Benoemingen en besluiten. Marine en leger. Kunstnieuws. 2® dat hij behalve de f 5000 aan aandeelen nog f 5000 in geld of effecten deponeeren zal bij commissarissen 3° dat hij gedurende den duur der vennootschap zich zal onthouden van het nemen van aandeelen in eenige ondernemingen, betrekking hebbende op stoomvaart tusschen Rotterdam en Zierikzee en van het direct of indirect bevorderen of be sturen van dergelijke onderneming; onder ver beurte van de 5000 aa» aandeelen en van de 5000 aan geld of effecten ten bate van deze vennootschap 4° dat hij noch gedurende het proefjaar noch in de volgende jaren van het bestaan der vennootschap, voor het geval hij bij het einde van het proefjaar mocht herbenoemd zijn, het recht zal mogen gebruiken om zijn ontslag te nemen, onder ver beurte als boven. ZZ. Nb.) In een onzer vorige nommers maakten vrij melding van een schrijven van een der familieleden van den generaal Van der Heijden aan de Stichtsche courant. Nadere inlichtingen hebben ons de zekerheid gegeven dat generaal Van der Heijden hier te lande geen familielid heeft. Ook is de inhoud van het schrijven niet juist. De legerkommandant heeft bij zijn jongste inspectiereis op Atjeh den generaal gevraagd oftdeze genegen waste blijven. Het antwoord op die vraag is de meening van den generaal omtrent den toestand. Generaal Van der Heijden beschouwt zelf den vredestoe stand als ingetreden, maar heeft de overtuiging dat die alleen bestendigd zal worden, wanneer hij zelf nog eenigen tijd zal kunnen blijven. Is dit laatste het geval, dan zou de generaal zich hebben geuit in dien zin, dat hij dan borg zou kunnen blijven dat het einde bereikt is. Doch om dit einde volkomen te bereiken, moet met kracht voorkomen worden dat nieuwe hulpbronnen worden geopend voor de enkele vorsten en hoof den, die nog in verzet zijn, waarbij dan zeker in de eerste plaats erop moet gelet worden, dat men zich niet laat overreden door het geschreeuw van Ohineesche en andere kooplieden te Singapore en Penang, die nu roepen, dat de oorlog gedaan is en het verkeer vrij moet zijn, opdat hun des te eer de gelegenheid voor aanvoer en handel van oorlogscontrabande weder geopend worde. Wij vertrouwen echter, dat wanneer het gerucht dat de heer Pruijs van der Hoeven tot gouverneur van Aijeh zal benoemd worden en dus het civiel bestuur het militair zal vervangen waar blijkt te Zijn, de regeering wel de overtuiging zal hebben, dat die vervanging de vruchten van den oorlog niet in gevaar brengens maar integendeel verze keren zal. {Vaderland). Aati het gisteren avond in het Hotel de VEurope gegeven diner aan den heer Kappeyne, waarbij ook diens vroegere ambtgenooten zijn uitgenoo- digd, namen 30 leden der tweede kamer deel, en wel de héeren: Van Houten, Schepel, De Vos, Van d.Feltz, Hingsf, Lieftinck, Idzerda, VanEysinga, Bergsma, Blussé, Lenting, Kool, Dijckmeester, De Beaufort, Van der Kaay, Kops, Froger, Rut gers, Holtzman, Van Tienhoven, Van Heukelom, Vening Meinesz, Mirandolle, De Meyier, Sehagen v. Leeuwen, Van Gennep, Viruly, Hees, Rombach en Van Stolk. Sommige leden waren verhinderd aan 't feest maal deel te nemen. De heer Lenting presideerde. Alleen door hem werden twee toosten ingesteld, de eerste op Z. M. den koning, de tweede op den heer Kappeyne. De heer Dullert, voorzitter der tweede kamer, zal de volgende week aan de leden van het afgetreden ministerie een diner aanbieden. Vad allen die in Hem geloofden gaf hij de macht om kinderen Gods te worden. Is dat niet genoeg?" „Ja," antwoordde Helena, bedekte haar gelaat én zonk óp haat kussen terug. Een ziel die bidt is niet verlaten en een uur lang waakte Isabella in stilte bij haar zuster. „Dék mij toe, asjeblieft, het wordt kond," zei Helena