Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Marine en leger.
vemagtog vaa den kapitein ter Eee J. A. Baart
de la Faille door den kapitein-luitenant ter zee
D. G. E. Wolteibeek Muller, in het bevel over
Zr. Ms. schroefstoomschip Cornells Dirks, te
Curasao, ingetrokken.
Kunstnieuws.
kwam en wien een weinig Kanonenfiebsr dus zeer
wel te vergeven zoq zijn, te vergelijken met den
ervaren leider, wiens verlies wij betreuren. Ook
zoji een oordeel, op dezen enkelen avond gegrond,
te eenzydig wezen om op rechtvaardigheid aan
spraak te kunnen maken. Maar zooveel hebben
wij reeds kunnen opmerken, dat de heer Cleuve^
die in eene uitmunteude school, onder den be
roemden Hiller, gevormd is, aan eene grondige
kennis en een g >eden smaak eene warme liefde
en vereering voor zyne kunst paart, welke niet
alleen hemzelven doordringt, maar bezielend werkt
op allen die zich in zijne omgeving bevinde,..
Met deze eigenschappen, meenen wy zyne komst
als eene aanwinst voor de Middelburgsche muzi
kale wereld te mogeu roemen en hem te mogen
voorspellen dat hy, evenals zijn voorganger, hier
een tweede vaderland vinden zal, waarin hij zich
beter thuis zal voelen naarmate men zijrie kunde,
zyne leiding en zijn invloed als kunstenaar op
hooger prys zal gaan stellen.
Landbouw.
ïiöteet? «iet vêïweüéêrd hebben, wmeêï het verschil in
plaats van 25 pet. ruim 50 pet. bedroeg."
'Wij zijn aan het eind onzer uitvoerige aanha
lingen, welke onze lezers ons, uithoofde van het
hooge belang der zaak, zeker ten goede zullen
houden. Van de citaten uit het Meutes v. d. Dag
willen wij echter geen afscheid nemen zonder de
opmerking te maken dat, al wil men onze vader-
landsche nijverheid nog zoo gaarne „beschermen",
het toch eene onmogelijkheid zal zijn om tegen
de natuurlijke voordeel en der buitenlandsche
concurrenten een tegenwicht te stellen. De
regeering van stad en land kan dus wel, op kosten
der belastingbetalenden, fabrieken en arbeiders
in 't leven houden, maar eene bloeiende indus
trie, die op de hoogte van haar tijdis, en blijft,
scheppen, dat kan zij, door hare bestellingen, niet.
ïn de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Middelburg, waarvan wij
in een volgend nommer het gewone verslag geven,
werd mededeeiing gedaan van een schrijven van
jhr. mr. J. W. M, Schorer, houdende bericht dat
hij wegens vertrek naar elders zijn ontslag neemt
als lid van den raad. Op zijn verzoek werd aan
den heer Schorer, om dezelfde reden, eervol ont
slag verleend als voorzitter der commissie van
toezicht op de straatwegen MiddelburgVlissingen
en Middelburg—Veere, onder dankbetuiging voor
de vele door hem in die betrekking bewezen
diensten.
Het verzoek van den heer E. G. Drenth
om eervol ontslag als hulponderwijzer op de
school C, is ingewilligd
Tot lid der plaatselijke schoolcommissie werd
benoemd de heer dr. Ths. Knottenbelt, en tot
Ieeraar in de gymnastiek de heer G. Keijzer met
8 van de 14 stemmende heer P. B. Oost Lievense
verkreeg 3 stemmen, terwijl op den heer C. M.
van Visvliet eveneens 3 stemmen werden uitge
bracht.
Ter voorziening in de door periodieke aftreding
ontstaande vacatures werden herbenoemd: tot
lid van de commissie van toezicht over de scholen
voor M. O. de heer C. M. van Visvliettot leden
van het bestuur der godshuizen de heeren J. J.
I. Sprenger, voorzitter, J. Fak Brouwer Mz. en
mr. A. P. Snouck Hurgronje; tot leden van het
burgerlijk armbestuur de heeren jhr. mr. P. D.
van Citters Jr, en J. J. van der Harst Az, en
tot gemeente heelmeester de heer J. B. Haringman.
Tot leden der commissie uit den raad tot voor
lichting van burg. en weth. bij het opmaken der
kohieren van de pi. dir. bel. op de inkomsten
werden benoemd de heeren J. J. van der Harst
Az.B. A. Fokker en J. H. Snijders en als
plaatsvervangende leden de heeren D. Jeras, M.
