Laatste berichten,
Benoemingen en besluiten.
Marine en leger.
Ku nstn i euws.
itjn ook latere antecedenten, bij herbenoeming
▼an burgemeesters. Daar het nu echter, bij geheel
veranderde samenstelling der kamer, een nieuwe
benoeming gold, meende vooral de heer Cremers,
dat een nadere opzettelijke beslissing van dit
vraagpunt noodig is.
Daartoe werd dan ook besloten en de zaak
commissoriaal gemaakt in handen van de beeren
Cremers, Van Eysinga en Van Akerlaken.
Rotterdam, 11 Jaunari. In eene corres
pondentie nit den Haag in de Zatfenache courant
wordt gezegd, dat aldaar over het geheel de
armoede niet zoo groot is als b. v. in koopsteden
als Botterdam en Amsterdam. Allicht zou men
daaruit opmaken, dat hier al heel veel armoede
geleden wordt. Dit nu is gelukkig het geval niet.
Vergeleken bij hetgeen omtrent den toestand te
Amsterdam ia openbaar geworden, mag de toe
stand in onze itad nog betrekkelijk gunstig
genoemd worden. Zelfs in de barre December
maand was er geen bnitengewone inspanning
noodig om in de behoeften der armen te voorzien,
omdat er in verhouding tot de bevolking slechts
weinig gezinnen van verdiensten verstoken waren.
Wij hadden dat voornamelijk hieraan te danken,
dat de vaart slechts gedeeltelijk gestremd was
de vaart naar zee heeft van het ijs volstrekt geen
hinder gehad, en alzoo behield de handelsbeweging
veel van hare levendigheid.
Wij hebben het voorrecht hier eene vereeniging
tot verbetering van armenzorg te bezitten, die
zeer veel nut sticht. Onder de bekwame leiding
van haren president, den heer G. Hintzen (een mari,
die van armenzorg zeer veel studie heeft gemaakt),
is deze vereeniging met gunstig gevolg werkzaam
om door werkverschaffing armoede te voorkomen
en voorts ondersteuning nit te reiken daar, waar
zij goed besteed is. Geholpen door betrekkelijk
weinig buitengewone bijdragen, was zij dezen
winter in staat om, waar de kerkelijke liefdadig
heid en het burgerlijk armbestuur te kort schoten,
hulp aan te brengen. Door bare organisatie is zij
in de gelegenheid om de gezinnen, waar zooge
naamde stille armoede heerscht, op te sporen en
zich omtrent den toestand dier gezinnen te verge
wissen; en de omstandigheid, dat zij het niet
noodig heeft geacht alarm te slaan, is bewijs
genoeg, dat onder de behoeftige klasse onzer
bevolking het lijden zoo heel groot niet is geweest.
Thans zijn eenigo heeren op het denkbeeld
gekomen om ten behoeve der armen eene fancy
fair te houden. De genoemde vereeniging is in
eene circnlaire aan hare werkende leden tegen
dat plan in verzet gekomen, omdat zij dit niet
de goede manier van liefdadigheid uitoefenen acht
en ook omdat zij dergelijke buitengewone middelen
niet noodig oordeelt. Liefdadigheidsfeesten trou
wens zijn meer eene gelegenheid voor de vermo
genden om zich een avond te amuseeren, dan een
middel om op de beste wijze armoede te lenigen,
en zij passen meer in eene wereldstad als Parijs,
dan bij de eenvoudige zeden en den practischen
geest eener bevolking van kooplieden.
Het Haagscbe Dagblad meldt dat de reden,
Waarom Z. M. de koning en de koningin niet naar
Arolsen gereisd zijn, hierin gelegen is dat de
koning, den 29en December te 'sGravenhage
komende, zich reeds had doen voorlichten omtrent
den stand der rivieren en de kansen op gevaar
voor de dijken. De mogelijkheid eener nationale
ramp toen voorziende, besloot Z. M. zich niet te
verwijderen en alles te verordenen om bij het
plaats hebben van dijkbreuken onmiddellijk zelf
hulp te kunnen verleenen. Daaraan is het te danken
geweest dat, zoodra de eerste berichten omtrent
de overstroomingen ontvangen werden, 's konings
persoonlijke gaven en onderstand dadelijk konden
worden uitgereikt.
