Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. Landbouw. Kunstnieuws. Rechtszaken. volstrekte onvermijdelijkheid de niet-lidmaten der kerk in bedeeling op >e nemen. Waar dit plaats vond was dit meestal niet toe te schrijven aan onwil der kerkelijke en bijzondere instellingen, maar daaraan, dat hnnne fondsen niet toelieten ook niet-lidmaten te onderstennen. Eenige ge meentebesturen waren met kerkelijke armbesturen In overleg getreden om der armenzorg vanwege de kerk meer uitbreiding te doen geven. Anderen hebben zich van pogingen onthouden, overtuigd als zij waren dat de kerkelijke armbesturen zoo veel mogelijk aan hnnne roeping voldeden. Tusschen de besturen der kerkelijke instellingen en de algemeene of burgerlijke armbesturen, zoowel als tusschen die besturen en de besturen der gemeenten bestond over het algemeen eene gewenschte overeenstemming met betrekking tot de toepassing der bestaande bepalingen op het armwezen. Alleen liet de geneeskundige armver zorging der kerkelijke en bijzondere armbesturen veel te wenschen over. In verreweg de meeste gemeenten bleef zij ten laste der burgerlijke besturen. Evenals in vorige jaren verminderde echter ook in 1877 de burgerlijke armenzorg niet overal. Uit de verdere opgaven in het verslag blijkt, dat het getal instellingen van weldadigheid, strekkende ten behoeve eener verzorging van armen, bedroeg 5337 in 1877. Hiervan behoorden 1399 tot de instellingen door de burgerlijke over heid geregeld en van harentwege bestuurd3284 tot die van kerkelijke gemeenten; 605 tot die door bijzondere personen bestnurd en 49 tot die van gemengden aard. Volgens de tabellen is voor de ondersteuning san armen in 1877 uitgereikt 11,112,224, waar onder niet de uitgaven voor werkverschaffing en eenige andere. Van genoemd cijfer zijn verstiekt door de gemeentebesturen rechtstreeks ruim 4 40 van het geheele bedrag; door de burgerlijke en gemengde armbesturen bijna 13/40; door de kerkelijke bijna 19/40 en door de bijzondere ruim 4/40. Blijkens vergelijkende cijfers was er in de uit gaven voor onderstand tusschen 1877 en 1876 een nogal aanmerkelijk verschil; het beliep in eerstgemeld jaar f 154,804 meer. Zoowel de gemeentebesturen als de besturen der onderschei den soorten van instellingen hadden ruimer uit gaven dan in 1876 te doen voor de ondersteuning der armen. Door den minister van waterstaat enz,, is den spoorwegbesturen aanbevolen maatregelen te nemen, waardoor wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar, dat de beambten en bedienden bij de spoorwegen ondervinden om de openbare godsdienstoefening des Zondags bij te wonen. De St. Ct. bevat een kon. besluit, betreffende de lichting der nationale militie van het jaar 1880. Daarbij is bepaald, dat de lichting van dat jaar bedraagt 11,000 man, waarvan 600 voor den dienst ter zee bestemd worden. Voor de provincie Zeeland, waar 1652 personen zijn ingeschreven, bedraagt het aandeel 568 man. In bet tijdperk van 25 Januari tot 21 Februari 1880 zijn, blijkens ingekomen ambtsberichten, door longziekte 8 runderen in Zuidholland aangetast. In het vorige tijdperk van vier weken waren 4 runderen door die ziekte aangetast. biddekobden. Benoemd tot ridder der orde Van den Nederlandseken Leeuw grant Mourariew, laatstelijk 1ste secretaris bij het Russische gezant schap te 's Gravenhage. GEMEENTEBESTUBE5. Goedgekeurd de benoeming van den burgemeester van Assendelft, K. Cz. de Boer, tot secretaris dier gemeente. die zeer spraakzaam was, „en heeft dienst geno men teneinde bij u te zijn. Hij zegt dat gij sedert lang goede vrienden zijt." Ik herkende hem terstond toen bet licht eener lantaren op zijn gelaat viel