December
291^ ïaargang.
Marktwezen,
Bergplaats van Petroleum
Dit blad rersohijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére 6. L. Daubk en Cfe. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonks.
Zij die zich vóór 1 Januari 1880 op
deze courant abonneeren, ontvangen de
nog in dit kwartaal verschijnende nom
mers gratis.
Middelburg 16 December.
Benoemingen en besluiten.
l J. r. U.A-"
-J-
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft (art. 16. der wet)
dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden
inschreven, verplicht is zich daartoe by burge
meester en wethouders ter boven aangegeven
plaatse en binnen den daar bepaaldeu tijd aan te
geven dat bij diens ongesteldheid, afwezigheid of
ontstentenis, zijn vader, of, is deze overleden,
zijne moeder, of, zijp beiden overleden, zijn voogd,
tot het doen van die aangifte verplicht is (art.
18 der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien tlringend
aangemaand aan de op hen rustende verplichting
te voldoen en wordt hun ten overvloede onder
de aandacht gebracht, dat bij bovengemelde wet,
onder meer, is bepaald
dat met boete van 25 tot f 100 wordt gestraft
de overtreding van art. 18 en dat bij elke ver
oordeeling tot boete tevens door den rechter
wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is vol
daan binnen twee maanden nadat de veroordeelde
is aangemaand, de boete door gevangenisstraf
van ten hoogste tien maanden zal worden ver
vangen.
En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude
kunnen voorwenden, is deze, ter voldoening aan
de bepaling van art. 19 der wet van den 19
Augustus 1861, Staatsblad no. 72), op heden
voor de tweede maal afgekondigd en aangeplakt,
waar zulks binnen deze gemeente te doen gebrui
kelijk is.
Middelburg, den 15 December 1879.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
N. O. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, l. b.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
heeft gisteren zijne betrekking aanvaard, na door
den griffier der Staten in de bureaux der provin
ciale griffie te Haarlem te zijn rondgeleid om
kennis te maken met de ambtenaren.
tot voorbeeld is genomen, - dat is een nationale
daad iu de volle beteekenis des woords. Wij
hopen dat het ontwerp, gelijk het als een samen
hangend geheel is bewerkt, weldra uit de Neder-
landsche kamers als wet zal te voorschijn treden.
Het brengt de wetenschap van het strafrecht
vooruit en zal niet weinig bijdragen om het
aanzien van de Nederlandsche wetgeving te ver-
hoogen en het land tot eer te strekken."
Aan de tweede kamer zijn overgelegd een aantal
rapporten en stukken betrekkelijk den Rotterdam-
schen waterweg. Ze bevatten de geschiedenis der
daaraan sedert 1877 uitgevoerde verruiming- en
bagger werken en de argumenten tot ondersteu
ning van den post van f 2,930,000, voor de
voortzetting dier werken op do tegrooting voor
1880 uitgetrokken, In een brief van den hoofd
ingenieur van den 12 Nov. jl. worden de gevolgen,
welke zouden ontstaan als men thans met de
verruiming ophield, aldus samengevat
lo Het met het uitstroomend zand verstopt
geraken van den bestaanden vaaiweg bij den
mond langs het Noorderhoofd; 2o verhooging van
den West mot het afkomende zand, en dienten
gevolge nog meer dan thans, vorming van bran
ding en rollers, waardoor ook de nieuwe geul,
rechtuit bezuiden den West, onbruikbaar zal
blijven; 3o vermeerdering der altijd onvermijde
lijke kosten van kunstmatige opruiming dergrouden
van den West, die men dan, na ze eerst te hebben
laten uitstroomen uit den dooigang, later legen
nagenoeg dubbele kosten in en vóór den mond
heeft weg te baggeren; 4o bij de stremming die
de vaart zal ondervinden, als gevolg van punt 1,
voor het niet volkomen met oorzaken en gevolg
bekend publiek, nieuwe twijfel aan het welslagen
van het werk 5o blijvend bezwaar voor de vaart
door de ondiepte op „het Zuiden"; 6o aanzienlijke
vermeerdering van de kosten voor de verbetering
van den waterweg in de toekomst, in de eerste
plaats omdat dan in en vóór den mond bij zee
is op te ruimen, wat thans voor nagenoeg de
halve kosten in de doorgraving kan worden
verwijderd, in de tweede plaats omdat dan groote
waarschijnlijkheid bestaat, dat het voor de uitvoe
ring btnoodigd mateiieel naar buitenslands vervoerd
zijnde, de kosten van voortzettiug der werken
dan gedrukt zulien worden met die deraanschaf
fing van nieuw materieel.
