1879 Dinsdag 30 December. Een gebroken spinrokken, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering'van Zon-en Feestdagen» Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent» Advertentien: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte» Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubk en Gie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 29 December» FEEZEEE-I-OXST. Breskens, 28 December. De postverzending naar hier gaat slecht. Uwe courant van Donder dag ontving ik gisteren te gelijk met die van Zaterdag. Uw nommer van gisteren avond gewerd mij heden morgen evenmin, daar de post van Vlissingen weder niet overgebracht was. De postdirecteur hier zond 11. Donderdag de pakketten via België, wat zeer te loven is, daar zij anders 3maal 24 uren waren blijven liggen. Aau de overzijde is men gerust in den Heere; daar liet men onze post maar liggen van Woensdag tot Zaterdag, in plaats van ze eveneens via België te zenden. m so?; -- ■■-■-,'■■■■ ••- "iT? MIDDELBURGSCHE De waarde der Vlissingsche haven met hare uitgestrekte dokken is in de laatste dagen boven iederen twijfel gebleken. Dit is eene reden te meer om te wijzen op hetgeen daar nog ontbreekt aan het gerief voor den handel. Wil Vlissingen ooit worden, wat velen zich daarvan voorstellen, dan moet op ieder gebrek, dat zich openbaart, aanstonds stevig de hand worden gelegd; want niet van het zich ontveinzen der moeilijkheden is verbetering te wachten. Om deze redenen be vorderen wij gaarne de pnbliciteit van eenige grieven, opgesomd door een inzender in de Vlïs singsche Courant. De inzender spreekt met lof over het lossen, laden, stuwen en opbergen, dat naar getuigenis van de gezagvoerders der schepen niets te wenschen overlaat. Eveneens over de maatschappij He Scheldedie hare magazijnen tot matigen prij3 heeft verhuurd, over de activiteit van den sluis- havenmeester, van de belasting-ambtenaren en van de stationschefs. Zijne grieven formuleert hij aldus Vooreerst, gebrek aan dubbel spoor, en dat niettegen staande de lijn VlissingenRoosendaal mede zeer laug meer dan de som per kilometer per dag bijbrengt, welke de wet vordert om dubbel spoor te leggen. Vervolgens gebrek aan waggons, die bij toeval, naar men zegt, verhuurd zijn aan onze Friesche landgenooten, terwijl de Grand Central Beige en andere spoorweg maatschappijen allen even vriendelijk zijn om ons dezerzijds te helpen, waardoor men bij gebrek aan dubbel spoor, nacht-goederentreinen zou kunnen organiseeren. Onze rijks-havenmeester, in Rotterdam. De controle der rijksbelastingen in Middelburg, idem bet kantongerecht. De rijkspolitie op de havens en dokken, op ;t papier. Geen beëedigde eiperten, evenmin wegers of meters, wat echter momenteel geen oponthoud veroorzaakt, wijl men daarin uit Antwerpen voorzien beeft. En wat eindelijk de geheele zaak regeert en bederft is 1. Het hooge tarief voor goederenvervoer waardoor wij Uiet tegen Holland, maar vooral niet tegen België kunnen concnrreeren. 2. Het verdeeld gezag tusscben den staat en de maatschappij van exploitatie, waardoor de bandel ten opzichte van tijd en geld bemoeilijkt wordt. 3. Het stelselmatig tegenhouden van de lijn Woens- drechtAntwerpen. Nu. mete men vooral deze grieven niet breeder uit dan ze werkelijk zijn. De Vlissingscbe haven werken wie onzer Walchersche lezers heeft het niet menigmaal met leede oogen gezien zijn nog weinig door den handel gebruikt. Practische eischen openbaren zich in den regel eerBt door ondervinding. Het is dus niet vreemd te achten, dat vele zaken gemist worden, die te vinden zijn DOOB JEAN MIDDLEMASS. George beek zeer bedenkelijk, ofschoon hij het vermoeden van den tuinman niet deelde. Hij ging echter naar den vreemdeling toe en vroeg hem tamelijk barsch wie hij was en waar hij van daan kwam. „Mijn naam is Harry Blanes en ik ben hier heen gekomen om miss Jervis te bezoeken. Ik ben van morgen te voet van Luscombe gekomen (ongeveer 15 mijlen