1880 N»: 38. 123e Jaargang^ Zaterdag 14 Februari. Ge meente-belastingen. Gemeente-belastingen. Middelburg 13 Februari. FEUILLETON. MIDDELBUBGSCHE COURANT. Dit blad versohijnt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, Prijs per 8/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommerB rijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentien: 20 Oent per regel! Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daub* en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Joms. SUPPLETOIR Kohier n°- 2 voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over 1879. De burgemeester en wethouders van Middel- burg maken bekend: dat bet suppletoir kohier no. 2 voor de plaat selijke directe belasting op de inkomsten, over het jaar 1879, waarvan de heffing is goedgekeurd bij koninklijke besluiten van den 23 December 1871, no. 31, van den 10 December 1875, no. 28 en van den 7 December 1876, no. 16, door den raad in zijne zitting van den 11 Februari 1880 vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewet, gedurende acht dagen, aanvangende Vrijdag den 13 Februari a.voor een ieder op de gemeente secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is op heden atkondiging gecchied waar het behoort. Middelburg, den 12 Februari 1880. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Suppletoir kohier n°- 2 voor de plaatse lijke belasting op de honden over 1879. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat het suppletoir kohier no. 2 voor de plaat selijke belasting op de honden, over het jaar 1879, waarvan de heffing is goedgekeurd bij ko ninklijk besluit van den 8 Maart 1873 no. 17, door den raad in zijne zittiDg van den 11 Februari 1880 vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeen tewet, gedurende acht dagen, aanvangende Vrijdag den 13 Februari a. voor een ieder op de gemeente secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd. Hiervan is heden atkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 12 Februari 1880. De burgemeester en wethouders voornoemd, PICKÉ. De secretaris, Gr. N. DE STOPPELAAR. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Vlissingen, waarvan wij het gewone verslag in een volgend nommer opnemen, werd aan C. C. A. Croin op verzoek eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van hulponderwijzer aan de openbare lagere school aldaar en in zijne plaats benoemd mejuffrouw S. A. R. Dobbelaere te Vlissingen. 28 Novelle van G. ZU PUDLITZ. VIII. Hendrik sloeg onthutst de oogen neer, en sprak na eenige aarzeling„Ik dank u, Christa, voor uw vertrouwen, voor elk woord dat gij op deze wandeling gesproken hebt, waardoor ik het zelf vertrouwen herkreeg dat ik onder den druk der omstandigheden dreigde te zullen verliezen. Gij verlangt echter openhartigheid en zijt mij daarin zelfs voorgegaan. Als ik wist dat ik u helpen kon zou ik mijn leven gaarne voor u willen geven, maar de vriendschap die gij inij aanbiedt, is een gevaarlijk geschenk en de moed ontbreekt mij om dat aan te nemen. Alle droombeelden mijner jongelingsjaren zijn weer ontwaakt: ik weet dat zij mij iets onmogelijks beloven en ik voel de kracht in mij om ertegen te strijden, maar niet pm uw vriend te worden en uw broeder te blijven. Eveneens werd ingewilligd het verzoek van den heer J. P. Laernoes om eervol te worden ontslagen uit zijne betrekking van assistent-leeraar in het rechtlijnig teekenen aan de burgeravondschool. Aan den heer G. F. Kampschreur werd, op ver zoek, wegens vertrek naar elders, eervol ontslag verleend uit zijne betrekkingen van opper brand meester en lil van het algemeen armbestuur. Op zijn verzoek werd de heer G. J. Endhoven, hulponderwijzer op de