1880.
Vrijdag
:r-schelde.
(a «O Cêlli) aatt
fan Multatuli,
AL TE MIDDELBURG.
DER DIENST.
N«: 37.
123e Jaargang^
13 Februari.
Middelburg 12 Februari.
vu.
l
inte-Secretarie.
van Middelburg, met
door bladzijden
voorraad strekt, a
jgen 1 Maart a. s., bij
n IXHOMVt; met
KAMER. Adres met
ave van prijs onder de
delaars VAN BENTHEM
a. s.eene zindelijke
goed kan koken en gene-
ïten en eece WERK-
haar vak en goed kun-
vervoegen met franco
inge Burcht, n» 6/7.
POT, te Vlissingen,
ie geschikte en bekwame
Spreekuur 's avonds tus-
oodig zich aan te melden
ften.
In E gevraagd, tegen 1
IT HEM JUTTING.
len 13™ Fcbrnari 1880,
vonds te 8 uren.
zijn a f 1.— te verkrij-
Ier Concertzaal, tot Den-
'ebruarl, en Vrijdags
50
erdam Woensdag 18
ar Zierikzee, Middelburg,
it te Middelburg,
UEIJEN PIETEKSZEN.
IGED1ENST.
■Vlissingen v. v.
>,15, 9,15; nm. 1, 3,30, 7.
gs*1.10 in plaats van 1 uur.
11; nm. 2,30, 5, 8.
M. V. M,
1.15 en 3.20.
1.45 3.50.
NS-
0.
VRIJDAG.
voorm.
7.45 -
8.15 -
10.30
11.— -
10.30 en 12.—
11.— 12.30
ZATEB
DAG,
voorm.
7.45
8.15
7.20
2.30
5.37
méé
3.41
6.88
mn*
2.40
8.
mmm
*12.55
*4.45
2.14
5.59
8.
*6.40
6.50
5.1
6.20
6.30
7.52
7.8
•7.57
8.45
7.25
9.12
8.6
10.18
10.41
8.85
9.6
10.50
8.45
•9.15
11*
I 7.15
10.55
3.50
6.50
10.40
6.10
8.5
11.50
7.30
8.55
12.40
8.29
9.15
1.8
8.40
1 9.80
1.20
8.55
10.30
11.—
t 8 uren en 3.45
l(jk te i'i.êO en
IHIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prjjs per 8/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regeli
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,60
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Dadbi en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jobis.
De vereeniging Eigen Hulp heeft tot dus
verre in ons land nog op geen schitterende
uitkomsten te roemen. Niet in 't bezit eener
statistiek van hare afdeelingen, kunnen wij
deze stelling niet met cijfers bewijzen maar
voor zoo ver wij ons geheugen raadplegen
mogen, spreekt dat meer van afdeelingen die
opgeheven zijn of een kwijnend leven leiden
dan van bloeiende, wier zaken zich uitbreiden.
Toch gelooven wij niet dat er voor de veree
niging reden bestaat om den moed reeds op
te geven. Nieuwe zaken hebben altijd eene
moeilijke kindsheid te doorloopen, zooveel te
meer wanneer ze, gelijk Eigen Hulpterecht
of ten onrechte den naam hebben het belang
van eene talrijke klasse van ingezetenen te
bedreigen. Er zijn echter nog een aantal af
deelingen die, zoo al niet vooruitgaan, dan toch
staande blijven en het laat zich aanzien, dat
de in het jongste nommer van het maandblad
der vereeniging medegedeelde „verrassende
uitkomsten," waarmede het contract, door het
hoofdbestuur met de firma Moret en Hulshof?
te Rotterdam gesloten, bekroond is geworden,
aan het leven der afdeelingen eene nienwe
opgewektheid zal schenken. ele districten, in
groote zoowel als in kleine gemeenten, maken
reeds van die gelegenheid om koloniale waren
tot lageren prijs en van de beste,gekeurde
hoedanigheid, te bekomen, geregeld gebruik.
De firma zelve is over haren handel bijzonder
tevreden en het hoofdbestuur der Vereeniging
ziet er eene zeer voldoende vervanging in voor
het aanvankelijk gekoesterde, maar wegens de
hooge kosten onuitvoerbaar geoordeelde plan
der oprichting van een centraal magazijn. Ook
meldt het maandblad dat de winkelvereeniging
te 's (jravenhage weldra in 't bezit van een
nieuw gekocht groot huis hoopt te komen en
dan met vernieuwden moed aan 't werk
denkt te gaan. Elders vereenigen weder in
gezetenen zich om door onderlingen aankoop
van brandstoffen, vleesch, brood enz. het mo
nopolie der winkeliers voor deze artikelen te
breken. Kortom, de vereeniging, of wel het
beginsel waarop zij rust en dit komt op
't zelfde neer, doet niet veel van zich spreken,
maar zij leeft toch nog en zoo ergens, dan
bestaat er reden om bij eene zoo jonge zaak,
FSUILLS TON.