eindelijk en nadat Isabella een shawl over haar uitgespreid had, ging zij naar het open venster en keek even naar buiten alvorens het te sluiten. De nacht verdween allengs en ofschoon zij hier, in het westen, den dag niet kon zien opko men, voelde zij het frissche van den aanbreken den morgen op haar gelaat. Er was op straat nog geen geluid te vernemen, maar er begon een kerkklok te luiden en aan den overkant hief een vogeltje in een kooitje zijn bescheiden morgenlied aan. „Wat is dat?" vroeg Helena. „Dat is de morgen, lieveling." »01 ja, jahet is het aanbreken van den dag." Zij richtte zich op éen elleboog op en wees naar het venster, met een glimlach op de lippen. Isabella deed zacht het venster dicht, doch toen zij zich omkeerde en naar de canapé ging, was zij alleen in de kamer. Er lag een uitdrukking van onbeschrijfelijke kalmte op het gelaat der doode en des avonds legde men een krans van roode en witte rozen op hare voeten. Tot voorzitter der commissie van rapporteurs over het ontwerp-strafwetboek is benoemd de heer Godefroi. Te Breda is gisteren een trein in botsing ge komen met een losse locomotiefer is belangrijke schade toegebracht aan de locomotief en ook aan eeuige rijtuigen. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats, maar de lijn was gedurende eenigen tijd versperd. In den Haag beveelt het Dagblad de vorming aan van een commissie tot werkverschaffing en wij brengen in herinnering, dat in Engeland en Ier land dergelijke commissiën vaak met goede vruchten gearbeid hebben. Over de mogelijkheid van werkverschaffing schrijft men ons het volgende „In de laatste paar maanden is voor eenige tonnen werk aanbesteed tot verbetering van forten, zoowel in de Utrechtsche linie als op andere plaatsen. Wij meenen zelfs zekerheid te hebben dat er voor vele plaatsen, zooals de forten Hinderdam, Kijkuit, Spion, bij Nieuwersluis en vele anderen de bepaling is gemaakt dat de werk zaamheden reeds met kracht moesten zijn aange vangen. Waarom zon de minister van oorlog niet gelasten dat de werkzaamheden aan de verdedigingswerken met kracht worden aangevangen of, reeds aange vangen zijnde, met kracht worden voortgezet Als dan de directiën der spoorwegen dadelijk voor werklieden een zeer laag tarief in werking stellen, dan gelooven wij dat verscheidene honderd tallen werklieden dadelijk zouden geholpen zijn. Wij brengen dezen wensch tot dt.n minister van oorlog, met de wetenschap dat het misschien onmogelijk zal zijn dien geheel te vervullen, maar tevens overtuigd, dat ér zeker gedeeltelijk aan te gemoet kan worden gekomen. De spoorweg kan dagelijks honderden werkleden naar en van het bij het werk naastbij gelegen station vervoeren. „Zelfs zuur verdiend brood smaakt zooveel zoeter dan dat voor de gemakkelijk g e k r eg en aalmoes gekocht." (Bbl.) Men schrijft ons uit Den Haag Wanneer een bekend letterkundige, een leeraar aan de H. B. S., in het Zondagsblad van het N. v. d. D. onder het opschrift „Haagsche toestanden," niet veel anders doet dan een critiek of liever verslag geven van de Haagsche penkrassenen het nieuwe gebouw van justitie met het „stadhouderlijk kwartier" steeds het onderwerp van Haagsche brieven blijven, ligt daarin wel het bewijs dat van hier niet veel bijzonders is mee tedeelen. In de afgeloopen week hebben de magazijn houders kunnen merken dat het geloof aan den heiligen Nikolaas eenigszins aan het wankelen is, en geeft de viering van den naamdag van dezen heilige niet veel aanleiding tot gesprek of' geschrijf. Onder al het tentoongestelde was geen enkel voorwerp dat door nieuwheid van vorm of vin ding de aandacht trok. Voor de dames was er eene rijke keuze van wat men vroeger noemde „strikken en kwikken," zooals kleine ruikers