I t li r: ili öcricfjtt*. Laatste berichten, BÏÏÏTENLANÏ). \i uil ifli (I il: Landbouw. Weerkundige waarnemingen. Algemeen Overzicht. (capsules l!f' it 'I SchouwenDuiv.sland, 9 Januari 1880. Op verzoek vau het bestuur onzer landbouw- afdeeling behandelde de heer A. F. Marlet heden in Het huis van Nassau te Zierikzee de vraag knnnen beschermende rechten een middel zijn om den landbouw uit zijn kwijnenden toestand in een beteren te brengen? Zooals te verwachten was beantwoordde hij haar dadelijk ontkennend, omdat bescherming niets anders is dan een ziekelijk middel voor een ziekelijken toestand. Die beantwoording staafde hij door een blik op den kwijnenden landbouwioestand in 't algemeen en op dien van ons land in het bijzonder. Er is in die kwijning iets tijdelijksveel van Voorbijgaanden aard; niets dat de ook bij ons gehoorde roep om bescherming rechtvaardigt. Achter ons liggen drie jaren met misgewassen, twee met lage prijzen, éen, het jaar 1879, zooals er maar twee in een eeuw voorkomen. Die jaren waren gunstig voor Amerika en dit land, geholpen door lage spoor- en scheepsvrach- ten, overstroomde onze markten met granen, geteeld op de maagdelijke gronden van het verre Westen. Dit belette niet alleen stijging der graanprijzen, maar bevorderde daling, en menig een, door schrik bevangen, riepbescherm ons, of wij vergaan Het laat zich echter aanzien dat ook in Amerika de vroegere welvaart terugkeeren zal en daarmee spoor- en scheepsvrachten zullen verhoogen. Het moge waar zijn dat er ginds nog millioenen ban dera onbebouwd liggen, en daaronder zelfs éen staat honderd twintigmaal grooter dan Frankrijk, het is even waar dat de boeren op die onmetelijke oppervlakte, door gebrek aan kapitaal en arbeid, roofbouw op groote schaal plegen dat de weinige bevolkingen de moeilijkheid van het vervoer, zooal niet de bebouwing onmogelijk, dan toch den uitvoer niet loouend maken. Dit bewijzen de oostelijke staten, waar de toestand meer met den onzen overeenkomt. Maar waren, ondanks den Amerikaanschen overvloed, de prijzen van goed graan te laag? Niemand zal het beweren. Alleen de opbrengst was te klein. De sterke achteruitgang van de veeprijzen was geen gevolg van den invoer uit Amerika, maar van de sluiting van Engeland en onze oostelijke grenzen; van den overgrooten verkoop door voedernood en daaraan gepaard geldgebrek. Die achteruitgaande beweging houdt reeds gernimen tijd op en met het voorjaar zjjn hooge vleesch- prijzen te wachten. De welvarende middel- en de bloeiende arbei derstand van vroeger, de mindere stand in het algemeen, besparen uitgaven, niet alleen op klee- ren en dingen van weelde, maar ook op hmdbouw- voortbrengselen, als boter, kaas en andere misbare artikelen, waarvan de prijzen in het verladen, door toeneming van het verteriugsvermogen hier in den zin van inkomen buitengewoon waren opgedreven. De hooge pachtprijzen, een gevolg van een dolle jacht en een voorthollen zonder verstandmoeten echter onverminderd worden voldaan. Alles te zamen heeft een crisis geschapen als zelden aanschouwd is. Elke crisis is echter van voorbijgaanden aard; ook de tegenwoordige heeft geen toekomst. Bescherming is een tweelingzuster van de be kende handelsbalans, die de verrijking van het land ten doel had. Hoe meer een land uitvoert, redeneerde men, hoé meer geld erin komt, en hoe beperkter men den invoer maakt, hoe meer geld erin blijft. Geld was