2 December, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/in. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentien: 20 Gent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère 0. L. Daübe en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. VEEMARKT TE MIDDELBURG. De luitenant De Bruijne beantwoordde deze toespraak met eene dankbetuiging voer het bewijs van waardeering, dat zijne handelingen in zijne vaderstad mogen ondervinden, Aan die hande lingen, zeide hij met groote bescheidenheid, wordt meer lof toegezwaaid dan ze verdienen, Een groot deel daarvan moet worden overgebracht op zijne tochtgenooten, op Koolemans Beijnen, zijn vriend en trouwen helper, den wegbereider onzer Pool tochten, wiens overlijden eene schaduw van treurigheid werpt over deze feestelgke bijeenkomst; op alle landgenooten, die tot het ondernemen dezer reizen heLben medegewerkt; op het hoofd comité vooral, door welks voorschriften en aan Wijzingen de tochten bestuurd zijn. Waren ze minder goed gelukt, het hoofd-comitó zou er jeen groot doel van de verantwoordelijkheid voor gedragen hebben deze heeren zijn voor die ver antwoordelijkheid niet teruggedeinsd, het is dus niet meer dan billijk, dat, nu het geluk de onderne mingen gekroond heeft, hun daarvoor eer en lof worden toegebracht. Wat hemzelven betreft, hij weet geen woorden te vinden om zijn erken telijkheid te betuigen voor de waardeering die hij hier mag ondervinden, aan den burgemeester, die tot ieders spijt de stad gaat verlaten, voor de tot hem gesproken woorden, aan de heeren der feest commissie, aan allen met een woord, die tot dit feest hebben medegewerkt. Hij vat al wat hij te zeggen heeft te zamen in een „Leve Middelburg dat met geestdrift door alle discbgenooten her haald werd. De heer mr. W. C. Borsius, lid der eerste kamer, wijdde een dronk aan den vertegenwoor diger van Hem, die vóór weinige dagen, door De Bruijne's borst met het ridderkruis te versieren, getoond heeft in waardeering van diens daden niet achter te staan, aan den commissaris des konings in Zeeland, jhr. mr. Van Karnebeek. Zijne tegenwoordigheid aan dezen diech toont op welke wijze hij zijne hooge waardigheid opvat en daar mede zegt sprekerwensch ik U en Zeeland geluk. Hij spreekt zijne erkentelijkheid uit voor deze daad, welke den pas opgetreden commissaris aanspraak geeft op dezelfde sympathie der Zeeuwen, welke zijn voorganger zich mocht verwerven. Ook voor het daardoor gegeven bewijs van belangstelling in de zaak der Pooltochten betuigt spreker zijn dank: van niemand meer dan van den heer Van Karnebeek, wiens overleden broeder een der krachtigste ondersteuners van deze nationale ondernemingen was en die zelf, als gezant bij de Noordsche hoven, waar het hem mogelijk was de zaak gesteund heeft, was zulk een blijk van sympathie te verwachten. De heer ml1. E. Fokker dronk op de tochlge- nooten en de bemanning van de Willem Barents die hunne deelneming in de hulde, aan hun be velhebber gebracht, getoond hebben door een telegram, dat zoo even door den burgemeester ontvangen werd, van dezen inhoud: „De tocht- genooten van De Bruijne drinken op het welzijn van Middelburg. Wij gedenken hem met hulde en dank.'' Hij wijst op de gelukkige uitkomsten der beide tochten van de Barents, op de erken ning welke zij overal in den vreemde ondervinden en ziet daarin eene aansporing om met het aange vangen werk voort te gaan. H et is de plicht van kleine natiën om door zulke daden hare levenskracht te bewijzen en voor het algemeen nuttig te zijn. Daarom hoopt hij dat de vlag der Willem Barents die hier boven onze hoofden hangt, op een derde reis versleten moge worden. De heer Van Karnebeek, commissaris des konings, betuigde zijn dank voor den op hem uitgebrachten dronk. Hij rekende zich gelukkig dit bewijs van sympathie te mogen brengen aan een der zonen van dat Zeeland, dat zulk een roemrijk verleden bezit. Maar niet op het verleden alleen mogen wij onze blikken vestigen. De toekomst vordert andere middelen en wegen. De natuur heeft Zeeland eene schoone ligging en een vruchtbaren