Yolkryk Liebert en F. Nagtglas.
De firma Christie, Nolet en De Kuijper, te
Delf shaven ontving van de stoomvaart-maatschappij
Zeeland te Vüssingen de opdracht, om ten behoeve
van haar mail-stoomboot Stad Middelburg te ver
vaardigen 4 groote stoomketels van 400 nominale
paardekraebten, met veiligheidstoestellen com
pleet; 1 Donkey-stoomketel met toebehooren
compleet2 oppervlak-condensors met centrifugaal
circulatiepomp met afzonderlijk stoomwerktuig,
enz. enz. Alles volgens plannen en samenstelling
van genoemde firma. [N. B. Ct).
Het bulletin omtrent den toestand van Z. K. H.
prins Frederik luidde gisteren: Nacht veel beter,
toestand redelijk wel.
Nu de pogingen om het Noordzeekanaal door
middel van eene ijs-kegge vrij te houden, mislukt
zijn, hebben een aantal belanghebbenden bij de
scheepvaart te Amsterdam de ministers van ma
rine en waterstaat verzocht, voor dat werk een
indien hg die met goed fatsoen en zonder veel
moeite kon behouden. Ofschoon hij een zeer
onwaardig afstammeling van zijn geslacht was
ten opzichte van het geloof in hun edeler bloed,
had bij een sterken afkeer van lastig gevallen of
gekweld te worden overgeërfd. De onde sir
Geoffrey zelf, met zijn f 240,000 's jaars en een
onderdanig district, kon niet afkeeriger zijn van
„gestoord" te worden dan hij, en wanneer iets
hem ergerde gaf hij zich even weinig moeite om
dit te verbergen als zijn groote neef. Zulke
menschen zijn, maatschappelijk gesproken, het
zout der aarde, die, in een wereld van vleiers en
pluimstrijkers, aan kleine dwingelanden de ronde
waarheid durven zeggen, zelfs al gelukt het hnn
niet te verbeteren. Maar Percival had volstrekt geen
beBef van een apostolische zending in zich. Hij
wilde even goed als zijne meerderen gaarne zijn
zin hebben en daar zijn eerzucht hare grenzen
bad kreeg hg dien meestalhij was iemand(
die niet liep, keek en praatte alsof de geheele
straat hem toebehoorde, maar alsof het hem in
het minst niet schelen kon aan wie zij toebehoorde,
en dat was ook zoo. Daarenboven had hij van
zijn vader volstrekt geen dom gezicht geërfd en hij
was even verstandig als hij er uitzag. Hij kende
zich zelf het zijn alleen de dwazen, niettegen
staande al hetgeen de wijsgeeren zeggen om het
tegendeel te betoogen, die dat niet doen
en hg wist ook wel dat hy geen gunstigeu indruk
op den eigenaar van Fendall-Court zon maken en
van 's lands iramschepen beschikbaar te stellen.
Men beweert dat de ministers daartoe niet onge
negen zouden zijn.
Het moet toch erkend worden dat als wij
Nederlanders eenmaal eeu strgd tegen de natuur
krachten beginnen, wij hem niet licnt opgeven
burgemeesters. Op zijn verzoek eervol ont
slag verleend aan H. H gedoorn Bautjes, als
burgemeester der gemeente Maartensdijk.
geneeskundige dienst. Op verzoek eervol
ontslagen de officier van gezondheid 2e kl. bg
de zeemacht, dr. A. Prins.
pensioenen. Pensioen verleend aan J. Bouw
meester, ziGh noemende en schrijvende Boumecster,
hoofdcommies bij het departement van financien,
ad ƒ1659; J. J. Romenij, wed. A Volkmaars,
iii loven provinciaal inspecteur der directe belas
tingen enz., ad ƒ894; en Wilbrenninck, ontvan
ger der directe belastingen enz., ad f 900 's jaars.
ridderorden. Benoemd tot ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuw de heeien mrs.
J. C. J. van der Schalk en F Th. Pahud de
Mortanges, laatstelijk resident respectievelijk van
Rembang en der Preanger regentschappen (beiden
thans met verlof in Europa), en de regent van
Cheribon, Raden Adhipati Aria Soeria di Redja.
Tot Ieeraar in de Engelsehe taal-en letterkunde
aan het gymnasium en aan de H. B. S. te De
venter is benoemd de heer J. K. Frederiks, die
deze betrekking aan de H. B. S. gedurende den
tijd van éen jaar heeft vervuld.