school van den heer Stuart, wegens zijne benoeming te Middelburg, eervol ontslagen. De minister van koloniën, gezien het verslag der commissie, belast met het afnemen in Neder land in het jaar 1879 van het examen, bedoeld bij art. 4 van het kon. besluit van 10 September 1864 {Stbl. no. 93), heeft goedgevonden die commissie te ontbinden, onder dankbetuiging voor de wijze waarop zij zich van hare taak heeft gekweten. Volgens gisteren te Alblasserdam ontvangen telegrafisch bericht van New-York, is aldaar aangekomen de Vlissingschezeeloods Van Drielen, welke met het Ned. schip Graafstroomkapt. Rösingh, den 28en Nov. van Vissingen vertrok, en den 4en Jan. overgezet werd op de Aleppo naar New-York. Hij komt met het Ned. stoom schip Maas terug. (N. R. Ct.) Vóór dat de belasting op de effecten in haar nieuwen vorm nog de tweede kamer bereikt heeft, kondigt de Standaard namens haar partij reeds aan, dat haar afgevaardigden die belastingen niet znllen toestaan. Natuurlijk omdat de regeering aan hare partij eerst „her ste 1 van grieven" verschuldigd is. Wat onder dien zeer rekbaren term te verstaan is, wordt niet nader aangeduid. Zeker wordt er echter mede bedoeld, niet slechts intrekking der schoolwet van 1878, maar ook herziening der wet van '57 in anti-revolutionairen zin. Want over die wet waren vóór 1878 de klachten nagenoeg even luid als de tegenwoordige over de wet- Kappeijne. Op zulk eene herziening, dus op dit „herstel van grieven", bestaat echter niet de minste kans. Hieruit volgt dat het hoofdorgaan der anti revolutionaire partij een voorstel, tea doel heb bende om den druk eener nieuwe belasting op de vermogende klassen te leggen, onbepaald afwijst. Even als bij eene vorige gelegenheid, toen de anti-revolutionaire kamerleden eenparig hun sym pathie voor de geeselstraffen bij de zeemacht hadden doen kennen, laten wij hierop alleen de vraag en den uitroep volgen i „Vrienden des volks?!" Keer u van mij af, Christa, daarop ben ik voor bereid, wees boos op mij, daar hebt gij het recht toe; maar vergeef de vrijmoedigheid, waarmede ik mijn gevoelen uitspreekwant op dit oogenblik heb ik den moed niet om u een onwaarheid te zeggen." Hij was een stap achteruit gegaan en zij hield de hand, die zij hem wilde reiken, nog uitgestoken; zij trok die hand terug en bracht haar voor de oogen, doch herstelde zich spoedig en zei: „Laat ons volbrengen waarvoor wij hierheen gekomen zijn." Met vasten tred ging zij voor en hij volgde haar zwijgend naar het kleine huisje, waar zij weldra aanklopten. Het duurde een poos eer zij gehoor kregen en Christa waagde het niet den blik naar Hendrik op te heffen, doch toen de deur eindelijk openging greep zij zijn arm en klemde er zich aan vast. Jobst stond voor hen in zijn langen fluweelen jas, met het zwarte mutsje op het lange sneeuwwitte haar; zijn gelaat was bleek en betrokken, en droeg de sporen der overspanning van den vorigen dag; maar juist daardoor had zijn voorkomen iets edels, iets waardigs en iets dat medelijden opwekte. De oogen van Christa schoten vol tranen en zij voelde hoezeer zij den steun van Hendriks krach- tigen arm behoefde. „Zoo,, zijt gij het Henk, met de gasten die gij mij aangekondigd hebt. Als zij even weinig begrip van mijne schatten hebben als gij, dan is Met belangstelling is, ook door ons, meermalen melding gemaakt van het nienwe stelsel van op leiding onzer marine-matrozen, door den minister Taalman Kip met zoo helder doorzicht ingevoerd, door zijn opvolger, den kolonel Wichers, uitge breid en door den stichter zeiven thans weder met goed gevolg voortgezet. De uitkomsten van dat stelsel verdienen de aandacht van ieder die belang stelt niet alleen in onze zeemacht, maar