grond geschonken, 's menschen hand heeft gedaan wat haar mogelijk was om die natuurlijke voorrechten tot ontwikkeling te doen komen; het is nu de vraag wat te doen is om de toekomst te verze keren. Daartoe vraagt hij ieders medewerking, gelijk het zijne schoonste taak zal zijn aan den roem, de welvaart en de ontwikkeling van Zeeland te arbeiden. De heer P. de Bruijne betuigde zijn dank voor de eer en de onderscheiding zijn zoon, hemzelven en de zijnen aangedaan. Hij bracht hulde aan het hoofd-comité, voor de wijze waarop het zijn zoon in de gelegenheid gesteld had zich ver dienstelijk te maken en aan allen die hadden medegewerkt om dit veieerende en schoone feest te bereiden. De heer mr. W. A. van Hoek hield zich over tuigd de tolk van velen te zijn, door het woord te richten tot den burgemeester, jhr. Schorer. Er is gezegd dat dit een plaatselijk feest is; ieder plaatselijk feest te Middelburg nu wordt in deze dagen bezield door een treurige gedachte: die aan het aanstaand vertrek van onzen burgemeester. Hoe de verdiensten van den heer Schorer op prijs gesteld worden, bewijst diens populariteit, eene populariteit van welke spreker het geheim voor een niet gering deel daarin zoekt, dat de burge meester bezit, „de gebreken zijner deugden." Als die gebreken noemt, hij zijne taaie volharding, zijn doorzettenden ijver om datgene, wat hij voor goed en nuttig houdt, ingang te doen vinden, zijne onverzettelijke overtuiging. Maar zoo dit gebreken zijn, ze hebben tot grondslag nauwgezet onderzoek en werkzaamheid, een leven dig gevoel van plicht en vooral een onverdachte belangstelling in en behartiging van de belangen ;der gemeente. Mr. Schorer weet wat hij wil en wil wat hij weet: van daar zijne populariteit. Spreker vertrouwt dat die eigenschappen hem in den ruimeren werkkring, tot welken hij geroepen wordt, denzelfden eerbied en toegenegenheid zullen verschaffen, die hij zich hier in zoo ruime mate verworven heeft. Jhr. mr. J. W. M. Schorer betuigde zijn innigen dank voor deze woorden. Den hem toegebrachten lof kon hij slechts voor een deel aanvaaiden, daar hij nauwgezet onderzoeken eene daarop gegronde vaste overtuiging slechts als plichtmatig beschouwt- Hij beveelt zich in de algemeens herinnering aan, niet als de burgemeester maar als de vriend, die hij in de jaren, welke hij hier heeft doorge bracht, van zoovelen geweest en gebleven is, ook bij dikwijls ernstig verschil van zienswijze. Deze vriendschap hoopt hij nooit te vergeten ofte ver liezen iedere dag dat Middelburg voorspoed zal ondervinden, zal vcor hem een dag van vreugde zijn, iedere dag van leed voor haar, door hem gedeeld worden. Het ga Middelburg wel! Na deze meer uitvoerige vermelding der meest officieele feestdronken, meenen wij met eene be knopte aanstipping van hetgeen volgde te kunnen volstaan. De heer Van Woelderen, directeur der maat schappij Zeeland, dronk als oud-zeeofficier en oud-kommandant van zijn vriend, den luit. ter zee De Bruijne, op de Nederlandsche marine. De heer De Witt Hamer herdacht, na den aan De Bruijne's vader en broeders gewijden geluk- wensch, diens zusters. De heer Tyserinck, predikant te Vlissingen, wijdde een woord van herinnering aan Koolemans Beynen en wekte op tot vaderlandsliefde ondanks verschil van meeningen, met het oude woord: „Eendracht maakt macht" tot leuze. De heer mr. C. J. Pické, lid der eerste kamer wees erop dat de tot dusver verkregen uitkom sten der tochten naar het Noorden het gevolg waren van het persoonlijk initiatief des volks en spoorde aan om op dien weg voort te gaan. De heer G. de Bruijne, van Utrecht, dronk op het Indische leger, dat onder de hitte der keer kringen niet minder trouw en wakker zijn plicht vervult dan de Poolvaarders in de IJszee gedaan hebben. De luitenant-kolonel Van Bothnia Andreae, die eenige jaren bij het O. I. leger gedetacheerd is geweest, beantwoordde later dezen dronk. De heer dr. Bolle dronk op de sociëteit St. Joris. De heer n r. J. A. van Hoek bedankte uit naam van alle gasten de feestcommissie voor hare met zoo gunstigen uitslag bekroonde