TIltRIJ tllf k C'. BUITENLAND. HET GROOTE HUIS AUX DEUX NÈGRES Rue neuve 46 Bruxelles. Heeren Kledingstukken, Hotel de Abdij. Algemeen Overzicht. Récl ames. MAGAZIJN EENE RUIME SORTEERING STALEN, in Middelburg gearriveerd is. Men gelieve zich te adresseeren Zeeti! dingen. Handelsberichten Graanmarkten enz, Prjjzen van Effecten. onderwijs voor meisjes met 5 jarigen cursus te openen, en 2°. met dien datum de schooi A op te heffen. Aangezien noch over de onderdeelen noch over het geheele besluit iemand het woord verlangt, wordt het in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Van de op heffing van school A zal aan de verschillende autoriteiten worden kennis gegeven. Daarna wordt de algemeene beraadslaging ge opend over het 2e voorstelde verordening over de school, en dewijl niemand daartoe het woord verlangt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling. Bij letter h van art. 2 (zie Midd. courant van gisteren) natuur- (en schei-) kunde dient de heer Snijders een amendement in, om beide scheidings- tee'kens te doen vervallen en bij te voegen de woorden „en plant-. De voorzitter acht het doen wegvallen van beide scheidingsteekens van weinig beteekenis; wat betreft de bijvoeging, moet bij zich daar tegen verzetten omdat dit onderwerp volgens gewoonte onder natuurlijke geschiedenis begrepen wordt; en ofschoon ook de meening van den heer Snijders wel te verdedigen is, acht hij het toch beter plant- en dierkunde bij de natuurlijke geschiedenis te behouden. De heer Snijders verklaart dat wanneer hij de verzekeriug ontvangt, dat de plantkunde als onderdeel van natuurlijke geschiedenis zal worden gedoceerd, hij zijn amendement intrekt. Nadat door den voorzitter is verklaard, dat het in de bedoeling heelt gelegen, ook plant- en dier kunde te onderwijzen, wordt het artikel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij art. 4, bepalende dat het aantal docenten en hunne jaarwedden bij afzonderlijk raadsbesluit zullen worden geregeld, zegt de heer J. A. van Hoek in de verordening gemist te hebben eene bepaling omtrent bet ontslag der leeraars of leeraressen. Het is volgens spreker een algemeen erkend euvel dat de verwisseling van onderwijzend personeel ten nadeele der school strekt, daarom wenscht hij in de verordening de bepaling te zien opgenomen, dat bij het vragen van ontslag dit niet zal worden verleend dan twee maanden na de aanvrage, behoudens vroegere vervulling der vacature. De voorzitter geeft den heer Van Hoek in over weging of het niet beter ware deze bepaling in de akte van aanstelling op te nemen, hetgeen in de bedoeling van burg. en weth. ligt. Do heer Van Hoek neemt hiermede genoegen. Bij art. 13 wordt bepaa'd dat de directrice driemalen 's iaars, in Januari, Mei en Juli, aan dev ouders of voogden der leerlingen uittreksels zendt uit door haar te houden registers, waarin zij aanteekening doet van de vlijt, het gedrag en de vorderingen der leerlingen. De heer J. A. van Hoek acht het zenden van uittreksels slechts 3 maal per iaar te weinig; hij houdt het voor wenschelijk de goede gewoonte, die op school A bestond, om maandelijks d'e be richten te verstrekken, te behouden, en stelt daarom voor de laatste alinea van art. 18 te lezen „In het begin van iedere maand, met uitzonde ring van Augustus en September, zendt zij uittreksels aan de ouders of voogden der leerlingen." Zonder het amendement van den heer Van Hoek te bestrijden, wenscht de voorzitter toch op te merken dat bij de redactie van dit artikel de ondervindmg is geraadpleegd en dat hoewel het zenden van berichten zijn nut heeft, dit toch niet moet overschat worden. De ondervinding leert dat het mededeelen van uittreksels wel is waar bij een enkele leerling goede gevolgen heeft, maar bij het gros niet. Bovendien is bij sommige vakken van het M. O. een langer termijn noodig dan bij het lager onderwijs om over de vorde ringen der leerlingen te kunnen oordeelen. De heer Fokker