Laatste berichten. (Summae Benoemingen en besluiten. Marine en ieger. Kunst nieuws. Landbouw. Rechtszake n. Koloniën, Staten-GeneraaL dat benoemingen van particuliere commission hier te lande niet, zooals in Indië veeltijds het geval is, van den hoogsten gewestelijken ambtenaar uitgaan. Indien het echter waar mocht zijn dat de heer Yan Harinxma zich in den bedoelden zin ook slechts uitgelaten heeft, dan zou dit zeer te be treuren zijn. Daargelaten de onbillijkheid om de kinderen van minvermogenden te doen boeten voor hetgeen de gegoede volwassenen gedaan hebben, zou zulk een eigen recht, door particulieren in Nederland tegenover hun landge- nooten in Indië uitgeoefend, tot zeer ongunstige gevolgtrekkingen knnnen leiden. De Ned. Amerilc. Stoomvaartmaatschappij (Rot terdamNew-York) geeft over 1879, voor 't eerst zoo wij ons niet vergissen, een gunstig verslag. Met eigen schepen deed zij 32 reizen. Do pas sagegelden gaven gemiddeld per reis f 1100 meer, de goederen 4600 minder dan in 1878. De netto-winst bedraagt f 333,000, waarvan het bestuur voorstelt, ter afschrijving op de vier booten en voor de fondsen f 280,000 te bestem, men, zoodat nog 50,000 voor dividend overblijft, d. i, 5 pet. eijks-ieleobaaf. Op verzoek, eervol uit 's rijks dienst ontslagen de directeur van een der rijks telegraafkantoren C. C. de Koek. leobb. Ter zake van lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst aan den met verlof hier te lande aanwezigen off. van gezondh. 2de kl. bij het leger in N. I., J. G. J. van Oppenraay, met toekenning vau pensioen. Op verzoek, eervol ontslagen uit den militairen dienst, wegens lichaamsgebreken, de met verlof hier te lande aanwezige kapitein der inf. van het leger in N. I., H. W. Mijnders, met toekenning van pensioen. De luit. t/z 2de kl. J. W. A. F. van Maren van den Berg, van het eskader in O.-I. in Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De luit. t/z 2de kl. P. H. Brocx wordt geplaatst aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam. In de Berliner Musik-Zeitung werd dezer dagen eene recensie opgenomen van Andante und Varia tionen, componirt von Beurt de Jonge van Ellemeet Daar deze beoordeeling een zeer vleiend getui genis voor het talent van onzen land- en gewest- genoot aflegt, laten wij ze hier volgen. Zij luidt vertaald aldus: „Dit werk heeft een zeer gunstigen indruk op mij gemaakt. Gezond, edel, voortreffelijk van vorm en contrapuntisch rijk aan fijne trekken, behooren deze Variationen zonder twijfel tot het beste wat in den laatsten tijd op het gebied van muziek-litteratuur verschenen is. „De componist, op wien ik ernstig de aandacht vestig, lijdt, trots eene uitgebreide en diepe kennis, nergens schipbreuk op het gevaar van droog en geleerd te worden zoodat de Variationen (er zijn er ld) op het eenvoudige thema een rijue en aangename afwisseling aanbieden. Het doet iemand inderdaad goed een werk te leeren kennen, dat men zoo zonder vooibehoud prijzen kan en moet." Max Bruch, de Duitsche componist, is be noemd tot directeur der Londensche Philharmonic Society, als opvoiger van den bejaarden Sir Julius Beuedict, die zijn ontslag gevraagd heeft. hij iets in die vertrekken waar wij werkten te doen had en toen hij mij in mijn werkpak bezig zag en opmerkte hoe de meesterknecht mij als zijns gelijke behandelde, raakte hij in een betere stemming. Hij bekeek de vogels en bloemen die ik vervaardigde en zei dat ze precies waren, zooals zij zijn moesten en dat ik een dwaas zou wezen als ik niet bij dit vak bleef. Een knappe schilder zou, als bij zich hier vestigde, fortuin maken, want er was volop werk te krijgen en hij en moeder zouden wat gaarne bij hun jongsten zoon komen inwonen, ai hadden zij het niet noodig. Ik dacht dat kan licht gebeuren, al is het hier niet op het dorp; maar gelukkig voelde ik mij toch niet, niettegenstaande de meester