moeite. De heer Doorenbos dronk op de dagbladpers, van welke twee vertegenwoordigers, een verslag gever der N. Eott. ct. en de hoofdredacteur der Midd. ct. in hunne qualiteit aanwezig waren. Laatstgenoemde bedankte voor deze woorden. De heer A. W. Berderis Van Berlekom dronk op den afwezigen luitenant ter zee 2e klasse G. de Bruijne, broeder van den held van dit feest. De heer Koch, predikant te Middelburg, ver klaarde aan dit feest deelgenomen te hebben dewijl elke uiting van geestdrift voor wat groot, goed en schoon is hem belangstelling inboezemden wekte ieder op om tot bevordering daarvan in zijn kring het zijne te doen. Hiermede was, indien ons geheugen ons niet misleidt, het openbare gedeelte afgeloopen van dit feest, dat zich door eene ongedwongen en zelfs uitbundige vroolijkheidkenmerkte, die zich nu en dan door het zingen der volksliederen lucht gaf. Als eene blijvende herinnering aan dezen avoud werd door alle aanwezigen geteekend op eene presentielijst, welke den luitenant De Bruijne aangeboden zal worden. Wij willen niet eindigen zonder te vermelden dat de fraaie en zinrijke versiering der zaal, waarvan de heeren B. Neelmeijer en J.J.Worrell alhier de ontwerpers en uitvoerders waren, bii avond uitmuntend voldeed, terwijl de spijzen en bedie ning in 't algemeen zeer goed genoemd mochten worden en den kasteleinr yatr St. Joris tot eer strekten. h Donderdag den 4en December 1879, van des voor middags 8 tot des namiddags'4 uren. De burgem. en wethoud. van Middelburg, SCHORER, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Z. K. H. prins Frederik is sedert eenige dagen ongesteld. Tot dusver is de toestand van den hooggeachten Prins van geen zorgwekkenden aard. Alleen de nachten zijn eenigszins onrustig en dit was ook Vrijdag het geval. NRott. Ci.) Onder de jongste mailberichten vindt men er een uit Padang: „dat de heer Netscher zich on ledig houdt met de samenstelling van een boek betreffende Sumatra's geschiedenis." Wordt met deze heer Netscher bedoeld het tegenwoordige lid in den raad van Indie, oud resident van Riouw en oud-gouverneur van Sumatra's Westkust, dan kan dit boek van groot gewicht voor de geschiedenis onzer koloniën zijn. Voor zoo ver het de gebeurtenissen der jongste twintig jaren behandelt, zal men er zelfs van kunnen zeggen dat de schrijver voor een goed deel zijn eigen werk verhaalt. De commissaris van politie te Middelburg ves tigt voor het laatst waarschuwend de aan dacht der inwoners alhier op art. 72 der veror dening van politie, 't welk luidt „Bij vriezend weder, of wanneer het ijzelt, of de straten met sneeuw bedekt zijn, moeten de bewoners of gebruikers en, bij gebreke van dezen, de eigenaars of beheerders der gebouwen en erven zorg dragen, dat door het strooien van asch of zand, langs de geheele lengte van het perceel, ter breedte van minstens éen meter, de gladheid geheel worde en b 1 ij ve wegge nomen." De overtreding van dit artikel wordt gestraft met eene boete van 3 tot 5 gulden. De in ons vorig nommer aangevangen beschrij ving van het feestmaal, dat Zaterdag avond in de groote zaal der sociëteit St. Joris den luitenant ter zee le klasse, A. de Bruijne, bevelhebber van de Willem Barents, aangeboden werd, zou onvol ledig zijn indien wij een overzicht van het bij die gelegenheid gesprokene achterwege lieten. Al hebben dus de dien avond ontloken bloemen van tafel-welsprekendheid inmiddels den tijd gehad om te verwelken en al heeft de tusschenkomende Zondag elders verschijnende bladen in de gelegen heid gesteld ons vóór te zijn, hervatten wij daarom thans den draad van ons verhaal. De held van het feest was aan de eeretafel tusschen den burgemeester en den commissaris des konings gezeten. Door den burgemeester als voorzitter der feest-commissie welkom gehee- ten, brachten de gasten de eerste uren door met zich inwendig te sterken voor hetgeen volgen zou. De burgemeester stelde daarna den eersten dronk, naar plicht en gebruik, in op Z. M. den koning en richtte vervolgens in recht hartelijke en een voudige taal het woord tot den kommandant De