:nteraad
hunne
te bren-
Workoa,
t-SCHELDE.
BIJVOEGSEL
MIDDELBURGSCHE COURANT
Benoemingen en besluiten
Marine en leger.
Gemeenteraad van Middelburg.
FEUILLETON.
HELMAR.
'E,
Iscrmidt
J.Pz.'
fTH.
}SSE.
tROO Cz.
SVEiHS.
STEEN.
lALP.
)MP.
IMP.
I visser,
ïugels.
Lle.
/ttez.
/WEUENS.
F wibaut.
'c- WlBAÜT
-KENS
JWOLTER.
Izietse.
de Gortstraat naar
better B n° 12.
>ootdienst
iUSO EN ROTTERDAM.
ertrek in April.
VAN BOTTEND AH
Vrijdag 23 'a midd. 1,n.
Zaterd. 24 'morg. 10,
Maand. 26 10,
Dinsdag 27 midd. 12,
Donderd29 12,
Vrijdag. 30 12,—
NDEN
o. h. r. K
nam. 1.15 (-u 3.45
i 1.45 4.15
[ilAANDAG, WOENSDAG en
ZATERDAG. j
voorm. 7.30 nam. 3.—
8.— 3.30
10.30
11.- -
6.— midd. 12.-—
6.30 nam. 12.30
literl^k 2 uren op
7.20
2.80
5.87
8.41
6.88
2.40
8.
*12.65
*4.45
2.14
*5.59
8.
*6.40
5.1
6.30
7.8
*7.57
7.25
8.6
—r
8.85
9.6
8.45
*9.15
6.50
6.20
7.52
8.45
2.12
10.18
10.41
10.60
11.
VAN DE
YAN
Donderdag 22 April 1880. N° 95.
adel. In den Nederlandschen adel ingelijfd,
met al zijne wettige, zoo mannelijke als vrouwe
lijke nakomelingen de heer E. A. D. E. van
Franckenberg en Proschlitz, kapitein der inf.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen liet
arr. Heerenveen, ter standplaats Akkrnm, gemeente
Utingeiadeel, H. Tennema, thans notaris te
Wommels; tot notaris binnen het arr. 's Her
togenbosch, ter standplaats de gemeente Oijen,
F. G. van der Heyden, candidaat-notaris te
Hil varen beek.
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester der
gemeente Opperdoes G. Wijdenes.
pensioenen. Pensioen verleend aan jbr. W. L.
B. van Pauhnys, betaalmeester, ad f 2425J. O.
Boogaard, ontvanger der dir. bel. en ace., ad
f 1627C. Kuhlman, hoofdcommies bij het
dep. van financiën, ad 1671; en aan G. L.
Voerman, ontv. der dir. bel., ad f 2843 's jaars.
stoomwezen. Benoemd tot opzichter der 2e kl.
voor bet stoomwezen, W. Ide jr., te Amsterdam.
koloniën. Op verzoek, eervol ontslag verleend
aan de navolgende, thans met verlof hier te lande
aanwezige O. I. ambtenaren, E. D. van Capelle,
laatstelijk 4e onderwijzer aan de kweekschool
voor inlandsclie onderwijzers te Bandong, en C.
L. Drossaers, gewezen controleur der 2e kl. bij
het binneulandsch bestuur op Java en Madura.
De off. van gezonilh. Ie kl. dr. G. Karssen en
de off. van adm. 3e kl. J. C. van Reyn worden
geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te
Willemsoord en gedetacheerd aan boord van het
instructievaartuig Urania.
Zitting van Dinsdag 20 April.
Voorzitter de heer Pické.
Afwezig de heer Dronkers met kennisgeving.
Na de instal atie van den heer Van Teijlingen,
doet de voorzitter mededeeling dat van mevr. de
wed. dr. H. Polman Kruseman kennisgeving is
ontvangen van het overlijden van haren echtgenoot.
