1880;
N°. 47.
123e Jaargang.
Woensdag
25 Februari.
Middelburg 24 Februari.
Politieke Werkstaking.
lorzjïïjK..
MIDDELBUBGSCHE COllliWT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent;
Advertentien: 20 Cent per regel?
Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groots letters worden berekend naar plaatsruimte?
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Davbi en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Joiws.
De Standaard wil strike maken. „Herhaal
delijk, schrijft zij,
«Herhaaldelijk is dezerzijds betoogd, dat de tweede
kamer niet meer dan in naam en door wettelijke fictie
het Nederlandsche volk vertegenwoordigt.
Dit toch blijkt wiskunstig zeker uit bet feit, dat zelfs
onder de reeds partijdig' uitgekipte kiezers de overgroote
meerderheid zich nog onlangs tegen de godsdienstlooze
staatsschool verklaard beeft, terwijl in de tweede kamer
de overgroote meerderheid er juist voor is.
Vandaar onze strijdleus een audere kamer
Thans begint deze leuze, gelijk we met ingenomenheid
zagen, ook buiten^onze groep weerklank te vinden. B. v.
in de Tijd.
Allengs kan dus door deze leuze een andere toestand
fn bet leven worden geroepen.
Mits en ook daarop wezen we reeds meerma
len mits men spijkers met koppen sla, en dus ook
pertinent volhoude, dat deze kamer geen zaak van aan
belang meer mag afdoen, als daartoe zedelijk onbevoegd.
Dus met deze kamer geen grondwetsherziening.
Met deze kamer geen financieele wetten.
Maar met deze kamer ook geen strafwetboek.
Zeer benienwd zijn we om te vernemen of andere groe
pen dit nu ook doorzien zullen.
Omtrent de antirevolutionaire kamergroep zijn we vol
komen gerust.
Op haar kan men in haar tegenwoordige samenstelling
rekenen als op een muur.
Ze beeft geen drijver meer achter zich, maar gaat eer
voor."
Wij onderzoeken nn niet in hoever de hier
gegeven voorstelling van zaken juist is. Ook
niet of in dit roemen op de stevigheid der
anti-revolutionaire groep, die ondanks hare
overeenkomst met een „muur", nog harder
schijnt te -willen loopen dan haar „drijver"
wil, niet eenige ongerustheid, of misschien ook
eenig zelfbedrog, doorschemert. Alleen een paar
woorden over de redeneering, welke op den
grond van dit betoog ligt.
Strike maken is een uiterste, een geweldige
maatregel; een waarbij men zich niet bekom
mert of bestaande regelen en handen verbroken
worden, dewijl het te doen is om, ten koste
des noods dier regelen en handen, zijn zin te
krijgen. Wanneer, in de wereld der industrie,
het geschil tusschen patroon en werkman over
het bedrag van het loon, niet door schikking
uit den weg te ruimen is, wanneer de een
FEUILLETQ3ST.
35
Novelle van
G. ZU PUDLITZ.
IX.
Dat merkte ik dadelijk, zoodra ik tien woorden
met u gesproken had, en zon op middelen om u te
helpeD, waaruit toen die reeks van verrassende toe
vallige omstandigheden volgde. Nu zijt gij een
meer dan welgesteld man, met een vaste betrek
king in den stand waartoe gij behoort. Gij zult
mg niet voor zoo dom en trotsch houden, dat ik
mij voor mijn ouden schoolmakker zou geschaamd
hebben, omdat de omstandigheden hem gedwon
gen hadden ambachtsman te worden; maar een
vriendschap zooals nu tusschen ons bestaat,
cischt toch een zekere gelijkheid, die maakt
dat men elkaar geheel begrijpt en aangenaam
samen kan verkeeren. Noem het aristocratische
yeiwaandheid, als gij wilt, maar ik geloof dat
niet meer geven en de ander voor minder
niet werken wil, dan zegt de laatste de
samenwerking op, welke de grondslag van
beider natuurlijke verhouding is. De voort
brenging houdt opde werkman verteert eerst
zijne spaarpenningendaarna zijn inboedel,
lijdt eindelijk gebrek. Het deert hem niet of
hij tot den bedelstaf gebracht wordtook niet
of de werktuigen, welke hem anders zijn brood
doen verdienen, in de fabriek verroesten en
onbruikbaar wordenook niet of het water in
de kolenmijn stijgt en de gangen vult; ook
niet of de mededinging, gedurende zijne ledig
heid, zich van de markt meester maakt, of
de aflevering der aangenomen weiken belet
wordt en zijn meester, in plaats winst te be
halen, boete beloopt. Het moet buigen of
barsten en de vraag is alleen wie van beiden
het eerst moe zal zijnde werkgever het
stilzitten, of de werkman het niet-verdienen.