ver) en zat een oogen blik in bet bosch te rusten alvorens mij naar het hnis te hegeven. Ik weet niets van dien hoed af noch van den heer dien hij toebehoort." „En denkt gij dat ik een woord van die ge schiedenis geloof Gij zult haar straks voor den burgemeester moeten bewijzen, denk ik. Miss Jervis kent gij dien man „Ja", antwoordde zij bedeesd. aEn ka» zjja verleden onderzoek lijden? Wat; in eene langer bestaande havëö, waar een han delsstand bestaat, die dagelijks" zijne eisehen kan doen gelden. Bij het oogenblikkelijke voordeel door den grooten toevloed van schepen, dient echter Vlissingen ook een tweede, minder recht- streeksch nut in dezen feilen winter te zien. Wij bedoelen de lessen, die eruit te putten zijn. Het eerste vereischte voor verbetering is de kennis van het kwaad, en zeker zullen de kamers van koophandel te Vlissingen en te Middelburg niet verzuimen de eischen te stellen en de vragen te doen waartoe de geschiedenis der laatste maand aanleiding geeit. In de heden gehouden zitting van den gemeen teraad van Vlissingen werd het voorstel van burg. en weth. tot heffing eener hondenbelasting verworpen. Een voorstel van de heeren Kleinhens en Callenfels tot invoering eener belasting op tooneelvoorstellingen en publieke vermakelijk heden werd in principe aangenomen, evenals een voorstel van het dag. bestuur om het tarief voor de keibanb aanmerkelijk te verhoogen. De communicatie tusschen het oostelijk en westelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen is ook prachtigbrieven den 23en uit Hulst verzonden kwamen den 27en te Breskens; tusschen die plaatsen ligt toch geen door ijs onbevaarbare rivier; maar een kunstweg ligt er evenmindaar heeft wijlen onze provinciale afgevaardigde Ham- macher jaren lang voor gewerkt en gestreden; 't bleef echter steeds bij beloften, en daar zal het vooreerst wel bij blijven, denk ik 1 Als een honderdste gedeelte van wat uit 's rijks kas, dus ook van onze opgebrachte belastingen, nutteloos is weggeworpen in den Botterdam- schen waterweg, was besteed om het voormalige 4de district van Zeeland de hoogst noodige mid delen van gemeenschap te verschaffen, zou er nog genoeg overschieten om een tweede paleis in „de Pooten" te knutselen. Als men alles zoo eens samenvat, wordt het den bewoner van ons landje wel eens wee om 't hart en komt onwillekeurig het oude wingewest Wij laten deze qualificatie voor rekening van onzen correspondent, (Red.) zou zij zeggen? Keeds twee maal was hijslechts bij toeval aan een veroordeeling ontkomen en hij was tamelijk bekend bi) de politie, zoowel in de hoofdstad als in de provincie. Het eenige wat zij kon uitbrengen was „0 Harry! Waarom zij t gij hierheen gekomen". Deze woorden maakten dat Carlton, die altijd iets tegen miss Jervis had gehad, meer begon over te hellen naar de opvatting van den tuinman. „Komt beide in huis. Die zaak moet terdege onderzocht worden. Simmons, verlies dien man geen oogenblik uit het oog, bedenk dat gij aan sprakelijk voor hem zijt, totdat de politie komt." „De politie 1 Ach mijnheer Carlton zend niet om de politie", smeekte miss Jervis, maar Carlton stond op zijn stuk. Hij riep al de heeren die zich in huis bevonden bij elkaar en overlegde met hen wat er gedaan moest wordenof men den vijver niet kon laten uitvisschen; want het ijs was op vele plaatsen zeer dun en de arme Percy zou er gemakkelijk hebben kunnen door zakken. Gelukkig dat Maggie, toen zij bijkwam van haar flauwte, naar haar kamer was gebracht en niets vernam van de vreeselijke vermoedens die iedereen in huis vervulden. De arme miss Jervis sloot zich in de leerkamer op; want daal de veronderstelde misdadiger met Simmons in de poetskamer zat, had zij geen gelegenheid om de waarheid van hem te vernemen. Er werd naar Staats-Vlaanderen voor den geest opduiken. Toen moest men hier steeds maar belastingen opbrengen en had verder niets te vertellen. En nu tegen woordig Door 34 Nederlandsche