n«: 2.
1880.
L
123e Jaargangl
-Schelde.
Zaterdag
3 Januari.
)RAH,
ORIft j
Vee,
Vlissingen
1880
dLen)
e Middelburg.
7 JANUARI.
1ELV00RSTELIM,
frouw de Groot.
uren precies.
OTDIENST
gelegenheid
zal Donderdag
iorgen te 7.30
gs le 3.20 naar
erng, benevens
ran Vlissingen
nzen en terug
en.
en
AEIJEN PIETERSEN,
urger DIENSTBODE
ia bij J. C. W. AL-
zin te Delft wordt met
re fatsoenlijke DIEN8T-
l kan koken en huiswerk
)UWE zonder kinderen
komen. Loon I OU,
Men adresseere zich bij
E, Rouaansche Kade.
üNMEISjrE benoodigd,
ij Mevr. VAN DOORN—
CASTENDIJK, vraagt
KINDERMEID.
M_ejuÜrouw
DE GROOT,
m Z. M. den Koning
van leden der Kede-
RA," van Goes.
VAK jVIOSENTHAL.
Stalles f 2, Loges
Parterre f 1, Bovenloge
iO. Bespreken van plaat-
en van 's namiddags een
Koffiekamer der Concert-
tegen betaling van 10
DE
7.20
2.30
3.41
2.40
3.
12.55
2.14
8.
5.1
6.30
'7.8
*7-25
*8.6
.35
.45
5.37
6.88
*4.45
*5.59
*6.40
►7.57
9.6
•9.15
6.50
6.20
7.52
8.45
9.12
10.18
10.41
10.50
11.
II 7.15
10.55
3.50
1 6.50
10.40
6.10
8.6
11.50
7-30
8.55
12.40
8.20
9.15
1.8
8.40
1
9.30
1.20
8.61
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks]
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prqs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien; 20 Oent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère G. L. Daubï en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jombs.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Middelburg 2 Januari.
Als delfstof-, aard-, plant-, dier-, schei-, na
tuurkunde en de vele andere „kunden," welke in
de toekomst zullen noodig zijn voor de ont
wikkeling van jeugdige geesten, aan de kin
deren der twintigste eeuw nog tijd zullen
overlaten om de geschiedenis van vorige ge
slachten te leeren kennen, en als het dan nog
niet uit de mode zijn zal om hun de jaartallen
van gebeurtenissen van groote beteekenis vast
in het geheugen te prenten als zoovele bakens
op den weg, welke zij met ongeoefenden voet
gaan betreden, dan zal het jaar 1879 hun in
de eerste plaats worden genoemd met het oog
op de Fransche republiek. Overal in Europa
is op staatkundig gebied wederom veel voor
bereid, ieder land heeft zijne stof tot vreugde
en beklagdoch in Frankrijk zijn in de
eerste en in de laatste dagen van het ver
kopen jaar twee feiten tot stand gekomen,
die in vereeniging met elkander de afschei
ding vormen van een tijdperk.
Wij schreven Jannari. Mac-Mahon was
president, Dufaure eerste minister, en nog
binnen hetzelfde jaar, uea 28™ December, re
geert Jules Grévy met een ministerie De Frey-
cinet, waaruit door de kracht der gebeurtenissen
het linkercentrum is geweerd. Er ligt een
groote afstand tusschen die beide toestanden,
grooter wellicht dan men binnen zoo kort
tijdsverloop zou willen zien afleggen. Toen
in den senaat een republikeinsche meerderheid
was verkregen, en de kamer zich daardoor
Bterker gevoelende, den maarschalk De Mac-
Mahon had doen vallen, hief men een juich
kreet aan; vooral nadat in Grévy eene onbe
sproken en smettelooze figuur was gevonden
om aan het hoofd van den staat te staan, en
een gemengd ministerie Waddington eene
politieke kleur vertoonde, die slechts bij uitzon
dering heeft doen denken aan het linkercen
trum, de partij waarvan zijn hoofd deel uit
maakte. De regeering was beslist republikeinsch
en heslist anti-clericaalmen liep dus geen
gevaar voor een staatsgreep, welke de militaire
loopbaan van Mac-Mahon en de diensten vroe
ger door Dufaure aan de monarchie bewezen
nog steeds als een dreigend spook aan Frank
rijk hadden voor oogen gehouden. Men zou
nu eens rustig aan het werk gaan. En men
ging ook aan het werk, maar niet zonder
stoornis. Er waren nog questions irritantest
zoo eigenaardig genoemd: want werkelijk zij
hebben de menschen boos gemaakt. Vooral
was dat het geval met de amnestie en de
vervolging der ministers, die in 1877 de repu
bliek op den rand van haren ondergang hadden
gebracht. De laatste vraag is in denlaatsten
lijd wat op den achtergrond getreden, maar de
amnestie ligt nog in den weg als een struikel
blok op het levenspad der Fransche republiek.