Waarschijnlijk omdat, blijkenB het verslag be
trekkelijk den dienst der posterijen en telegrafen
vrij komiek stond. Onder den doek, dien zij over
het hoofd geslagen had, keek echter zulkeen liet
vriendelijk gezichtje nit, dat zij zelfs in deze
vreemdsoortige kleedij een lieve verschijning was.
De waard, die eindelijk ook voor den dag gekomen
was, vroeg gedienstig wat hij voor de dames doen
boD, en de jonge dame verzocht hem om een
wagen, waarmede de koffers konden gehaald
worden. Voor het waarschijnlijk zeer beschadigde
rijtuig moest de postillon maar zorgen. De waard
zon aan haar verlangen voldoen en het jonge
meisje wilde zich weer naar de plaats des ODheils
begeven, terwijl haar tante een weinig uitrustte,
teneinde zich persoonlijk te overtuigen van den
omvang der ramp en toezicht te houden bij het
opladen der koffers. Zij ontstelde echter van de
luidruchtige menigte die haar voor het hnis
ontving, en in dien tijd zeer aangegroeid was. Zij
ging weder eenige schreden achteruit en zocht
naar iemand die haar kon vergezellen. Daar
etond onze vriend Hendrik Wendeling en hij
wachtte niet tot dat zij hem riep, maar bood haar
terstond zijne diensten aan. De dame, die hem
Voor den zoon des huizes aanzag, nam deze
vriendelijk nan en zoo gingen zij samen de straat
op, waar Hendrik met eenige krachtige verma
ningen de onbescheiden menigte op een afstand
wist te houden. Onze jonge vriend begreep zelf
bijna niet, hoe hij den moed gehad bad om een
vreemde, blijkbaar voorname dame zoo maar in
in 1878, de som van f 1858.75 aan het rijk ver
viel wegens oningewisselde kasaanwijzingen,
worden de telegrammen met vooruitbetaalde
antwoorden thans gesloten in omslagen, voorzien
van de aanwijzing Antwoord betaald. Die maat
regel verdient toejuiching, vooral met het oog
op geadresseerden, die de verkorting KP (réponse
payée) niet begrijpen.
De St. Ct. bevat de wetten tot wijziging der
begrooting van Nederlandsch Indie vjor het
dienstjaar 1878 (hoofdstuk I. Uitgaven in Neder
land;) tot bekrachtiging van credieten, door den
gouv.-gen. van N. I. geopend boven de begrooting
van N. I. voor het dienstjaar 1878,
en tot verhooging van het tiende hoofdstuk der
staatsbegrooting voor het dienstjaar 1878.
De audiëntie van den minister van marine zal
op Vrijdag 16 dezer, niet plaata hebben.
In de maand Mei of Juni 1880 zal een verge
lijkend onderzoek plaats hebben van aspiranten
voor de betrekking van surnumerair bij het vak
der posterijen, waartoe twaalf plaatsen ter ver
vulling worden opengesteld.
De aspiranten behooren zich vóór April a. s.
bij een op zegel geschreven request, tot den
minister te wenden.
De stukken die bij dit request behooren te
worden overgelegd en de vereiscbte kundigheden
zijn vermeld in de St. ct. van heden.
Bij beschikking van den minister van water
staat enz. is bepaald dat de navolgende ambte
naren bij de administratie der posterijen hunne
iunctiën zullen uitoefenen als volgt
de commies 2de kl. J. A. H. A. Jansen ten
postkantore te Arnhem
de commiesen 3de kl. P. M. Caland te Gro
ningen en C. E. van de Kamer ten spoorweg-
postkantore no. 1;
de commiesen 4de kl. T. J. Meijer ten postkantore
te Meppel, H. W. Tydeman te Eozendaal, M
Zandee te Arnhem en E. T. J. P. Neomagns
te Botterdam;
de surnumerair D. van Hoytema te Leiden.