De voorzitter spreekt zijn vertrouwen uit dat de
leden van den raad, even als burg. en weth., dit
bericht met groot leedwezen zulleu hebben ver
nomen. In den beer Kruseman zegt bij
verliest de gemeente een uitstekend burger en
een ijverig ambtenaar, die steeds zijn plicht
nauwgezet vervulde en wiens plaats niet licht
even goed vervuld worden zal; een ambtenaar,
wiens nagedachtenis steeds in eere zal blijven.
Het voorstel om aan de weduwe namens den
raad een brief van rouwbeklag te zenden, wordt
daai na aangenomen.
Behalve eeuige brieven, houdende goedkeuring
van raadsbesluiten, is van gedeputeerde staten
ontvangen een schrijven, waarbij dit college in
overweging geeft om eene wijziging, in eene vorige
vergadering in de politie-verordening gebraclit,
eenigszina te veranderen, door do 2e alinea van
art. 58 te lezen„Het slachten moet zoodanig
geschieden, dat het van de straat niet gezien kan
worden.
Ofschoon de woorden van de gewijzigde alinea
anders luiden dan de aangenomeue, is de bedoe
ling dezelfde, waarom burg. eu weth. voorstellen
hiertoe te besluiten. Zonder hooidelijkestemmiug
vereenigt de raad zich hiermede.
Daarna geschiedt voorlezing van een brief van
ged. staten, houdende keunisgeving dat bij hen
geen bezwaar bestaat tegen de opheffing van
school A, in het vertrouwen dat de scholen Ben
D iu stand zullen blijven.
Naar aanleiding van dit schrijven zegt de beer
u.
7.15
10.55
6.50
10.40
8.6
11.60
8.66
12.40
9.15
1.8
9.80
1.20
8.60
6.1»
7.80
8.80
8.40
8.15
Een roman uit de kunstenaarswereld.
VAN
FANNY LEWALD.
ELFDE HOOFDSTEK.
Ik antwoordde dat het nog niet af was, dat ik
het tot midden in den zomer hield en mij zeer
vereerd zou gevoelen indien zij het wilde komen zien.
„Ja zeker wil ik datIk kom met mijn broeder
bij u, zoodra gij het af hebt."
„En zoudt gij er iets tegen hebben," viel
Clamor in, „indien ik u dan vergezelde?"
„Wilt gij zoolang wachten Dat is zeer
beleefd voor mij, maar zeer onbeleefd en al te
geduldig tegenover uw zuster!" zei Cecile schert
send. „Maar zoo zijn onze heeron broeders alte-
maal. Als de graaf u verteld had dat Kronan,
uit het hoofd, een verrukkelijk kinderportret van
de eene of andere zangeres of danseres geschilderd
had
„Of het uweviel hij haar in de rede.
Fokker dat hij wenseht gerust gesteld te worden
omtrent de aan die woorden te geven uitlegging,
in zooverre dat het niet als eene voorwaarde,
die bindend voor de gemeente zou zijn, worde
beschouwd.
Nadat de voorzitter hierop heeft geantwoord
er meer een wenk in te zien, verklaart de heer
Fokker zich voldaan.
In verband met de opheffing van school A,
stellen burg. en wethouders voor om mej. J. R.
Droste, hulponderwijzeres bij die school, over te
plaatsen naar school D, en te bepalen dat zij
eene personeele toelage van /50 zal ontvangen
totdat hare jaarwedde 800 zal bedragen. Mei.
Droste geniet thans f 900, doch is bereid de
betrekking van le liu[ponderwijzeres op school
D voor fS00 te bekleeden. Het dag. bestuur
zal bij aanneming vau zijn voorstel voorzien in
de tijdelijke waarneming van de betrekking op
school D, die op 1 Mei, tengevolge vau het
vertrek aan mej. Schouten, vacant zal worden.