Voor de nagelaten betrekkingen van den
Haagschen hoofdonderwyzer D., is door eene
commissie bijna f 5300 bijeengebracht. Daardoor
is de toekomst van de weduwe en hare kinderen
minder zorgelyk gemaakt. Voor de bijeengebrachte
som is een huis voor de weduwe gekocht, waarin
zij zelve woont, en waarvan ze een gedeelte ver
huren kan. Zoo wordt zij blijvend en geregeld
bij hare zorgen gesteund en in de gelegenheid
gesteld hare inkomsten eenigszius te vermeerderen.
Ook de moeder van den overledene is voor
eenige jaren, waarschijnlijk voor haar leven, van
vrij wonen verzekerd. Van die 5300 werd 1955
ontvangen door tusschenkomst van den heer C.
Honigh te Wageningen.
Blijkens den verschenen Groninger Studenten-
Almanak, bedraagt het getal der studeerenden
aan de rgksuniversiteit te Groningen 256 Van
deze 256 studeeren in de letteien uitsluitend 19,
voorbereidend voor de rechten 18, voorbereidend
voor de godgeleerdheid 15, in de wis- en natuur
kunde uitsluitend 24, voorbereidend voor de
geneeskunde 47in de rechten 62, in de genees
kunde 56, in de godgeleerdheid 15.
Aan de rijksuniversiteit te Leiden is bevor
derd tot doctor in de rechtswetenschap de heer
C. W. Margadant, geboren te Rotterdam, na ver
dediging van een academisch proefschrift, getiteld
Cessie door Endossement.
Te Zutfen is tot Ieeraar in de geschiedenis
aan de hoogere burgerschool benoemd de beer
A. de Priester te Meppel, ter vervanging van
den heer Frederiks, die benoemd is tot Ieeraar
aan het gymnasium te Amsterdam.
Te Groningen werden den 15en December
geexamineerd ais apothekersbediende 2 candidateu,
van welke 2 de akte verkregen, nl. de heeren
M. W. van Buuren, van Vüssingen, en A. P. J.
Hermans, thans te Leeuwarden. De examens
zijn daarmede afgeloopen.
Ingevolge machtiging des koning# wordt de
dat was een reden te meer waarom hij geen lust
had er heen te gaan.
Bet is echter een Optimistische droom dat wij
de menschen Van wie wij wat te wachten hebben
op een afstand kunnen houden en toch goedé
vrienden met hen blijven. Dat ondervond Percival
ook. Op zijn beleefden, met zorg geschreven brief,
waarin hij getracht had de, uitnoödiging af te
slaan, kreeg hij per omgaande antwoord, op een
toon die zgn onmiddellijke overkomst naar Fendall-
Court noodzakelijk maakte, tenzij hij alle hoop
liet varen om het ooit zijn eigendom te noemen; in
een woord, sir Geoffrey was woedend I „Beste
Percival, gij moest toch maar gaan", betoogde
Mary, aan wie hij dien brief had laten lezen en
zijn verontwaardiging ér over te kennen gaf. Zij
was een heel mooi meisje, met oogen als eett
gazelle en een stem die hem aangenamer in de
ooren klonk dan die van iemand bij het gerechtshof.
„Maar hy schryft zoo onvriendelijk1' zei Percival
en trok aan zijn knevel, „bet is zeker een
onaangenaam mensch."
„Bedenk dat het een ottde man is" pleitte Zij,
in de overtuiging dat men een grijsaard toege
vendheid, zoowel als eerbied verschuldigd is.
„Zóo oud is hij nog niet1' bromde Percival. „Het
kaD nog jaren duren ik meen dat ik mij nog
jaren lang naar zijn lastig hiimeur üott tóoeteu
schikken en het is de vraag of de heele zaak
zulk een groot offer waard is
Hij dacht aan zijn eigen gemoedsrust en of hg
De zangvereeniging Tot Oefening en Uitspanning
alhier mag met den afloop van hare gisteren avond
gegeven eerste uitvoering in dit seizoen geluk
gewenscht worden. In Mevr. Wiedemann—K!otzt
die de scpraan-partijen in Alexander's Fest en Schön
Ellen vervulde, leerden wij eene zeer verdienste
lijke dilettante kennen, in 't bezit van eene uit
muntende methode en eene franie, niet byzonder
sterke, maar voor eene zaal van matigen omvang
zeer toereikende stem Den heer Eigenbertz, met
wien wij voor 'teerst kennis mr akten, hopen
wg hier meer te zien. Zyn edel, mannelyk
bariton-geluid en zijne beschaafde voordracht doen
hem als een zanger uit eene goede school en van
fijnen smaak kennen. Over den tenor-soüst, onzen
stadgenoot, zouden wij slechts in herhaling vallen,
door hem met lof te vermelden. Zijne voordracht
van het Brautlied, met de wegsleepend schoone
cello-begeleiding, behoorde tot de glanspunten van
den avond.