Er is oorlog; een oorlog die, als alles
goed gaatgeen striemen of builen, maar
veel erger kwalen veroorzaakt.
Strike maken op staatkundig gebied is, in
beginsel, hetzelfde. Omdat men zijn zin niet
krijgen kan, staakt men het werk. Men wil
niet afwachten of de tijd wellicht verandering -
in de verhouding der partijen brengen kan
of de bovendrijvende meerderheid misschien
door redeneering tot andere gedachten te
brengen zal zijnmen stelt zich niet tevreden
met hetgeen, op het oogenblik zeif, nog door
betoog en overreding van die meerderheid
gedaan te krijgen is; maar men zegt het werk
op. Een belangrijk onderscheid ligt echter
hierin dat terwijl de werklieden-sfriAe tot eene
uitkomst kan voeren, wanneer de werkge
vers het stilstaan hunner fabriek moede wor
den, de politieke werkstaking niets baat, daar
de machine kan voortwerken zoolang er eene
meerderheid is om haar te doen draaien.
Door stilzitten, maakt de minderheid slechts eene
vertooning in negatieven zin. Beletten doet zij
nietsveel minder nog dan wanneer zij aan het
werk deel bleef nemen en door het tegenhouden
van een wiel hier, het oliën eener geleiding elders,
het temperen van een vuurhaard ginds, de
bewegingen van het werktuig nog eenigszins
in hare richting stuurde.
Op jongensmanier niet langer „mêe te doen,"
omdat het spel niet naar den zin gaat, is dan
ook onpractisch en in den regel het kenmerk
van politisch lagere ontwikkeling. Toen on
langs in den Duitschen rijksdag de nationaai-
iemand, dien ik in den volBten zin des woords
mijn vriend noem, gerust zijn oog tot ieder meisje
mag opheffen."
Hendrik had pieizier in de opgewondenheid
van zijn vriend, en hij voelde hoe, onder den
invloed van die taal, zijn zelfvertrouwen toenam,
zoodat hij nu reeds als binnen het bereik der
mogelijkheid ging beschouwen, wat hg eenige
maanden geleden nog voor onbereikbaar hield en
waaraan hij nauwelijks iu het geheim had durven
denken.
Eenigen tijd daarna moest Hendrik op reis, om
het huisje van den ouden Jobst te ontruimen,
daar het stedelijk bestuur, dat het aangekocht had,
voornemens was het te laten afbreken om den
weg te verbreeden. Gelukkig had hij vóór zijn
vertrek van daar kennis gemaakt met een jongen
archeoloog, die gaarne op zich genomen had om
een catalogns der verzameling te maken, zoodat
hij alles bij zijn terugkomst gereed vond en er
ook reeds eenige oudheidkundigen op zijn komst
wachtten, die, nadat alles door een deskundige
getaxeerd was, den boedel bij verschillende par
tijen overnamen. Spoedig was alles ingepakt, de
werkplaats eu de woonvertrekken werden ont
ruimd en daardoor was de geheele indruk van
het leven en werken van den zonderlingen grijsaard
verwoest.