daarbij, maar ten onrechte, de eerste voorwaarde voor welvaart. Passen nu alle landen dit stelsel toe, waar zal het dan vrucht atwerpen Ook bij ons zijn eens de zoogenaamde schaal- bnden man aan het dingen over een menigte ouden rommel, razende, tierende en scheldende naarmate bij door een grap de mensahen weer op zijn hand wist te krijgen; zij lieten zich bepraten om hem van alles te verkoopen en waren ten slotte nog blij dat zij een prettig uurtje gesleten hadden, tot afwisseling van het eentonige, alledaagsche leven oener kleine stad. Zij onthaalden hem selfs op wijn, waardoor de koop wel veraangenaamd doch niet bespoedigd werd. Hendrik spoorde hem aan om te gaan, maar Jobst paaide hem steeds en toen hij eindelijk voor den dag kwam met het plan om alleen op te breken, herinnerde de grijsaard hem plechtig aan de gemaakte afspraak, „Een man, een man, een woord, een woordIk laat uniet los!" zei hij. Er was niets aan te doen hij wist zich zoo te verschansen achter laffe scherts en overgrooten ernst, w jjsheid en dwaasheid, dat men met kalm redeneeren geen vat op hem had en als men eens om hem begon te lachen was men verloren. Den armen Hendrik bleef dus ook niets anders over dan kalm afwachten en daar dat loven en bieden hem verveelde, ging hij naar het logement de Beer terug. Onderweg kwam Kaatje hem al te gemoet loopen. „Waar zit gij toch, mijnheer Hendrik, de dames laten al sedert een unr naar u zoeken. Gauw, ganw, het zijn zulke lieve dameB en het staat u niet mooi haar zoo te laten wachten." Hendrik zei ontwijkend: „Mijnheer Jobst zal zoo komen en dan gann wij heen." rechten geheven Bleek het daarbij dat de land- bouwer, om staande te blijven, een prijs van 12 per mud voor zijne tarwe noodig had, de staat zorgde daarvoor en verhoogde de inkomende rechten zoo dat het buitenland de tarwe bij ons vooral niet lager dan 12 kon verkoopen. Dit stelsel heeft echter tot grievende teieuistelling aanleiding gegeven en is, door niemand betreurd, bezweken. Wie de verhooging betaalt, en waar de inko mende rechten blijven, is duidelijk. Duitse!)land kan het ons nu anders leeren. Ze verzwaren daar voor velen den strijd om het bestaan. Hoe zou het met ons gesteld zijn als Pruisen geen aardappels, Amerika geen granen kon iuvoeren? Gingen wij tot het heffen van beschermende rechten over, de landen, waarheen wij nu jaarlijks voor millioenen aan boter, kaas, zaden, aardappels (in gewijzigden vorm), vlas, vee enz. zenden, zouden immers daarop inkomende rechten leggen, en de prijzen minstens zooveel drukken als die rechten bedroegen. We teren op invoer. Granen telen we lang niet genoeg voor eigen behoefte, 't Zou dus eene groote dwaasheid zijn en tegelijk een groote schade, den invoer laarvan door belasting te be lemmeren, die we zelf zouden moeten betalen. De nood dwingt, maar niet tot bescherming, cn landbouwbescherming zon enkel tengevolge heb ben het behoud der hooge prachtprijzen en das alleen ten voordeele der grondeigenaars strekken. We mogen het, en terecht, betreuren dat de koop- en daarmee de pachtprijzen dalen, maar de omstandigheden dringen daartoe. Is het niet evenzoo met handel en nijverheid, met scheep vaart en fabrieken? Hoevelen hebben daarbij kapitaal en rente verloren en niets overgehouden dan hnn waardeloos bewijs van aandeel, terwijl de grondeigenaar hooge pachten genoten en zijn kapitaal, den grond, behouden beeft, al is de waarde ervan