Behalve de urgentie van het werk als zoodanig
wijst de hoofdingenieur op nog eene reden waarom
krachtige voortzetting wenschelijk is.
Het bestaande vaarwater langs den kop van
den noordelijken dam, namelijk, wordt langza
merhand onbruikbaar, zoowel tengevolge van
vernauwing als van verdroging, deze laatste
voornamelijk buiten den dam.
Het vaarwater over de baar moet dus thans
in eenen staat van overgang verkeeren, welken
het wenschelijk is zooveel mogelijk te bekorten;
en dit kan slechts geschieden door krachtige
voortzetting van het werk.
Het hoofdbestuur der maatschappij lol Nut van
'f Algemeen verzoekt ons het volgende bericht te
plaatsen
„De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
besloot, in hare jongst gehouden algemeene
vergadering, het initiatief te nemen van een
voiks-petitionnement aan de tweede kamer der
staten-generaal, teneinde te verkrijgen dat van
overheidswege maatregelen worden genomen tegen
het misbruik van sterken drank.
„Om daaraan zooveel mogelijk het karakter te
geven eener daad van het geheele Nederlandsche
volk in zijne verschillende schakeeringeubesloot
de Maatschappij, en droeg aan het hoofdbestuur
op, niet alleen hare departementen tot ijverige
medewerking aan te sporen, maar ook een beroep
te doen op de goede gezindheid der bewoners
van al die gemeenten, waar geene afdeeling der
Maatschappij gevestigd is.
„Gevolg gevende aan laatstgemelde opdracht,
noodigt het hoofdbestuur bij deze alle meerder
jarige ingezetenen van het koninkrijk der Neder-?
landen, zonder onderscheid van kunne, staatkun
dige of godsdienstige geloofsbelijdenis, met den
meesten aandrang uit, zich bij dat volks petition
nement aan te sluiten en van hunne of hare
instemming met het door de Maatschappij beoogde
doel te doen blijken, door hunne of bare hand-
ieekening te plaatsen onder een adres aan de
tweede kamer der staten-generaal, dat in de maand
Januari e. k. overal in den lanüe ter teekening
zal worden nedergelegd. Van de juiste aanwijzing,
waar aie gelegenheid tot onderteekening bestaat,
zal een der departementen in de naaste omgeving
ongetwijfeld niet verzuimen, alle belangstellenden
tijdig te onderrichten.
„De inhoud van dit adres, ontworpen naar
aanleiding van de koninklijke toezegging in de
troonrede, op 15 September 11., dat nog in den
loop van dit zittingjaar wettelijke maatregelen
tegen het drankgebruik zullen worden voorge
steld, bevat het eerbiedig en dringend verzoek
aan de volksvertegenwoordiging, om in die rich
ting harerzijds met de regeering mede te werken."
Een vele malen geuite klacht betreft de geringe
of soms geheel ontbrekende verlichting in spoo'r-
wegrijtuigenvooial die der 3e klasse. Wij
ontvingen te dien aanzien weder een stuk van
iemand die zich beklaagt over het herhaald gemis
van licht in waggons van de tioll. spoorweg
maatschappij, maar er bovendien bijvoegt, dat hjj
uezer dagen met den trein van 4 uren vertrek
kende, in een niet verlichten waggon, door eenigè
in den waggon zittende kerels deerlijk mishandeld
en van zijn passagiersgoed beroofd is. Hij. kon
jzij.u aanvallers met herkennen, want het was
stikdonker. 'i
Van de zijde der maatschappij wordt on$„paar
aanleiding van bovenstaande klacht opgemerkt,
dat de ver.ichting in treinen steeds een voorwerp
is van nauwlettende zorg en dat juist in den
laatsten tijd eene verlichting met waskaarsen
ingevoerd wordt, daar zij tot de ervaring is
gekomeu dat het olielicht aanleiding geeft tot
rekkage en ook meer onderhevig is aan uitdoovir%.
Wat den aanval betreft, doet zij ons opmerken
dat het geheel buiteu de bevoegdheid van de
maatschappij ligt haren beambten politiediensten
op te dragen, uitgezonderd die maatregelen welke
haar eigen conti le betreffen. (j\ieuws v. d. Dag).