Toen het huis geheel ledig was, scheen het ook
alsof voor Hendrik een geheel tijdperk zijns levens
liberalen hun leider, den heer Von Bennigsen,
niet tot eersten voorzitter gekozen zagen en
men aan een hnnner mindere mannen een
tweede vice-presidentschap als Jiche de consola
tion aanbood, weigerde deze en de heet-geba-
kerde National-Zeitung schreef onmiddellijk
„In hoeverre het aan de liberale partij mogelijk
zal zijn aan de afdoening der zaken een werk
zaam deel te blijven nemen, is reeds nu zeer
twijfelachtig geworden." Maar de meer be
dachtzame, met beleid geredigeerde Kólnische
Zeitung antwoordde met een artikelWir
striken nicht. „De nationaal-liherale partij zal
niet, als malcontente Spanjaarden, eene politiek
van retraimiento volgenzij zal niets afwijzen
wat goed is, al kwam het uit het centrum;
niets ondersteunen wat zij nadeel ig acht, al
moest zij daardoor de eeuwige vijandschap der
vi-ij-conservatieven verdienen; zij zal even als
vroeger, in goede en kwade dagen, blijven
inêedoen, zoo niet met de oude opgewektheid
en geestdrift, dan toch in de hoop het dier
bare vaderland van nut te kunnen zijn."
Op dit laatste komt het aan. De wensch
van de Standaard is niet alleen onpractisch en
nuttelooshij is ook ongeoorloofd en slecht.
Niet daartoe hebben de heeren Lohman, Keu-
chenius, Donnar zich, naar de regelen onzer
bestaande kieswet, doen afvaardigen als volks
vertegenwoordigers niet met deze bedoeling
hebben zij den eed van trouw aan 's lands
grondwet afgelegd, om zich aan hun ver
plichtingen te onttrekken dewijl het hun
voorkomt dat hun werkzaamheid niet leiden
kan tot het doel dat zij wenschelijk achten.
Het land verlangt van hen dat zij wél zullen
medewerken tot het maken der financieele
wetten, die de gaping tusschen 's lands inkom
sten en uitgaven moeten dempenhet land
heeft hen wèl afgevaardigd om een einde te
helpen maken aan de heerschappij van een
strafwetboek, ons door vreemde overheersching
opgelegd. De heer De Savornin Lohman heeft
de benoeming tot lid der commissie voor het
onderzoek van het ontwerp-wetboek niet aan
genomen om aan de Kamer zijn kennis als
rechtsgeleerde, zijne beschouwingen der straf
rechtelijke vraagstukken van anti-revolutionair
standpunt te onthouden; maar om die te
doen dienen tot voorlichting, tot overreding
zoo mogelijkzijner andersgezinde mede
afgevaardigden.
Dat is de plicht welken al onze volksver
tegenwoordigers op zich genomen hebben en
afgesloten" was. Na een paar dagen lag het tegen
den grond en begon men de plaats waar het
gestaan had in plantsoen te veranderen.
Hendrik zon nu naar huis hebben kannen gaan,
maar er was iets dat hem noopte nog eenige
dagen in het stadje te vertoeven; iets wat hij
zelfs niet aan Alexander verteld had, daar het
niet alleen zijn geheim was.
Hij had namelijk den heelen winter een drukke
briefwisseling met de tante van Christa gebonden
maar zij had hem ten strengste verboden er
tegen iemand over te spieken. Hij was dns op
de hoogte van het leven van Christa, van de
hulde die haar te beurt viel; maar hij wist ook
dat, hoe de wereld ook met haar ingenomen was,
zij ontevreden over zich zelf bleef en dikwijls
met smart naar buis verlangde. Tante schreef
dit wel is waar zonder bedoeliDg en zocht er ook
geen verklaring voor te vinden, alleen voegde zij
erbij dat het kind met zich zelf in tweestrijd
was en dat men haar den tijd moest laten, om
haar gemoedsrust te herwinnen. Voor het ove
rige genoten zij beiden veel van de kunstschatten
en zij was overtuigd dat Christa, als zij thuis
was, weer heimwee naar Italië zou krijgendaar
zij, ofschoon zij wel wat heel vroeg steeds gewe
ten had wat zij wilde, nog maar altijd niet
scheen te kunnen vinden wat zij zocht. In haar
laatsten briet bepaalde tante den tijd van haar
terugreis en zelfs den dag waarop zij weer in het
dien zij gehouden zijn, „ais goede en getrouwe
staten-generaal", te vervullen. Strike maken en
tevens loon blijven ontvangen iseene gedachte,
die in het brein van den oproerigsten fabrieks
arbeider te Sheffield, of in dat van den minst
ontwikkelden kolengraver in Cornwallis, ver
moedelijk nog nooit is opgekomen. Eene
opdracht als volksvertegenwoordiger aannemen
en behouden, maar niets uitvoeren op grond dat
men eigenlijk het volk niet vertegenwoordigt,
is eene ongerijmdheid die zich misschien door
den niet-verantwoordelijken „drijver" eener
partij laat nederschrtjven, maar welke hij de
„anti-revolutionaire kamergroep", die hare
verantwoordelijkheid tegenover de natie als
hare lastgeefster gevoelt, naar wij vertrouwen,
geen instemming zal vinden. Ook houden wij
het ervoor, dat andere groepen dit „nu ook
wel doorzien zullen."