scheepsbouwmeesters, meerendeels ook reeders voor de groote vaart, is aan den koning een adres gericht naar aanleiding van den kwijnenden toestand en voortdurenden achteruitgang van hun bedrijf. De redenen van dien achteruitgang zoeken zij in den spoédigen overgang van eene groote, doch even streng omschreven bescherming, tot eenen toestand, waarbij reederijen en aanverwante vakken veel meer dan elders aan eigen krachten werden overgelaten. De „beurtvaart" op Indië, zeer winstgevend in vroeger tijd, had het arbeidsveld voor reeders en scheepsbouwmeesters te zeer beperkt om haar eene goede leerschool voor de wereldvaart te doen zijn, zoodat onder de groote bescherming van vroeger dagen scheepsbouw en reederij zich niet dan eenzijdig konden ontwikkelen. Daarenboven stonden de toestand onzer zeehavens en water wegen de ontwikkeling van den groothandel in den weg. De toestand was dus bij de opheffing der bescherming zeer ongunstig. Van particuliere zijde is reeds veel gedaan om onzen handel en scheepsbouw uit dien achter lijken toestaud op te werken. Een groot aantal kleinere schepen zijn met beduidend verlies op geruimd, en door vele reeders werden buitenlands gebouwde zeil- en stoomschepen aangekocht, die zoowel door grooter charter of laadvermogen, als door voordeeliger inrichtingen, voor de veran derde voorwaarden van bevrachting gunstiger waren dan het meerendeel der toen bestaande Nederlandsche vloot. De adressanten durven beweren, dat zoowel in scheepsbouw als reederij Nederlanders met het buitenland kunnen wedijveren, mits onder g e 1 ij ke oms t an di ghed en. En deze zijn niet gelijk. Handel, scheepsbouw en reederij genieten in de meeste landen den steun der regeeiing in Amerika en Frankrijk door strenge fiscale maatregelen, in Duitschland door steeds ongunstiger tarieven voor de omliggende rijken; en Engeland, dat wij ons zoo gaarne ten voor beeld stellen, heeft, gesteund door de welbekende kracht zijner nationaliteit, ook door afschaffing van den accijns op de suiker, dat belangrijk Javaproduct, zoo noodig voor geheele of ge deeltelijke belading der schepen naar onze havens, meerendeels naar zich toegetrokken. De commissie van enquête naar den toestand der koopvaardijvloot heeft in hare zeventien conclusies de eerste voorwaarden vastgesteld, waaronder zij meende, dat Nederlandsche scheep vaart en scheepsbouw zouden kunnen opgebeurd worden, en met erkenning van hetgeen ter vol doening van die wenschen reeds is gedaan dringen Luscombe gezonden om een dregge. De plaatse lijke politie verscheen en werd een half uur later gevolgd door den hoofd-inspecteur van het graaf schap, aan wien lady Melton een briefje geschreven had. Het geheele huis was in rep en roer toen men op eens op den rijweg, den telegraaf-bode van het dorps-postkantoor zag aankomen „Van Percy Brown, aan: Lady Melton, Westfaalsche Club The Grange, te Londen. Woodley. Betreur dat ik zoo eensklaps weg moest. Zal alles verklaren als ik van avond terugkom." Er was slechts éen stap van angst tot toorn; want iedereen was boos dat men er zoo was ingeloopen door, hetgeen George „die verwenschte liefhebberij van Percy voor het romantische," noemde. Na tuurlijk werden Simmons en de gevangene uit de poetskamer bevrijd en men haalde miss Jervis uit de leerkamer. Daarop volgde een volledige verklaring. Harry Blanes had zijne ouders weder gevonden ten minste dat wil zeggen hij had het recht verkregen op de erfenis van zijn vader, die overleden was en verkeerde daardoor in betere omstandigheden, hetgeen hem had doen besluiten om in het vervolg goed op te passen. Daarom was hij naar „the Grange" gekomen ten einde miss Jervis te vragen om met hem mede te gaan naar Amerika en samen een nieuw leven te beginnen, ndien niemand er iets tegen had. Natuurlijk had de adressanten nog in het bijzonder aan opver betering der toegangen en havens van onze groote koopsteden, afdoende verbetering der binnenland- sche waterwegen, vrije