Na mededeeling dat aan het gymnasium voor
1880 een subsidie van f 8206 is verleend, komt
in behandeling het voorstel van burg. en vreth
tot wijziging der gemeente-begrooting voor 1880*.
Uit het daarop betrekking hebbende rapport
van het dag. bestuur blijkt dat de door do
algemeene commissie van liquidatie der wees- en
momboirkamers aan de gemeente uitgekeerde
gelden, geraamd op f 21,793, ruim f 27,000 hebben
bedragen. Burg. en weth. hebben overwogen
welke bestemming aan die gelden te geven en
waren van gevoelen dat die, als geheel toevallige
bate, behalve tot schulddelging, mochten worden
gebezigd tot bestrijding van buitengewone uitgaven.
De uitgaven, die naar het oordeel van burg. en
weth. tot deze soort behooren, warenomniette
spreken van de kosten van aanbouw van nieuwe
schoollokalen als gevolg der aanstaande invoering
der wet op het lager onderwijs,de volgende:
1° de uitkeering aan het rij k van ƒ10,000, ten behoeve
der te bouwen leerschool bij de rijkskweekschool;
2° de uitbreiding van de lokalen van het archief;
3° de vernieuwing der beschoeiing aan den Koren
dijk; 4° het maken eener nieuwe brug bij de
Veersche barrière 5° het dempen der sloot acuter
het oude mannenhuis6° het herstellen vau een
paar duikers; 7' het vernieuwen der bestrating in
enkele straten8° de inrichting van de oudheids
kamer en bet archief op het raadhuis.
Uit eene door den gemeente-bouwmeester op
gemaakte raming is burg. en weth. gebleken, dat
het onmogelijk zou zijn een eenigszius belangiijk
gedeelte dezer werken uit de toevallige bate te
verrichten. Het dag. bestuur moest dan ook zijn
oorspronkelijk denkbeeld laten varen, ook met
het oog op de invoering der nieuwe wet op het
lager onderwijs, waardoor groote kosten zullen
noodig worden, en besloot om nog in den loop
van dit jaar aan den raad een omstandig en uit
gewerkt voorstel te doen, zoowel tot voorziening
in de bovengemelde behoeften als tot stichting
en verbouwing van schoollokalen, welk voorstel
alsdan vergezeld zal gaan van het plan voor eene
geldleening, te sluiten tot het bedrag van al deze
uitgaven te zamen.
Burg. en weth. ineenen en de fin. commissie
deelt dit gevoelen, dat het wenschehjk is om uit
de toevallige bate de som van 10,000 aan het
rijk te betalen, zoodra zij op vorderbaar is, om
de geweuschte uitbreidiug uer archiefiokaien mede
daaruit te bekostigen eu het gcbeele overschot
tot schulddelging te besteden, door nog in deze
maand een exna uitlotiug te houden van obligatiën
der leening van 1871, die dan met 1 Juli a.
afgelost zouden worden.
Voorts komt het met het oog op den ongewoon
hoogen stand der 21 W. S., iu welk fonds
het aandeel van Middelburg in do kapitalen der
wees- en momboirkamers is belegd, wenschelijk
voor, om die inschrijving te verkoopen en de
opbrengst tijdelijk bij de Associatie Cassa in
beleen iug te geven.
Volgens bet voorstel van burg. en weth. zou
bet totaal der begrooting op f 294,026,201 worden
gebracht. Behalve de reeds vetme.de 10,000,
komen onder de uitgaven o. a. de volgende
nieuwe artikelen voor: Inrichting der school op de
haringplaats, f 11,500; bcstratiug en rioleering van
de loskade en aangrenzende terreinen, f 7432.94;
uitbreiding van het archieflokaal en verbetering
der oudheidskamer, 4000.
De algemeene beraauslaging over dit voorstel
geopend zijnde, wenseht de heer Snijders zijne
stem, die hij ertegen zal uitbrengen, te motiveeren.
