frc soa;
ÏS2«
1879
Dinsdag
23 December.
Het opgeheven bezwaar-
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering Tan Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Oent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Eisbach en Jonks.
BEHIOHT.
Zij die zich vóór 1 Januari 1880 op
deze courant abonneeren, ontvangen de
nog in dit kwartaal verschijnende nom
mers gratis.
Middelburg 22 December.
FEUILiLBTOlsr.
EEN BLOEDIG VERHAAL
Benoemingen en besluiten.
li
De tweede kamer heeft Zaterdag avond, niet
zonder moeite, hare zittingen gesloten. Bij het
debat over de midde.en-wet werd nogmaals de
noodzakelijkheid der indiening van een volledig
belastingplan uiteengezet door de heeren Van
Nispen en De Bruyn, en werd het dringende der
aanvulling van 's rijks gewone middelen betoogd
door den heer Van Delden. Zoo dringend vond
hij die, dat hij verklaarde wel lust te hebben om
reeds nu te beproeven het tekort aan te vullen
door voor te stellen 50 opeenten op de grondbe
lasting, of 12 opcenten méér op de registratie
hypotheek- en successierechten te heffen.
„Dat durf je niet!"was de eenigszins
aan de schoolbank herinnerende uitroep, waarmede
de heer Rutgers den oud-minister hier in de rede
viel. Of de heer Van Delden niet durfde, zeide
hij niet, maar zeker is dat hij 't niet deed.
Dezelfde heer Rutgers zou, na eene scherpe
woordenwisseling met den voorzitter, gestraft zijn
met de in ons parlement nog nooit vertoonde
etraf van ontneming van het woord, indien hij
nog niet juist bij tijds ervan aigezien had. Dit
gebeurde toen hij, naar aanleiding eener crediet-
aanvraag voor Indië, weder het debat over den
toestand in Atjeh wilde heropenen. Daar wilde
de president der kamer niet meer van gediend zijn,
nadat men 's morgens, tegen zijn eigen zin, be
sloten had het debat te sluiten.
De heer Fransen van de Putte vroeg, nu de
Atjeh-oorlog geëindigd is, of nu eindelijk de min.
van koloniën bij de terugkomst der kamer, in
Februari a. de stukken openbaar zou maken,
welke over het ontstaan van dien strijd hef nog
steeds door sommigen gewen sehte licht zullen
doen opgaan. De minister wilde zich echter ook
nu nog niet binden.
Anders dan als historische bijdrage hebben die
lang verborgen stukken, naar onze meening, geen
belang. „De waarheid omtrent Atjeh" is, voor
niemand die zich de moeite heeft gegeven van te
onderzoeken en na te denken, een geheim meer.
Eindelijk nam nog, voor dat de kamer op reces
DOOR
JAMES PAÏH.
Dit Was een genadestoot. Sir Geoffrey greep
naar het schelkoord om zijn neef de denr uit te
laten zetten doch toen de knecht binnen kwam
was zijn woede bekoeld en zei hij alleen „zie
eens naar het vuur". Percival's bluf op dat éene
geslacht meer, was hem weer voor den geest
gekomen en daardoor beschouwde hij den jongen
man in een heel ander licht.
„Zie eens Percival" zei hij „om n pleizier
doen zal ik kennis met die jonge dame gaa
maken en als zij mij niet bevalt moet gij beioven
dat gij uw engagement zult verbreken."
„Het is onmogelijk dat zij u niet bevalt" zei
Percival ridderlijk, doch ontwijkend.
De oude man was op een denkbeeld gekomen
nog al iets buitengewoons voor een Fendall
en daarom is het des te meer te betreuren dat
het niet edeler was. Indien die Mary Blake zoo
lief en beschaafd was als Percival zei, zou hij
op baar gevoel zien te werken, door haar aan
ging, de nieuwe burgemeester Van Amsterdam,
de heer Van Tienhoven, zijn ontslag als lid en
werd diens voorbee'd gevolgd doorden
heer Elout van Soeterwoude.
De eerwaardige man sprak eenige hartelijke
woorden tot afscheid. Zijn hooge leeftijd en de
staat zijner gezondheid verhinderden hem langer
aan den staatkundigen strijd deel te nemen.