en de hemel weet hoe dankbaar ik op dat oogenblik was dat ik een bekend gezicht zag. „Ik beteeken ais soldaat niet veel en ben nog niet veel mans", zei hij, naar mij toegaande, „maar ik beb het thuis zoo hard en gij hebt mij nog nooit een onvriendelijk woord toegevoegd en dus heb ik dienst genomen, ten einde in uw nabijheid te zijn." Zoo was Louis soldaat geworden en van dien dag waren hij en ik onafscheidelijk ge weest. Wij spraken samen over onze geboorte plaats en over al het goede dat wij te wachten hadden, als die vreeselijke oorlog afgeloopen zou zijn en dat was een onderwerp waarover wij nooit nitgepraat raakten. De anderen lieten ons vrij wei met rustzjj lachten ons in het eerst nit; doch weldra letten zij niet meer op ons. Wij boezemden niemand belang in dan elkaar. Nu zult gij knnnen begrijpen waarom de aan blik van het vervallen gelaat van dien knaap mijn hart deed ineenkrimpen, veel erger dan het geval zou geweest zijn wanneer ik alleen gevat en ter dood gebracht ware. „Zijt gij erg vermoeid vroeg ik fluisterend. „Ach zoo moede," antwoordde hij met een ijdele poging om te glimlachen. „Ik ben nooit heel sterk geweest, dat weet gij, maar ik zou nu wel onderscheidingen. De zilveren medaille, inge steld bij kon. besluit van 6 Mei 1877, n°. 32, is toegekend aan de heeren: dr. S. Bormans, rijksarchivaris te Namen, en P. O. Pabst, luitenant ter zee Iste klasse, te 's Gravenhageals blijk van waardeering hunner belangstelling in 's rijks wetenschappelijke verza melingen, door schenkingen betoond. Burgemeester eu wethouders van Amsterdam heb ben aan den gemeenteraad ingediend een voordracht tot het oprichten van een gebouw voorzoötomie ten dienste der Amsterdamsche universiteit bij het aquarium van het konninkl. zoölogisch genootschap Natura Ar lit Magistra, langs de Lijnbaangracht. De kosten van het gebouw zullen ƒ14.000 bedragen, de inrichting van het meubilair daarvan en van het gedeelte aquarium voor het onderwijs in de zoölogie bestemd f 10.000. Te Kerkwerve werd op Zondag 29 Februari als predikant aldaar bevestigd de heer H. H. Barger, candidaat tot den h. d., door den heer dr. E. Barger, predikant te Maassluis, met eene rede, welke tot tekst had 2 Cor. 5 20a. De handoplegging geschiedde, behalve door den be vestiger, door den consulent den heer J. C. Montijn en de heeren G. J. Barger en C. J. Montijn, predikanten te Zierikzee, Oude Wetering en St Philipsland. Des namiddags hield de bevestigde zijn intreê- rede naar aanleiding van 1 Cor. 1 23 en 24. De bisschop van Haarlem heelt tot kapellaan te Vlissingen benoemd den heer P. Zwart, het laatst assistent te Oosterblokker. Beroepen bij de hervormde gemeente te Kruiningen de heer W. Mense, predikant te Zwijndrecht. Het Christ, nationaal zendingsfeest zal dit jaar gehouden worden Woensdag 7 Juli, op Boekenrode bij Haarlem, en het noorder zendings feest den 12 Juli, te Asten. De plaatselijke kommandant te Amsterdam heeft de kommandanten der verschillende korpsen, aldaar in garnizoen, aangeschreven, dat voortaan militairen niet meer als figuranten in publieke vermakelijkheden mogen worden gebezigd. Op non-activiteit gesteld: de luitenant ter zee 2de kl. R. C. A. L. Jansen van Affer- den, W. A. Cambier, jhr. G. S. Boreel en J. M. Noordnyn, de officier van gezondh. 3de kl- van de landmacht, gedetacheerd bij de zeemacht, W. N. de Graaf en de off. van adm. 3de kl. H. J. Knottenbelt, allen dienende aan boord van Z- M. rammonitor Baai, eerstgenoemde als 1ste offi cier de luit. t/z 2de kl. R. C. van der Meulen, J. M. Steers en H. G. J. Wolterbeek, de off. van gezondh. 