Naar het hem voorkomt zijn verschillende der
voorgestelde werken niet urgent. Wat de 10,000
voor de leerschool betreft, gelooft hij niet dat die
school dit jaar gereed zal komen, en de betaling
niet voor de vierde, vijfde of zesde maand van
het volgend jaar zal moeten geschieden; terwijl,
mocht dit vroeger noodig zijn, naar zijne meening
voor dergelijke zaken geid geleend kan worden.
„Stil!" riep Cecile uit „met zulk een goed
koop compliment kunt gij mijn boetpredicatie niet
atkoopen. Gij zijt altemaal even nieuwsgierig,
wanneer er sprake is van een gevierde tooneel-
heldin en waarlijk ongeloofelijk onverschillig
tegenover ons, gewone vrouwen
„En dat zegt gij tegen mij riep Clamor
uit op een toon, die veel meer warmte en waar
heid verried dan dit losse gesprek deed verwach
ten, zoodat Cecile een kleur kreeg en Clamor
zich tot mij wendde, zeggende
„Ik heb zooeven eerst vernomen dat gij,
even als de broeder van mejuffrouw Wollman.
naar den prijs voor Rome dingt. Wanneer het
geluk u gunstig is, zult gij dus nog eerder wat
van de wereld zien, dan ik."
Er viel mij een pak van hot hart; want ik had
gevreesd dat Clamor mij cok hier weer, even als
toen bij den graaf, met: „je" zou toespreken en
ik zou niet geweten hebben hoe ik dat had
moeten opnemen.
„Gij hebt echter als kind reeds iets van de
wereld gezien, mijnheer Von Marville, toen ik nog
op klompen op het voorplein van uw vaders
kasteel rondliep," antwoordde ik.
Ik wilde hem toonen dat ik mij niet over mijn
afkomst schaamde en niet verlangde, nu hij mij
fatsoenlijk behandelde, dat hij die zou vergeten.
Dat scheen hem aan te staan evenals hetgeen
Cecile daarop zeide;
Het belang der gemeente brengt mede om het
geld van de weeskamer te gebruiken tot schuld
delging, waardoor een rente van 5°/0 wordt
gewonnen, terwijl bij den overvloed van kapitaal
eene leening a 4% wel kans van slagen schijnt
te hebben.
De voorzitter antwoordt den heer Snijders dat
het door hem geopperde denkbeeld bij het dag.
beBtuur en de comm. van financiën een punt van
langdurige beraadslaging heeft uitgemaakt, doch
dat men tot de overtuiging gekomen is dat het
niet geraden is de f 10,000 van de begrooting
te nemen, omdat, ofschoon de heer Snijders zulks
niet gelooft, toch de mogelijkheid bestaat dat
het werk tijdig gereed komt, en de fin. comm.
de zekerheid wenseht te hebben dat het geld
aanwezig is indien het wordt opgeëischt. Ook
het sluiten eener leening is besprokendaar
echter bij eene leening de obligatiën minstens
f 500 groot moeten zijn, zou, wanneer een grootere
leening volgde, waarvoor grootere obligatiën
worden afgegeven, de begrootiug door de aflossing
te veel bezwaard worden.
De lieer Fokker acht het denkbeeld van den
heer Snijders uit een administratief oogpunt aan
nemelijk en zal er zijn stem aan geven. Behalve
de door dat lid aangevoerde gronden heeft spreker
nóg eene andere reden. Uitgaven als de onder
havige kunnen gerekend worden als buitengewone,
en waar in de toekomst het nut ervan zal
getrokken worden, moet dit ook bij het dragen
der lasten niet uit het oog verloren worden.
Na repliek van den voorzitter, waarbij deze
herinnert dat de post reeds vroeger is uitgetrokken
on toen bij de discussie dergelijke bedoeling niet
is gebleken, wordt de algemeene beraadslaging
gesloten en overgegaan tot de artikelsgewyze
behandeling.