verklaart sympathie te gevoelen voor het denkbeeld van den heer Van Hoek. Op de R. H. B. S. geschiedt dezelfde mededeeling om de twee maanden, hetgeen de heer Fokker ook hier zou willen zien bepaald. Hij zou den heer Van Huek daarom in overweging willen geven zijn eisch te matigen. Na discussie tusschen de heeren Van Hoek, Fokker en de voorzitter, waarbij eerstgenoemde bij zijn denkbeeld blijft, dient de heer Fokker een amendement in om de bedoelde alinea te lezen: „vijfmalen 's jaars, in Januari, Maart, Mei, Juli en November enz." Het amendementVan Hoek, als hebbende de wijdste strekking, het eerst in stemming gebracht, wordt aangenomen met 12 tegen 3 stemmen (de heeren Fokker, SnouCk Hurgronje en Jeras), waardoor het amerdementFokker is vervallen. Het aldus gewijzigd artikel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Op art. 20, liudende „ter beoordeeling van de vorderingen der leerlingen wordt jaarlijks, voor het einde van den cursus, een examen afgenomen, ten overstaan van de commissie van toezicht," worden door den heer J. A. van Hoek twee amendementen ingediend, het eerste strekkende om tusschen de woorden „een" en „examen," het woord „openbaar" te voegen en het tweede om aan de leerlingen die met vrucht de lessen der hoogste klasse hebben gevolgd een getuigschrift uit te reiken. De heer Van Hoek, zijne amendementen toe lichtende, merkt o. a. op dat waar alle openbaar onderwijs aan verdachtmaking blootstaat en het middelbaar onderwijs voor meisjes niet het minst, men het publiek in de gelegenheid moet stellen zelf to oordeelen. Wat het tweede amendement betreft voert spreker aan dat het door hem voorgestelde ook in andere gemeenten plaats vindt, 't Is te hopen, zegt de heer Van Hoek, dat van deze school door velen zal worden gebruik gemaakt niet alleen tot het beëindigen harer opvoeding maar ook als 't begin voor het kiezen eener maatschappelijke betrekking, en voor die laatste leerlingen vooral is het van belang dat een getuigschrift worde uitgereikt. Nadat de voorzitter hef voor en tegen van openbaarheid der examens met een enkel woord besproken en ook de weinige belangstelling die, in den regel ervoor wordt beioond in het licht gesteld bad, werd het eerste amendement in stem ming gebracht en met 12 tegen 3 stemmen ver worpen Voor stemden de heeren W.A. van Hoek, veras en de voorsteller. Het tweede amendement, door burg. eh weth. overgenomen zijnde, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. art. 21, houdende de bepalingen dat na anoop van het examen de leerlingen, die voldoende vorderingen gemaakt hebben, tot eene hoogere klasse worden toegelaten, welke toelating ook voorwaardelijk kan geschieden ingeval een hor- amen io enkele vakken noodig wordt geoordeeld, deelt de voorzitter mede dat de commissie van toezicht zich niet kan vereenigen met de tweede alinea, omdat zij dergelijke herexamens niet nuttig acht. De heer J. A. van Hoek merkt op dat in de eerste alinea van dit artikel niet te lezen is wie er beslist; vermoedelijk zal dit de commissie van toezicht zijn, maar omdat elders wel eens verschil is ontstaan over een dergelijke clausule wenscht hij door de discussie geconstateerd te zien aan wie de beslissing is. Na de mededeeling van den voorzitter dat de bedoeling is dit aan een commissie van toezicht op te dragen, wordt het artikel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 22, luidende: „De leerlingen zijn gehouden alle lessen te volgen die bij het programma voor de klasse, waartoe zij behooren, zijn vastgesteld. Ia buitengewone gevallen kan de commissie van toezicht op voordracht der directrice eene uit zondering toelaten", geeft den heer Nagtglas aan leiding om een amendement in te dienen, strek kende om de laatste alinea te lezen: „De commissie van toezicht kan, in overleg met de directrice, uitzonderingen toelaten." Tot toelichting van zijn amendement wijst de heer Nagtglas erop dat volgens het artikel het