Rivier - en IJsbericliten,
Het Utr. TM, bevat het volgende officieele
bericht
De toestand van de spoorwegbaan tusschen
Hedel en Boxtel blijft geruststellend.
Zoodra de waterhoogte en de stroomsnelheid
dit toelieten, is bij de bruggen gepeild, om na
te gaan of ontgrondingen hadden plaats gehad.
Dit is het geval geweest bij de draaibrug over
de Dieze en bij eene doorlaatbrug tusschen de
Maas en 's Bosch.
Met duikers worden de fundeeringen nader
onderzocht.
Zoolang dit onderzoek niet is afgeloopen, kan
hot spoorwegverkeer niet geopend worden.
Door stortingen van bazaltsteen en zandzakken
is voortzetting der uitsehuivingen tegengegaan.
Het water blijft te 's Hertogenbosch vallende,
de stand bedroeg gisteren ochtend 5.24 M. boven
A. P., val in twee dagen 68 cM. De stad is
bevrijd van water. De Baardwijksche overlaat
werkte nog met 42 cM.
De bewoners der huizen aan den Vlengeldijk,
bij Brakel, zijn uit vrees voor het water gevlucht.
Een SOtal hunner worden verpleegd in de herberg
Be Zwaanaan den Leendertdijk, terwijl de
overigen te Pouderoijen zijn opgenomen.
Oijen, 11 Jan. De waterstaat is druk bezig
met peilingen te nemen, teneinde zoo spoedig
mogelijk eene ringkade te leggen opdat bij even-
tueelen was op de rivier geen nieuwe overstroo
ming plaats bebbe. Op de plaats, waar de eerste
doorbraak plaats had, peilde men 30 M., op andere
20. Aan den Maasdijk zal ook een geheel andere
richting moeten worden gegeven. Daar het hier
eens onder Zijne bescherming te nemen. Hij was
schuchter van aard en dat werd er niet beter op
door het besef van uit de beschaafde omgeving,
waarin hij zijne kinderjaren doorbracht, tot den
werkenden stand afgedaald te zijn; want dat gaf
hem iets ongewoons en onzekers. Maar in de
stem en den tongval van het jonge meisje lag
iets dat hem aantrok en als een groet nit zijn
vaderstad in de ooren klonk, ja bijna als iets
bekends en toch waagde hij het niet haar aan te
zien of een woord tot haar te spreken. Zij liep
een paar schreden vooruit en lette bijna niet op
hem, en weldra waren zij aan de plek, waar het
rijtuig nog op zijde lag, terwijl de postillon
vloekend en razend een eind verder met zijne
paarden stond. Hij gaf den slechten weg de
schuld, waarin hij 'niet geheel ongelijk had en
bromde op den luien smid, om wieu hij gezonden
had en die hem nu al een half unr in de modder
liet zitten. Hij had zelf echter nog geen hand
uitgestoken en de kofiers, zakjes, doozen en
pakjes lagen nog half uit elkaar, bijna allemaal
opengesprongen in de natte, vuile sloot. Nu
schrikte het jonge meisje toch van die verwoes
ting; maar zij jammerde niet en zei alleen:
„Lieve hemel, wat ziet dat er uit, en in welk
een toestand zullen wij bij onze vrienden aknko-
men! Maar klagen helpt niet, wij moeten zien
wat wy nog uit de schipbreuk kunnen redden."
Wordt vervolgd.
een hoogst gevaarlijk punt betreft, zal het, wil
men niet telkens nieuwe dijkbreuken te vreezen
hebben, zaak zijn, dat het werk zoo stevig
mogelijk worde gemaakt.