Bij het artikel betrekkelijk het inrichten van
de school op de Haringplaats, vraagt de heer
Fokker het woord om de opmerking te maken
dat hij, als lid der commissie van fabricage, van
de plannen geen kennis heeft gedragen en noch
het bestek, noch de voorwaarden van aanbesteding
heeft gezien. Volgens berichten m de dagbladen
is de aannemingssom hooger dau de raming en
zouden er ook, in afwijking van andere gevallen,
slechtB drie gegadigden voor dit werk zijn ge
weest. Gaarne ontving de heer Fokker omtrent
een en ander eenige inlichting.
De voorzitter meent dat wat betreft het eerste
gedeelte der interpellatie van den heer Fokker,
het dag. bestuur volkomen in de orde is. De
verordening, reeds lang geleden, in 1852 vastge
steld, omschrijft de werkzaamheden van de com
missie van fabricage en daarop is door burg.
en weth. gelet.
Het is spreker niet bekend of het meermalen
is voorgekomen dat door de commissie plannen
ontworpen zijn, hij gelooft dat het zelden gebeurd
is. Bovendien behoefde dit plan niet onderzocht
te worden, aaiigezien het reeds in '78 bij den
raad was ingekomen eu deze toen niet de nadere
goedkeuring der plannen aan zich had voorbe
houden. Ook de groote haast die gemaakt moest
worden had besprekingen over en weder onmo
gelijk gemaakt.
De voorzitter knoopt hieraan de opmerking
vast, dat het hem leed doet dat de werkkring
van de verschillende commissiën niet genoeg om
schreven is en z. i. te veel aun het bon vouloir
van het dag. bestuur is overgelaten.
Wat aangaat het tweede gedeelte van de vraag
van den heer Fokker, zegt de voorzitter dat net
hem onbekend is, waaraan de hoogero inschrijving
is toe te schrijven. Misschien wel de spoed
waarmede gewerkt moet worden; wat betreft
dat er slechts 3 gegadigden zijn geweest, merkt
hij op dat ofschoon er niet veel waren, zelfs een
reeds voldoende zou zijn geweest. De aannemer
die het laagst heeft ingeschreven staat gunstig
bekend hij het dag. bestuur, eu heeft onlangs het
gymnasium gebouwd waarover men tevreden is.
De heer Jeras kan ook niet ontveinzen dat de
advertentie van de aanbesteding zijne bevreemding
heeft opgewekt. Hij hex inner t zich niet dat de
plannen ooit in de comm. van fabr. geweest zijn,
en had ook gemeend dat die commissie zou gehooid
zijn geworden. Het voorbijgaan frappeerde hem
te meer daar voor kleine werkjes hare voorlich
ting wordt gevraagd en hier, waar 'teen werk
van eenige duizenden betreft, niet.
De heer Snijders wenseht net geheugen van het
dag. bestuur eenigszius te hulp te komen en her
innert dat nog kort geleden de comm. van labr.
met burg. eu weth. de plannen voor de verbouwing
van het gymnasium tot tweemaal toe in het oude
gebouw besprak en er toen zelfs verschil van
gevoelen bestond. Een ander éclatant voorbeeld
levert spreker door erop te wijzen hoe indertijd
de plannen voor de Koningsbrug door de comui.
werden afgekeurd en daarna door een verdienste
lijk lid der comm. een geheel nieuw plan werd
„Helmar heeft ons dikwijls verteld dat gij
in uw jeugd zulk een lastig heer waart en hem
bij het soldaatje spelen geducht geplaagd en ge
drild hebt; maar later is hij er u dankbaar voor
geweest, dat gij hem zoo elegant hebt ieeren gaan
en staan." Door het ongedwongen praten van
Cecile had ons gesprek een gemakkelijken,
schertsenden toon aangenomen en Clamor had er
blijkbaar zeer veel schik in. Ik had echter be
hoefte den graaf op te zoeken, daar ik ver
langde om mijn overijling van des morgens goed
te maken, te meer omdat ik hem feitelijk een
onwaarheid gezegd hadwant ik had volstrekt
geen plan gehad om dat portret aan mevrouw te
geven.