Ondanks die redenen van zwakte heeft de heer
Elout nog een goed figuur in de kamer gemaakt.
Maar welk nut zijn kortstondig optreden, zelfs
voor zijn eigen partij, gehad kan hebben, blijft
een raadsel. 'tWas eene interessante vertooning,
ziedaar al. Een bewijs te meer voor 't gemis
van practisehen zin dezer partij, die zich buiten
de kamer leiden en drijven laat door den heer
Kuyper, wiens overspannen zenuwen hem reeds
een- en andermaal iu levensgevaar brachten, en
die in de kamer niemand beter zich tot aanvoerder
wist te kiezen dan den meer dan 80jarigen grijs
aard, die slechts voor enkele maanden komen kon
om te toonen hoe „kras" en hoe „bij de
hand" hij nog is en welke fraaie redevoeringen
hij nog houden kan.
Blijkens het heden door ons ontvangen prov.
blad No. 110 is door gedeputeerde staten van
Zeeland bij besluit van den 17en dezer bepaald,
dat de verkiezing van een lid der provinciale
staten van Zeeland, te Middelburg, ter vervulling
der vacature, ontstaan door de benoeming van
jhr. mr. J. W. M. Schorer tot's konings commissaris
in Noord-Holland, zal plaats hebben Dinsdag 13
Jannari a. s. en de herstemming, zoo noodig, den
27en d. a. v.
In de heden voortgezette zitting van den Vlis-
singschen gemeenteraad werd, op voorstel van
den beer Verkuijl Quakkelaar, een voorstel van
het dag. bestuur, tot invoering eener hondenbelas
ting, tot eene volgende zitting aangehouden.
Morgen geven wij het gewone versJag.
Breshens, 21 December. Wij beginnen hier
Is op een eiland te zitten. De stoomboot van
Vlissingen, die te 2 uren de Hollandsche post
overbrengt en te 4 uren de post van hier naar
Vlissingen meeneemt, is vermoedelijk ten gevolge
van het ijs onder den Walcherschen wal, beide
keeren niet gekomen. Hier op de kust was gis
teren nog al ijs; heden niet.
Welke toestand er geboren zal worden als de
postgemeenschap tusschen ons reeds zoo geïso
leerd land en Walcheren gestremd wordt, is
moeilijk te voorzien. Yan rechtbank, kantoor
van hypotheken, provinciaal bestuur, kortom van
alle hoofdadministratien zijn wij dan volkomen
afgesloten; zelfs de ambtenaar van het openbaar
het verstand te brengen dat zij de vooruitzichten
van den jongen man in den weg stond als zij
daarentegen hebzuchtig was, zou hij haar wel
aikoopen.
Na verloop van eenigen tijd kwam sir Geoffrey
dus naar Londen en had een onderhoud met
Mary, waarna Percival den volgenden brief ont
ving:
Waarde neef. De liefde heeft u niet verblind,
want ik moet bekennen dat het meisje er heel
lief uitziet, maar uw gehoor is er eenigszins door
verdoofd. Juffr. B. slikt de „h's" op. Op een
kan ik zweren het was inhorloge. Zij kan het
niet helpen, maar het is haar ongeluk. Het zit
in het bloed. Indien gij met haar trouwt
zooals zij is en zij kan zich niet veranderen
zult gij nooit een bunder land te ffiendali bezitten
en ook geen cent van het ffiendelische geld zien.
Uw neef G.
De oude baron zou dit nooit hebben durven
schrijven als hij zich niet gevleid had dat hij de
arme Mary tot zijne plannen had overgehaald. Hij
had haar de schitterende vooruitzichten beschreven
die Percival te wachten had, doch die door het
huwelijk met haar voor altijd vernietigd zouden
worden en hij had een beioep op haar liefde
gedaan om haar minnaar te verzaken.
Hij slaagde helaas maar al te goed. Het denk
beeld da t Percival om harentwil zijn toekomst
zou verwoesten, vervolgde haar nacht en dag en
bezorgde haar een zware ziekte. Percival was
ministerie bij ons kantongerecht woont te Middel
burg.