2de kl. van de landmacht, gedetacheerd bij de zeemacht, H. G. C. Heringa en de off. van adm. 3de kl. F. Lensing, allen dienende aan boord van Zr. Ms. rammonitor Panter, eerstge- als 1ste officier; de luit. t/z 2de kl. J. A. Kloek, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, die vervangen wordt door den luitenant ter zee 2de kl. P. C. W. Vandevelde. Voorts wordt de luit. t/z 1ste kl. A. F. J. Frackers overgeplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam. Aan de officieren en minderen, behoorende tot de bemanning van de rammonitors Haai en Panter zijn door den min. van marine, wegens de buitengewone diensten, bij de opruiming van het beter hunnen loopen als mijne voeten niet zoo'n pjjn deden." Ik zorgde nu dat hij een weinig op mijn kraebtigen rechterarm kon stennen en hoopte dat de aanraking van mijn hand hem een weinig bemoedigen Zou. „Gij moet niet wanhopen, Louis," zei ik zacht, want ik voelde een traan op mijn hand vallen. ,Gjj zult wel vrij komen." „O; neen, neen!" snikte bij luid. „Beloof mi) dat ik uw lot mag deelen, wat het ook zij." Bij die verheffing zijner stem sloten de soldaten zich dichter om ons heen, om te laten merken dat zij luisterden. Ik trachtte hem te troosten en zei„Ween niet, Louis, als er kans is om te blijven leven, moet men er gebruik van maken." „Voor ons moeten er twee kansen zijn," sprak hij ernstig, „een voor n en een voor mij, anders helpt het niet." „Neen, neen. Als door eeu woord van mij uw leven te redden is, wees dan verzekerd dat dat woord gesproken zal worden. Gjj zijt veel te jong om te sterven - en zulk een doodl" „Waar ziet gjj mjj voor aan?" vroeg hjj. „Niet voor oen lafaard; daarvoor ken ik u te goed," antwoordde ik. „Maar ik ben een lafaard," vervolgde bjj „ik kan niet alleen leven. Waarom ben ik in dienst gegaan? Omdat ik een weet was, slecht behan deld werd, en gij de eenige waart die ooit göe ijs op de rivieren bewezen, gratificatiën toegekend. De stoomkanonneerboot Gier, kommsndant de luit. ter zee le kl. G. J. Buijskes, is van Nieuwediep vertrokken tot het doen van een kruistocht in de Zuiderzee. Door de Maatschappij tot exploitatie van veestal len en veetransporten te Utrecht werd verleden week ongeveer 700 stuks groot en lOOstuks klein vee naar het buitenland verzonden, (C7, D.) Door de Ned. Toonkunstenaarsvereeniging is het plan opgevat om examens af te nemen aan hen, die een diploma als muziekonderwijzer of als executant op een of ander instrument verlangen. Caecilia deelt mede, dat de examens zullen worden gehouden einde Augustus, en dat de candidaten zich schriftelijk vóór 1 Aug. bij den secretaris der Vereniging moetën aanmelden. Op een jl. Vrijdag in het Salon Plegel te Parijs, gegeven concert heeft de heer Louis Ooe- neu, zoon van den heer Frans Coenen, zich onder grooten bijval doen hooren en zijn naam als leerling van Liszt gehandhaafd. De kantonrechter alhier deed heden uitspraak in de de vorige week behandelde overtredingen van art. 72 der politie-verordening te Middelburg (het niet zorgen dat door strooien van asch of zand bij vriezend weder of wanneer de straten met sneeuw bedekt zija, de gladheid voor de perceelen geheel worde en blijve weggenomen). Met uitzondering van enkele beklaagden, die niet geacht konden worden de verantwoordelijke daders te zijn en die dus werden vrijgesproken, werden allen schuldig verklaard aau het hun ten laste gelegde feit en veroordeeld in eene geld boete van 3 en de kosten. Met het oog op het beroep van sommige be klaagden op art. 1 der Zondagswet, werd door den kantonrechter overwogen dat dit beroep zonder grond is, aangezien uit art. 72 en bepaal delijk uit den aanhef daarvan voldoende blijkt dat het strooien van aach oi zand ook op