w»:S9ï Zaterdag 13 December. Gemeente-belastingen. 122® jaargang: Middelburg 12 December. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad verten tien: 20 Gent per regel.1 Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels y 1,50 iedere regel meer f 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte* Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonbs. ^PETJILILiBTOlSr. „TOT OEFENING EN UITSPANNING". Suppletoir kohier n°. 1 voor de plaatse lijke belasting op de honden over 1879. drie-, viermaal meer dan elders door de arbeidende klasse. ten laatste in zijn gedicht de macht der toonkunst 9F8K3K De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat door hem voor de gemeente ontvangen is onder de letters O. P. eene som van honderd vijf en zeventig gu'den van een ambtshalve aan geslagene in de plaatselijke belasting op de inkomsten. Middelburg den 12 December 1879. De burgemeester voornoemd, 8CHOBEK. Heden werd ten raadhuize alhier aan den heer jhr. mr. J. W. M. Schorer bij zijn vertrek uit Middelburg, als blijk van vriendschap en achting door de leden van den gemeenteraad en den gemeente-secretaris, tot aandenken aangeboden een viertal kristallen vruchtenschalen op sierlijk bewerkten zilveren voet, waarop zijn gegraveerd het wapen van Middelburg en de jaartallen van zijn burgemeesterschap. Gedurende de week van 4 Dec. tot en met 11 Dec. zijn te Vlissingen aangekomen mei de stoomschepen van de maatschappij Zeeland 296 en vertrokken vandaar naar Engeland 302 passagiers. ZIerikzee, 11 December. Woensdag werd alhier de buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders der Zierikzeesthe Stoomboot maatschappij gehouden, ter behandeling van de voorgestelde wijziging in de statuten en de be noeming van een directeur. De wijzigingen (zie Midd. cour. van 11 dezer) werden allen goedgekeurd, evenzoo de voorwaar den waaraan de te benoemen directeur zich zal moeten onderwerpen, met uitzondering van het vermeerderde deposito. Als directeur is de tegen woordige titularis, A. van Gastel, met groote öeb ZANGVEltEEÏïIGING Uit bet leven van Georg Friedrich Handel, den grooten toondichter van Elias, Samson, Judas Machabeüs en zoovele andere onovertroffen ge- Wrochten op het gebied der oratorium-muziek, deelden wij reeds bij vroegere gelegenheden ettelijke bijzonderheden mede. Hier kan de herinnering volstaan dat hij, in 1712 zich voorgoed te Londen gevestigd hebbende, in den eersten tijd als directeur der opera en als componist van zangspelen de hoogste plaats in de Britsche muzikale Wereld innam. Later geraakte bij echter in onmin tnet de Engelsche aristocratie en met de door haar beschermde kunstenaars, die tegenover Handei's ïtaliaausche opera eene andere in Lincoln's inn Fields en later in Haymarket opgerichtten en begunstigden, waar zij de beroemdste zangers en zangeressen van het vasteland heenlokten en in Hasse een eigen opera-componist en directeur bezaten, die althans in ijver, werkzaamheid en tact, den strjjd met Zijn meer gehialen mededinger niet zonder geluk wist te voeren. Het gevolg hiervan was dat HMndel zich eindelijk geheel van jlg opera terugtrok en al zjjne krachten wijdde meerderheid van stemmee, voorloopig voor éen jaar herbenoemd. De burgemeester en wethouders van Middelburg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het suppletoir kohier no. 1 voor de plaatselijke directe belasting op de honden over het jaar 1879, door gedeputeerde staten van Zeeland is goedgekeurd en ter invordering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt. Middelburg, den 12 December 1879. