N°. 84
1880:
I2Be JaargangJ
Vrijdag
9 April.
Hbl')
MIDBELBIIRGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
PrijB per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommera zijn verkrijgbaar a 6 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel!
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compapie générale de publicité étrangère G. L. Daubï en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Johis.
Middelburg, 8 April.
Uit de in ons nommer van gisteren opgenomen
beschouwingen hebben onze lezers gedeeltelijk
den inhoud en de strekking van het opstel
Schoolwet en Reniebélasting van den heer Veegens
in de Vragen dei Tijds van April kunnen leeren
kennen. Wat zijne in dat stuk ontwikkelde ge
dachten over de hervorming van ons belasting
stelsel aangaat, kannen wij ons bepalen tot een
enkel overzicht, dewijl die gedachten in hoofdzaal;
overeenstemmen met hetgeen door de liberale
pers-organen en door liberale kamerleden sedert
jaren reeds betoogd en door ministers zelfs in
ingediende wetsontwerpen belichaamd is.
Onder de schadelijke en onrechtvaardige be'as-
tingen die hier te lande geheven worden, staan
het recht van overbedeeling en de evenredige
registratierechten bovenaan, van welke laatste die
op den overgang van onroerend goed echter be
houden moeten blijven totdat de belastbare
opbrengst der ongebouwde eigendommen herzien
zal zijn. De schadelijke werking dezer rechten is
bekend. Het recht van overbedeeling wordt bijna
uitsluitend geheven van boedels, waarin de recht
hebbenden toch reeds van zeer ongunstige conditie
zijn; het obligatierecht drukt op de welvaart
van den landbouwer en den kleinen burger, die
alleen tegen onderpand van vast goed crediet
kunnen genietenhet verkrijgen van recht wordt
in zeer vele gevallen onmogelijk gemaakt door
heffingen, die wel het onrecht begunstigen maar
aan de schatkist slechts weinig opbrengen. Vele
dezer rechten bezorgen bovendien slechts in
Bchijn voordeel aan den staat. Het recht op
aannemingen bracht van 1873 tot '76 gemiddeld
f 228.916 op, doch daarvan was 225.557 voor
rekening van publiekrechtelijke lichamen, als de
etaat, provinciën, gemeenten, waterschappen enz.
Daar met dit bedrag de inschrijvingen natuurlijk
verhoogd werden, is hetgeen op de eene manier
in de openbare kas vloeide er langs een anderen
weg weer uitgegaan. Onder de rechten op ver
koop van roerende goedeien bevindt zich een
niet gering deel voor de veilingen der Handel-
maatschappij, hout en veldvruchten der domeinen
en andere staats-verkoopingen.
Het recht van overbedeeling behoorde eigenlijk
reeds bg de uitbreiding der successiebelasting tot
de rechte lijn te zijn afgeschaft, dewijl het beginsel,
dat niemand voor hetzelfde onderWerp tweemaal
belast mag worden, verbiedt bij invoering eener
belasting op het roerend vermogen, eene even
redige heffing op den overgang van roerend goed
te behouden. Wat het obligatierecht betreft, dit
drukt op dezelfde schuldvorderingen die aan de
rentebelasting worden onderworpen en het eigen
aardige dezer dubbele heffing is, dat zij geheel
zal worden gedragen door den schuldenaar. Hij
draagt het obligatiertcht altijd, omdat hem dit
bij het aangaan der geldleening door den geld
schieter tot voorwaarde gesteld wordt; hij zal de
belasting op de rente zijner schuld moeten dragen
omdat dit sedert jaren bij het sluiten van hypothe
caire geldleeningen, met het oog op de toekomstige
invoeriug eener ren te belasting, vrij algemeen
bedongen is geworden. Ook in 't vervolg zal,
volgens den heer Veegens, dit beding in zwang
blij ven zonder verlaging van den rentevot, omdat
zij die geld op hypotheek opnemen, daaraan veel
grooter behoefte hebben dan hun geldschieters
om hun kapitaal juist op deze wijze te beleggen
Een reden te meer dus om, door afschaffing van
het obligatierecht, deze dubbele belasting van
hetzelfde onderwerp te voorkomen.
Een ander gedeelte van het betoog van den heer
Veegens betreft de verbetering der financieele
verhouding tusschen den staat en de gemeenten,
soo&ls die vooral uit de werking van art. 45 der
nieuwe schoolwet zal voortvloeien. Dit artikel
kent uit de staatskas 30 pet. der kosten van het
openbaar onderwijs aan de gemeenten toe en het
Verplicht den staat tot die uitkeering onmiddellijk
ha de invoering der wet, welke daarentegen aan
gemeenten slechts de geleidelijke uitvoering
oplegt van de wetsbepalingen, welke uit een
financieel oogpunt het meest bezwarend zijn.
