m 305.
Ï22« Jaargang:
1879
Zaterdag
27 December.
Een gebroken spinrokken,
Dit blad verscMjnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m, franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.'
Idvertentien: 20 Gent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
BER.ICÏÏT.
Zij die zich vóór 1 Januari 1880 op
deze courant abonneeren, ontvangen de
nog in dit kwartaal verschijnende nom
mers gratis.
Middelburg 26 December.
JEAN MIDDLEMASS.
Benoemingen en besluiten.
Deze zat bij de piano in een muziekboek to
IDDELBURGSCHE
Men schrijft ons uit Vlissingen:
De Duitsche stoomboot Strassburg, diejl. Zondag
alhier binnengek omen is om te lossen, heeft order
bekomen om te vertrekken naar Bremerhaven en
aldaar de lading op te slaan. Later zou dan de
lading per scheepsgelegenheid naar Antwerpen
vervoerd worden, tegen eene geringe verhooging
van het gewone stoomvaart-tarief. Het schijnt
dat ondervonden moeielijkheden om de goederen
vanhier vervoerd te krijgen en de kosten aan
leiding hebben gegeven tot deze regeling.
Dat er bij deze drukte verschillende klachten
zouden gehoord worden was wel te verwachten.
Maar die worden in de tegenwoordige omstandig
heden overal gehoord. Men verzekert dat de
Hollandsche ijzeren spoorweg zoo overladen is
met vrachtgoederen, dat men die heeft moeten
weigeren, terwijl ook te Antwerpen zoo groote
toevoer van goederen aan de spoorwegstations is,
dat men er geen raad mede weet.
Daaruit blijkt dat de klachten, zonder onpartij
dig onderzoek moeielijk beoordeeld kunnen worden.
Anders is het met zaken die de plaatse'ijke ge
steldheid zelve aangaan. Zoo vernam ik dat er
van de geloste goederen gestolen is, en er een
slot van een der rijksloodsen afgebroken zou
zijn. Dit is niet zoo vreemd, omdat er onder
een driehonderdtal werklieden lichtelijk eenigen
schuilen die aangaande het „mijn en dijn" hunne
eigene begrippen hebbendóch evenwel mag het
verwondering baren dat de uitgestrekte haventerrei
nen, die aan het rijk toebehooren en waarvoor goed
betaald w ordt, niet veel meer dan nu het geval is
door rijkspolitie bewaakt worden. Dit ware, in het
belang der openbare veiligheid en met het oog op
de tonnen schats die aldaar opgestapeld liggen,
zeer noodig terwijl ook voor de naleving, en
des noods handhaving, der politiebepaiingen op
de havens zeker wel versterking van het gewone
personeel gewenscht ware.
Zondag is aan boord van het stoomschip
Wheatfield, een der lossers in het ruim gestort en
ernstig gewond naar huis gebracht; zijn toestaud
schijnt evenwel nog niet levensgevaarlijk.
F EUILLBTON.
dook
Het is Kerstavond. Een vroolijk troepje jongelui
is bezig met kransen winden en papieren bloemen
maken in de leerkamer te Melton Grange, die
tijdelijk tot werkplaats is ingericht. Er is morgen
een groot feest op handen en iedereen heeft het
even druk met de toebereidselen, ofschoon het
moeilijk zou te zeggen zijn wat meer in de weer
is, de tongen of de vingers. Een der twee jonge
heeren van het gezelschap heelt juist een onderwerp
Op het tapijt gebracht, waarvan zij geen van allen
iets weten, namelijk de beteekenis eener geheim
zinnige advertentie in de limesdie niets anders
bevat dan de schijnbaar onbeduidende woorden.
„Een gebroken spinrokken." En Perey Brown
verzekert George Carlton dat die advertentie er
reeds voor de vijfde maal in staat.
Zeker weer zoo'n malle winkeliers-annonce;
bij zal een nieuw soort van ijjm ontdekt hebben,
De op 16 dezer uit Nederland verzonden brieven
maal voor Nederlandsch-West-Indië, is, ten gevolge
van eene onderweg ondervonden vertraging, te
laat in Engeland aangekomen om met de pakket
boot naar Southampton van den volgenden dag
verzonden te worden.
De bedoelde brievenmaal zal alsnu worden
verzonden met de pakketboot, welke 2 Januari
e. k. uit Southampton vertrekt.