'37
Novelle van
G. ZU PUDLITZ.
Chriata zag hem met klimmende verbazing aan.
Wat moest dit alles beteekenen? En toch was
hg begennen met te zeggen dat hij het nooit zon
gevraagd hebben haar hiermede lastig te vallen,
indien het niet van het hoogste gewicht voor haar
ware. En zij kon toch in dit alles niet hst
geringste bespeuren dat eenige betrekking op haar
had. Zij werd ongeduldig, zocht naar een handwerk
en, bad de vrees om hem opnieuw te krenken
haar niet weerhouden, dan zon zij hem verzocht
hebben zich een beetje te spoeden en een einde
aan het verhaal te maken. Hendrik voelde
dit zeer goeddaarom begon hij zich te haasten
en moest dan weer een eind terug gaan. Eindelijk
kwam bij met ingehouden adem aan den naam,
die alles aan het licht bracht. Hij hield op,
die met zooveel moeilijkheden te strijden heeft,
te zeggen dat zoo lang er leven is, de hoop
niet is uitgebluscht.
Wij hebben van den aanvang af, zonder
voor Eigen Hulp zelf partij te trekken, bet
goed recht der vereeniging verdedigd en den
wensch uitgesproken dat de proef, of dit
nieuwe beginsel, dat zich in onze maatschappij
wilde doen gelden, levensvatbaar en vrucht
dragend kon wezen, eerlijk en op afdoende
wijze genomen zou worden. (Zie o. a. M. Ct.
van 3 en 4 Juli 1877). Met belangstelling
hebben wij daarom de lotgevallen der ver
eeniging gevolgd en ook nu hebben wij ons
afgevraagd of de weinige vlucht, welke Eigen
Hulp tot dusverre neemt, aan eene fout in
't beginsel zelf of aan zijne toepassing hier te
lande toegeschreven moet worden.
Het lijkt ons toe dat dit laatste het geval
is. Immers het beginsel van Eigen Hulp
het verminderen van het aantal tusschen-
personen en het behouden der winst, welke
anders die tusschenpersonen ten goede zou
komen, ten voordeele der verbruikers, blijft
in andere landen niet alleen werkzaam, maar
krijgt voortdurend uitbreiding. Dit blijkt uit
hetgeen de heer Richard P. A. van Rees in
het jongste nommer der Vragen des Tijde en
de redactie van de Economist in haar Febru-
ari-nommer omtrent het coöperatie-wezen in
Engeland mededeelt. De coöperatieve maga
zijnen te Londen bestaan eerst sedert een jaar
of tien, twaalf. Door eenige ambtenaren opge
richt, bezit de Civil service supply association
thans groote magazijnen, met ruim bezoldigde
directeuren en opzichters aan het hoofd. Het
lidmaatschap kost 6'sjaars niet-ambtenaren
kunnen geen lid worden; doch er zijn boven
dien aandeelhouders. De uitkomsten zijn
prachtig: behalve 5 pet. winst voor de aan
deelhouders en een behoorlijk reservefonds, nog
een groot overschot voor de leden, terwijl alle
waren ongeveer 25 pet. beneden den winkel
prijs verkocht worden.
Op dezelfde w.,ze hebben de Engelsche
officieren van leger en vloot hnn Army-and
navy-stores, waar uniformen, uitrustingen voor
Oost en West en alle artikelen van dagelijksch
gebruik verkocht worden. De hoogleeraren,
doctors, geestelijken en andere leden van den
geleerden stand hebben hun University-stores
opgericht. Bovendien vindt men in New-
Oxfordstreet een Civil service and general store1
in Oxfordstreet een Grosvenor Cooperative store
kwam dicht bij Christa staan en fluisterde dien
naam met neergeslagen oogen, Christa begreep
terstond alles en eenige toespelingen, die zij baar
vader wel eens had hooren maken, op het vroegere
leven harer grootmoeder, kwamen haar daarbij te
hulp. Zij sprong op, greep krampachtig de hand
van Hendrik en riep nit: Mijn God, hoe is het
mogelijk Daarna staarde zij sprakeloos voor
zich heen. Zij overzag terstond den geheelen
toestand, het pijnlijke, het weemoedige, den plicht
en de verantwoordelijkheid. Zij voelde dat zij
een besluit moest nemen en zocht naar stenn.