Van daar, dringende noodzakelijkheid om
zoolang mogelijk en met alle beschikbare en
uit te vinden middelen, in de gemeenschap tus
schen Vlissingen en Breskens te voorzien. Men
zegt, dat de raderbooten der provincie niet ge
schikt zijn om door het ijs te slaan. Als dat zoo
is, en wij gelooven het, laat men dan scbroefbooten
in de vaart brengen. Er zijn stevige sleepbooten
genoeg te Vlissingen voorhanden. De geldquaestie
is van minder bezwaarby zaken van zoo hoog
belang mag die niet in de schaal gelegd worden.
Er zijn misschien nog andere middelen om ons
te helpenalles kan beproefd worden. Maar men
late ons toch in 's Hemels naam niet aan ons
lot over
Uzendijke, 20 Dec. Eenige dagen geleden
is men alhier begonnen een bestemming te geven
aan de som van f 1500, die de gemeenteraad be
schikbaar heeft gesteld om tot leniging der
armoede te laten verwerken. Het nog bestaande
gedeelte der wallen aan de noordzijde der
gemeente wordt geplat door de meest behoeftige
mannen. Zij verdienen daarmede 60 cent daags
en zijn dus voor broodsgebrek gevrijwaard. Het
werk zal gestaakt worden zoodra dooiweder
anderen arbeid toelaat.
Men schrijft dd. 20 dezer uit Amsterdam aan
het TJtr. Dagblad
„'t Was bitter kosd, en 't scheen wel, dat de
kille wind op het terrein der fabriek van den heer
Van der Made nog ijziger was dan elders. Toch
waren velen opgekomen om tegenwoordig te zijn
bij de vuurproef, waaraan de heer Chatwood uit
Londen zijn brandkast zou onderwerpen.
„Mon kent de historie der brandkasten, die te
Arnhem voorviel, ter gelegenheid van de tentoon
stelling. Wij onthouden ons van eene beoordeeling;
daarvoor moet men deskundige wezen.
„We zagen, dat de kast fel werd bestookt.
Meer dan 10 kubiek meter hout werd verbrand,
daarna werd de kast 6 meters hoog opgeheschen
en vervolgens liet men haar vallen, om haar opnieuw
in het vuur te brengeu en wel gedurende drie uren.
„Aanstaanden Maandag zal de inbraakproef
plaats hebben. Veler aandacht is daarop gespai.nen.
„Dit zal de dag der dagen zijn; de heer Chat
wood maakt zich sterk, dat men onmogelijk zijn
kast zal kunnen openendeskundigen maken zich
sterk het wel te kunnen doen.
„Onder de autoriteiten merkte men op de heeren
J. Bosscha, H. L. Wolterman, Snijders, Ravenek,
Lindo, Van der Waal, Van Eek en de leden der
Arnhemsche jury.
„De kast, die ongeveer 2000 kilogrammen woog,
wanhopend en had juist nog geestkracht genoeg
om sir Geoffrey een bnef te schrijven, waarin hij
hem geducht de waarheid zei. Het einde ervan
was als volgt:
„Indien Mary sterft tengevolge van nw helsche
zelfzucht, zal ik een octrooi nemen en den dwazen
naam van ffiendell veranderen in Bulloch
Smith."
Sir Geoffrey was door deze bedreiging geheel
ter neergeslagen.
Maar intusBchen werd de arme Mary al zwakker
en zwakker; zij kreeg herhaaldelijk bloedspuwingen
en, al was het bloed der Blakes dan van een
minder allooi, zij had. het toch noodig om in het
leven te blijven en ging met rassche schreden
achteruit. Dr. Lascelles die in consult geroepen
werd zei: „Er is slechts éen ding wat deze jonge
dame het leven kan redden. Wij moeten een
bloediuspuiting (transfusie) beproeven." De andere
dokter die van de oude school wasschudde
het hoofd, zooals dat alleen een dokter kan.
Dr. Lascelles begreep terstond uit dit veelbe-
teekenend gebaar dat hij nog nooit van die
operatie gehoord had.
„Ik dacht wel dat gij het met mij eens zoudt
zijn" zei hij, met den vriendelijken glimlach
waardoor hij zooveel opgang in zijn vak gemaakt
had, want zijn praktijk bestond voornamelijk uit
dames.