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De Arnhemsche Courant oppert het denkbeeld van de aanbieding van een nationaal huldeblijk aan generaal Van der Heijden, die een eervol einde maakte aan onzen oorlog met Atjeh. Wij gelooven dat, zoo ooit, dan hier zeker een bewijs van erkentelijkheid en waardeering, uit gaande van de natie zelve, alleszins gepast en verdiend zou wezen. Met warmte hopen wij dat het voorstel der Amh. Ct, dat reeds in het Nieuws o. d. weerklank ontmoette, algemeen steun en instemming in het land moge vinden. aan het oratoriumnre, waarin hij die reeks van meesterwerken schreef en deed uitvoeren, die Zijn naam in de geschiedenis der muziek onsterfelijk maken. Onder de vroegste dezer werken behoort Las Alex ander-Eest, waarvan John Dryden in 1697 den tekst, de Cde on St. Caecilia's day, gedicht had, bij gelegenheid van het feest ter eere van de Heilige Caecilia, naar de legende de uitvindster van het kerk-orgel, wier naamdag op den 22en November sedert 1683 in Engeland jaarlijks gevierd werd. Handei's werk werd op den 19en Februari 1736 het eerst in het Coventgarden-theiLtei op gevoerd onder den titel Alexander's feast or the power of music. Drie jaien later behandelde de meester dezelfde stof nog eens, mede naar eene ode van Dryden, in meer beknopten vorm. Dit werk is minder bekend, doch is o. a. in 1873 op een tweedaagsch muziekfeest te Utrecht uitgevoerd, Het AlexMder-Fest, meer eene cantate dan een oratorium te noemen, is dus eene verheerlijking der toonkunst en aan geen waardiger handen dan die van Handel kon deze lofzang worden toever trouwd. Hem was de muziek sedert zijne prille jeugd de godin zijns levens. Te vergeefs verbood zijn vader hem, als knaap, zich bezig te houden met zijne liefhebberij, die hem, vreesde hij, van de studie der rechten, tot welke hij bestemd was, zoude terughouden. Op een rommelkamer in het ouderljjke buis vond de kleine Georg echter een schepen van het komen te Vlissingen tèrug Ipnnen houden. En dat zou bet Rotterdamsche blad zeker niét bedoelen. De Staats-courant bevat een kon. besluit be trekkelijk den herijk van de maten en gewichten in het jaar 1880. Niettegenstaande zijne koele natuur, schijnt bevroren water op sommige breinen een verhit tende werking uit te oetenen, welke zich uit in zinsbegoochelingen, waardoor men meent te zien wat er niet is en onmachtig wordt om datgene te bespeuren wat,werkelijk te zien is. Deze ziekelijke aandoening komt somtijds voor bij bewoners van Nederlandsche zee- en haven plaatsen. Zoo protesteerde men gisteren uit Ter Neuzen in ons blad over de uit Vlissingen in ons nommer van Woensdag medegedeelde vijf woor den „boven Ter Neuzen vol ijs." Eerst van Hoe- dekenskerke, of eigenlijk van Hans weert af, meende men dat deze „volheid" eene waarheid kon zijn. Nu, wat Hansweert betrett, bestaat er gelukkig geen twijfel. Daar erkent men gulweg dat er „bergen ijs" door den ZW. wind in de haven op gestapeld liggen. Een ander voorbeeld van hallucinatie levert het eerste blad der N. Rott. Ct. van heden. Daar kan men leukweg lezen, onder Vlissingen, 11 Deo. „De rivier is vol ijs en de vaart zoo goed als gestremd." Een wonderlijke stremming, die dagelijks hét binnen- en in de haven komen van stoom- en zeilschepen toelaat, zooals men een handbreed hooger in hetzelfde blad lezen kan 1 In het tweede blad dierzelfde courant wordt de lezing echter eei.igszins verbeterd. Daar vindt men onder IJsberichten vermeld „Het opvaren (van Vlissingen) naar Ant werpen wordt wegens het ijs als ondoenlijk be schouwd." Van stremming der vaart op Vlissingen is dus hier geen sprake meer. Ze bestaat dan ook niet en heeft niet bestaan. De N. Rott. Cl. moest echter met hare zee- en ijsberichten voorzichtiger tegen zinsbegoochelingen waken dan eenig ander blad. Voor