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat, bij hun besluit van heden, aan den heer
H. J. DroDkers Jr. en zijne rechtverkrijgenden ver
gunning is verleend, om in zijne bergplaats,
staande op het open erf van perceel S no. 62, aan
den Veerschen singel, eene onbepaalde hoeveelheid
petroleum te moe en opslaan.
Middelburg, den 15 December 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd.
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, l. b.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat, tengevolge der invallende feestdagen op
Donderdag 25 December en 1 Januati, de week
markten zullen gehouden worden Woensdag den
24 en den 31 December a.
Middelburg, den 15 December 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM l. b.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Het bulletin van gisteren omtrent den toestand
van Z. K. H. prins Frederik, luidtNacht redelijk,
toestand bevredigend.
Z. M. de koning en de koningin zullen zich den
6en Januari aanstaande Daar Arolsen begeven.
Vllssingen, 16 December. De provinciale
stoomboot, welke heden morten naar Ter Neuzen
vertrok, is wegens het drijfijs genoodzaakt ge
weest terug te keeren.
Dr. S. Mayer, hoogleeraar aan de universiteit
te Weenen, heeft in Goltdammer 's Archiv een
uitvoerig overzicht gegeven van het eerste boek
van het ontworpen Wetboek van Strafrechtdat
thans bij de tweede kamer in onderzoek is. Aan
het,,slot)yap zijn, opstel zegt hij
„IIet/1ijdWge?1s'^»!ljfcIj dat wij hier met een
wetboek te doen hebben, dafcfde. algemeeue aan
dacht van het buitenland verdient, dat zich op
waardige wijze aansluit aan de nieuwste straf
wetgevingen en daardoor een schakel te meer
vormt in de groote keten, die de beschaafdste
Europeesche volkeren door de gemeenschap van
belangen vereenigt. Ook de Nederlanders zijn
daardoor getreden urt de afzondering, die hun
tot dusver op het gebied van het strafrecht eigen
was, en hebben zich een aandeel in de ontwikke
ling van het Europeesch strafrecht verzekerd.
Bij al dat streven naar oorspronkelijkheid en zelf
standigheid is gebleken, dat het nationaal karakter
bij een modern wetboek niet gelegen kan zijn in
een bekrompen vasthouden aan bijzondere en
inheemsche belangen, maar dat veeleer alleen
een zoodanige wet nationaal is en blijvende kracht
kan hebben, die niet in strijd komt met de denk
beelden van den tijd, met de verkregen ervaring
en vooral met het rechtsbewustzijn der natie.
Oorspronkelijkheid staat niet gelijk met nationa
liteit. Het volledig breken met de Fransche
traditie, het geheel verlaten van de bestaande
grondslagen van strafrechtspleging, de nauwe
aansluiting aan de Duitsche rechtswetenschap,
Zonder dat daarom een der Duitsche wetboeken
De Spaansche gezant bij het Nederlandsche
hof, de markies d'Arcicollar, heeft aan de redactie
-van Eet Vaderland verzocht, allen in Nederland,
die hebben bijgedragen tot verzachting van het
lot der slachtoffers van de overstroomingen in
Spanje, de verzekering zijner levendige erkente
lijkheid daarvoor te betuigen en inzonderheid aan
de beide ongenoemde milde gevers, die hem de
een een bedrag van f 300, eu de ander het
bankbiljet no. 1690, onder de initialen MM.
deden toekomen. Hoewel de staatkunde en
handelsbetrekkingen tusschen Spanje en Nederland
van geiinger beteekenis zijn dan die met vele
andere landen, zooals bv. met België, heeft men
hier te lande niettemin een bedrag van 20.000
gulden voor de overstroomden bijeengebracht,
tegen 20.000 francs in België.
Gevolg gevende aan den wensch van den
markies d'Arcicollar, is het tevens een genoegen
te kunnen getuigen, dat liefdadigheid en hulpbe
toon nog tot de algemeen beoefende Nederlandsche
Volksdeugden behooren.
Bij ministerieele beschikking is 'de beer mr. O'
H. J. W. Rink gesteld ter beschikking van den
gouverneur-gener..al van Nederlandsch indie, om
te worden benoemd tot rechterlijk ambtenaar
daar te lande.
Marinb. Tijdelijk opgedragen de waarnéiniog
De nieuw benoemde commissaris des konings
in Noord-Holland, jhr. mr. J. W. M. Schorer,