gedaald. Alleen de jonge grondeigenaars kunnen door den teruggang schade lijden, niet de oude, die hun eigendom sinds jaren bezitten en door ver hoogde pachten reeds lang den oorspronkelijken koopprijs terugontvangen hebben. Bescherming is ziekelijkhaar voorstaan grof eigenbelang; haar te bekampen onze plieht. Wat te doen om dien kwijnenden toestand te verbeteren Sommigen willen daartoe hulp van den staat van de provincie, Van de geheele openbare macht. Toch moet niet de staat ons, maar wij ons zeiven helpen. De staat kan belemmeringen, belastingen op heffen of verminderen, de verkeermiddeien verbe teren, de spoorwegtarieven voor het vervoer van landbouwgocderen verminderen, de belangen van den landbouw bij vee-uitvoer en internationale tentoonstellingen beharligen. Ons streven zij gericht op hot verkrijgen dezer dingen. Maar staan we niet in de achterhoede; gaan we meê met den geest des tijds; trachten we door kraehtbouw naar de hoogste opbrengstzijn we de eersten bij veeveredeling en zuivelbereiding? Ziet rond u. Er is in de laatste jaren veel gedaan, maar er blijft nog veel te doen overig. We zoeken nog altijd de beste markt voor onze producten in onze omgeving en toch zijn ze voor de geheele wereld bestemd. Zoo doet niet Amerika, werwaarts zich vaak aller blik wendt als er sprake is van groote dingen. Het zendt de vruchten van zijn grond naar alle werelddeelen. De Ame rikanen koopen bij ons tegen tabelachtige prijzen het puikste iokvee, teneinde hun veestapel te verbeieren en met audere volken eervol te kunnen mtêdingen, zoo niet ze te overtreffen. Doen wij desgelijks? Het landbouwcrediet laat veel te wsnschen over, getuige het ongelukkige bietenvoorsehot, dat velen met graagte aangrijpen. Handel en nijverheid kunnen kapitaal nöoh crediet missen de landbouw evenmin, en toch is het voor den landbouwer moeilijk te verkrijgen. „Jobst? Dio komt in de eerste drie uur nog niet, dat weet ik wel en al komt hij, dan houd ik hem met een paar gebarsten pannes en een gebroken tang een halven dag op. Kom nu Zonder uw hulp krijgen wij die koffers niet weer in eikaar. Breng maar dadelijk uw gereedschap mede." Hendrik kon zich niet langer verzet ten, te meer daar hij de ware reden zijner weigering toch niet kon Heggen en haar zelf te nauwernood begreep. Het was geen schaamte over zijn ondergeschikten rang in vergelijking met de vooruitzichten, waar toe hij in zijn jeugd gerechtigd was geweestook geen weemoed door de herinnering aan gelukkiger tijden opgewekt, het was angst voor de hartelijk heid van het meisje, waardoor de dweperij van zijn jongens hart weer werd opgewekt en hij voelde dat bij tegenover haar geen ongedwongen of gepasten toon kon aanslaan. Toen hijals knaap van twaalt jaren, van zijn achtjarig speel nootje, dat bijna een zusje voor hem was, af scheid nam, omdat haar vader van garnizoen moest verwisselen, was het onder de bitterste tranen zijn troost geweest dat het leven hen toch weer eenmaal samen zon brengen, en in zijn jongens- phantasie werkte hij een kleinen roman uit, waarvau de gelukkige beelden gedurende vele moeielijke jaren zijne droomen veraangenaamd hadden. Wordt vervolgd. De lendenen omgord en brandende de lampen. Zoo niet, de koop- en pachtprijzen zullen even sterk achteruitgaan als vroeger vooruit. In dezen geest, maar met eenigszins andere woorden, eindigde de heer Marlet zijne voordracht, die door een talrijk publiek