Bruijne. Hij zeide niet veel woorden te behoeven en te willen gebruiken, daar zijne woorden weinig konden toebrengen tot de verdienste van De Bruijne's daden. Dit echter wilde hij zeggen, dat bij het als eene der aangenaamste gebeurtenissen in deze laatste dagen van zijn verblijf te Middel burg beschouwt, in de gelegenheid te zijn deel te nemen aan deze hulde, gebracht aan een stad genoot, de school- en speelmakker van zoovelen onzer, die het eerst weder den weg heeft gezocht naar de graven dier Middelburgers, die voor eeuwen in 't kille Noorden een werkkring zochten en een einde vonden. Onze stad mag trotsch zijn op het bezit van zulk een burger, gelijk de ouders en broeders van De Bruijne geluk gewenscht mogen worden met een zoon en breeder, die op deze wijze zich verdienstelijk beeft gemaakt voor de eer van den Neder- landschen naam. Zoolang Nederland zulke mannen bezit en aan hunne handen toevertrouwt de hand having der nationale eer onder Nederlandsche vlag, zal die eer ongeschonden en onze onafhan kelijkheid trouw bewaard blijven. De St. Ct. bevat de wet, houdende aanwijzing van de middelen en inkomsten ter goedmaking van de uitgaven, begrepen in de begrooting van Nedeifandsch Indië voor het dienstjaar 1880. (hoofdstuk I. Middelen en inkomsten in Nederland.) Vlissingen, 1 December. De heer H. L. Hermans benoemd tot 2e luitenant der schutterij alhier, werd heden middag door den kommandant als zoodanig beëedigd en aan de opgekomen schutterij voorgesteld. Heden middag ten 12 uren is op plechtige wijze, met militaire honneurs, ter aarde besteld, het lijk van wijlen den heer G. de Rugier, oud adjudant onderofficier bij het leger, en gedecoreerd met het Metalen Kruis. De hier aanwezige ridders van het Metalen Kruis, en eene commissie van de handboog-chutterij Willem III, vergezelden het lijk naar de laatste rustplaats; terwijl de stoet voorafgegaan werd door het muziekgezelschap Ons genoegendat daarbij eenige treurmarschen uitvoerde. Oostburg, 30 Nov. Door de ingezetenen dezer gemeente is besloten om, even als in voor gaande jaren, weder 10 pet. van hun aanslag in den hoofdelijken omslag vrij willig bij te dragen, en dit door eene commissie uit hun midden, als Nieuwjaarsgift, aan minvermogenden te doen uitreiken, ten einde daardoor het rondgaan om nieuwjaarsgiften op 1 Januari' aanstaande te voorkomen. Utrecht, 30 November. Gisteren avond had alhier eene veigadering plaats van het district der vereeniging Eigen Hulp. Het district telt 200 leden. De voorzitter deelde mede, dat was in gekomen een schrijven van het hoofdbestuur, waarin werd bericht dat de vereeniging Eigen Hulp met de firma Moret Hulshof te Rotterdam eene overeenkomst heeft aangegaan, waarbij be paald is, dat deze firma aan de leden, zoomede aan de Coöperatieve Verbruiksvereeniging van Eigen Hulp, hare waren tegen scherp coucurree- rende prijzen wil leveren. Die prijzen bleken echter niet lager te zijn, dan die van de Verbruiks- vereenigingintegendeel van enkelen waren zij zelfs hooger. Van de nog op deze vergadering verrichte huishoudelijke werkzaamheden, verdient vermelding dat eene commissie benoemd werd om te onderzoeken of het niet mogelijk is de leden tegen billijker prijs vleesch te verschaffen, dan die, welken men thans besteden moet. De N. Rott. Ct. bevat eene korte levensschets van den voor korten tijd ie Zuidzande overleden oud-kolonel der artillerie C. G. van Deutzsch. Hij werd den 14 November 1804 te Dalen geboren, koos de militaire loopbaan en diende als officier der artillerie achtereenvolgens te Bergen op Zoom en te Delft, bij de compagnie artillerie-werklieden, waar hij tevens belast werd met het opzicht over de constructie-werkplaatsen. Wegens zijne ver diensten op dit gebied in 1846 benoemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw, werd hij in 1849 benoemd tot majoor bij het Indische leger en aan het hoofd gesteld van den artillerie construc tiewinkel te Soerabaija. Hier klom hij op tot kolonel, chef van het wapen der artillerie, tot hil

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1