Niet in de solisten, noch ook in het zeer belang-
rgk en afwisselend programma lag echter de
beteekenis van deze uitvoering. Wie in onze
muzikale wereld thuis is en belang stelt, miste
niet zonder smartelyke herinnering op de direc
teursplaats de figuur van den onvergetelijken
Kirrwald. Door wien en op welke wijze hij ver
vangen zou worden, dat was het wat deze
uitvoering zou leeren. Voordeeüg voor den nieuw
opgetreden directeur kon deze vergelijking onmo-
gelyk zyn. Kirrwald toch, stond niet alleen als
kunstenaar, maar ook als mensch, in ontwikkeling
en karakter, op een hoog standpunt, fly bezat,
naast de grondige kennis van zyn vak, dezeifbe-
heersching en den tact, welke noodig zyn om de
verschillende bestanddeelen, uit welke ons kunst
wereldje is samengesteld, bijeen te houden, er
geene af te stooten, de oude krachten te behouden
en nieuwe aan te winnen. Als directeur stond zyn
ideaal zeer hoog, maar tevens wist hij zich reken
schap te geven van hetgeen, met de bescheiden
middelen welke tot zyne beschikking stonden,
bereikbaar was. Daardoor mocht zijne leiding,
voor een niet talrijk koor en orkest van meest lief
liefhebbers,iu vele Opzichten een voorbeeld genoemd
worden. Hy was niet iicht tevreden, omdat hij altijd
voelde hoe ver de uitslag bleef beneden hetgeen
die zijn moest; maar hij onthield zich van het
muken van overtollige aanmerkingen, welke hy
wist dat toch niet nader tot het gewenschte doel
zouden voeren en zyn personeel slechts zenuw
achtig en onrustig konden maken. Op de
laatste repetitie nam hij, even als trouwens
alle bekwame dirigenten, weinig notitie meer
van fouten of abuizen, Welke dan in den regel
toch niet meer te verhelpen zyn, maar toonde
zich tevreden en vol moed voor den volgenden
avond. Hg bepaalde zich by die gelegenheden
tot het instudeeren van het samenspel met de
dan gewoonlyk voor 't eerst aanwezige solisten,
en tot het regelen van Wat mén de mise en scène
van eene tnuziek-uitvoering zou kunnen noemen.
En was de uitvoering aan den gang, dan stond
bij, uitwendig althans, daar als een beeld
van kalmte en gerustheid; moedigde zijn perso
neel aan met de schaarsche, doch daarom te meer
gewaardeerde blyken zijner tevredenheid, en boe
zemde hen allen het onwrikbaar vertrouwen in,
dat, wat ook verkeerd mocht loopen, de man
die aan 't roer stond het schip in veilige haven
terecht zoü bréngen.
Het zou alleszins onbillijk zijn, den jeugdigen
directeur, die gisteren voor 't eerst in den strgd
iü staat zott wezen zich altijd te beheerscheü
wanneer zgn neef tot hem sprak over „eerbied"
én „gehoorzaamheid", op denzelfden toon ais hij
goed gevonden had erover te schrijven.
„Als gij met uW neef overweg kunt" sprak zij
met een iiefelyken blos, „zoü papa Wellicht eerder
geneigd zijn zijn toestemming te geven dat
Wil Zeggen dan zoü hg onS misschien wat
Vroeger lateü troüWen."
„Dat is waar lievelingzei Percival „eti daar
heb ik alles voor over. Ik zal dadelijk schryven
en zeggen dat ik de volgende week kom."
„Schrijf niet telegrafeer liever; en ga van
avond nog."
„Maar ik moet Zaterdag met u bij Jones eten."
„Dat doet er niet toe; laat ik niet dé oörzaak
zijn dat gij u het ongenoegen van mijnheer Feudal 1
op den hals baalt. Ik weet zeker dat ik n een
goeden raad geef; ga van avond."
„Goed, ik zal gaan."
En hij ging.