Hieruit volgt dat bijna alle gemeenten in den
eersten tijd na de invoering der wet eene betrek
kelijk groote ruimte van geld zullen genieten.
Voor die gemeenten, waar het onderwijs reeds op
zoodanige hoogte is gebracht dat aan de nieuwe
wet zoo goed als voldaan wordt, zal de uitkeering
der 30 pet. een welverdiend, maar toch een don
gratuit wezen. Zij echter, die door de wet tot
nieuwe, belangrijke uitgaven verplicht worden,
zullen van de bepalingen der wet gebruik maken
om die uitgaven tot den laatst mogelijken dag
te verschuiven. Allen zullen dus in eene tijdelijke
ruimte van geld komen, die zeer ongewenscht,
maar buitengewoon geschikt is voor het brengen
der noodzakelijke verandering in de financieele
verhouding tusschen den staat en de gemeenten.
Uit de mededeelingen van den heer Roell in de
tweede kamer bij de beraadslaging over art. 45
der schoolwet is gebleken dat er ongeveer 300
gemeenten, dat is éen vierde van het geheel, zijn
die van hare bevoegdheid tot het heffen van
belasting geen volledig gebruik maken, terwijl er
ook onder de overige drievierden zijn, die zeer
weinig plaatselijke belasting heffen. Door de uit-
keeriDg der 30 pefc. van de kosten van het onder
wijs zal deze wanverhouding nog toenemen. Komt
de rentebelasting tot stand, dan zullen bovendien
de gemeenten het recht hebben, op de hoofdsom
dier belasting naast de plaatselijke inkomsten
belastingen opcenten te heffen tot een zoo hoog
bedrag als de koning, op voordracht van gede
puteerde staten, zal willen goedkeuren. Op deze
wijze zouden de inkomsten uit de portefeuille
door de gemeenten langs verschillenden weg twee
maal belast kunnen worden. Dit wordt door den
heer Veegens niet aangevoerd als een bezwaar
tegen de rentebelasting zelve, maar alleen cm op de
noodzakelijkheid aan te dringen, dat in verband
met de invoering der schoolwet onverwijld de
herziening van het gemeentelijk belastingstelsel
ter hand genomen en niet langer gedraald worde
met de vervanging van art. 240 en volgende der
gemeentewet, die thans reeds onhoudbaar, bij aan
neming der rentebela&ting ongerijmd zullen worden.
Door het aanstippen dezer beschouwingen hebben
wij in hoofdzaak een denkbeeld gegeven van het
betoog des heeren Veegens over dit onderwerp,
dat de aandacht van allen, die in de regeling
onzer financieele staathuishouding belang stellen,
in hooge mate waard is. Mocht, gelijk wij nog
altijd willen hopen, de rentebelasting, als de
noodzakelijke voorafgaande stap tot verdere
belasting-hervorming, worden aangenomen, dan
zal in de nu andermaal aangetoonde gebreken van
het bestaande stelsel een machtige drangreden
gevonden kunnen worden om den minister van
financiën aan de voortzetting van het aange
vangen werk op onverbreekbare wijze zedelijk
te binden.
Vlissingen, 8 April. Heden is alhier aan
gekomen het Zweedsche schip Vega, van Falmouth,
dat hier ter reede de komst van de heeren
Nordenskjöld en Palander van Parijs zal afwachten
en na hen aan boord genomen te hebben, de reis
naar Kopenhagen zal voortzetten.
De altredende leden der provinciale staten van
Zeeland, in wier plaats door verkiezing op den
Hen Mei a. voorzien zal moeien worden, zijn de
heeren
District MiddelburgW. A. graaf van Lijnden,
jhr. P. D. van Citters, F. G. Sprenger, J. H.
Snijders en D. A. Dronkers.
District Zierikzee: mr. J. Moolenburgh, C. van
der Vliet Dzn., B. G. van der Have, benevens
door bedanken buiten tijde, mr. B. C. Can.
District Tholen: J. Sipkes en (nog
door verkiezing aan te wijzen).
District Goes: Jhr. mr. C. van Citters, mr.
B. V. van der Bilt, J. A, A. Fransen van de
Putte en J. M. Kakebeeke.
District Sluis: mr. P. J. C. Hennequin, WC.
de Smidt en J. O. Risseeuw.