„Gij herinnert u ongetwijfeld de voorschriften
van Playfair?" En hjj vertelde hem hoe di°
had een diepte van 68J, een wijdte van 80 centi
meters. Er bevonden zich in 14000 circulaires,
benevens tal van snippers en eenige pijpen lak."
Blijkens een van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië ontvangen bericht, bedraagt
de raming van den koffieoogst op Java voor het
loopende jaar, op ultimo November, 1,257,355
pikols, waarvan zijn ingeleverd iu de pakhuizen
1,245,484 pikols.
Het bestuur der Nederlandsche Juristen-vtreeni-
ging heeft bekend gemaakt, dat voor de 11e
algemeene vergadering, in Aug. 1880 te 's Herto
genbosch te houden, de volgende onderwerpen
aan de orde van behandeling zijn gesteld:
I. Bestaat er aanleiding om, hetzij tot weg
neming van belemmeringen, hetzij tot versterking
van waarborgen, de wetsbepalingen op het beheer
der goederen van minderjarigen en het toezicht
op dat beheer te wijzigen Zoo ja, welke ver
beteringen komen voornamelijk in aanmerking?
II. Is het wentchelijk dat eene internationale
uniformiteit op het gebied van wisselrecht worde
verkregen Zoo ja, welke zouden van eene der
gelijke regeling de hoofdbepalingen moeten zijn,
en welke pogingen zouden moeten worden aan
gewend om dat doel te bereiken?
III. Moet nevens de tuchthuisstraf (zoo deze
behouden wordt) en de gevangenisstraf eene andere
vrijheidsstraf custodia honesta in het straf
recht worden opgenomen Zoo ja, van welke
beginselen moet de wetgever uitgaan bij het
vaststellen en het bedreigen dezer Btraf?
Naar de Rotterd. ct. verneemt, is in een ver
gadering van advocaten te Rotterdam, tot het
benoemen van een raad van discipline, de heer
mr. H. H. Tels niet als deken herkozen. De
daarop verkozen mr. J. C. Reepmaker verzocht
niet in aanmerking te komen.
Daar Z. K. H. prins Frederik voortdurend in
beterschap toeneemtworden geen bulletins
omtrent zijn gezondheid meer uitgegeven.
In verband tot de geopperde plannen tot het
aanbieden van een nationaal huldeblijk aan
generaal Van der Heijden, den onderwerper van
Atjeh, verdient het de aandacht dat, naar wij
vernemen, de heer J. Ph. Menger, eerste stempel
snijder aan 's rijks munt, te Utrecht, op het'
oogenblik bezig isaaueen eerepenning, gewijd aan
generaal Van der Heijden.
Benoemd tot notaris binnen het
NOTARISSEN.
luidden. „Een van ons beiden moet dit weg
stervende leven trachten te ondersteunen."
„Ik geloof dat het het best zal zijn dat gij
dat doet" hervatte de ander schielijk.
„Er gaat niets boven nieuw bloedik meen jong
bloed, 'tls waar, ik ben jong en sterk ik kan dit
mooie jonge schepsel niet onder onze handen zien
wegzinken."
Dit zeggende ontblootte Lascelles zijn arm en
liet zich aderlaten.
Twee maanden later kreeg sir Geoffrey den
volgenden brief van Percival, geschreven onder
het dicté zijner vrouw
„Waarde neef, onder den invloed van den
hartstocht, die gelijk gij zelf eens terecht hebt
opgemerkt 's mensehen handelingen ongeldig
maakt, zond ik u eenigen tijd geleden een mede-
deeling in bewoordingen waarover ik thans diep
berouw gevoel. Wanneer het bloed der ffiendells
begint te koken, drukken zij zich sterk uit; en
gij zijt de laatste (behalve ik) om daaromtrent
niet toegevend te zijn. Met innige dankbaarheid
kan ik u berichten dat mijne dierbare Mary van
haar zware ziekte hersteld en nu weer ik had
bijna gezegd „geheel de oude" isdoch ofschoon
zij even gezond is als vroeger, is dat toch niet het
geval. Zij is op een merkwaardige, doch echt
wetenschappelijke wijze iemand anders geworden.
Zij heeft een operatie van bloed'inipuiting onde