Zij wist wel dat die vlak bij haar was, maar zij
durfde zich niet tot Hendrik wenden; want zij
kon hare kalmte tegenover hem niet herkrijgen
en toch bleef zij zijn band vastbonden, zonder
dat zij het zelf scheen te merken. Hij vergat
echter alles om zich heen en dacht alleen aan dat
jonge, scboone meisje, dat hem nu, in dit ernstige
oogenblik, even nabij was als in hnnne kinder
spelen. „Christa" zei hij „wees bedaard, laat ons
samen overleggen, en als gij hulp noodig hebt
„Hendrik?" viel zij hem in de rede. „Hendrik,
al» ik u op dit oogenblik niet bad, zou ik niet
weten wat ik beginnen moest. Papa, noeh tante,
noch mijne vrienden, niemand kan mij daarbij
vergezellen en steunen, dan gij. Ik vraag niet
of gij dat doen wilt, ik weet dat gij mij niet
verlaten zult. Maar ik wil bedaard en kalm zijn
eer ik een besluit neem. Vertel mjj dus nog
en een aantal anderen. Deze laatsten ver-
koopen aan hun leden, tegen een contributie
van f 2.10 per jaar, de meest verschillende
artikelen tegen verminderde prijzen.
Al deze vereenigingen berusten op hetzelfde
beginselgeen crediet geven. „In gewone
families maakt .men twee- of driemaal in de
week een lijstje op van wat men noodig heeft
voegt er de prijzen achter, daar ieder van
een prijscourant voorzien is, en betaalt met
een chequeof wel, men geeft een zeker bedrag
in voorschot, terwijl het bedrag der inkoopen
telkens van die som wordt afgetrokken."
Het behoeft geen betoog welk eene groote
verandering in de inrichting onzer huishoudens,
in de gewoonten niet slechts onzer vrouwen
en dienstboden, maar ook in het geldelijk be
heer van de hoofden der gezinnen zou moeten
komen, alvorens dit Engelsehe voorbeeld ten
onzent nagevolgd zou kunnen worden. Maar
hiermede en met hetgeen verder, bij eene ver
gelijking der Nederlandsche en Engelsche
toestanden, als eene afwijking ons in 'toog
valt, is dan ook bewezen dat de bloei
der Engelsche en de geringe vooruitgang der
Nederlandsche coöperatieve winkelvereenigingen
aan de wijze van uitvoering en niet aan het
beginsel te wijten is.
Er is echter meer. Ondernemingen als deze
hebben niet alleen te kampen met onverschil
ligheid, met tegenzin voor het nieuwe, met
onvoldoend inzicht in eigen belangmaar ook
met sommige eigenaardigheden, die in zekeren
zin ten voordeele van den Nederlandschen
landaard pleiten. Er bestaat ten onzent eene
zekere gemoedelijkheid, een geest van „leven
en laten leven," die terughoudt van het doen
van stappen waardoor men gevaar loopt ande
ren tegen zieh in 't harnas te jagen. Vooral
in kleine gemeenten, en welke Nederland
sche stad is niet klein, vergeleken met het
reusachtige Londen gaat men er niet
licht toe over iets te doen dat aan stadge-
nooten, aan buren, aan bloedverwanten of oude
kennissen schade kan berokkenen. Van daar een
tegenzin om de winkeliers in htm bestaan te be
dreigen, welke tegenzin, indien hij door de weder
partij beantwoord werd met een gelijke ge
zindheid om niet meer dan redelijke winst te
verlangen en zich op het leveren van goeda
waar toe te leggen, zelfs als een gunstig ver
schijnsel beschouwd zou mogen worden.
Toch komt het ons voor dat het vruchtbare
beginsel der associatie meer behartiging ver
veel meer, laat mij vragen en nog eens vragen,
heb gednld met mij, mijn vriend, dan zult gij
denk it we! tevreden over mg kunnen zijn.
Hendrik voelde dat een donkere blos zijn
gelaat overdektehet was alsof de kloof die
hem van Christa scheidde zich hoe langer hoe
meer sloot. Daar zaten zij tegenover eikander,
zij vroeg en hij verteldehij gaf geen raadzij
gaf slechts door enkele vluchtige woorden te
kennen wat zij dacht, en toch begrepen zij elkaar,
toch kwamen hunne opvattingen op hetzelfde neer.
„Goedzei zij eindelijk. „Morgen brengt gij
mij bij den ouden man, bij den vader mijner
moeder. Gij alleen, Hendrik moet mij ter zijde
staan, anders niemand."
„En uw tante vroeg Hendrik.
„Ik zeg haar niets, voor ik hem gezien heb.