van kunstmatige bloemen, waarin een vogel, kanten, kragen, strikken, sommige in den vorm van een dominéesbef. Nu, voor een vrouw van smaak is dikwerf een bloem, goed geplaatst in het kapsel, een wat vorm en kleur aangaat goed gekozen strik, voldoende om het smaakvolle van de kleeding en de schoon heid van de draagster te doen uitkomen. Maar nu, zooals men zegt, hangt men alles aan het lijf. Men ziet in schouwburg en concertzaal dames, vooral dezulke die door moeder natuur mild met vormen zijn versierd, die op de borst bloemen, vogels en wat niet al dragen, zoodat men meent eene uitstalling van een mode-magazijn te zien. Toen ik in den zomer van 1867 voor mijn gezondheid te Carlsbad was, ontmoette ik dagelijks op mijne wandelingen een dame, die evenals ik alleen was en mij bijzonder aantrok door haar aandoenlijk schoon gelaat. Zij was niet jong meer en men kon duidelijk zien dat zij veel geleden -had, maar haar edel voorhoofd, fijne trekken, lieve oogen en schoongevormden mond maakten dat zjj zelfs nu nog een opvallend sehoone vrouw was. In de Kurliste zag ik dat zij een Poolsche prinses was en wfd de weduwe van prins John Valerien Malinosski en daar wij elkaar reeds eenige dagen hadden opgemerkt zonder nog tot kennismaking gekomen te zijn, maakten wij beiden gretig gebruik van het toeval, dat ons in een zoo goed als ledige kerk een schuilplaats voor een regenbui deed zoeken, om eenige woorden samen te wisselen en uit die ontmoeting ontsproot een zeer vertrouwelijke omgang. Zij praatte allerliefst, had veel gereisd, veel geleden en bezat een groote zelfbeheersching. Op zekeren dag echter, terwijl wij op de Wiese wandelden, zag ik dat zij hevig ontroerde, terwijl wij op een der bruggen een officier in Oosten- rijksche uniform ontmoetten. Hij groette haar, sprak haar aan en vroeg wanneer hij haar een bezoek mocht brengen. „Weet gij wie dat was?" zei zij later tot mij. ,Dat is generaal X.—, de grootste vriend van mijn schoonzoon, sir Francis Baldwiu, toen hij in Oostenrijkschen dienst was. Hij is vroeger kom- Sehoone vrouwen, afgebeeld door de photogra- fie, zag men in menigtede meesten stellen echter bij ons onbekende schoonen voor, en hebben daardoor minder waarde dan het portret van een man of vrouw, die zich op eene of andere wijze heeft onderscheiden. Bij den heer Couvée was het portret van generaal Vander Heijden verzeild geraakt te midden vaneen harem van beeldschoone Wienerinnen. Dephoto- grafische portretten, in Weenen vervaardigd, trekken hier meer de aandacht dan de Fransche. Het is jammer om het te moeten zeggen, maar ziende wat de photografie hier te lande vermag, zal menigeen tot de overtuiging komen dat die kunst vooreerst niet de plaats zal innemen, die vroeger de Vlaamsche school toekwam op het gebied der schilderkunst. Wanneer de verkoopers het zelf in de bladen verzekeren dan zal het wol zoo zijn, en dan is het nieuwe oorlogspel, geschikt voor groote en kleine kinderen, het „succes van den dag." Het is jammer; niet omdat het denkbeeld niet nieuw is, want Salomo, en die wist het, beweerde reeds dat er niets nieuws onder de zon ismaar om al spelende den oorlog en al zijn ellende voor oegen te hebben, is niet bijster vermakelijk. Het onlangs verschenen tramwegspel, ook netjes uit gevoerd, verdient verre de voorkeur. Laat dat oorlogspel aan de kinderen in Duitschland en Oostenrijk gegeven worden; daar kan het mis schien dienen tot oorlog-proselietenmakerij. Hier hoort het niet thuis. Den residentiebewonertjes werd wat afwisseling geschonken doordat de vereeniging 't tiederlandsch tooneel op Vrijdag avond de voorstelling dienstbaar maakte aan 't genoegen der kinderen, en de opera directeur uitsluitend daarvoor een ochtend-voor stelling