Namens de officieren der d.d. schutterij alhier
werd heden aan den nieuw-benoemden burgemees
ter, den heer mr. C. J. Pické, aangeboden om
hem eene serenade te brengen, als blijk van in
genomenheid met zijne benoeming. De heer Pické
verklaarde zich met dit voornemen zeer ingeno
men, maar gaf in overweging om de serenade
tot gunstiger weersgesteldheid uit te stellen.
Per telegraaf ontvangen wij heden den volgenden
noodkreet uit Zierikzee„Spoorbootdienst voor-
loopig gestaakt, daarmee ons isolement voltooid".
Wanneer onvoorziene omstandigheden daarin
geene verandering brengen, zullen de volgende
zeeofficieren aan de derde expeditie met de
Willem Barents deelnemende luitenant ter
zee 1ste kl. H. van Broekhuizen, kommandant,
de luitenant ter zee 1ste kl. A. F. J. Frackers
en de luitenants ter zee 2de klasse L. A. H.
Lamie en J. H. Calmeijer. N.BottCt.)
Het Handelsblad verneemt uit den Haag, dat
de ministers van waterstaat en van marine maat
regelen hebben genomen om het Noordzeekanaal
door een ramschip te doen openhouden.
Yan Vrijdag 26 dezer af zal het ijsgeld op het
kanaal worden geheven en dit zal strekken tot
vergoeding der te maken kosten.
De minister van marine was Dinsdag zelf in
Amsterdam om die zaak met belanghebbenden
te regelen.
Een inzender in het Dagblad schrijft
„De grootste reden waarom niet meer oude
centen tegen nieuwe verwisseld of nieuwe 2 j cent
stukken voor zilver bij den betaalmeester worden
genomen, zal wel zijn omdat men op het kantoor
van den betaalmeester 10 cent voor ieder zakje
waarin 10 nieuwe centeD of f 25 centstukken,
moet betalen en zelfs geen zelfde soort zakjes in
ruil worden aangenomen. De verwisseling van
de centen kost daardoor 1 pet. en niet ieder is
genegen dit te betalen."
Een landbouwer uit Noord Beveland schrijft
ons het volgende
„Is de streek om Apeldoorn, volgens een be
richt in uwe courant van 19 dezer, een waar
om die dingen weer aan elkaar te plakken" zei
de ander onverschillig.
„Om spinrokkens te lijmen? Maar mijn beste
George, die worden nooit meer gebruikt, behalve
op een bal-masqué het spinnen is uit de mode.
Gij zijt altijd zoo akelig practisoh, maar nu is het
toeh al te gek. Ik ben veeleer geneigd om te
gelooven dat in dit geval het spinrokken een hart
beteekent."
„Een hart" riepen op eens al de jonge dames
uit. „Dat is het romantische tegenover het prac-
tische."
George Carlton barstte in lachen uit en zei:
„Perey zoekt altijd naar verborgen bedoelingen.
Hij denkt dat met Kerstmis elke bonbon een spreuk
bevat." De ander kreeg een kleur en zei
kort af
„Nu laten wij erom wedden en beloven dat
wij ons best zullen doen om uit te vinden wat
dit geheimzinnige woord beteekent. Ik krijg een
tientje van u als het, zooals gij dat noemt, een
verborgen beteekenis heeften gij krijgt er een
van mij als het eenvoudig een winkeliei s-annonce is."
„Dat is goed."
„Hoe grappig 1gichelden de meisjes. „Maar
zal het niet heel moeielijk zijn om erachter te
komen
„Moeielijkheden dames, zijn de gekruide saus
eener onderneming. Bovendien rekenen wij op
uw hulp/'
hazenland, Noord Beveland doet er thans zeker
niet voor onder. Hier wemelt het van die niets-
ontziendé dieveneen wandeling omstreeks 5
uren 's avonds' in sommige streken van 'tland
makende, telt men ze bij tientallen. De natte
zomer heeft ze dus niet, zooals in Walcheren en
Zuid Beveland, tot hunne vaderen vergaderd.
Dat ziet er slecht uit voor den landbouwer, nn
de jacht wegens de vele sneeuw verboden is.
Behalve dat de hazen mij reeds beroofd hebben
van al mijn spruit-, savoije- en boerenkool (en
ik zat er dik in), wacht ons het volgend jaar een
groote schade aan de veldvruchten, want hun
vraatzucht en hun liefhebberij om overal doorheen
te loopen, is voorbeeldeloos.