[Wordt vervolgd)
Op het publiek maakte blijkbaar het tweede,
meest moderne en afgewisselde gedeelte van het
programma een aangenamer indruk dan de strenge,
vermoeiende en, bij eerste auditie, eenigszins
eentonige Handel-muziek. Een wenk voor de
gros-bonnets in onzen raad der kunst, om by het
ontwerpen der uitvoeringen niet alleen met hun
eigen kennis en smaak, maar ook eeuigszins met
die van het groote publiek te rade te gaan.
Slechts om de vruchten van hun studie en hun
inspanning onder het publiek te brengen en te
doen waardeeren, is het toch dat zij zich zooveel
moeite geven. Om dat doel te bereiken kan het
opofferen van eenige eigen voorüefde soms nood
zakelijk zijn.
Naar het schijnt worden uit Den Haag door
onze beste meesters eeu zestigtal schilderijen in
waterverf gezonden naar de eerstvolgende ten
toonstelling in Grosvenor (Londen). Het Engelsehe
blad Athenaeum zegt, dat dit een van de belang
rijkste bijdragen is, bovendien niet alleen uitnemend
schoon op zichzelve, maar ook zeer geschikt om
de Engelsehe kunstliefhebbers van hun waan te
genezen, dat de aquarelkunst eigenlijk nergens
anders dan in Engeland met goed gevolg beoe
fend wordt.
De beroemde schilderij van A. van Dijek,
in de kerk van het dorp Saventhem tusschen
Brussel en Leuven, heeft de gretige blikken van
een buitenlandscheu verzamelaar tot zich getrok
ken; de vreemdeling bood daarvoor eene groote
som gelds. Doch in Belgie is een kerkbestuur
niet gerechtigd kunstvoorwerpen te verschacheren
zonder toestemming der regeering en deze toe
stemming wordt regelmatig geweigerd, wanneer
de verkoop tengevolge heeft dat een kunstvoor
werp uit het land verwijderd wordt.
Ook te Saventhem is de goedkeuring der
regeering geweigerd. Waarschijnlyk zal tie regee
ring de beroemde schilderij voor een ryks-museum
aankoopen.
Bij ons is helaas Dog niet het bewustzijn
levendig geworden, dat een kerk- of gemeentebe
stuur zich niet ten opzichte van zeldzame kunst
schatten mag gedragen als een willekeurig en
oppermachtig eigenaar, maar dat de aard van
den schat en zijn eeuwenlange ouderdom dit
eigendomsrecht ten bate van het algemeen belang
beperken. Thans zal het kunnen gebeuren dat
b. v. een kerkbestuur, uit toevallige mediocriteiten
bestaande, kunstvoorwerpen, die sinds Karei den
Groote door dertig geslachten zorgvuldig zijn
bewaard, aan den een of anderen koopman
ongehinderd verkwanselt. Zoo kan heden de heer
Van Bemmelen de schilderijen van Beresteyn
verschacheren en morgen de gemeente Gouda den
kelk van Jacoba van Beieren over de grenzen
Zenden. De regeering zal het niet zien en de
natie zal het aanzien! Kunstbode
Brandnetels»
Neteldoek kennen al onze vrouwen en dochters.
Weinigen zullen weten, dat het thans gewoon
lijk van katoen vervaardigde weefsel, oorspronkelijk
werd vervaardigd van de vezels van den brandnetel
en wel van die groote, welke voorkomt bij heggen,
schuren, muren enz., de urtica dioica. In den
laatsten tijd heelt men in Duitschland de proef
genomen op slechte, doch goed losgemaakte gronden,
met den aanbouw dezer plant, die ongeveer als
hennep behandeld, een uitstekend spinbaren draad
opleverde. Wellicht ware ook ten onzent deze
industrie met goed gevolg inheemsch te maken.
De plaüt heeft, eenmaal geplant zijnde, in de
eerste jaar of tien geen zorgen noodig, tenzij eeü
weinig bemestiDg. De jonge brandnetel, is een
uitnemend voeder voor melkvee, zij kan drie-
viermaal in een jaar worden gemaaid. Opmerke
lijk is het dat de kleine brandnetels, die overal
in tuinen voorkomen, de urtica urensniet minder
gaarne door het vee wordt gegeten. Gedroogd
beweert men dat het zaad der netels, tusschen de
haver gedaan, de paarden glanzig doet worden.
Een der grootste vyanden van onze klaver,
het warkruit cuscutais, naar men meldt, niet
bestand tegen eene zoutbemesting. Zeer weusche-
l\jk is het, dat dit beproefd worde, opdat meü
dit vooral in lucerne zoo ondeugend woekerplantje,
kunnen koeren.
[Almanak i). Landbouwers
Eekhof A Zn, Leeuwarden.)