District H-ulst: mr. J. G. van Deinse, L. J. M.
van Waesberghe Janssens, H. J. M. Onghena en
J. Stevens.
üclioowen-Dolveland, 7 April. Met leed
wezen vernemen wij dat de heer mr. B. C. Can,
voorzitter van het waterschap Schouwen, te Zie
rikzee, bedankt heeft als lid van de provinciale
staten van Zeeland.
Zeker zijn wij de tolk van geheel zijn district
en van velen daar buiten, wanneer hem hier
openlijk hulde gebracht wordt voor de uitmun
tende behartiging onzer belangen, gedurende eene
reeks van jaren.
De verkiezing van zijn opvolger is bepaald op
11 Mei a.
Het is onze plicht, van nu af om te zien naar
een man onder ons, waardig de plaats in te
nemen die de aftredende met zooveel toewijding
vervulde.
Tliolen, 7 April Voor de verkiezing voor
een lid der provinciale staten in het kiesdistrict
Tholen zijn uitgebracht 289 stemmen. Daaronder
waren 2 van onwaarde. De volstrekte meerder
heid was alzoo 144. De heer P. Daane van
Stapele verkreeg 124, de heer D. Bolier 115, de
heer N. Polderman 16, de heer C. J. de Vulder
van Noorden 15 stemmen, terwijl de andere
stemmen over verschillende personen waren ver
deeld.
Herstemming moet dus plaats hebben tusschen
de heeren P. Daane van Stapele en D. Bolier.
In de gisteren gehouden algemeene vergadering
van het Zeewwsch genootschap der wetenschappen
zijn tot leden benoemd de heerenDr. J. P. Dozy,
inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht
in Zeeland, Dr. Th. Knottenbelt, ieeraar in de
wiskunde aan het gymnasium, Dr. G. Smit
Siebenga, Ieeraar in de oude talen aan het gym
nasium, allen te Middelburg, J. Dyserinck, let
terkundige, Ieeraar der doopsgezinde gemeente,
te Vlissingen, Johs. Hilman, letterkundige, te
Amsterdam, Mr. P. F. Hubrechtsecretaris
generaal bij het ministerie van binnenlandsche
zaken, te 's Gravenhage, Dr. G. A. Hulsebus,
conservator van het museum van oudheden van
het provinciaal Utrechtsch genootschap van Kunsten
en wetenschappen, te Utrecht, J. A. Smits van
Nieuwerkerk, te Dordrecht, A. A. Vorsterman
van Oijen, wapenkundige, bibliothecaris van het
departement van oorlog, te 'sGravenhage, Mr. A.D.
de Vries Abz., onder-directeur van 's rijks pren
tenkabinet, tweede secretaris van het koninklijk
oudheidkundig genootschap, te Amsteidam, P. A.
Walraven Platteeuw, officier van gezondheid bij
het Nederlandsche leger in Indië, te Atjeh.
Voorts werden als voorzitter gekozen, ter
vervanging van jhr. mr. J. W. M. Scborer, de heer
jhr. mr. D. G. van Teijlingen en tot lid van
't uitvoerend bestuur de heer mr. A. J. vanEeke-
len, terwijl de heer mr. G. N. de Sloppelaar als
secretaris met eenparige skmmen herkozen werd.
Ook van gedeputeerde staten van Zeeland en
van het gemeentebestuur van Goes zijn bij de
tweede kamer adressen ontvangen tot ondersteu
ning der conventie betreffende het kanaal Ter
Neuzen-Gent.
Met nadruk vestigt het Bataviaasch Handelsblad
de aandacht op de „toenemende onveiligheid in
de kolonie." Als bewijs daarvoor wordt aange
voerd een inbraak, gepleegd in 't gebouw der
Javasche Bank te Soerabaija, onmiddellijk gren
zende aan 't politie-bureau. „Ditmaal, zegt
het Bat. Hblspreekt het feit zoo luide, dat
het moeilijk met den mantel der partijliefde
bedekt zal kunnen worden."
Wie te veel bewijst, bewijst niets. Dit heeft
het Bat, Hbl. niet bedacht. Wanneer er ingebroken
wordt vlak naast een politie-bureau, dan bewijst
dit niet dat er geen politie genoeg is, of dat de
dieven brutaler worden, maar alleen dat de
politie, die op zekere plaats aanwezig is, slaapt
of dommelt. Verbetering van het hooger en
lager politie-personeel te Soerabaija zou daarin
verandering kunnen brengen.
Voor 't overige hebben nog niet lang geleden
dieven in een goudsmidswinkel vlak over het
hoofdbureau der zeer jjverige politie te Rotterdam
op hun gemak ingebroken en is vóór weinige
dagen hetzelfde gebeurd op het Westnieuwland,
een van de drukste buurten aldaar. Toch hoort
men over „toenemende onveiligheid in Nederland'
niet klagen.