Zondag gewild is, terwijl bovendien ook op dien dag door de politie last gegeven was de bepaling der veror dening du te leren. De door een der beklaagden aangevoerde on volledigheid in den vorm der processen-verbaal, werd door den kantonrechter niet aannemelijk geacht, dewijl uit het stuk voldoende blijkt dat de straten bedekt waren met sneenw, dat het vriezend weder was en de gladheid niet wegge nomen was. Een andere bewering, door dien beklaagde tot zijne verdediging aangevoerd, alB zoude zijn stoep trottoir zijn, achte de kanton rechter niet bewezen, lerwijl ook nit de verklaring van den getuige gebleken is dat die stoop glad was; voorts werd bet laatste motief van denzelfden beklaagde, als zoude hij slechts mede-eigenaar zijn, door den kantonrechter niets ter zake afdoende geacht, dewijl de verplichting tot strooien van asch én zand op de bewoners en gebruikers rust, en beklaagde, door Diets belet wordt, het aandeel door de medegebruikers in de boete verschuldigd te vorderen. DOof de justitie zijn tot deskundigen benoemd teneinde den geestestoestand van Knuif, den dader van den moord ten huize van den heer Corver Hooft te Amsterdam te onderzoeken: de heeren prof. Kuhn, Dr. Merkus Doornik en Dr. Wey- land. N. e. d. D. voor my zijt geweest. Vroeger was ik aan harde bejegening en onvriendelijkheid gewoon, maar sedert ik u zoo goed hebben leeren kennen, zou ik dio niet meer kunnen verduren. Wees niet bevreesd voor mij. Ik kan en wil moedig zijn. Ik ben niet bang om te sterven, maar wel om alleen achter te blijven." „Maar," zei ik en deed mijn best om zoo kalm mogelijk te spreken, „bet leven is een kostbaar bezit, dat men altijd op prijs moet stellen en gij zijt nog zeer jong- In later jaren zult gij gelukkig zijn en op uw jeugd, waarover gij nu met zooveel bitterheid spreekt, terugzien, als op oen hangen droom waar gij geheel mede afgedaan hebt." „Laat ik eerst eens zien wat gij mij aanbiedt," sprak hij kalm (alle tranen waren verdwenen) „altijd veronderstellende dat ik kans had om in 't leven te blijven en gij niet." „Wij worden beluisterd," Bprak ik waarschuwend. „Dat kan mij niet schelen," riep hij eu wierp het hoofd achterover. „Ik heb niets te zeggen waarover ik my behoef e schamenLuister," vervolgde hij kalmer. „Ik beu volwassen, niet waar en toch zoo klein voel maar" en ik voelde hoe bij even zijn hoofd tegen mijn arm drukte. „Ik kom trog niet tot aau uw schouder I En mjjne handenach i ik vrees dat ik die zonder uw hulp nooit zou kunnen oplichten met die zware ijzers." Ik zag omlaag en zuchtte; want helaas het Gisteren middag heeft de justitie van hier zich naar Borssele begeven, teneinde een onderzoek in to stellen naar een aldaar in een molen plaats gehad hebbenden brand. Tegen het einde van Maart zal in het Flora etablissement, te Charlottenburg, bij Beriyn een groote tentoonstelling van bloeiende Haarlem- sche hyacinten, tulpen en crocnsson gehouden worden, in dezen zomer te Wiesbaden een inter nationale expositie van planten en bloemen. Aan een nog onvoltooid blok winkelhuizen in de Czaar-Peterstraat, op het voormalige Funen, le Amsterdam, is men bezig de binnen- en bui tenmuren te stutten, die door de laatste stormen 10,a 15 graden nit bet lood zijn gewaaid. In een kleine stad van ons land, zoo schrijft men aan het HU., was onlangs door de leden eener sociëteit de bepaling aangenomen, dat erger lijk wangedrag van een lid aanleiding kon geven hem bij ballotage van het lidmaatschap vervallen te verklaren. Naar aanleiding van die bepaling stelde het bestuur voor, een lid, dat wegens dronkenschap bekeurd was on ook in de sociëteit en daarbuiten aanstoot had gegeven, te