hen die bij handel en scheepvaart belang hebben, in het binnen- en buitenland, zijn toch die berichten nagenoeg de eenige bron waaruit zij hun kennis putten. Het enkele woord „gestremd" zou dus In een brief „uit het Noorden" aan het Handelsblad, lezen wij de volgende alleszins be hartigenswaardige wenken over armverzorging en werkverschaffing. „'t Goede voorbeeld van Amsterdam en andere steden heeft ook in Groningen navolging gevonden, dat voor korten tijd zijn eerste volksgaarkeuken opende en daarin gedurende de afgeloopen maand 1000 porties warm eten verkocht. „In den winter vooral voelt men den dubbelen zegen van die stichting. Ze zal hier de moeder worden van vele andere. „Waar niet gespaard werd, daar werd dezer dagen weer op oud-vaderlandsche manier bedeeld. Maar tegen die ouderwetsche manier van lief dadigheid verheft zich thans menige stem. Men begint te begrijpen, dat daaidoor een oud kwaad gestijfd wordt. Opbeuring, veredeling van de paria's der maatschappij wordt meer en meer de leuze. Op vele plaatsen wil men de armoede lenigen en in de toekomst dien kanker der maatschappij genezen door werkverschaffing en onderwijs. „Reeds is men hier en daar in dien geest werk zaam. En goede voorbeelden wekken tot navol ging. Op sommige dorpen in Friesland en Drente heeft men 't initiatief in dezen genomen met het beste gevolg. Huisgezinnen, van ouder tot ouder bedeeld, zijn door arbeid weer aan zich zeiven teruggegeven en een prikkel tot navolging geworden. „In Assen heeft zich uit de verschillende ker kelijke gezinten een commissie gevormd, met het doel om allereerst in den nood dier stille armoede te voorzien, die liever sterft dan bedelt. Die commissie zal arbeid verschaffen aan hen die dit begeerende meisjes uit behoeftige gezinnen in naai- en breischolen tot huismoeders vormen, die de naald hanteeren kunnende jongens en meis jes tot trouw schoolbezoek opwekken en ze door degelijk ouderwijs meer onafhankelijk trachten te maken. „Telkens meer zijn we Van de waarheid overtuigd geworden, dat de arme in 't brood der bedeeling zijn zedelijken dood eet. Daarom willen we zoo min mogelgk geven, zooveel mogelijk laten ver die nen. „Onnoemelijk veel is er in deze richting te doen. Het meest in de jongere veenkolonies met hare zorgelooze bevolking. Daar is 't reeds voorgoed winter, ook in de beurs. En toch werd juist daar in den zomer 't meest verdiendsoms oüderwetsch klavier eh daarheen sloop hij in 't holle van den nacht, om naar hartelust te kunnen spelen en fantaseeren. Te vergeefs zocht de vader hem buiten aanraking met andere toonkunstenaars te houden. Toen hij eens naar Weimar op reis moest, weigerde hij nadrukkelijk Georg mede te nemen, teneinde hem niet in de nabijheid van het kunstlievende Weimarsche hof te brengen. Maar eenige uren buiten zijne woonplaats, Halle aan de Saai, trof de reiziger den knaap vermoeid en Uitgeput op den weg aan, dien hij te voet, op goed geluk, was ingeslagen. Toen was de vader wel genoodzaakt hem in het rijtuig op te nemen en van die reis dagteekent werkelijk het verlof dat Georg eindelijk kreeg om zich geheel aan de muziek te wijden. Keeren wij echter terug tot het werk dat hij, meer dan eenig ander, tot eer zijner kunst schreef. De dichter heelt ter behandeling gekozen de legende, volgens welke de Grieksche toonkun stenaar Timotheus door zijne kunst Alexander den Groote zou hebben aangevuurd tot zijne helden daden. Eerst beschrijft de dichter het jubelfeest-zelf, dat wegens de verovering der stad Persepolis gevierd wordt, en hoe Alexander, omgeven door zijne veldheeren, met Thaïs, de Grieksche schoone, die hem op zijn veldtocht tegen Darius vergezelde, optrekt en onder jubelkreten den Perzischen koningstroon beklimt. „Vanwaar dat treurig contrast? 