in hetgeen als een zeer gewichtige tak van volksopvoeding beschouwd mag worden. Het is daarom dat wij hier laten volgen wat door een ooggetuige, een der offi cieren van het Nederlandsche oefeningskader, dat thans bij de Kaap-Verdische eilanden kruisende is, in het Nieuws van den Dag over de kweeke- lingen volgens het nieuwe stelsel gemeld wordt. Wij vertrouwen dat zijne opmerkingen de ernstige aandacht zullen trekken van hen, die met het beheer onzer marine belast zijn. „Door iedereen, schrijft hij, wordt met genoegen opgemerkt, hoe de jeugdige schepelingen van de opleidingsschepen werkelijk zeer flinke, fatsoenlijke, gewillige en voor hun vak bekwame menschen zijn, en menig matroos 2e klasse over schaduwen. Het ontbreekt nog velen aan de noodige kracht, hetgeen zeer te bejammeren is, want dit is op sommige schepen een reden om hen Diet tot matrozen 3e klasse te bevorderen, waardoor zij ten eerste geldelijk schade lijden en ten tweede in werkelijkheid bij vele weinig ont wikkelde luie matrozen, die nog geen gulden in de maand waard zijn, achtergesteld worden. „Wat een verschil bij weinige jaren geleden de toenmalige lichtmatrozen gaven aanleiding tot allerlei klachten, waren dikwijls vuil, brutaal, onhandig en de goeden even zoovele uitzonde ringen als nu de slechten. Het is bepaald opmer kelijk, maar meestal is hét oude genre matroos van het nieuwe met een enkelen oogopslag te onderscheiden. Het zal een waarlijk groot ge noegen zijn de eerste onderofficieren van die opleiding aan boord te zien komen. „Hoe jammer dat er nog zoo weinig onderscheid gemaakt wordt tusschen goeden en slechtener is te veel vermenging van kruid en onkruid en het hart van jonge menschen is zeer geneigd om indrukken te ontvangen. „In enkele maanden kan gemakkelijk het goede werk van twee jaren bedorven worden. Strenge inwendige dienst, even nuttig als werkelijke oefening, kan hen alleen behoeden om langzamer hand inéén te smelten met het oude soort." De winkel en magazijnen van de coöperatieve winkelvereenigiug van Eigen Eulpf in den Haag, zullen in den loop van dit jaar uit het thans in huur bezeten perceel in de Torenstraat over gebracht worden naar een in de Nobelstraat aangekocht groot huis. het bgna niet de moeite waard dat ik de luiken voor hen openzet", sprak de oude man. „Wij komen niet voor uw museum, meester, maar voor u", antwoordde Hendrik. „Voor mij? Wat wilt gij van mij?" Hij had den blik op Christa gevestigd en staarde haar aan, doch toen zij haar oogen, waarin nog tranen blonken, opsloeg, ontstelde hij hevig, greep bevend de leuning van een stoel en fluis terde: „Die oogen, diezelfde oogenI O Henk, waarom hebt gij dat gedaan Hij wankelde en zou gevallen zijn, indien Hendrik hem niet in tyds gegrepen en in don stoel geholpen had. Hij bleef het bevende jonge meisje onafgebroken aanstaren en het scheen dat zijn geest een oplossing zocht voor hetgeen zyn oog aanschouwde. „Henkt riep hij uit, „wie hebt gij mij daar gebracht Hendrik bukte, terwijl Christa hem angstig gadesloeg en fluisterde: „De kleindochter van Juliane van Hallstein. Hare moeder was het kind dat uit een kortstondig, ongelukkig huwelijk geboren werd." Jobst bedekte zijn gelaat met beide handen en zei: „Ik heb het geweten, van het eerste oogen blik af, waarop ik die oogen zag, ik heb het geweten en nu spreekt gij het uit en uw woord is waarheid. Eu daar staat zij te schreien, omdat ik Hjj kon den volzin niet eindigen, doch wees Terwijl het bestuur aan de leden kon mededeelen dat over 1879 10 pet. van het door hen in den winkel bestede als dividend kon worden uitge keerd, veronderstelde het dat ondanks de kosten van aflossing en rente der leeniugen en