Zoodra ik hem in een zjjvertrek ontmoette
sprak ik hem aan en zeide dat het mij speet niet
terstond aan zijn wensch voldaan te hebben; ik
vroeg of ik dadelijk aan een copie mocht beginnen
en hem die als een blijk mijner erkentelijkheid aan
bieden.
De graaf bedankte mij voor mijn goede be
doeling.
„Ik heb nooit aan uw goeden wil en aan
uw aanhankelijkheid getwijfeld, maar iaat die
copie voorloopig rusten. Het is een schilder wei
geoorloofd gezichten, die hem duidelijk voor den
geest staan, te gebruiken, natuurlijk altijd op een
manier die niet hinderlijk is voor het origineel en
het ia zeer geoorloofd dat gij met uw goed geheugen
opgemaakt, tengevolge waarvan de Koningsbrug
f 10.000 minder heeft gekost dan door het dag.
bestuur was voorgesteld.
Nadat de voorzitter heeft opgemerkt dat hij
niet heeft gezegd dat de comm. nooit, maar wei
dat zij zelden plannen heeft gemaakt, vraagt de heer
Snijders wat de reden is waarom het werk aan
de school, dat Woensdag werd aangevangen,
Vrijdag gestaakt geworden is.
De voorzitter zegt dat dit het gevolg is van
een misverstand. De aannemer meende dat hij
niet mocht beginnen, terwijl een ander persoon
den aannemer had gezegd dat hij kon aanvangen.
Het onderdeel der fcegrooting wordt alsnu
aangenomen.
Bij de behandeling van den post voor het archief
heeft de heer Fokker hetzelfde bezwaar van straks,
dewijl hij meent dat ook hier de comm. had
moeten gehoord worden.
Bij den post, uitgetrokken tot aflossing van
schuld stelt de heer Fokker, in verband met het
geen bij de algemeene beraadslaging is gezegd,
voor dien post met de 10.000 voor de leer
school te verhoogen.
Aangezien echter de post zooals die door burg.
en weth. is voorgesteld met 10 tegen 6 stemmen
aangenomen wordt, vervalt het voorstel-Fokker.
Tegen stemden de heeren Luteijn, Van Hoek,
Jeras, Snijders, Fokker en Van der Harst.
Het gebeole voorstel van burgemeester en wet
houders, alsnu in stemming gebracht, wordt met
14 tegen 2 stemmen, die van de heeren Snijders
en Jeras, aangenomen.
Op voorstel van burg. en weth. wordt goedge
vonden om aan den heer F. Wibaut te Vlisaingen,
op diens verzoek, een uitstel van twee jaren toe
te staan voor het afleggen der verklaring omtrent
het al of niet aanhouden van den grond aan de
Loskade, welke hem ter bebouwing in koop is
Zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd
de verhuring van een huis in het Cellebroershof,
aan de wed. J. Broekman, voor 40 's jaars; de
woning aan de Koopmansbeurs, voor f 40 's jaarB,
aan de weü. H. van Deijk, en het pakhuis in de
Wagenaarstraat, aan J. Compter, voor 60 's jaars.
Al deze verhuringen voor den tijd van 3 jaren en
ingaande 80 April a.
Eveneens wordt op voorstel van het dag. bestuur
ingewilligd het verzoek van C. H de Wagemaker
en D. van de Krcke, om aan hen onderhands te
verkoopen een stukje grond in de Nieuwe Ooster
straat tegen f 1.50 de centiare.
Daarna wordt vastgesteld een staat van aange-
slagenen in de pi. dir. bel. op de inkomsten, wier
aanslag, tengevolge van vertrek naar elders of door
overlijden, geheei of gedeeltelijk oninbaar is, ten
bedrage van f 138.581.