De kamers namen een wet aan, welke de
amnestie verbond aan de binnen zekeren tijd
door den president der republiek te verleenen
gratie aan de deelnemers aan de commune,
en de regeering maakte daarvan een vrij ruim
gebruik. Alle politieke veroordeelden, welke
zich door hunne houding de gunst der gratie
niet hadden onwaardig gemaakt, verkregen de
amnestie. Dat was echter velen nog niet ge
noeg; de amnestie moest een recht worden,
zelfs voor de donkerste figuren uit den treu-
rigen commune-tijd. Deze quaestie werd maan
den aan maanden door de radicale dagblad
pers als een stormram tegen het ministerie
Waddington gebruikt, en ter kwader nfe voegde
zich de République Francaise bij die beweging.
De gestelde eisehen werden in de kamer afge
wezen, maar men zal het er nfet hij laten
zitten, en zoo het ministerie De Freycinet
niet toegeeft in deze zaak, zullen die acht
honderd moordenaars en brandstichters in
Nieuw-Caledonië ook aan zijn jeugdig leven
blijven knagen. Het was, nu die beweging
eens zulk een omvang heeft verkregen, mis
schien maar beter toe te geven; als die men
schen terugkomen, zullen ze voor het meerendeel
toch weer spoedig in handen van de justitie
vallen.
Een tweede oorzaak van den val van het
vorige ministerie is de bedachtzaamheid waar
mede het te werk ging in het vervangen van
de ambtenaren, welke niet met den staats
vorm republikeinsch zijn geworden. Naar het
oordeel van de radicalen moet maar op eens
table rase van die lieden gemaakt worden,
zonder dat men zich behoeft te hekommeren
om langdurige diensten aan het land bewezen en
om de bezetting der posten door even bekwame
menschen. Ook hierin zal het nieuwe ministerie
moeten toegeven, wil het zich in langen levensduur
verheugen. De radicale partij vormt slechts een
gering deel der Fransche bevolking, doch hare
schoonklinkende leer wordt van de daken ver
kondigd en zal meer en meer veld winnen in
de vertegenwoordiging van het algemeen stem
recht.
Het ligt in den aard van de zaak, dat door
zulk eene politiek van voortdurende zenuw
prikkeling de zaken op den achtergrond komen.
De Fransche kamers werken in den regel ving
als zij eene zaak aanvatten, maar zij hebben
heel wat tijd verloren aan interpellaties, en als
dat in dit jaar nog zoo moet voortgaan, zal
er van wetgeving weder niet veel komen. Er
ligt toch genoeg te wachten. Belangrijke
onderwijswetten, de wetgeving op de drukpers,
de tariefwettenziedaar reeds genoeg voor
weken aan weken werk.
Wanneer men tegenwoordig spreekt van
politieke partijen in Frankrijk, beweegt men
zich meestal binnen den kring der republikei
nen. De monarchale partijen zijn op den
achtergrond geraakt, niet zoozeer wijl de groote
meerderheid der natie zoo dol is op de repu
bliek om haar zelve, maar door innerlijke ver
zwakking. Het bekrompen clericalisme der
legitimisten, die, in het volle besef hunner
oud-adelijke voortreffelijkheid, zich troosten met
gastmalen, heildronken en adressen aan den
Rog, maakt hen niet meer van dezen tijd.
De Orleanisten verdwijnen gaandeweg; hun
pretendent houdt zich zeer bedaard, en zijn
oom, de hertog van Aumale, dient de republiek
in eene hooge militaire betrekking. Rest nog
het Bonapartisme, zeker de gewichtigste van
deze fracties. Frankrijk heeft onder Napoleon Hl
dagen gekend van groote welvaart, dagen van be
dwelmende hoovaardij, en het gebeurde van 1870
heeft dat alles nog niet doen vergeten. Zoo menig
fabrikant die zijne fortnin heeft gemaakt onder
het keizerrijk, zoo menige ambtenaars-familie,
die haren maatsehappelijken stand aan die
dagen heeft te danken, heeft het keizerrijk nog
niet vergeten. Maar men heeft geen keizer
meer, en dat ontneemt de partij hare kracht.