bijwonen van alle lessen verplichtend is, terwijl de ondervinding leert dat ook voor bijwoning van enkele lessen nogal lust bestaat, spreker noemt als voorbeeld de R. H. B. S. alhier. De voorzitter bestrijdt dit amendement op grond dat dit wanorde op de school zou veroor zaken. Er zijn gevallen denkbaar dat bijwoning van de lessen in de gymnastiek b. v. niet wen schelijk of nuttig is en daarin voorziet de 2e alinea, doch overigens is het onderwijs zoo geregeld dat alle meisjes de lessen behooren te volgen. De heer Van der Harst is het eens met den heer Nagtglas en zal op grond van ervaring voor diens voorstel stemmen. Er zijn feiten dat meisjes die den cursus op eene school trouw hebben doorloopen, zich speciaal op een of ander vak willen toeleggen, waarvoor zij enkele lessen moeten by wonen en het gaat volgens spreker niet aan om die tot bijwoning van alle lessen te verplichten. Het amendement van den heer Nagtglas alsnu in Btemming gebracht, wordt met 9 tegen 6 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Van Eekelen, Van Hoek, Jeras, Van der Harst, Snijders en de voorsteller. Nadat nog aan art. 25, bepalende dat verwijdering van eene leerling wegens berispelijk gedrag voor langer dan acht dagen, of wegzending, alleen kan geschieden door burg. en weth. op advies van de commissie van toezicht, op voorstel van den heer J. A. van Hoek is toegevoegd dat de commissie hiervan zoo spoedig mogelijk aan de ouders of voogden der leerlingen keunis geeft, wordt de geheele verordening in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. (Wordt vervolgd.) De heer De Freycinet heeft iu zyne verdediging van artikel zeven vooral doen uitkomen, dat het geen wapen was tegen den godsdienst. „Ware dat zoo, sprak hij, dan zou ik hier niet staan om het te verdedigen". Integendeel de katholieke godsdienst benadeelt zich zei ven met heul te zoeken bij de vereenigingen als die der jezuieten. De regeering zou zeer gematigd zijn in de toepassing van het artikel; doch het wordt noodig dat de staat zijn Quos ego laat hooren tegen de vereenigingen die zich ieder oogenblik zyne ver bitterde vijanden betoonen. Deze wet is ingediend door een gematigd ministerie, waarvan de heer Waddington het hoofd was, en het gaat niet aan, na al wat er over gezegd en geschreven is, ook maar een duimbreeds terug te gaan. De kamer heeft met overgroote meerderheid artikel zeven aangenomen, en de regeering moet rekening met haar votum houden. De aanneming van het artikel is eene politieke noodzakeiykheid gewor den, want bij verwerping zal aan de regeering de eisch gesteld worden tot toepassing van nog veel strengere bestaande wetten. De minister bedoelde hiermede twee wetten op den geestelijken stand, van 1790 en 1792, die volgens een vonnis van het hof van cassatie nog van kracht zijn. Zonder twyfel zyn deze wetten gemaakt in een tijd welke hare toepassing op dit oogenblik niet wenschelijk kan maken. Zij verbieden het bestaan van niet door het staats gezag erkende godsdienstige vereenigingendoch als men dergelijke bepalingen thans zou willen navolgen, nadat ze jaren lang geslapen hebben, zou men ze opnieuw moeten motiveeren en de rechtspraak niet doen blijven rusten op motieven van do vruchtbare maar niet altijd van bedaard overleg getuigende eerste jaren der revolutie van 1789. De kamer zal echter dat wapen niet uit handen geven. Het hof van cassatie heeft de wetten voor rechtsgeldig verklaard; ze kunnen niet afgeschaft worden zonder medewerking van de kamer, en deze houdt een wapen in handen van agitatie tegen de jezuieten, van wraak op den senaat. Edouard Lockroy begint dezen veldtocht reeds in de Rappel„De overwinning der jezuieten" betitelt hy zijn artikel, waarvan de conclusie luidt: de senaat is in handen der jezuieten; men kan den senaat missen; welnu men handele zonder den senaat! Deze uiterste eisch zal wel in dien vorm bij de meerderheid der kamer geen dadelijken ingang vinden, maar