Uit Heerewaarden wordt gemeld Er zijn hier
11, zoo groote als kleine doorbraken, ontstaan.
Die aan de bovenoverlaat, die het eerst ontstond,
en waardoor de bovenpolder in eens vol ijs
stortte, is het grootste en circa 100 M. lang;
andere hebben eene lengte van 10, 20 tot 50 M.,
waarbij enkele ook eene aanmerkelijke diepte.
Een groot aantal boomen liggen omgeslagen of
zijn weggespoeld. Van twee huizen op de steen
fabrieken is een gedeelte met den zijgevel door
't water vernield. Het eene staat door twee gaten
geheel geïsoleerd. Zelfs zijn twee steenovens
ingeloopen, waarvan de eene bijna afgestookt was,
en de andere nog moest gestookt worden.
Hoewel de bevolking, vooral op éen fabriek, in
hachelijken toestand verkeerde, zijn er gelukkig
geen menschenlevens te betreuren.
Het gansche dorp Dungen is ondergeloopen
tengevolge van den hoogen stand van het Maas
water en de groote watermassa die de Dommel
van St. Michielsgestel toevoerde, zoomede wegens
den slechten toestand van den duiker onder de
Z. Willemsvaart, die mede een massa water van
de Aa doorlaat. NR. Cl).
burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van
Erp,jhr. V. F. A.H. deKeyper; van BhijnsbnrgJ
C. Meyboom, secretaris dier gemeente; van Vlier
den G. M. Frencken, secretaris dier gemeente;
van Heemskerk H. Zaalberg, secretaris dier ge
meente; van Montfoort C. W. E. van Voorst van
Beest; van Snelrewaard P. H. Knook, secretaris
dior gemeente; van Hindeioopen, F. Binia van
Nauta; van Geffen Th. A. Wolters; en van
Eilemeet J. M. de Glopper.
Deze laatste benoeming werd gisteren reeds onder
laatste berichten medegedeeld
schoolopzieners. Benoemd tot schoolopziener
in het 8e schooldistrict van Gelderland mr. A.
Pijnacker Hordijk.
pensioenen. Op pensioen gesteld de kolonel
P. H. J. A. de Booy, van den staf der artillerie,
directeur der artillerie stapel- en constructiema-
gazijneD, en het bedrag van dat pensioen bepaald
op 2100 'sjaars.
leger. Benoemd bij den staf der artillerie in
zijnen tegeuwoordigen rang, tot magazijnmeester
der artillerie van de 1ste kl. belast met het
rekenplichtig beheer bij de artillerie stapel- en
conatiuctiemagazynen, de kapitein W. H. B.
Wilkens, van het corps pontonniers.
Met tijdelijke uitbreiding der formatie van bet
leger in Nederlandsch Indie mot een lniteuant
generaal, is tot dien rang bevorderd degeneraal-
majoor van dat leger K. van der Heyden,
adjudant des konings in buiteugewonen dienst,
gouverneur van Atjeh en onderhoorigheden, tevens
militair bevelhebber aldaar, en zulks als eene
buitengewone belooning voor de uitstekende
diensten door hem in die betrekkingen bewezen
bij en met opzicht tot de krijgsverrichtingen
tegen de XXII en XXVI Moekim van 23 Juli
1878 tot September 1879. Zie laatste berichten
van gisteren).
ridderorden. Bevorderd tot ridder van de
derde klasse der Militaire Willemsorde de majoor
van den generaien staf van het leger in N. I. A*
B. W. Gey van Pittins, wegens uitstekende dien
sten door hem bewezen in Atjeh, bij en met
opzicht tot de krijgsverrichtingen in de XXII en
XXVI Moekim van 23 Juli 1878 tot September
1879.