schrappen. De meerderheid echter was van een ander gevoe len en daarop hebben bestuur en eenige andere leden van de sociëteit afscheid genomen. Tot ons genoegen moeten wij een bericht in ons nommer van gisteren verbeteren. Er is op 's konings verjaardag wel een meisje door een spelenden knaap met een voetzoeker licht ver wond, maar dit voorval zal voor haar gezichts vermogen geene blijvende nadeelige gevolgen hebben. Naar de betrekking van directeur der gas fabriek te Zwolle solliciteeren 84 personen. Eene bleekersmeid te Arnhem heeft het overmatig gebruik van sterkeu drank met den dood moeten bekoopen. Wie ter wereld gaat dit aan? welk belang is erbij betrokken wat profiteert de wetenschap erbij? Als Vachctte 16 millioen jaren had genoemd, was men even ver, en geen menstch, hopen we, zal zich de moeite geven hem na te rekenen. (Arnk. Ct.) In de Lange Pooten te 's Gravenhage vindt het publiek sedert eeuige dagen, in bet sigaren mag.-tzyo van den heer J. C. Peletier, de buste iu gips van Jean Nrnot, heer van Viliemain, ge boren te Nimes in 1530, secretaris van koning Hendrik II en gezant van Frans II in Portugal. Hij is minder bekend of verdienstelijk wegens de vervulling van diplomatieke betrekkingen, dan door de overbrenging van de tabaksplant naar Frankrijk, welke plant naar hem dan ook den Latijnschen naam kreeg van herba Nicotiano (kruid van Nicot). De nihilisten hebben weder eene misdaad gepleegd, die getuigt van een schandelijk vanda lisme. Reeds sedert maanden kregen verscheidene rijke kloosters in Rasland anonieme btieven met bedreigingen indien zij niet eene zekere geldsom offer don „voor de heilige zaak der bevrijding van het Russische volk uit de slavernij." Het klooster Kijewo-Petscherskaja Lawra to Kiew had nooit aan deze eischen toegegeven en de brieven altijd aan den minister van politie gezonden. In den nacht ran den 19en had eene ontploffing plaats en Bpoedig stond een gansehe vleugel van het gebouw, waarin zich eene kostbare boekerij, eene steendrukkerij en boekdrukkerij bevonden in lichte laaie. De nacht was zoo koud dat het water ia de slangen der spuiten bevroor. Men vreesde dat geheel Kiew eene prooi der vlammen zou worden. De braud bepaalde zich echter tot het klooster. Eene verzameling kostbare hand schriften ging verloren. Onder de Duitschers wordt er het is werkelijk waar wel eens een enkele gevonden die niet „knap" is. Vooral de menschen die zich was waar, het waren zeer kleine handen om den strgd des levens mede te beginnen. „Gij ziet het zelf, beste Jean, dat ik niet tot veel deug; mijn oom heeft wel gelijk." Hier haperde zijn stem een weinig. „Ik ben een wees en niemand op de wereld bekommert er zich over of ik leef of sterf, behalve gij. Dtts wat zou ik aan het leven hebben, zonder u Misschien had hg gelgk maar ik aarzelde. „Gij ziet," vervolgde hij, iets nader bij mij komende, „als zij slechts een van ons beiden doodschieten," hier trilde zijn stem, „zon de ander ver van huis en misschien jaren lang gevangen achterblijven; verbeeld n na eens dat ik dat was, wat zou er dan van mij moeten worden 1" „Dan is het beter, veel beter dat wij samea sterven." „Ja, ja, dat zou veel erger voor mij zijn dan de dood," zei hij zacht, „dus zjju wij het eens en zweer mij nu dat wij eikaars lot zullen deelen, zooals wij reeds zoo dikwijls gedaan hebben en samen leven of sterven." Ik knikte toestemmend, want et Zat iets la mijn keel dat mij belette te spreken toen ik dien mooien krullebol en die vermoeide, angstige oogen aanzag. „Dus dat is afgesproken," sprak hy blymoedlg) toen de soldaten halt geboden (lforAt urtblgi.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2