werd bijgewoond. Naar mijne meening is de vraag wat te laten om den kwijnenden toestand te verbeteren, alsnu eene nauwlettende overweging waard. Zuidztmde, 13 Januari. Een feestelijk aan zien had onze dorpstraat dazen morgen. Pietcr de Bi.ijsschor en Dina Ghijsels, zeer geachte ar- beiderslieden, vierden hnn gouden bruiloft. De oudjes werden heden middag te half twee met hunne familie in rijtuigen door eene commissie afgeü..ald en aan het bigin van het dorp door de Fanfaren dezer gemeente begroet. De predikant De Vries en andeie belangstellenden hiel Jen toe spraken tot hen en na eenige bezoeken te hebbeD afgelegd, werd aan de oude lui met tamilie een glas wijn aangeboden, tertfijl bij bnnne thuiskomst Was gezorgd, voor. eenfeesteljjk onthaal. Het feest was te 4 uren afgeloopen en ieder keerde huis waarts met de zelfvoldoening aan een paar oude, waardige menseden een genoegehjken dag te hebben bezorgd. Te hunuen behoeve toch was eene collecte .gehouden die een aardig sommetje opbracht. Na het opmaken der balansen ia den ere- diteuren der firma D. Mulder en Zn. te Winscho ten bericht, dat hun-25 pet. zal uitbetaald worden. Nog een bnitenkansje voor velen, die op zoo goed als niets gerekend hadden. Een waardeering in 't buitenland van het werk van een onzer officieren verdient vermelding. Het boek Over Kogelbanen van den kapt. der inf. v. Dam v. Isselt wordt in 't Duitsch vertaald door den Prnis'schen generaal-majoor Neumann. Aan de nieuwe rijtuigen op den Kotterdam- scben tramweg zullen veiliglieidstoeatellen worden aangebracht, teneinde ongelukken te voorkomen en om op de rails liggende voorwerpen te kunnen verwijderen. Men zal een onderzoek in stellen om ook aan de oude rijtuigen die toestellen aan te brengen. De stoomsleepdienst de Keultchc Kaart welke voor twee jaar te Utrecht is opgericht, gaat steeds vooruit en levert goede uitkomsten op. Vooral de geregelde sleepdienst van Amsterdam over Utrecht naar Duitschland voorziet in eene behoefte voor handel en scheepvaart, die zich sedert lang deed gevoeleu. Bijna ongeloofelijk zal hot velen voorkomen dat het jaar 1879 nog minder regenachtig is geweest dan zijne voorgangers. Toch is het zoo Blijkens de waarnemingen aan den vuurtoren op behouwen, kwamen in het afgeloopen jaar 165 regendagen voor, tegen 169 in 1878. Volgens die te Scheveningen, voor het Kon. Ned. Metcoro- logtsch Instituut, bedroeg de gevallen regen in 904 8 '8lei878 665,9 mi"' teg°B 931-5 1877 tn Wij moeten er echter bijvoegen dat het vooral de laatste maanden des jaars zijn geweest, die dit verschil hebben veroorzaakt. Op de buiten gewone regeoachtigheid van den afgeloopen zomer zal vermoedelijk zelfs de statistiek niets kunnen afdingen. H. K.H. prinses Hendrik bracht gisteren, op den jaardag van het overlijden van prins Hendrik een bezoek aan den grafkelder te Delft. Prachtige kransen zijn door de vorstin op de lijkkist van haar gemaal nedergelegd. Profes or Nordenskiöld wordt met de Vega tegen het tinde van Januari te Napels verwacht vanwaar de aanvoerder dei expeditie de rei» naar Zweden over land zal maken. Alle te Na pels bestaande vereenigingen, hetzij ze politieke, wetenschappelijke of handels-doeleinden nastreven hebben zich vereenigd om aan Nordenskiöld eene schitterende ontvangst te bereiden. Ook verneemt men, dat de koning van Zweden een zijner zoons naar Napels zal zenden om den reiziger welkom in Europa te