De benoem ie 2e luitenants bij het 3e reg.
infanterie, zijn ingedeeld als volgt: P. D. Bnijze,
bij het le bat. te Vlissingen, E. A. Umland, bij
het 2e, H. C. Moll, bij het 3e, H. A. de Chalmot
bij het 4e bat., allen te Bergen op Zoom. De
2e. luit. kwartierm. J. J. Verwijns is ingedeeld
bij den staf van het depót te Middelburg.
oord gouwe, 11 Januari. Eene hier sedert
Jn)i 1879 bestaande zangschool is thans in eon
zangvereeniging Euphonia herschapen, die zich
ten doel stelt door beoefening van het meerstemmig
gezaDg het godsdienstig lied en volkslied te ver
edelen. Zij heeft zich daartoe bij de Nederlandsche
Koor vereeniging aangesloten en telt aanvankelijk
15 vrouwelijke en 25 mannelijke leden.
De nalatenschap van mevrouw Van der Hoop
ten behoeve van het Museum van dien naam, te
Amsterdam, bestaat uit 22 schilderijen van de
volgende meestersJ. C. Schotel (2), B. C. Koek
koek (2), J. Kobell, A. van Strij, J. van Strij,
A. Waldorp, C. Kruseman, A. Schelfhout, N- de
Keijzer, A. Calame, C. G. Haanen, F de Bracke-
leer, A. Engelen, A. Oberman, J. A. Kruseman
Jr., A. van der Hulst, Mörner, L. Martinet, Court
en A. Brondgeest.
'sGravenhage. De minister van oorlog,
kolonel Eeuther, is benoemd tot generaal-majoor.
Naar wij vernemen, is door den heer Oscar
Carré aanvraag gedaan om plaats voor zijne tent
gedurende de aanstaande kermis alhier.
De oudste Nederlandsche notaris, de heer
Meijer, te Bladel bij Eindhoven, viert den 18en
dezer feest. Hij is dan, op 88jarigen leeftijd,
6t> jaren notaris, waarvan hij do eerste 30 jaren
bovendien burgemeester zijner gemeente is geweest.
Het plan bestaat om dezen zomer te 's Gra-
venhage eene tentoonstelling te honden: 1» van
voorwerpen betrekking hebbende op ons regeerend
stamhuis2" van voorwerpen op het gebied van
heraldiek, genealogie en zegelkunde.
In Oldenburg is besloten tot het opnemen
van het terrein voor eene nieuwe spoorwegver
binding met Nederland, gaande van Cloppenburg
en later van Dilmenhorst, over Lastrup, Lóningen
enz., naar Apeldoorn.
Tusschen de Rott. Handelsvsreeniginy en de
Nederl. Amerih. Stoomvaartmaatschappij is eene
overeenkomst gesloten, tengevolge waarvan, zoo
dra de noodige inrichtingen op FijenoordKo
ningshaven gereed zijn, alle booten van de
genoemde maatschappij aldaar gelost worden
terwijl ook hare administratie zal worden overge
bracht naar het Noorder-eiland.
Tijdens te Samarang onlangs eeno ziekte
onder de paarden heerschte, moet eene dame
aldaar, hij afwezigheid van den gouvernements
veearts en van den militairen paardenarts, zich
zeer verdienstelijk gemaakt hebben door haar
raadgevingen en voorschriften. Zij zou zelfs
persoonlijk eenige zwaar aangetaste paarden
onder behandeling genomen hebben en haar
bemoeiingen met de beBte uitkomst bekroond
hebben mogen zien. Die dame was mej. Mina
Kruseman.
De heer A. Béville, vroeger predikant bij de
Waalsche gemeente te Botterdam, is benoemd tot
hoogleeraar aan het College de France te Parijs,
in den nieuw opgerichten leerstoel van de ge
schiedenis der godsdiensten.