de toorn tegen den senaat die erin doorstraalt kookt in het gemoed van menig kamerlid, ook al is hij de radicale beginselen van Lockroy niet toegedaan. De besturen der verschillende groepen van de linkerzijde der kamer zijn gisteren byeengekomen om tc spreken over de houding welke de kamer in dit conflict moet aannemen. Men besloot om artikel zeven te beschouwen als het minimam der eischen welke de republikeinsche partij stelt en om eene interpellatie tot de regeering te richten, welke verzachtingen de senaat ook bij de volgende lezing door amendementen in zyn votnm moge brengen. Want, wyl de urgence van het ontwerp niet door den senaat is aangenomen vóór de behandeling, moet het wetsontwerp weer in tweede lezing behandeld worden, waarmede Maandag zal begonnen worden. De heer Dufaure verzocht Dinsdag aan de regeering om dan eene transactie voor te stellen, en dat wil de kamer voorkomen. Deze zal vóór de tweede lezing niet interpe lleeren; het vonnis is nog niet in kracht van gewijsde overgegaan. De interpellatie zal waarschijniyk luiden: wat rekent gij, ministerie, in dit conflict tusschen kamer en senaat te doen, en zijt gij genegen last te geven tot strenge uitvoering der wetten van 1790 en 1792. Prins Bismarck wordt weer beter; hij heeft weer een van die parlementaire maaltijden gegeven, waar de tafel zoo beroemd is en waarna den kanselier onder koffie of bier en een pijp tabak altijd eenige woorden over politiek ontvallen, die gretig door de pers worden opgevangen. Thans was het over de uitleveringsquaestie van Hart mann. Hij zeide dat hij de beslissing der Fransche regeering niet kon afkeuren, welk een afschuw hij ook koesterde van de nihilisten. Er zouden ook geene ernstige oneenigheden tusschen Frankrijk en Rusland uit voortvloeien. Zoolang tusschen twee staten geen verdrag van uitlevering bestaat heeft die natie, welke de onaangename gevolgen van dien toestand ondervindt, nimmer recht van klagen. Zoo vertelt de National-Zeitung het gesprek. De Norddeutsche Allgemeine brengt daarin eene kleine verbetering. Volgens deze officieuse courant zou de kanselier niet gezegd hebben dat hij de handelwijze der Fransche regeering niet afkeurde; alleen zou hij beweerd hebben dat hij de niet uitlevering om redenen van binnenlandsche Fransche politiek had voor zien. Daar is nogal wat verschil tusschen beide lezingen, misschien wel een dergelijk verschil als tusschen eene parlementaire redevoering zooals ze gehouden is en den vorm waarin ze in de offi- cieele verslagen voorkomt wel eens valt op te merken. (Prijs der plaatsing 30 cent per regel.) VAN bericht door deze dat han reiziger voorzien is van Het stoomschip P. Caland is gisteren met gunstig weder van Falmouth naar Hiddelbnrg vertrokken, gesleept door de stoombooten Hercules en Simson. Viissingcn, 11 Maart. Gisteren avond alhier binnengekomen het Nederl. 3mastschip A. d W. C. gezag?. H. de Jong q.q., 4 Dee. j.l. van Sama- rang vertrokken. Passagiers, de le luitenant Van Hall, echtgenoote en 3 kinderen. MlDDELBuna, 11 Maart. Uit Walcheren hadden wij heden een redelijken aanvoer van tarwe, die voor handel en consumtie werd gekocht. Ook van witteboonen werden nog al partijtjes aange boden. Van de overige artikelen werd heel weinig getoond en Van buiten was zeer weinig aange bracht. De verandering in de prijsnotering is: tarwe 20 cent en witteboonen 1 lagerjarige Walehersche tarwe werd op 13.50 gehouden, nienwe dito 10.10 a 10.30 gekocht, afwijkende soorten ƒ9.50 a 9.80; rogge niet aangeboden; wintergerst 6.75 a 6.90; Walehersche tomer* gerst f 5.76 a ƒ5.90; Zeeuwsche zomergerst 5.10 verkochtgoede Walehersche witteboonen f 15.50 a 16, mindere qnaiiteit 14 a 15 Walehersche bruineboonen ƒ17dito paarden- boonen 9.25; dito groene kookerwten ƒ13.75 a ƒ14; kanariezaad werd tot 12.50 aangeboden. gemiddelde marktprijzen. Versche boter ƒ1.38 a ƒ1.42; eieren per 100 stuks 3.40. Bergen op Zoom, 11 Maart. Puike jarige witte tarwe 11a 12 nieuwe dito 10.a f 10.50; mindere 8.25 a ƒ9.75; roode ƒ8.50 a ƒ11. rogge 7.a 7.40boekweit 6.a 6.40 nieuwe dito 6.a 6.30zomergerst 5.a 6.haver 8.50 a 9.kookerwten 10.