Ik weet dat zij allerlei bedenkingen zou hebben,
en eerst willen vragen wat papa ervan denkt,
maar ik kan geen zwarigheden verdragen wanneer
ik meen de eenige goede opvatting eener zaak
gevondeH te hebben. Dat wij beiden, zonder er
over gesproken te hebben, van hetzelfde gevoelen
zijn, is mij een bewijs dat ik op den goeden weg
ben. De graaf belooft plechtig dat hij zwijgen
zal. en wat die belooft, houdt bij. Dus morgen
ochtend wacht ik u op het uur dat u het meest
geschikt voorkomt." Zij gat hem nog eens de
hand, waarop hij zijne lippen drnkte. Na begon
zij toch te beven en ging schielijk naar de deur,
dient dan tot dusverre het geval is. Wanneer
men de klachten hoort van zoovelen, die hij
de stijgende behoeften moeite hebben om met
hun inkomsten rond te komen en men ziet
de schoone uitkomsten, door de coöperatie
elders verkregen, dan moet wel de wensch
rijzen dat hetzelfde middel hier tot dezelfde
gevolgen mocht leiden. Te meer dewijl de
ondervinding, in Engeland opgedaan, leert
dat de vrees der winkeliers, voor bena
deeling hunner zaken, zeer overdreven wordt.
Er zullen altijd vele personen overblijven
die niet noodig hebben, niet in de gelegenheid
zijn, of geen lust voelen om van de coöpe
ratieve winkels gebruik te maken. De gewone
winkelier bezit op deze immer het voordeel van
dichter bij de hand, dikwijls beter gesorteerd
en steeds ter beschikking zijner clientele te
wezen. Vooral wanneer de handelwijze na
gevolgd wordt, die de Engelsche winkeliers,
door de concurrentie der coöperatieve vereeni
gingen gedwongen, reeds algemeen aangenomen
hebben, van namelijk tweeërlei prijslijst erop
na te houden eene voor den verkoop op cre
diet en eene, aanmerkelijk lager, voor de
contante betaling. Kon de coöperatie dat ten
onzent te weeg brengen, dan waren beide par
tijen geholpen. Maar het behoeft geen betoog,
dat om dit doel te bereiken, de leden der
coöperatieve vereeniging zich moeten aaneen
sluiten, niet slechts met de bedoeling van
oogenblikkelijk voordeel, maar vooral met het
oog op de toekomst en met het voornemen om
te volharden. Wordt door de coöperatie
een vermindering der winkelprijzen te weeg
gebracht, dan is voor het oogenblik het doel
bereikt, maar het verkregene is alleen te be
vestigen door de vereeniging in stand te houden;
Daartoe is noodig niet alleen een juist besef
van hetgeen het eigen belang eischt, maar de
gezindheid om voor het algemeen belang iets
over te hebben en op te offeren. Ook in dit
opzicht, om daartoe op te wekken en daarin
te oefenen, mag het beginsel der coöperatie als
een heilzaam beginsel beschouwd worden.
Het verslag der centrale afdeeling van de
Belgische kamers, welke belast was met het
onderzoek der wetsvoordracht tot goedkeuring
der BelgischNederlandsche conventie tot verbe
tering van het kanaal Ter NeuzenGent en tot
aankoop der lijnen MoerdijkAntwerpen en
Breda—Roosendaal, is gedrukt. De centrale af
deeling vereenigt zich met de voordracht, maar
waar zij zich echter nog eens omkeerde en vroeg
„Hendrik, wilt gij hem op mijn komst voor
bereiden
Hij dacht even na en zei„Neen, het is beter
dat wij hem verrassenwant hij zon u óf niet
willen zien uit een gevoel van schaamte en
berouw, dat de herinnering aan het verleden
steeds bij hem opwekt, öt hij zou zich op zijn
meest romantische manier uitdoschen en dan
kreegt gij slechts het masker te zien, dat hij in
het dagelijksche leven aanneemt. Wij moeten
hem verraBsen en dan zacht voorbereiden op
hetgeen wij hem te openbaren hebben. Uw
Banblik zal daartoe reeds voldoende zijn, Chri9ta,
want hij heelt in n een gelijkenis ontdekt, die hem
hevig deed ontroeren. Die oude man heett een
zeldzaam vorschenden blik en tusschen beide is
het inderdaad alsof zijn oor een stem uit het
verledene kan hooren."
„Ik laat alles aan u overl besloot Christa en
verliet het vertrek.
VIII.
Hendrik haalde raimer adem toen hij zich
alleen bevond. Hij voelde een gewaarwording
van geluk, waarvan hij de oorzaak niet wilde
opsporen, maar waaraan hij zich onbedingd
overgaf. Op den donkeren terngweg was het hem
als ademde hjj een andere lucht is, alsof hij