De burgemeester van Arnhem heeft aan
den gemeenteraad een zeer scherp rapport inge'
diend betreffende leveranciën, die door het raads
lid Coers ten behoeve der gemeente of van ge
meentewerken hebben plaats gehad. Eeeds
vroeger heeft dit raadslid in dit opzicht de ge
meentewet overtreden. Na eene zeer heftige be
raadslaging is eene commissie van drie leden, tot
nader onderzoek van de tegen den heer Coers
ingebrachte feiten, benoemd.
Een Duitsch koopman, die in 1866 te Berlijn
veroordeeld was wegens het maken van valsche
wissels, vestigde zich na het ondergaan zijner
straf in eene kleine stad, zette daar eene zaak op
en verwierf zich de achting zijner medeburgers,
die niet van zijne misdaad en de ondergane straf
afwisten. Na eenige jaren leerde hij in zijne
nieuwe woonplaats een meisje kennen, waarmede
hij huwde zonder, noch aan haar noch aan hare
ouders, het pijnlijke verhaal te doen van zijne
aanraking met de justitie. Later echter kwam
zijn verleden uit, er ontstonden twisten, en
de vronw stelde eene aetie in om het huwelijk
nietig verklaard te zien wegens bedrog in den
persoon. De zaak doorliep diie instanties. Het
Reichsgericht wees ten slotte den eisch der vrouw
toe. Het nam aan, „dat onder personen van
den maatschappelijken stand der partijen het bij
het aangaan van een huwelijk de stilzwijgende
voorwaarde kan geacht worden, dat partijen
niet tot onteerende straffen zijn veroordeeld. Znlk
eene straf werpt op den persoon vau den veroor
deelde eene vlek, waarvan hij nimmer meer be
vrijd wordt, en brengt altijd mede hef ontbreken
van eene eigenschap, welker aanwezigheid onder
steld wordt als men een huwelijk wil aangaan.
Wanneer Bornemann, in zijne Darstellung des
Preussischen Zivilreehtsdit slechts toegeeft wanneer
de misdadiger niet door een eerlijken lateren
levenswandel beterschap heeft getoond, dan ziet
hij over het hoofd, dat het hier niet aankomt op
niterlijke feiten, maar op eene eigenschap van den
persoon, en dat de bedoelde eigenschap namelijk
het niet getroffen zijn door eene opteerende
straf in weerwil van de zedelijke verbetering
van den misdadiger verloren blijft en niet meer
is terug te krijgen, dewijl het alleen beslissende
feit der straf niet ongedaan kan gemaakt worden."
Do Franscben schrijven er in hunne oouran-
ten soms wel eens wat op los zonder zich veel
aan nauwkeurigheid te storen. Zoo vond de Agence
Bavas onlangs in eene Dnitsche courant, dat onder
de te Odessa terechtgestelde nihilisten zich ook
bevond de Feldscheerlehrling (leerling-officier van
gezondheid) Maidonski. Het Franache blad maakte
van den nihilist een apprenti moissonneur, iemand
die leert „het veld te scheren" met eene zeis.
In dit jaar moet eene volkstelling plaats
hebben in de Vercenigde Staten van Noord-
Amerika. Nog nimmer en nergens is aan dezén
grooten statistieken arbeid znlk eene nitbreiding
gegeven als thans, nU men, behalve de eigenlijke
volkstelling, in cijfers een beeld wil ontwerpen
van de geheele materieele welvaart des volks. De
vragen welke gésteld worden aan eigenaars van
fabrieken en mijnwerken dalen zoozeer af in bij
zonderheden, dat ze het geduld van menig
fabrikant, die het druk heeft eü druk hebben
ze het op dit oogenblik allen in de Ver. staten
op eene zware proef zullen stellen. Eene gewone
ijzerfabriek b. v. heeft 63 Vragen te beantwoorden,
Hoe men eene vraag zal beantwoorden als„hoe
veel kapitaal hebt gij in uwe zaak?" zal moeten
blijken; zeker zou in sommige landen der oude
wereld het antwoord daarop niet altijd tot ia
centen juist zijn. De meeste vragen echter be
treffen de hoeveelheid der productie, van de