uitoefening van den loodsdienst onder toezicht der regeering wat kunde en geschiktheid aangaat, verbetering van het consulaatwezen en vermindering van het spoorwegtarief voor goederen-vervoer. Ten slotte wijst het adres op den achteruitgang van den uitvoer door particulieren van Java naar onze havens. Eene statistiek is bij het adres gevoegd, waarin o. a. wordt aangetoond, hoe terwijl in 1873 90 pet., der suiker van Java naar Nederland werd uitgevoerd, deze uitvoer in 1878 gedaald was tot 25 pet., hetgeen een verschil geeft van 130 volbeladen schepen van het gemid deld charter onzer Oost-Indische vloot. De redenen van zulk een snel verloop zijn vrij wel bekend. Het was toch, met het einde van 't jaar 1873 dat, door afschaffing der differentieële uitvoer rechten in Nederlandsch-Indië, de koloniale pro ducten haar fiscaal verband met het moederland verloren. Op dien vrijzinnigen maatregel voor het algemeen wereldbelang deed Engeland weinige maanden later een gelijksoortigen in zijn eigen belang volgen door de afschaffing van zijn suikeraccijns; zijne toenmaals nog zoo beduidend betere zeehavens en handelsinrichting en de nationaliteitsgeest onder zijne burgers, zoowel ia eigen land als in onze koloniën, gaven het door zijn maatregel even groote voldoening als de onze teleurstelling baarde. Het adres dringt niet aan op wederinvoering der vroegere bescherming, maar verzoekt als slotsom zijner overwegingen, 1° dat zoo spoedig mogelijk gevolg moge gegeven worden aan de nog niet tot uitvoering gekomen voorstellen der commissie van enquête naar den toestand der Nederlandsche koopvaardijvloot, inzonderheid aan die, in het voorgaande meer bij zonder genoemd, en, 2° dat de suikeraccijns geheel worde afgeschaft, of vervangen door eene andere belasting, althans wanneer de schatkist die voor haar middellijk belang zeer twijfelachtige bate niet kan ontberen. Ter Neuzen, 29 December. Er heeft zich alhier eene vereeniging van dames gevormd, die, leden der hervormde gemeente, onder den naam van Boreasbesloten hebben zich den nood der armen aan te trekken en in de behoeften van kleeding enz. zooveel mogelijk te voorzien. Bij de leden dier gemeente gelden ingezameld heb bende, tot een bedrag van nagenoeg f 300, heeft zij reeds aanstonds, bij het heerschen der strenge koude, uitvoering aan haar plan gegeven, en een 40tal dekens aan zoovele huisgezinnen verstrekt, terwijl zij met het Kerstfeest aan 80 huisgezinnen kleedingstukken heeft uitgedeeld. Moge deze eerste instelling van particuliere liefdadigheid alhier, tot tegemoetkoming in de behoeften van niemand daar iets tegen eu dus was die zaak spoedig uitgemaakt. Hij had de advertentie „Een gebroken spinrokken" geplaatst, daar hij niet wist waar zij zich bevond; maar geen antwoord krij gende had hij verder onderzocht en na eenige nadere inlichtingen verkregen te hebbenwas hij regelrecht naar „the Grange" gegaan, waar hij niet zulk een hartelijke ontvangst verwacht had! Daarna vertelde miss Jervis haar geschiedenis en kreeg verlof om haar koffer te gaan pakken. Lady Melton vond haar vertrouwelijkheid met Percy zeer ongepast en zei dat zij voortaan hare diensten wel missen kou, eu daar zij nu toch verzorgd was, maakte zij geen bezwaar om haar te laten gaan. Arme miss Jervis. Iedereen viel haar hard en beoordeelde haar naar den man dien zij voor haar toekomstigen echtgenoot had gekozen; en toch klopte er nooit trouwer en liefderijker hart dan dat van die zachte miss Jervis. Dat wist niemand beter dan Harry Blanes, en zijn dankbaarheid voor hare liefde en alles wat zij voor hem gedaan had was een hechte steun waarop zij gerust kan vertrouwen, om onbezorgd de toekomst met hem te gemoet te gaan. Na haar vertrek trachtten de verschil) huisgenooten hunne gewone bezigheden te b ten, totdat Percy terug zou komen. Magg' 's avonds beneden, maar niemand verte wat er gebeurd was alleen dat er ee?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1