Bij de heden plaats gehad hebbende inlevering
van Btembrietjes ter verkiezing van een lid van
den gemeenteraad van Middelburg hebben 247
van de 835 kiezers hunne biljetten ingeleverd.
Te 'sGravenhage werd gisteren, onder voor
zitterschap van den oud-minister Heemskerk, eene
vergadering gehouden van belangstellenden in de
aanbieding van een nationaal geschenk aan gene
raal Van der Heijden. Van de 300 verzonden
circulaires waren er 136 met instemming, enkele
uit naam van meerdere personen, terug ontvangen.
Tot leden van het bestuur werden, uit de perso
nen die hun instemming met het plan betuigd
hadden, gekozen de heeren mr. J. Heemskerk Az.,
generaal Mao Leod, Van Bappard, Egter van
Wissekerke, De Bruyn Kops, generaal Van
Limburg Stirum, de voorzitter der eerste
kamerbaron De Vos van Steenwijkde
commissarissen des konings in Gelderland, in
Noord-Holland, in Friesland en Limburg, de
burgemeesters van Amsterdam Botterdam en
's Gravenhage, de leden der eerste kamer, jhr.
DenTex en Borsins, het oud-lid der eerste kamer
jhr. Hartsen, bet lid van de tweede kamer Ver-
heijen, de staatsraad Swart, de generaal Netscher,
prof. Kern, te Leiden, prof. Bosscha, directeur van
de polytechnische school te Delft, de schout-bg-
nacht Van de Velde en generaal Verspijck.
Laatstgenoemde meende eebter te moeten bedanken.
De gewichtige vraag in deze„Wat moet er
voor generaal Van der Heyden gedaan worden
kwam ter sprake.
Verschillende denkbeelden werden hierover
uitgesproken, totdat een voorstel van den heer
VaD Eek den meesten bijval vond, Damelijk om
stadje zouden aankomen, waar zij afscheid van
Hendrik hadden genomen.
Hij besloot haar daar af te wachten, daar hij
de dames dan gemakkelijker en schijnbaar toe
vallig kon verwelkomen dan wanneer zij eenmaal
thuis waren. Hij had zich vast voorgenomen
dat het tusschen hem en Christa tot een verklaring
moest komen eer zij elkaar ip de samenleving
ontmoetten, 'tgeen niet te vermijden zou zijn,
door de nabuurschap hunner woonplaats en door
de relaties die zij beiden met de iamilie van den
graaf hadden. Hij zou haar dan tegelijkertijd
haar aandeel in de nalatenschap van Jobst, zooats
dat in het testament beschreven was, overhandigen.
Christa had op de geheele reis weinig over
Hendrik gesproken en tante zorgde er wel voor,
niet te laten blijken dat zij hem schreef. Dus
had zij alleen door een paar brieven van Nathalie
iets van hem gehoord en dat nog wel zeer opper
vlakkig en ter loops: „Dat jonge mensch",schreef
zij, „die ons indertgd die aardige ouderwetsche
dingen thuis bracht, (gij hadt hem immers als kind
nog wel gekend?) heeft van dien ouden sehache-
raar onmetelijke schatten geërid en is op zekeren
dag bier aankomen zetten.