De jonge Napoleon viel in Engelscheu krijgs
dienst, de derde Napoleon die sterft op Engelsch
grondgebied. Er blijft van de Bonapartes, die
de dynastie zouden willen voortzetten, slechts
prins Jerome Napoleon met zijne twee nog
schoolgaande zonen. Prins Napoleen kan nooit
de geheele partij om zich vereenigen, hij heeft
het er niet naar gemaakt om veel vertrouwd te
worden. In zijne zonen ligt de toekomst van
het Bonapartisme, dat voor het oogenblik in
Frankrijk geen vast omschreven denkbeeld
uitdrukt, maar slechts den rang bekleedt eener
vage oppositie quand même, die wacht op eene
leuze, hier en daar getint met een zweem van
clericalisme, dat zich onder welke vlag ook
schaart, mits het zijn internationalen strijd
kan strijden tegen de ontwikkeling van vrij
onderzoek en vrije gedachte.
Internationaal is die strijd bij uitstek, al
weet men tijdelijk hier en daar rekening met
de omstandigheden te houden. Het sterkste
licht is in het afgeloopen jaar gevallen op het
Roomsche clericalisme in België. Het woord
clericalisme, dit zij vooraf opgemerkt,
afgeleid van clerus, de geestelijkheid, drukt
zoo juist het streven nit van de richting die
wij bedoelen. Het godsdienstig gevoel, een
zeer algemeen en toch zoo bij uitstek individueel
verschijnsel, speelt slechts eene bitter kleine
rol in het drijven der kerkdienaars op maat
schappelijk en politiek gebied. De groote motor
is kastengeest, heerschzueht, en de richting is
zoo oud als de wereld. Het mystieke begrip
dat de geestelijke door zijn wijding de tusschen-
persoon is geworden tusschen den mensch en
eene hoogere macht, het orgaan der gemeente
in hare aanbidding van die macht, verschaft
den priester eene hoogere plaats, niet in, maar
buiten den kring der geioovigen. Zonder nog
te beweren, dat zij die dit begrip aan minder
ontwikkelden inprentten, reeds waren gedreven
coor heerschzueht, kan men het feit uit erva
ring vaststellen, dat de eens behaalde stelling
leidde tot eene angstige verdediging, tot zucht
naar vergrooting dier macht. Uit die zucht
sproot de ontaarding der eerste Christelijke
kerkuit haar sproot de kraohtige organisatie
der geestelijkheid, do instelling van het celi
baat. Zoodra reactie zich openbaarde tegen
die macht; zoodra de zucht tot zelfbehoud
haar de gevaren deed inzien van de herle
ving van het vrije onderzoek in de vijftiende
eeuw zoodra de hervorming zich tegen haar
verzette en Luther te Worms Duitschland
Canossa deed vergeten, ontstond de sociëteit
van Jezus uit de behoefte aan krachtsontwik
keling in de priesterkaste. Hare krachtige
hiërarchie heeft haar meer dan drie eeuwen,
tegen alle vervolgingen in, tot groote inspan
ning in staat gehouden, en zoo het ooit waar
is, dat de geschiedenis zich zelve herhaalt,
is het hij de orde der Jezuïeten.
In hare middelen moge door veranderde
tijden wijziging zijn gekomen, haar streven is
hetzelfde gebleven. Macht in de kerk, macht
in den staat, macht in het huisgezin, ja macht
te Rome zelf over den paus, en dit laatste is
haar wellicht niet het minste gelukt.
En de hervorming verloor ook zij niet haar
vrijheidsbeginsel onder de hand harer priesters
De Belgische wetgevende macht stelde
eene schoolwet vaBt en voerde ze ook uit
waarbij op zorgvuldige wijze is rekening ge
houden met de behoefte aan godsdienstig on
derwijs. Het principe der neutrale school is
toegepast, maar met de meeste vrijgevigheid
en eerbiediging van bezwaren. Toch lokte de
toepassing der wet een open verzet der gees
telijkheid uit, zooals zelden is voorgekomen.