'tlsgrooten- deels te verklaren door de totale verwaarloozing van de opvoeding der vrouw. Geen onderwijs, geen breien of naaien, geen huiselijken arbeid leeren de vrouwen en dochters der veenarbeiders. „Zij vooral, die hadden moeten leeren wat over te leggen voor den kwaden dag, met weinig huis te honden ook in dagen van overvloed, zij zijn de zorgeloosheid in persoon. „Die mannen, zulke vrouwen, kunnen en worden ten huwelijk gegeven, zonder dat ze vragen hoe ze hun huis zullen bouwen, hqe de kinderen grootbrengen, die de zorgeloosheid en 't pauperis me van geslacht tot geslacht zullen voortplanten zonder krachtdadigen tegenweer. „Ook vooral om hunnentwil hopen we, dat de nieuwe wet op 't lager onderwijs ons spoedig een schrede nader brenge tot meer algemeene volks ontwikkeling." rechterlijke macht. Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te Arnhem, mr. L. H. D. de Vos tot Nederveen-Cappel, thans substituut-griffier bij de arrondissements-rechtbank te Arnhem. burgemeesters. Goedgekeurd het aan H. Ha- gedoorn Bantjes, burgemeester van Maartensdijk, verleend ontslag als secretaris dier gemeente. Op verzoek eervol ontslag verleend aan jhr. mr. C. J. A. den Tex, als burgemeester der gemeente Amsterdam, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem in die betrekking bewezenen tot burgemeester dier gemeente benoemd mr. G. van Tienhoven, lid van de tweede kamer der staten-generaal. Zie laatste berichten van gisteren). museums. Benoemd tot opzichter "bij hetrijks- ethnographisch museum te Leiden A. F. van der Kruyf, gepensioneerd adjudant-onderofficier van het Nederlandsch-Indisch leger, te 's Gravenhage. Vlissingen, 12 December. Naar wij verne men heeft de algemeene kerkeraad der Neder- duitsche Hervormde gemeente alhier, het besluit genomen, om op den aanstaanden Nieuwjaarsdag weder eene algemeene bedeeling te houden, tot wering der bedelarij op dien dag. Wij deelen dat besluit met genoegen mede, omdat er ten vorigen jare sprake van was, dat deze bedeeling vanwege den kerkeraad niet meer geschieden zou. De nuttigheid van dezen maat regel toch, waartoe door den kerkeraad ruim twintig jaren geleden het initiatief genomen werd, is algemeen erkend, en daar het doel, daarmede Na afloop van het schitterende feestmaal wordt het cederen paleis, waar men vergaderd is, door den held zei ven, onder aanvoering van Thaïs, die als eene tweede Helena in een ander Troje den fakkel zwaait, in brand gestoken, als een geurig brandoffer ter verzoening der wraakeischende schimmen van de gevallen Grieksche strjjders. Tegenover die aangrijpend zinnelijke tatereelen worden in het gedicht de zachtere menschelijke aandoeningen geteekend, die tot diepen hartstocht overgaan en in het kunstvermogen van Timotheus hare uitdrukking vinden. De gansche heldenschaar wordt dpor zijn bezielend lied bewogen en aange grepen; stille verrukking, bacchantische vreugde, diepen weemoed en mededoogen, teeder liefdes smachten, hevige woede en wraakzucht bezingt hij beurtelings even krachtig als wegsleepend. En zoo wekken zijne tonen de eene aandoening na de andere in het gemoed der feestelingen, die hunne gewaarwordingen in de koren openbaren. „Zulke werkingen, zegt de dichter eindelijk, vermocht de Grieksche kunst te weeg te brengen, maar hooger rees die kunst toen de heilige Caecilia door de vinding des orgels aan het lied duizend voudige stemmen verleendeen had Timotheus de menschen ten hemel geheven, zij deed het hemelsche tof hen afdalen." Is Dryden in de ontwikkeling zijner schoone gedachte gelukkig geslaagd, vooral ook waar hij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1