„Ik geloof dat de stroopers thans goede zaken
maken. Gedurig toch hoort men het knallen van
geweerschoten, en dit geldt wel eens een haas,
dunkt me. Een veldwachter moet bepaald ver
legen staan welken weg uit te gaan om eens
zoo'n liefhebber van hazebout te snappen, daar
hij het schieten van alle kanten hoort.
„Hoe afkeurenswaardig dit stroopen ook is,
nog veel ondragelijker vind ik een wet, die den
landbouwer verbiedt een dier te dooden, dat hem
enorme schade kan berokkenen. Doch er is reeds
zooveel tegen de jachtwet geschreven, dat ik er
niet verder over zal uitweiden. Het zal toch
denkelijk nog lang duren eer de landbouwer recht
heeft op een dier, dat hij zelf altijd volop te
eten geeft."
Omtrent het spoorwegongeluk bij Deurne vinden
wij nog vermeld:
De goederentrein, die te 6 uren met circa 70
ledige wageus uit Eindhoven vertrok, is even
voorbij Deurne op een goederentrein geloopen,
die van Venlo kwam en uit een gelijk getal ge
laden wagens bestond. Er had een geweldige
botsing plaats.
De hoofdconducteur en de pakmeester van den
Eindhovenschen trein werden terstond gedood,
nog met hun schrijfgereedschap in de hand, en
zóódanig tusschen de verpletterde bagagewagens
geklemd, dat men hun lijken uit de planken
moest loszagen. De heide machinisten zijn ge
wond; een hunner verkeert in bedenkelijken
toestand. De overige conducteurs kwamen ge
heel of met slechts lichte kwetsuren vrij.
Ruim 30 wagens zijn vernield.
burgemeesters. Met ingang van 1 Jan. 1880,
benoemd tot burgemeester der gemeente Middel
burg, mr. C. J. Pické, lid van de eerste kamer
der staten-generaal.
(Zie Laatste Berichten van Woensdag.)
Op verzoek eervol ontslag verleend aan L. de
Wit, als burgemeester der gemeente Nieuw Vosmeer.
„Natuurlijk" riep een levendige brunette, de
dochter des huizes uit. Wij zullen aan den
uitgever schrijven en het hem onder de stipste
geheimhouding afvragen. Hij kan het niet aan een
dame weigeren."
„Maar hij zal het toch doen", zei de onverzet
telijke George. „Uitgevers zijn geheimhouders bij
uitnemendheid."
„Dat doet er niet toe Maggie, probeer het maar",
riep Percy die het alleraardigst vond dat zjjn
nichtje over zoo'n onderwerp aan den uitgever
van de Times'' zou schrijven.
Zoo babbelden en werkten zij voort totdat de
etensbel ging, en de meisjes op het laatste oogen-
blik hard wegliepen om zich voor het diner te
kleeden. Het laatst wat Maggie zei was„Een
gebroken spinrokken. Wie van u beiden de
weddingschap wint, wordt koning op Driekoningen
avond"
„Een gebroken spinrokken". Dit onbeduidende
woord klonk hun ais een echo achterna en werd
nog eens herhaald door de bleeke gouvernante
die alleen in de leerkamer achter bleef...
„Ik heb u lief Maggie lieve, schoone Maggie
ik heb u lief, dat weet gij en toch wilt gij mjj
nooit eenige hoop geven" fluisterde Percy dien
avond zijn nichtje in het oor, terwijl zij na het
eten een dansje deden."
„Misschien zoudt gij mij niet zóo lief hebben
indien gij hopen mocht" antwoordde het meisje
onderwijs. Benoemd tot onderwijzer in het
teekeuen aan de rijkskweekschool voor onderwijzers
te Nijmegen W. Smit.
marine. Bevorderd tof luit. t/z 1 kl. de luit.
t/z 2e kl. C. Vreede.
Op verzoek, eervol uit den zeedienst ontslagen
de luit. t/z 2e kl. G. C. Otten, dienende bij het
eskader in Oost Indie.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
den stafmuzikant bij de zeemacht C. G. L. Woche
tot het dragen van de hem in der tijd door de
Duitsche regeering geschonken medailles voor
combattanten ter herinnering aan de oorlogen met
Oostenrijk in 1866 en met Frankrijk in 1870/71.
leger. Benoemd tot 2e luitenantbij het
wapen der infanterie: bij het le reg., de serg. A.