en do dominé heel vriendelijk voor mij waren en mij aanmoedigden om te zien hoever ik het in de schilderkunst kon brengen. De familie wenschte zoo spoedig mogelijk terug te keeren, zoodat wij ons met het werk zeer moesten haasten en ik had mij voorgenomen nog een paar dagen langer te blij ven, om als het kon, mevrouw en Dora nog even te zien, eer ik voor langeren tijd weg ging; doch toen wij gereed waren en vader en moeder, mijn broeders en al de bnren de zalen om het hardst bewonderden, kwam er bericht dat de familie nog veertien dagen uitbleef en dus moest ik tegelijk met de andere werklieden vertrekken. Den laatsten avond ging ik, nadat wij do ge- Door de landbouwvereeniging Vooruitgang is ons Streven te Kapelle, zal op den tweeden Pinksterdag, den 17en Mei, des namiddags, een wedstrijd worden gehouden tusschen ploegers uit die gemeente, met verschillende ploegen, zoowel Xeeuwsche als Amerikaansche, waarvoor onder scheiden prijzen zullen worden uitgeloofd; de wedstrijd zal gehouden worden op een stuk grond van het bestuurslid J. Oele, vlak bij het dorp gelegen. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft den wisselwachter B. veroordeeld tot zes jaren tucht huisstraf, met ontzegging van de bevoegdheid om in Nederland eene betrekking bij de spoor wegen te bekleeden. De gouvernements-koffieoogst van Java wordt voor het loopendej&ar geraamd op 761,140 pikols,of nagenoeg 500,000 pikols minder dan de oogst van 1879. Vroeger daalde de koffie-opbrengst, na een zeer voordeeligen oogst, meermalen tot beneden do 500,000 pikols, en het mag dus zeer bevredigend genoemd worden, dat na den bij zonder ruimen oogst van 1879 voor het Ioopende jaar nog op een opbrengst van ruim 760,000 pikols zal te rekenen vallen. Wat daarentegen minder bevredigend heeten mag, is dat volgens de laatste opgaven van de in 1879 door de Preanger geleverde 323,271 pik. koffie nog 134,734 pik. onafgevoerd waren. Zijn wij wel ingelicht, dan moet de transportaannemer het vervoer uit volslagen onmacht hebben gestaakt en schijnen ook aan het bestuur de middelen te ontbreken om den afvoer te bespoedigen. De verwoesting, door de veepest onder de karbouwen aangericht, schijnt daarvan de oorzaak te zijn. (Alg. Dagbl.) De veepest woedt in westelijk Java zoo hevig, dat in Krawang dagelijks ruim honderd karbouwen worden afgemaakt. Men geeft de schuld daarvan voor een .groot deel aan de regeering, bijzonder aan het niet genoeg waak zaam toezicht der politie. In aanmerking dient echter genomen te worden dat iu Indië de regee ring gewoonlijk als algemeene zondebob geldt. Te Ternate zijn twee „beruchte" zeeroovers, genaamd Major en Kotté-Kotté, met zestig vol gelingen in onderwerping gekomen. Vriendelijk van die heereri, om zich zoo te „onderwerpen'' In Kendal heeft de assistent-resident aan alle dorpshoofden eene wekelijksche belasting opgelegd van twee staarten van wilde varkens. Deze dieren vermenigvuldigen zich daar schiikbarend en doen veel kwaad aan den land bouw. Nu echter heet het, dat op al'e markten varkensstaarten te koop geboden worden en d<tar er maar weinig „deskundigen" zijn, die op'teerste gezicht een wilde van een tamme varkensstaart weten te onderscheiden, ligt de onderstelling voor de hand dat do assistent-resident nog ai eens beet genomen zal worden. De gouvernements-tinproductie van het eiland Banka bedraagt 77.615 pikols over 1879, tegen 72.529 pikols in 1878. De juffrouw, die te Amsterdam langen tijd gevangen heeft gezeten als beschuldigd van haar erfoom vergiftigd, te hebben, is wegens gebrek aan voldoend bewijs, niet naar de openbare terechtzitting verwezen en gisteren uit de gevan genis ontslagen. De heer Sandberg, intendant van Bet Loo reedschappen ingepakt hadden, nog eens naar buiten en bracht daar een onvergetelijk uur door. Ik kende elk plekje, elk struikje, eiken boom; aan alles was