— ƒ11.paardenboonen ƒ8.a 10.kanarie zaad 10.a ƒ11.bruineboonen f 8.a 14witteboonen 9.a 15.—doivoboonen ƒ9.— a ƒ9.50. Suiker onveranderd beter 28 op 88 graden; meiassen onveranderd; boter per stnk ƒ1.26; kilo 0.75; eieren per 26 stnks ƒ0.97}. Amsterdam, 10 Maart 11 Maart. STAATSLEENINGEN, Nederl. Cert. N. W. Sch. 21 pet. 65f 651 dito dito dito. 3 78} 78} dito dito dito. 4 1021 102} België. Certificaten2} Frankrijk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl. Gondleen. 5 69 69 Italië. Cert. Adm. Amsterd f 741 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 59} 59# dito Febr.-Aug. 5 59# dito Jan.-Juli.5 60# 60} dito April-Oet.. 60} 60# dito dito Goud 4 72} 73 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 76} Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 51} 51}} dito dito 1876. 6 99# Rusland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 94} 94} Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 56} dito dito 6' 1855. 5 77# 77} Obligatiën 18625 82} 82f dito 1864 /1000 5 89} 89} dito 1864 100 5 86} dito 1877 dito5 87} 87# dito Oostersche 1' serie5 56 56} dito 1872 gecons. dito. 6 83} 83} dito 1873 gecons. dito. 5 83} 83} dito 1850 1' Leening dito. 4} 82} dito 1860 2' Leening dito. 4} 79} 80} dito 1875 gecons. dito 4} 75} Cert. Hope C° 1840 4 56} 56} dito 2', 3' 4" Leen. 1842/44. 4 56} Obligatie Leening 1867/69. 4 74 74 dito dito 1859 3 62} 62} Cert. van Bank-Assign. 6 38} Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 16# 16# dito dito 1876 2 39} 39} dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 16# dito dito 1876 2 Turkjje. Obl. Alg.Sch. 1865 5 10 9# dito dito 1869 6 8} Egypte. Obl. Leening 1876 6 54} 53} Spoorw. dito 1876 5 - 74} 73} Vereen. Staten. Obl. 1876 4} 107 dito dito 1871 5 101# 101} dito dito 1861 6 101} Brazilië. Obl. Londen 1865 5 96} dito Leening 1875 5 93} 93} INDUSTRIEELS EN EINANCIEILX ONDERNEMINGEN. Nederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pet. 29} 28} Ned. Hand.-Maatscb. aand. rescontre5 106} 107} Ned. Ind. Handelsb. Aand. 126} Stoomvaartm. Java Obl. 5 dito Zeeland Obl 5 dito gegarand. dito4} Dultschland. Cert. Rijks- hank Adm. Amsterdam. Oostenrijk. Aand. Nat. B. 118} SPOORWEG-LEENINGEN. Nederland. Maats. t-Expl. St.-Spw. Aandpot. 120 120 Ned. Ind. Spoorw. Aand. 138 138} Ned. Rijn-spw.volget. Aand. N.-Brab. Bost. Obl. 1875. 5 71} dito dito 2" Hypoth22} 23} Hongarije. Theiss.Sp. CU, 5 81} 81} Italië. Zuid-Ital. Spw. Obl. 3 49} 49} Polen. Wars.-Bromb. Aand. 51} Warschau-Weenen dito. 75} 74} Rusland. Gr. Sp.-Maats. Aand5 131} 131 dito Hynotb. Obligatiën. 4} 90 90} dito dito dito 4 84 84 Baltische Spoorweg Aand. 3 51} 61} Chark.-Azow Oblig. 100. 5 85 84} Jeiez-Griasi dito5 85 84 Jelez-Orel dito 1000. 5 84} Losowo-Sewastopol 1000. 5 77} Morsohansk-Sysran. Aand. 5 60} 61 Mosk.-Jaroslaw Obl.Ê 100. 5 94} Mosk.-Kursk dito dito 6 101 Mosk.-Smol. dito dito .5 86 85} Orel-Vitebsk Obl. dito 5 88} 88} Poti-Tiflis dito 1000. 5 84} Riaschk-Wiasma Aand. 5 60 59} Zuid West spoorw.-Maats. 5 62} 62} Amerika. Cent. Pac. Obl. 6 110} 110} dito California Oregon dito. 6 Chic. N.-W. Cert. Aand. dito Mad. Ext. Obl7 dito N.-W. Union, dito 7 107} 107} dito Winona St. Peter dito. 7 110} Illinois Cert. v. Aand. 105} dito Redempt. Obl. 6 Union Pac. Hootdl. dito. .6 110} PREMIE-LEENINGEN. Nederl. Stad Amst. ƒ100. 3 pet. 108} 108} Stad Rotterdam3 104} 104 Gemeente-Crediet3 96} 96} België. Stad Antwerp. 1874 3 95} 95} Hongarije. Staats. 1870 96} Oostenrijk. Staats. 1860 5 108} 108} dito 1864 146 146 Rusland. Staatsl. 1864 5 dito 1866 .5 141} Prjjzen wan coupons. Ambtebdam, 11 Maart. Metall /21.17f; dito zilver 21.17}Div EngelBChe per f 11.77} Portugal per f 11.97} Spaanicbt

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 3