de meerdere uitgaven, die de uitbreiding der zaak noodwendig zou medebrengen, over het jaar 1880 de uit- keering waarschijnlijk nog 6 pet. zou bedragen. Het rekende daarbij niet eens op vermeerdering van het debiet, dat echter zeker niet zou uitbUj ven nu door de uitbreidjng vele nadeelen en bezwaren, aan de bestaande bekrompen inrichting verbonden, zouden ophouden en men ook in staat zou zijn meer artikelen van dagelij ksche behoefte in te slaan en te verkoopen. Ten slotte werd door de vergadering beslist, dat leden die ophouden lid van het district 'sHage van Eigen Hulp te zijn, geacht worden tevens opgehouden te hebben lid te zijn der coöperatieve-winkelvereeniging van dat district. Gedeputeerde staten van Noord Brabant hebben in het personeel, de rangen en de bezoldiging van de ambtenaren ter provinciale griffie de navol gende veranderingen gebrachtEervol zyn ontslagen een commies, een adjunct-commies le klasse en een adjunct-commies 2e klasse. Be vorderd zijn een adjunct-commies van de 2e tot de le klasse, een eerste klerk en een buiten gewoon beambte tot adjunct-commies 2e klasse. Door de verleende ontslagen is eene som van f 4350 vrijgevallen, waardoor de jaarwedde der ambtenaren en bedienden voor het meerendeel met f 200 is verhoogd; voor enkelen bedroeg die verhooging f 375, f 300 en f 250. Een en ander zal ingaan met lo. April e. k. Bij beschikking van den minister van koloniën zijn de heeren P. J. Modderman, R. Suringa, S. A. Spaarwater en E. Verstenen, landmeters van het kadaster, gesteld ter beschikking van den gouv.-gen. van N. I., om te worden benoemd tot landmeter der tweede klasse bij den kadastralen dienst daar te lande. Men schrijft ons uit Den Haag: Zoowat tegelijkertijd dat de werkelijke czarin in alle stilte aankwam in de hoofdstad van het reusachtige rijk van despotisme, obscurantisme en nihilisme, trad hier zoo luidruchtig mogelijk een nagemaakte „czarin" voor het voetlicht. In dit blad werd reeds vermeld hoe een buitenlandsch verslaggever over haar en haar omgeving dacht; ik wil er alleen bijvoegen dat dit zangspel „volle huizen trekt" en dat men, niettegenstaande de veelbelovende aankondigingen, niet is teleurgesteld wat bet oog aangaat. Het oor is dankbaar, maar lang niet voldaan. Het zwaartepunt van la Czarine ligt by na uit- schielijk Christa met zijn hand terug, toen zij naderbij wilde komen. „Daarom weent Juliane's kleindochter niet, want dan zou zij niet tot u gekomen zijn," zei Hendrik. Christa knielde voor den ouden man neder en sprak met een vaste stem. „Ik schrei nu niet meer en ik dank den vriend mijner jeugd dat hy u vond en mij bij u bracht; ik kom met de liefde eener dochter tot u, dus moogt gij mij niet verstooten De grijsaard sloeg de oogen ten hemel, zyne lippen bewogen zich en hy haalde langzaam adem, terwijl hij zijn hand zegenend op haar hoofd legde. Men vernam geen geluid in dit zonderling gestoffeerde vertrek en het scheen dat hij de gebeurtenissen eener halve eeuw nog eens doorleefde, totdat hij weer bleef stilstaan voor een kortstondig, bijna denkbeeldig geluk, anders zoude zijn lichtzinnigheid en hartstochtelijkheid het niet in enkele dagen hebben kunnen verwoesten, gevolgd door de schaduw van een leven vol berouw, vol zelfverwijt,vol gedwongen vroolijkheid, zelfbedrog en zelfbegoocheling. En nu Nu viel er onverwachts een lichtstraal in die schaduw en het donker verdween. Er was geen woord ge sproken en toch verkwikte de belofte der verzoening zijn arm hart; zijd leven werd schooner in de herinnering, zijn wezen werd veredeld, zijn ongeluk was zgn boete geweest. Naast hem stoud de jongeling, die bet leven

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1