een herinnering verbonden, die mij bij mijn verblijf in de stad gevolgd was. Telkens had ik het prieel waar ik voor het eerst getee- kend had, den tuin waar ik Dora het konijntje gaf, de grasvlakte waar ik op schildwacht had gestaan, de kerk, de pastorij, alles voor mij gezien en ik had mij zei ven altijd beschouwd als een deel der familiebezittingen, omdat ik Kaspers Helmar was; maar op dien avond voelde ik mij eensklaps veranderdhet was alsof alles mij vreemd werd, alsof ik ervan losgerukt ware. Ik voelde mij aangedaan en wist niet waardoor. Ik bekeek alles, als vreesde ik het te zullen vergeten en vroeg mij zeiven af of ik dit alles, mijne ouders en broeders ooit zou terugzien, want ik moest weg voor lang, misschien wel voor altijd, omdat -—ja, omdat ik hier niet meer thuis behoorde. Ik was niet alleen Kaspers Helmar, ik was ook mij zelf, de schildersgezel Kronan die moest zien door de wereld te komen. NEGENDE HOOFDSTUK. Ik ging dus op reis! Het leven van een reizend ambachtsman met ledige zakken is even wel in de werkelijkheid lang niet zoo vroolijk heeft niet zijn ontslag verzocht maar is, bij zijne tegenwoordige betrekking, tevens benoemd tot intendant van Soestdijk en tijdelijk, tot 1 Juli a., tot opperjagermeester. Te Nieuwer-Amstel heeft een gepensioneerd militair eene vrouw, bij wie hij vroeger kostganger was, met een bajonet in de buik gestoken en daarna zich zelf in den hals gesueden. Beide gewonden leven nog, doch op het behoud der vrouw bestaat weinig hoop. De bekende V. M. von Hecke (eigenlijk T. J. de Moll) die zich nu te Leeuwarden in het tuchthuis bevindt, heeft aldaar in goed Hollandsch (hij weigerde steeds iets anders dan Fransch te spreken) verklaard dat hij voortaan „van zijn rol als krankzinnige zou afzien." Hij is rustig aan het werk, evenals zijn mede-veroordeelden. Op den tramweg te Arnhem worden druk proefritten gehouden. In 't begin van Mei zal de dienst op Yelp geopend worden, daar men in de .Pinksterdagen op die lijn een talrijk publiek verwacht. De Koninklijke Tapijtfabrieh te Deventer keert over 1879 een dividend vau 12,8 pet. uit. De tentoonstelling van gouden en zilveren werken in Arti te Amsterdam is gisteren geopend en reeds door vele belangstellenden uit het binnen- en buitenland bezocht. Door het bestuur is voor ruim een millioen gulden aan waarde der tentoongestelde voorwerpen v.erzekerd, ongerekend de assurantiën, door vele eigenaars zeiven reeds gesloten. Op eene vergadering van timmermansbazen en knechts te 's Hertogenbosch is, teugevolge van de door laatstgenoemden gedane vordering, het dagloon der knechts van 13 op 14 cent per uur gebracht. Het onderzoek naar de ramp van de Tay- brug zal aanstaanden Maandag hervat worden. Nu de trein bijna geheel is opgehaald van den bodem der rivier, zal het onderzoek van deskun digen beginnen. De sinaasappelen-cultuur breidt zich uit in Amerika, vooral op het schiereiland Florida. Men berekent den oogst van dit jaar op 25.000.000 stuks alleen in het district Putnam. Van het Engelsche opleidingschip Atalanta is nog niets naders bekend. De schepen die de Atalanta zijn garn opsporen hebben het bevel om zoodra zij eenig spoor van het schip bemerken, naar de naaste haven te sfcoomen om bericht te zenden naar de Engelsche admiraliteit, welke dit bericht onmiddelijk zal publiek maken. Algemeen bekende inenschen worden door geruchten nogal eens doodgemaakt, terwijl ze nog in levenden lijve verkeeren. Dat lot heeft kapi tein Boyton onlangs ook gedeeld. Hij heeft tbans uit Charleston aan de Daily News geschreven om het gerucht van zijn dood tegen te spreken. De heer De Lesseps woonde Dinsdag avond te Londen eene vergadering bij van het Instituut van civiel-iDgenieurs, waar hij tot eerelid der vereeniging werd benoemd. Hij hield eene toe spraak waarin hij mededeelde dat de peilingen en waterpassingen voor het