gaf. Beiden slaagden en gaven het jonge volkje veel genoegen. Op Vrijdag avond werd opgevoerd Pakketten voor Dames, bij deze gelegenheid had men er bijgevoegd: kinderen enz. Die kon men in werkelijkheid zien aan de factorie der Hollandsche spoorwegmaatschappij dus midden in de stad. Reeds Vrijdag morgen was het kantoor opgepropt vol met ter verzending bestemde zaken. En naarmate de colli's in de goederenwagens werden gepakt, naar die mate werd weder nieuwe toevoer aangedragenzoodat Zaterdag avoid de voorraad nog even groot was. Voor velen kan dus dit St. Nikolaasfeest een oefenschool van geduld zijn geweest, daar veel per spoor verzonden geschenken te laat ter plaatse hunner bestemming zullen zijn gekomen. De plotselinge stremming van het verkeer langs den waterweg, waardoor de residentie met tal van andere gemeenten in gemeenschap is, had de cpeenhooping van bestelgoederen natuurlijk nog vermeerderd. De koude, die dit jaar vroegtijdig en gevoelig is ingevallen, zal wel weer aanleiding geven dat er het een en ander over strenge winters van vroeger of later tijd in de bladen wordt verteld. Wij willen er een in herinnering brengeD, die nog niet zoo lang achter ons ligt, omdat het begin ervan veel overeenkomst had met het voorspel van nu; wij bedoelen dien van 184445- Reeds in de eerste dagen van November viel er toen een massa sneeuw, waarop echter dooi- weder volgde. In het laatst dier maand werd bij mistig weder de temperatuur steeds kouder, zoo- dat met 6 December grachten en kanalen dicht gevroren en de straten met sneeuw bedekt waren. De geheele maand December bleef het koud, hoewel niet bijzonder hevig. De maand Januari was het een enkele dag dooi wder, doch nam het ijs weinig af. Maar begin Februari, daar komt men opeenfl overal vertellen dat het spreekwoord waarheid zal worden.- beginnen de dagen te lengen, begint de koude te strengen. mandant van Veroüa geweest en hij was de kolonel van het regiment van Franz. Ik hoop dat hij mij eenig bericht van mijn schoonzoon zal kunnen geven, want ik heb niéts van hem gehoord sedert zijn tweede huwelijk. Deze plaats, waar wij zeven jaar geleden voor het eerst kennis maakten met sir Francis, herinnert mij zoo gedurig aan hem dat mijn hart ervan bloedt." „Is sir Francis op reis," vroeg ik. „Na den dood mijner arme Helena heeft hij lang gereisd, maar nu is hij getrouwd met een dame uit zijn buurt, fe Datnpshire, waar hij nu, naar ik hoop, tevreden en gelukkizal leven." Toen prinses Wanda ophield met spreken, kwam er een diep neerslachtige uitdrukking op haar gelaat, die ik telkens zag terugkeeren wan neer de herinnering aan het ongelukkige huwelijk harer dochter werd opgewekt. Later vernam ik en door haar zeiven en uit een dagboek van haar zoon Henry, die nog altijd in ballingschap te Parijs leefde, de bijzonderheden welke ik in dit verhaal heb opgeteekend. EINDE. juist op 8 Februari de dag van den dies der Leidsche hoogeschool, waarop toen nog door de studenten bij ieder lustrum de maskerade werd gehouden, begon het bij Z. O. wind streng te vriezen, een lichte laag sneeuw bedekte bij een helderen zonneschijn de straten van de feestvie rende academiestad, en lang na middernacht kwam de gemaskerde stoet half bevroren, bij een koude van 18°, op het Rapenburg aan de alma- mater terug. Velen van die toen aan den optocht deel namen, zullen het zich herinneren hoe niet alle pakjes even goed tegen de koude beschermden en welke hulpmiddelen gebruikt werden om door inwendige warmte de uitwendige koude min gevoelig te maken. Men nam toen het besluit om het lustrum niet meer te vieren op 8 Februari, maar op 8 Juni, dan was men ten minste zeker niet meer aan zulk een koude te zijn blootgesteld. Het bleef zoo lang en zoo hevig