beo:en. In katholieke kringen in Engeland wordt tegenwoordig sterk gewerkt om weer pelgrims tochten te richten naar de kapel der wonderdoen de heilige Wraetreda te Holywell in Wales. Dit onde Engelsche heiligdom was ook bij Engelsche katholieken in het achterspit geraakt, door de nieuwere mode van Lourdes, La Salette, Paray 'e Uonial en hoe die mirakelplaatsen veider mogen heeten. De Tablet, een katholiek blad, moedigt de geloovigen aan liever naar Holywell to gaan, waar even goed wonderen worden ge daan. Niemand zal het aan dit blad kwalijk nemen, dat het de inlsndsche industrie besoliermt tegen vreemde concurrentie. Pestïi. Gisteren avond heeft voor het gebouw van het nationaal Casino een volksoploop plaats gehad, waarbij de vensters verbrijzeld, ver scheiden personen gewónd en dertig gearresteerd werden. Amstcrdaiii. Bij de verkiezing van een lid der tweede kamer brachten van de 4602 kiozerö, 1618 hünne stem uit. Gekozen werd mr. J. P. R. Tak van Poortvliet met 952 stemmen. Voorts werden uitgebracht op de heeren: .Hendrichs (kath.) 420, Van Marle (antirev.) 125, Domela Nieuwenhuis (sociaal-democraat) 5 stemmen. Lelden. Bij de verkiezing van een lid der tweede kamer brachten van de 2742 kiezers, 1661 hun stem uit. 'Gekozen werd de heer J. H. Donner met 1021 stemmen. Voorts werden uit gebracht op de heeren: Rooseboom (lib.) 462, Van den Berch (cons.) 142 stemmen. 14 Januari des morgens te 8 uren. NAMEN DEK PLAATSEN. Ba- rom. lafwijk.l N. Shields Sylt Hartlepool Swinemundel Hamburg J Delfzijl Groningen. Helder. Yarmouth- Vlissingen. Maastricht Vaientia. Portsmouth Grisuez Parijs St Mathieu.| Biarritz 14.0 H- l-l 7.6i 2.7 1 9i 4.6! 5.4 Wind richt, krachti N NW N W WZW w zw -f- 6.8; NW NNW 7.71 NW i-t- 6.61 ZZO 16.5 1+ 7-7 5.9 i-j- 9.3 7.2 ZW stil NNO N Z N T stand der lac t regen regen mist. betr. betr. [z. bew.| betr. [z. bew.| betr. betr. betr. Ihelder betr. betr. sneeuw betr. 1. bew.l zee kalm kalm kalm deining kalm deining Grootste verschil in Nederland: 's oehtenus 8 urenV. 2.7 G. des namiddags Barometer te M'ddelburg, Graanbeurs:(Corr.) 770 Thermometer, 13 Jan.'sr.v. 11 u. 29 gr. 14 Jan. 's morg. 8 u. 52 gr. 's midd. 1 u. 35 gr. 's av. 5 u. 35 gr. TOELICHTING. Het grootste verschil in barometerstand tusschen de plaatsen in Nederland gelegen, hoezeer ook uit de tabel zelve gemakkelijk af te leiden, wordt, onder de bovensta inde tabel, nog eens alzonder- lijk opgegeven, wijl daarin, verbonden met den hoogen of lagen stand zeiven der barometers, de grond ligt der weervoorspellingen. De letters H., M. en V. duiden de plaatsen Helder, Maas tricht en Vlissingen aan. De noordoosthoek van ons land wordt aangewezen door G-, het gemid delde tusschen de scanden van Delfzijl en Gronijgen. De letter vóór het cijfer duidt de plaats aan waar de barometer het hoogste staat. Heden leest men: V. 2.7 G. dus de barometer stond vau ochtend om acht uren te Vlissingen 2.7 millimeter hooger dan de middenterm tusschen de standen van Groningen en Delfzijl. Het komt ook enkele malen voor, dat aan eene zijde van het cijfer twee letters geplaatst zijn in dat geval ia de barometerstand in die beide plaatsen gelijk. Indien in het noorden des lands de barometer aanmerkelijk hooger staat dan in het zuiden indien dus b. v. genoteerd staat H. of G. 4.5 M. of V., dan heeft men kans op oostelijken wind, welke in onze streken meestal droog weer mede brengt. Staat