Panama-kanaal gedaan waren, en dat hij gedurende zijn verblijf van zestig dagen in Amerika tot de conclusie was gekomen dat do onderneming tot stand zou komen. Alle ingenieurs van rang in Amerika hadden hem dat toegestemd. De Amerikanen zijn lieden van veel practiscben zin en het vermoeden is gegrond dat in deze zaak het belang der republiek het zal winnen van den aandrang der Monroe-leer. VISsslngen. H. M. koningin Victoria is he den middag 6 u. 20 m. per extra-trein in het salon-rijtuig der Exploitatie-maatschappijalhier aangekomen, en aan boord van het jacht Victoria and Albert ingescheept. Er was eene groote menigto bij het jacht verzameld. Kerkte Kamer. Blijkens het afdeelingsver slag waren de meeste leden gunstig gestemd voor de conventie met België, vooral wegens de aanwinst der spoorweglijnen. Artikel 8 der con ventie van 1874 werd als steeds verbindende beschouwd. en prettig als het ni de Wander Lieder klinkt maar t' e jeugd is schoon en vol moed en iemand die zijn oogen gebruikt om rond te kijken heeft overal pleizier, zelfs al is zijn kost vaak schraal. Met hier en daar een poos te werken was ik van lieverlede aan den Rijn gekomen en had Dusseldorp, het toppunt mijner wenscheu, bereikt, waar ik opnieuw mijn brood als huis schildersknecht verdiende. Hoe menigmaal heb ik daar voor de platenwinkels staan bewonderen wat gelukkiger mcnschen dan ik gemaakt hadden, terwijl ik berekende hoeveel ik van mijn karig loon moest missen voor mijn onderhoud en hoe weinig ik overhield voor teeken en schilder- behoeften; er veiliep een jaar eer ik met mijne teekeningen bij den directeur der academie kon komen, eer ik door hem als leerling werd aange nomen, en de lang en vurig gewenschte zegepraal behaalde, van aan mevrouw Von Marville te kunnen melden, dat ik leerling aan de Dusseldorp- sche academie was geworden en dat het nu voor goed uit was met het huisschilders-ambacht. Wordt vervolgd,) Tweede Kamer. De heer Do Jong heeft eene interpellatie aangekondigd over den stand der ziekte onder het rundvee, in verband tot den handel met Engeland. De beraadslaging werd aangevangen over het wetsontwerp tot aanvulling van het Indisch tarief van uitvoerrechten, met betrekking tot de bui tenbezittingen. De heeren Van Gennep, Van Osenbruggej, Van S'olk en Keuchenius bestreden het ontwerp wegens oeconomischo bezwaren tegen uitvoerrechten in 't algemeen, wegens de finaDcieele onbillijkheid tegenover Java en de buitenbezittingen, wegens de belemmering van den handel in de Indische vrijhavens en wegens de benade?ling welke men zou onderviuden door de smokkelarij naar Singapore. Dit laatste nadeel achtte de heer Insinger echter niet onoverkomelijk. Ook de heer Mirandolle ontwikkelde dezelfde bezwaren. De minister verdedigde de voordracht als uit een wetenschappelijk en politiek oogpunt aannemelijk en in financieelen zin billijk voer de buitenbezittingen. De practische bezwaren achtte de minister zeer overdreven en de toenemende Indische uitgaven vorderen vermeerdering der hulpbronnen. De nieuw ontworpen Indische begrooting sluit leeds met een tekort van 4 millioen, terwijl de belangrijke uitgaven iu Atjeh nog lang zullen duren. Zierlkzee. Op de aanbeveling ter vervulling der vacature van rechter in de rechtbank alhier zijn alfabetisch geplaatst mrs. J. van Binsbergeu, J. P. Cau en F. A. van Kinschot, substituut griffiers bij de rechtbanken te Arnhem, Dordrecht en Rotterdam de heer Cau met het lot tegen jhr. mr. A. R. P. van Kinschot, griffier bij de rechtbank te Zierikzee. Conventie met Luxemburg. De minister van buitenlandsche zaken heeft het afdeelingsverslag beantwoord. Omtrent de toezegging tot wederopneming van de vertegenwoordiging van Luxemburg in het buitenland, zegt de minister, dat de bedenkingen daartegen inderdaad geen voldoenden grond heb ben en dat zijn ijv,r hem de belangen van Neder