Door gedeputeerde staten van Zeeland is het
besluit van het burgerlijk armbestuur te Hoede-
kenskerke vernietigd, waarbij aan de pachters
van landerijen van dat bestuur 30 pet. verminde
ring van pachtsom over 1879 werd toegestaan.
Bij koninklijk besluit is het besluit van ged.
staten van Zeeland nopens de jaarwedde van den
te benoemen hulponderwijzer te St. Maartensdijk
gehandhaafd en het beroep van den gemeenteraad
aldaar ongegrond verklaard.
Prof. Nordenskjöld schijnt niet voornemens
te zijn de belooning van f 25.000 te eischen, welke
Hun Edelmogenden de Staten van Holland en West-
Friesland 2£ eeuw geleden hebben uitgeloofd aan
hen, die den noord-oostelijken doortocht van
Holland naar het land van Cathay vond.
Deze premie is zeker wel verjaard in dien tijd,
maar het zou het zeevarende, wetenschappelijke,
handeldrijvende Nederland toch zeer aangenaam
zijn, indien onze regeeiing eenig bewijs van
belangstelling en waardeering gaf aan professor
Nordenskjöld, ook al komt bij ze zelf niet halen.
Het jaarverslag van de Rot'erdamsche bank over
1879 ziet er, gelijk te verwachten was, niet gun
stig uit. Een verlies wordt afgeschreven van
f 1.469.746. Daarop komt de Afrik. Hmdelsver-
eeniging voor f 790.700, de rekening van effecten,
aandeelen en obligatien voor ƒ286.120, dedubieu-
se debiteuren voor 392.925. Er big ven dan o.
a. nog voorhanden 1764 hypothecaire obligatien
groot 1000 Mark, in het uit de bouwgrond-maat
schappij Nederland geboren Actien-Gesellschaft
für Verwerthung von Grundeigenthum te Berlijn,
alsmede aan pretention die „na voorzichtige taxatie
dubieus" genoemd worden, eene waarde van
f 144.922.
De winst op rente, wissel-operatien enz. bedraagt
f 362.214, de provisie 236.958, het reservefonds
369.136 en de winst en verliesrekening wordt
afgesloten met een saldo verlies van f 686.979.
Ondanks deze slechte rekening bezit de bank,
naar de directie verzekert, een gezonden, goeden
werkkring en leveren hare üageiijksche omzetten
zeer goede uitkomsten. Op de algtmeene verga
dering van aandeelhouders, den 14 dezer, zuilen
drie commissarissen verkozen en voorts beslist
moeten worden over de voorgestelde wijzigingen
in de statuten.
Tengevolge dier wijzigingen zal de werkkring
der bank voortaan uitsluitend tot Rotterdam
beperkt woruen. Daarvan wordt uitdrukkelijk
uitgesloten het nemen van aandeel in andere on
dernemingen en het drijven van handel in goederen
of effecten. Deelneming in de uitgifte van leenin-
gen is alleen geoorloofd met goedkeuring van
commissarissen.
Het kapitaal der vennootschap wordt van
vijftien op zeven millioen gebracht. Meer dan de
helft is dus weg.
De verdere wijzigingen bevatten eenige ver
anderingen in het beheer en in de bevoegdheid
der directie.
Door den minister van waterstaat is be
paald dat de surnumerair der postergen J. D.
Vissering zijne function zal uitoefenen te
's Gravenhage, dat de commies der posterijen 2e
kl. K. A. F. J. Pliester zal werkzaam blijven op
het bureau van den inspecteur te Arnhem en de
commies der posterijen 3e kl. L. J. Keizer op het
spoorwegpostkantoor no. 1 te Amsterdam.
Benoemingen en besluiten.
penbioenek. Op pensioen gesteld de luit. kol.
F. G. F. L. Charlier, plaatsel. komm. der 2e kl.
te Bergen op Zoom, ten bedrage van f 1672 en
de majoor D. W. van Winsheijm, plaatsel. komm.
der 3e kl. te Nijmegen, ad 1491 'sjaars.
posterijen. Op verzoek, eervol ontslag ver
leend als directeur van het postkantoor te Delft,
aan jbr. G. W. J. van Spengler.
Onderwijs.
Akte exameDS ia Zeeland. Voor de akte van
hoofdonderwijzeres hadden zich aangemelde can-
didaten, die alle zijn toegelaten, de dames J. A.
Damme, J. J* Damme, M. C. W. Pelser en A,
Schouten, allen van Middelburg.