Het verzoek van mej. A. J. A. van Zuijdam,
te Haarlem, om restitutie van betaalde inkomsten
belasting, wegens vertrek naar elders, wordt inge
willigd.
Alsnu komt in behandeling het voorstel van
burg. en weth. om, vermits er tengevolge van het
aan den hulponderwijzer C. Kamermans verleend
eervol ontslag eene vacature is ontstaan in het
hulppersoneel van school F, daarin te voorzien
door den hulponderwijzer H. Jongepier, die sedert
de opheffing van school E tijdelijk bij school F
geplaatst is en dezer dagen de akte van hoofd
onderwijzer verwierf, definitief aan te stellen.
Tegelijk stellen burg. en weth., overeenkomstig
het gevoelen der schoolcommissie, nog voor om
het getal hulponderwijzers op school F met éen
te vermeerderen en op 9 te brengen.
De heer Fokker stelt voor dit punt aan te
houden, op grond dat hoezeer ook de belangen
van het onderwijs moeten gelden, ook 't oog moet
gehouden worden op het financieel belang der
gemeente en men niet verder moet gaan dan
noodig is.
De heer mr. W. A. van Hoek merkt op dat
het door den heer Fokker in 't midden gebrachte
het gevoelen is van de minderheid der school
commissie, doch dat naar zyue meening de raad
het oordeel der meerdeiheid van die commissie
vau deskundigen behoort te volgen.
Tot Btemmiug overgaande wordt met 8 tegen
7 stemmen tot de aanhouding van het punt
besloten. Voor stemden de heeren Van Berlekom,
Jeras, Snijders, Tak, Fokker, Van der Harst,
Nagtglas en De Wind.
Nadat aan den heer W. A. Lehman de Lehn&feld,
op zijn verzoek, eervol ontslag is verleend
uit zijne betrekking van tijdelijk leeraar aan
't gymuasium, doet de voorzitter mededeeliüg dat
van verschillende corporaties de jaarverslagen
zijn ontvangen.
Van den heer mr. Dirks te Leeuwarden is een
schrijven ingekomen, houdende dankbetuiging voor
bem verleende hulp door mededeelingen omtrent op
de oudheidskamer alhier aanwezige penningen en
aanbieding van een exemplaar van zijn prijsver
en vaste hand een portret van freule Von Marville
schildert, als een geschenk voor hare ouders
maar het was ondoordacht van mij dat ik
beslag op dat portret wilde leggenik had eerst
behooren te vragen of hare ouders mij zouden
veroorloven het te bezitten en gij, mijn vriend,
hebt nog veel minder recht, gij hebt volstrekt
geen xecht," zei hij met nadruk „om het
portret van freule Von Marville, voor mij, of
voor wien ook te schilderen."
Ik was gewoon allerlei nuttige lessen en te
rechtwijzingen van den graaf te ontvangen en
daar hij twaalf jaar ouder was dan ik en in be
schaving, stand en ondervinding ver boven mij
stond had ik mij zelfs door zijne berispingen nooit
gekrenkt gevoeld. Maar nu was er sprake vau
mijn recht als kunstenaar en daar zijn toon mij
strenger en harder dan anders voorkwam, meende
ik niet zoo dadelijk te moeten toegeven en beweerde
dus dat iets wat de kunstenaar zich zoodanig in
het geheugen heeft geprent, onwillekeurig zijn
eigendom ia geworden, waarover hij vrijelijk mag
beschikken.
„Ik zou, wanneer ik het voorrecht had
gehad een portret van de freule te maken, dat
misschien niet voor mij zeiven mogen copieeren,
en zou in dat geval haar gelaat ook niet in mijne
andere schilderijen mogen gebruiken zonder haar
daartoe uitdrukkelijk verlof gevraagd te hebben;
maar wat ik uit eigen ingeving op het doek breng,