land niet heeft doen voorbijzien. In 1867 gold hot alles te vermijden wat aanleiding zou kunnen geveu tot de meening, als bestond er tusschen Nederland en Luxemburg een band, die in eenheid van belangen zijn grond had; thans geldt het eenvoudig het bewijzen van een geheel vrijwil lige daad van welwillendheid (acte de haute Uenveil- lance, zooals b. v. Blochausen zelf' het uitdrukt in zijn brief van 6 Jan. jl.) aan een van Neder land geheel vreemden staat, waarvan de neutra liteit bij het Londen&ch tractaat van 11 Mei 1867 mede is gegarandeerd door Nederland en ten gevolge waarvan de staatsrechtelijke afschei ding van Nederland en Luxemburg aldoende is geconstateerd, zoodat er geen twijfel meer kan bestaan, dat de staatsrechtelgke verhouding tus schen die twee staten dezelfde is als die van Luxemburg tot eiken andere onafüankelij ken staat. De bedoeling is niet, de diplomatieke ver tegenwoordigers van den koning der Nederlanden bij de gouvernementen, waarbij zij zijn geaccredi teerd, tevens geloofsbrieven als vertegenwoordigers van den groothertog van Luxemburg, bij die zelfde gouvernementen te doen uitreiken, maar slechts aan de diplomatieke en consulaire agenten van Nederland instructiën te geven, tengevolge waarvan zij, naar de dfcaibij te stellen regels, diensten zullen kuunen bewijzen prêteront leurs officesaan het Luxemburgsche gouverne ment, en aan Luxemburgsche onderdanen. Wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat de diensten hoofdzakelijk zullen zijn van consulairen aard (en hoeveel consulaire agenten treden niet op voor de belangen van onderdanen van meer dan éen staat en het behandelen van kanselarij zaken, zonder dat daaruit ooit kosten voor Nederland kunnen ontstaan, welk nadeel zou daaruit dan voor Nederland kunnen voortvloeien, te meer omdat de behandeling van politieke belangen in den regel rechtstreeks door het Luxemburgsche gouvernement, zooals steeds gebruikelijk was, zal geschieden, een diplomatieke vertegenwoordi ging te Berlijn, Parijs en Brussel niet in de bedoeling ligt en de optreding van een Nederl. diplomatiek vertegenwoordiger niet zal geschieden dan op speciale machtiging der Nederl. regeering, die geheel zelfstandig zal hebben te beoordeelen of het belang van Nederland al dan niet toelaat die machtiging te veileenen. De toegezegde medewerking lost zich op ineen bescherming van particuliere belangen van Luxem burgsche onderdanen ea zal derhalve meer het karakter hebben eener consulaire vertegenwoordi ging. Zoo zal ook de Engelsche gezant bij ons hof, die ook voor Luxemburg bij den koning-groothertog is geaccrediteerd, zich niet rechtstreeks en onmid dellijk tot den Ned. minister van buitenlaLdsche zaken kunnen wenden over Luxemburgsche aan gelegenheden. Ernstige staatkundige gevaren voor de toekomst behoeven dus niet te worden gevreesd, terwijl eindelijk het gevaar, dat de omstandigheid, dat de Nederl. gezanten en consuls zich do Luxem burgsche belangen aantrekken, weder de dwaling zou doen herleven dat Luxemburg een deel vau Nederland zou uitmaken, al zeer weinig gegrond schijnt tegenover de uitdrukkelijke bepalingen van het reeds;vermeld tractaat van Londen, waamij het geschreven volkenrecht van Europa eens Voor altijd duidelijk heeft uitgemaakt, dat zulks niet het gevat is. De minister van binnenlands- che zaken is der halve van oordeel lo dat er voor de Nederlandsche regeering geea grond zou kunnen bestaan, de toezegging, vervat in den brief van 7 Januari 1880, niet gestand te doen, zoolang en in zooverre daarmede geen Nederland-eb belang in strijd is; ?o dat de niet goedkeuring van de overeen' komst in Nederland geen grond zou kunnen opleveren om de gedane toezegging niet gestand te doen, maar dat daarentegen door een verwer ping in Luxemburg die toezegging zou komen te vervallen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2