omgekeerd de barometer in het zuiden hooger, dan zal naar alle waarschijnlijkheid de herstelling van het evenwicht in de atmosfeer westelijken wind tengevolge hebben. Men rekene echter niet daarop dan wanneer het verschil minstens 4 mM. bedraagt, of wanneer het ver schil sedert den vorigen dag 4 mM. gunstiger geworden is. Dit laatste zullen wij met een voor beeld ophelderen. Den 9en van deze maand was des ochtends om acht uren het verschil in Neder land V. 1.6 G., dus eenigszins ODgunstig, hoezeer het op zichzelve niet tot eenige waarschijnlijke voortoelling aanleiding kon geven. In den na middag van denZeltiien dag was het verschil H. 2.4 M., op zichzeli ook weer te klein om eene voorspelling uit af te leiden. De barometerstand had zich echter in den loop van dien dag in ons land zoo gewijzigd, dat van een ochtendversohil van I.6 ongunstig, men gekomen was op een verschil in den namiddag van 2.4 gunstig. Het verschil was dns 4 mM. gunstiger geworden, een feit, dat aanleiding gaf om den oostelijkeh wind en het gnnstige weder te voorspellen, dat daarop is gevolgd. Er heerscht in de Transvaal steeds veel agitatie, die natuurlij li Piet verminderd is door de gevan genneming van de heeren Bok, Pretorius en Kriiger. Deze aanhoudingen bewijzen meer dan veel woorden het zouden kunnen doen, dat' de Eugolsche regeering vast besloten is om de Trans vaal te behouden en ieder verzet van de Boeren met geweld te keeren. In het parlement is daar over geen discussie te duchten. Een der hoofden van de oppositie, de welbekende heer Forster, heeft in een brief aan de dag bladen de handelingen van sir Baf tie Frere en van sir Garnet Wolseley" volkomen goedgekeurd. Hij noemt het eene dwaling om als men van de Transvaal spreekt te deokeri aan de handvol Boeren van Hollandsc'hen stam die er wq negers die de blanken siechfl vormen. De deer ing van dt onderdanen der de Britscbe at en hen besche passing hunne) schen, welke, overeenstemme van recht en Aldus de hej menschelijkheid lenden zin. dat het kolonij met groote bewoners des eigen ges nisatie is een voordeel moge steeds is veibrl dering der broa heid. Dien st J Transvalers, of] Engelschen en j bet allerminst van recht van kolonicuti! echter zij verdj der Transvaal het recht van De kamers z| De heer Gamb noemd als presi Het ministerie; week gewacht allerlei gissing maar eigenlijk „Het programu ringsdaden belo vooigoed zal ztj „Volstrekt niq gramina zal inhouden, en d| niet." Wie van het ka L i programma zoo weinig voo Generaal F ai is mot zijn zui| gestoken, dat tevreden zal zij,] lingen aan zijn| of weer in korpsen. Zes plaatsen in. van oorlog, z Parijs worden. Farre aldus de zijne bureelen bedenking onl iets zeer bed bekwame ambtl meening. Bij in Frankrijk oog, dat de misten zich door de meerl vorm. Daarenbl dikwerf het we leeds heeft de kleine rt Maarschalk M; met het leger slechts een j dat nogmaals ambtenaren in volgens Daily verdeeld met dat hem eene I hij de hand va§ kan dus eene om aan het hou naren te hebbe officieren huunt'j zullen volgen, j die in 1877 a bereidselen te Bteeds tot de uitl de slotsom te tusschen twee I tnoest kiezen. (Prijs der Chronische zit N amicus napport af Chronische Broncl füdikaal yenezen Parijs, Pha Te Middelo He onafdoenl die welke indJ Wordt wautrouj de weldadige roode kruis hel] ondervonden, hlgen be'ang a| 6r zich vau

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2