J. Groustra en W. Abresch, beiden van het instr.-
bat., henevens F. C. L. Ovink, van het 2e reg.;
bij het 2e reg., de serg. A. S. Russer, van het 8e
reg., en J. D. Grevinck, van het instr.-bat., P. J.
G. Schott, van het 4e, en F. H. Boissevain, van
het 8e reg.bij het 3e reg., de serg. P. D. Buyze
en E. A. Umland, beiden van het 6e reg., H. C.
Moll, van het instr.-bat., benevens H. A. de
Chalmot, van het 6e reg.bij het 4e reg., de serg.
P. W. Weber, van het reg. gren. en jag., H.
Noordbergh, van het 6e reg., en F. A. T. Sömmer,
van het instr.-bat.bij het 5e reg., de serg. H.
M. A. Yigélius, van het 8e, en W. J. F. van
Bennekom, van het le reg., W. N. A. de Vos,
van het instr.-bat., benevens jhr. P. G. Siberg,
van het 4e reg.bij het 6e reg., de serg. P. J.
Kouwenberg, van het instr.-bat., P. Giel, van het
8e reg., H. A. Zegers, van het instr.-bat., H. G.
van Meurs, van het reg. gren. en jag., en W. F.
van den Oudendijk Pieterse, van het 5e reg.;
bij het 7e reg., de serg. HC. B. van Deutekom,
van het 4e reg., H. J. Roeiols, van het reg. gren.
en jag., P. W. van Lonkhuyzen, van het le reg.
en P. C. van Steyn, van het 3e reg.; bij het 8e
reg., de serg. W. van Oppen en J. H. Kroet,
beiden van het le reg., benevens J. Kruisinga,
van het instr.-bat;
bij het wapen der cavalerie: bij het 3e reg. huz.,
de wachtm.-tit. F. J. W. Scheurleer, van het le
reg. huz.bij het 4e reg. huz., de wachtm. R.
H. O. Schlingemann, van het 3e reg- huz., en de
wachtm.-tit. C. Alberda, van het korps;
bij het wapen der artilleriebij de le afd. vestj
art., de serg. E. M. J. Cola§o Belmonte, van de
2e afd, vest. art.; bij de 2e afd. vest. art., de
serg. P. C. M. Schultz, van die afd.; bij de 5e
afd. vest. art., de serg. J. van Vuuren, mede vau
de 2e afd. vest. art.
Benoemd bij bet personeel der mil. adm.tot
2e luit. kwartierm., bij het le reg. inf., de serg.
N. E. Rost, van het 2e reg. inf.; bij het 2e reg.
inf., de serg. I. van der Werff, van het 4e reg.
inf.; bij het 3e reg. inf., de serg. J. J. Verwijnen,
coquet. „Gij weet moeielijkheden zijn de gekruide
saus eener onderneming.
Percy Brown keek eenigszins droevig en zeiè
„Maar gij legt mij zooveel moeielijkheden in
den weg, en ik hen half geneigd te gelooven dat
gij George de voorkeur geeft gij laat hem
altijd van alles voor u doen."
De schoone Maggie kreeg een kleur en zei
lachend „jaloersch ook al 1 Neen Perey nu wordt
het al te gek."
„Ik weet dat George u bemint" sprak hij
op verwijtenden toon, alsof het haar schuld was.
Maggie bloosde nog sterker en begon lachend:
„Nu dan, laat het gebroken spinrokken den
doorslag geven. Wie van u beiden de weddenschap
wint, zal een maand lang mijn ridder zijn en
gedurende dien tijd zal ik beslissen of ik zijne
diensten nog langer begeer of niet."
„Hoede weddingschap is zoo goed als
gewonnen, want ik verwed er mijn hoofd onder
dat het geen eenvoudige annonce is."
„Daar moet gij zelf zien achter te komen; maar
wees nu zoo goed en dans eens met miss Jervis.
Zij heeft zoo weinig pleizier in haar leven, het
arme schepsel; ze is altijd met die lastige kinderen
bezig. Ik zal wel een wals spelen."
„Gij stuurt me ook altijd weg" pruttelde Perey;
maar hij ging toch heel gedwee, ofschoon wat
langzaam, naar de gouvernante toe.