vriezen, dat in de maand Maart in de hoofdstad een omnibus door de gladheid der straten met de bespanning achteruit liep en op het ijs terecht kwam, zouder dat het onder dien last bezweek. Met Paschen, dat jaar in het laatst van lentemaand, werd hier en daar een eitje op het ijs genuttigd. Zonder voor weerprofeet ons te willen uitgeven, dat trouwens niet veel voldoening verschaft een gewoon profeet wordt niet geëerd in zijn eigen land, maar een weerprofeet nergens, gelooven wij toch dat er gegevens zijn die een kouden winter voorspellen. Komt deze voorstelling uit, dan is daarin een troostgrond gelegen voor de buurvrouw van uwen vroegeren stadgenoot den heer Boddaert. Deze dame is zich nu by den raad komen beklagen dat het geincrimineerde balkon van den heer B. belet dat de zonneschermen van haar perceel worden ge. wasschenbij vriezend weder kan HEd. toch niet „met nat" buitenshuis laten werken. Deze residentiebewoonster schijnt het zaniken evenmin moede te worden als sommige kamerleden wanneer het op de onderwijswet aankomt. Op Zaterdag vond in het gebouw voor K. en W. het, ia half Holland3ch en half slecht FranBch aangekondigde, gemaskerd bal plaats. Guluit gesproken, kan men het beschouwen als de laatste stuiptrekking eens stervenden; maar wonende in de stad waar de volksvertegenwoordigers bijeen komen zeggen wij meer parlementair: „het gebouw van K. en W. is, evenals de „zieke man" in het Oosten, in zijn laatste lijdensperiode." Nu wij het ziekteterrein hebben betreden, ein digen wij met een zoogenaamd bulletin. De ingevallen koude doet haar invloed gevoelen bij tooneelspelers en speelsters, bij zangeressen en zangers, wat blijkbaar is uit de vele wijzigingen in de programmas. Gevallen van roodvonk komen hier nog al veel voor, ook verklaarde ons een pharmaceut dat hij veel middelen moest gereed maken tegen winter voeten. Enkele sporadische gevallen hebben zich weer voorgedaan van Lherie-vergoding en bekronings manie men beweert dat wegens het aanstekelijk karakter dezer beide ziekten, het gemeentebestuur ze spoedig voor epidemisch zal verklaren. schoolopzieners. Benoemd tot schoolopziener in het derde schooldistrict van Noord-Brabant J. Ringeling, en in het vijfde schooldistrict dier provincie dr. J. A. W. Boerkamp. geneeskundige dienst. Bevorderd tot le apo theker bij de zeemacht de apotheker 2e klasse H. van der Mark. pensioenen. Op pensioen gesteld de le luit. H. W. van der Mey, van het 5e reg. inf. en het bedrag van dat pensioen bepaald op f1065 's jaar8. consuls. De heer Joachim Antonio Guimaraës, door den waarnemenden consul-generaal der Ne derlanden te Rio de Janeiro tot vice-consul te Paranagua aangesteld, is in die hoedanigheid door de Braziliaansche regeering erkend. De kapit. luit. t. z. T. C. Gobée, van het es kader in Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op nonactiviteit gesteld. De luit. t. z. le kl. F. J. Stokhuyzen wordt geplaatst in de rol van Zr. Mb. wachtschip te Willemsoord. De luit. t. z. le kl. H. J. de Wal, le off. aan boord van Zr. Ms. instructiebrik Zeehondf wordt op nonactiviteit gesteld en vervangen door den luit. t. z. le kl. H. R. J. J. Thorbecke. De off. van gezondk. le kl. J. A. G. Hulst wordt geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord en gedetacheerd bij het hospitaal der marine aldaar. De heer M. Edzard Grtfe, toonkunstenaar eü componist van verscheidene gunstig bekende composities, thans hoofdonderwijzer aan de ated. muziekschool, officier-directeur van het muziek korps der dd. schutterij enz. te Sneek, zal Donderdag 11 December den dag herdenken, waarop hij voor vijf en twintig jaren voor 't eerst als muziek-directeur optrad.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2