Openlijk werd gepredikt, dat de geioovigen
zich moesten verzetten tegen de uitvoering
der staatswet. De paus, begeerig zijn Belgi
schen gezant te houden, speelde in eene lang
durige correspondentie schuilevinkje, en het
zijn de bisschoppen, Belgische onderdanen, die
zich aan het hoofd stelden van het revolutionaire
streven. Deze quaestie is nog slechts in het
begin van haar verloop. Naar den schijn luwt
thans de ijver der priesters, maar men laat
zich daardoor niet verschalken. Nog nooit
gaf de clerus een plan op. Bij de aanstaande
verkiezingen zal de schoolwet het shibboleth
zijn de meerderheid is met enkele stemmen
te verplaatsen, en de wetten tegen de kies-
knoeierijen hebben zoowel kwade praktijken
geweerd van de liberalen als van de ultra-
montanen. Alle wapenen uit het rijke arsenaal
der kerk Zullen gebruikt wordenwant het
verlies van België, waar tot Juni 1878 het
laatste clericale ministerie van Europa stand
hield, is een zware slag geweest niet voor
den katholieken godsdienst, maar voor de kerk.
Dat zijn twee^begrippen, die men zorgvuldig
moet onderscheiden, en op welker verschil in
beteekenis te meer moet gedrnkt worden, wijl
hunne verwarring en samensmelting een der
sterkste wapenen is van de priesterkaste.
Hot plan om een blijk van erkentelijkheid eu
hulde te geven aan generaal Van der Heyden, den
onderwerper van Atjeh, waarvan wij vóór ruim
veertien dagen melding maakten, is tot rijpheid
gekomen. De heeren vice-admiraal De Casembroot
kol. Egter van Wissekerke, mr. J. Heemskerk
Az., mr. J. L. de Bruin Kops, generaal Van
Limburg Stirum, generaal Mac-Leod en de Oud-
raad van Indië, jhr. mr. W. van RappArd, hebben
eene uitnoodiging gericht aan de leden der kamers
en een aantal hoofdambtenaren en oud-ambtenaren
om ben uit te noodigen aan dit plan hunne mede
werking te verleenen.
Spoedig kan men dus de vorming van een
comité tegemoet zien. De onderteekenaars der
circulaire kunnen mededeelen, dat de koning zijne
goedkeuring hecht aan het denkbeeld.
De jV. jR. Ct. verneemt, dat weldra het kon.
besluit is te wachten, waarbij, ter uitvoering der
art. 69 en 70 van de wet op het lager onderwijs,
hot ambtsgebied der inspecteurs bepaald wordt,
de districten en arrondissementen worden om
schreven, en de verdeeling der werkzaamheden
tusschen de districts- en arrondissements-school-
opzieners geregeld wordt. Is zij goed ingelicht,
dan zullen er, in plaats van vijf, zooals aanvan-
kefijk het plan was, drie inspecteurs zijn, en ver
der 25 districten en omstreeks 100 arrondisse
menten.
De St-Ct bevat de wetten tot vaststelling van
het zevende hoofdstuk A der staatsbegrooting
voor het dienstjaar 1880; tot verhooging van
het vierde hooidstuk der staatsbegrooting voor
het dienstjaar 1879, en tot vaststelling van nadere
wettelijke bepalingen betreffende den ijk vau
weegwerktuigen en gasmeters.
Bij Prov. blad no. 113 deelen gedeputeerde
staten van Zeeland een schrijven mede van den
minister van waterstaat enz., waarbij tot de bur
gemeesters de uitnoodiging wordt gericht om
voor den herijk der maten en gewichten in hunne
gemeenten lokalen aan te wijzen waarin geen
sterke drank wordt verkocht, of althans zorg te
dragen, dat, zoolang het lokaal voor het publiek
geopend is, geen gelegenheid tot drankgebruik
worde verschaft.
Vlissingen. Door de besturen van het loods,
wezen te Vlissingen en te Antwerpen wordt met
kracht gewerkt om de betonuing en bebakening
der Schelde, die door de ijsgang veel geleden
heeft, te herstellen. Het ijs op de rivier is geheel
verdwenen; vele schepen varen reeds op.
Bij de Exploitatie-maatschappij bestaat het
voornemen om met den aanvang van den a. s.
zomerdienst de rijtuigen en bagagewagens, dienst
doende in den mailtrein Vlissingen—-Venlo en
Rotterdam—Venlo, van den WestinghoUBe-remte
voorzien. Aan een veertigtal dezer voertuigen zal
die rem worden aangebracht.
Uit Oostburg wordt aan de Standaard geschreven
Ten einde het misbruik van sterken drank zoo
veel mogelijk tegen te gaan, beeft do burgemeester
alhier den ingezetenen aangezegd: dat voortaan
geen tooneeivertooningen, danspartijen, muziek
uitvoeringen enz. zullen toegelaten woiden, tenzij
de aanvrager zich verbinde, geen jenever, onder
welken vorm ook, te tappen of te verkoopen.
De afgetreden burgemeester van Amsterdam,
mr. C. J. A. den Tex, ontving van den gemeen-