau deskundigen behoort te volgen. Tot Btemmiug overgaande wordt met 8 tegen 7 stemmen tot de aanhouding van het punt besloten. Voor stemden de heeren Van Berlekom, Jeras, Snijders, Tak, Fokker, Van der Harst, Nagtglas en De Wind. Nadat aan den heer W. A. Lehman de Lehn&feld, op zijn verzoek, eervol ontslag is verleend uit zijne betrekking van tijdelijk leeraar aan 't gymuasium, doet de voorzitter mededeeliüg dat van verschillende corporaties de jaarverslagen zijn ontvangen. Van den heer mr. Dirks te Leeuwarden is een schrijven ingekomen, houdende dankbetuiging voor bem verleende hulp door mededeelingen omtrent op de oudheidskamer alhier aanwezige penningen en aanbieding van een exemplaar van zijn prijsver en vaste hand een portret van freule Von Marville schildert, als een geschenk voor hare ouders maar het was ondoordacht van mij dat ik beslag op dat portret wilde leggenik had eerst behooren te vragen of hare ouders mij zouden veroorloven het te bezitten en gij, mijn vriend, hebt nog veel minder recht, gij hebt volstrekt geen xecht," zei hij met nadruk „om het portret van freule Von Marville, voor mij, of voor wien ook te schilderen." Ik was gewoon allerlei nuttige lessen en te rechtwijzingen van den graaf te ontvangen en daar hij twaalf jaar ouder was dan ik en in be schaving, stand en ondervinding ver boven mij stond had ik mij zelfs door zijne berispingen nooit gekrenkt gevoeld. Maar nu was er sprake vau mijn recht als kunstenaar en daar zijn toon mij strenger en harder dan anders voorkwam, meende ik niet zoo dadelijk te moeten toegeven en beweerde dus dat iets wat de kunstenaar zich zoodanig in het geheugen heeft geprent, onwillekeurig zijn eigendom ia geworden, waarover hij vrijelijk mag beschikken. „Ik zou, wanneer ik het voorrecht had gehad een portret van de freule te maken, dat misschien niet voor mij zeiven mogen copieeren, en zou in dat geval haar gelaat ook niet in mijne andere schilderijen mogen gebruiken zonder haar daartoe uitdrukkelijk verlof gevraagd te hebben; maar wat ik uit eigen ingeving op het doek breng,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 5