N«: 280.
122« Jaargang;
1879.
Donderdag
27 November.
BLAUWE ROZEJST
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a^ Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,van 17 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 26 November.
het huwelijk van
HELENA Malinosska,
De weg ter verzoening.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
UIDDELBURGSCHE
Heydenryck, Gratama, Van Baar, Van "Wasse-
naer, Lohman, Mees, Kool, Barge, ziedaar de
stations welke de parlementaire trein gisteren
doorliep.
Wij zouden op ons telegrafisch kamer-overzicht
niet terugkomen, daar wij bij ondervinding weten
dat de verslagen der groote bladen niet nauw
keurig genoeg zijn om daarop een oordeel te
bouwen. Wij zouden dus in elk geval het offi-
cieele verslag moeten afwachten. Alleen vereischt
eene uitdrukking in ons bericht betreffende eene
rede van den heer De Savornin Lohman ophelde
ring. Deze Goesche afgevaaidigde heeft een zeer
oud onderwerp tot thema voor zijn parlementair
borduurwerk van gisteren gekozen. Hij betoogde
namelijk dat afstemming eener begrooting, om
redenen daarbuiten gelegen, inconstitutioneel en
dus ongeoorloofd is. Dit betoog ziet men vrij
geregeld in de discussie terugkomen, zoolang een
ministerie, of een minister, het nog niet zoodanig
verkorven heeft, dat de meerderheid tot allen
prijs van hem verlost wil wezen. Is echter dat
fatale punt eenmaal bereikt, dan verneemt men
plotseling weder, Van den eenen of anderen kant,
dat de bedoelde afstemming, in sommige gevallen,
toch wèl toegelaten is, en dat ze, in 't geval
waarin men zich op 't gegeven oogenblik bevindt,
zóo bijzonder aangewezen is dat men zich maar
veroorloven zal ze toe te passen. Dit zeide de
heer Heydenrijck ook „hangt af van omstandig
heden."
De rede van den heer Lohman schijnt dns te
beteekenen dat de „omstandigheden" op 't oogen
blik het afstemmen der begrootingen van het
ministerie Van Lijnden zeer erg „inconstitutio
neel" maken. Dit zal dan ook wel niet gebeuren
de heer Van Houten zal alleen blijven staan en
de groote berg der discusrie zal vermoedelijk een
zeer klein muisje baren. „Let meer op de
teekenen des tijds dan op de Vragen des
Tijds", vermaande de heer Barge de regeering
nog al geestig. Toch zou 'tons spijten als de
raad werd opgevolgd. De Vragen des Tijds is
een goed tijdschrift, waaraan de openbare mee
ning in ons land veel verschuldigd is en welks
wetenschappelijke richting door geen regeering
van onzen tijd zonder schade miskend kan wor
den. Alleen aan de maatschappelijke en staat
kundige vertoogen van een zgner redacteuren
moet niet al te veel gewicht gehecht worden.
Het einde der discussie is „nog niet te voorzien."
Dat dit gezegd werd door den heer Van Baar,
een der drukste en zeker een der meest overtol-
FOBtJILLiBTOlSr.
3d
OP
DOOK
de schrijfster van Vera".
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK XIV.
„De weg ter verzoening." Hij kuste haar op
het voorhoofd en ging heen.
Zonder zich een oogenblik tot nadenken te
gunnen stond Helena op, nam pen en inkt, ging
op deü rand van haar bed zitten en schreef aan
haar man, een, twee, ja drie brieven, die zij even
doorlas en weel' verscheurde. Zij waren geen
van allen goed. De eerste was te kortaf, bijna
uitdagend; de tweede daarentegen Was al te
nederig j de derde, Waarin zij getracht had den
middelweg te hoüdefl, Was zWak, ontwijkend en
yeel te lang,
lige praters in ons parlement, Verwondert ons
niet. Maar wat ons verbaast was dat er, volgens
het verslag der N. R. Cf.» kamerleden, waren dre
daarom konden lachen,
De „professoren-qtiaestie" is opgelost. Gisteren
bevatte de Staatscourant de bekrachtiging der
aanstelling van prof. Van Toorenenbergen te
Amsterdam, heden vermeldt zij de benoeming van
mr. H. B. Grëven tot hoögleeraar te Leiden in
de staathuishoudkunde, de statistiek en tijdelijk
in de staatkundige geschiedenis, alzoo tot
opvolger van prof. Vissering.
Beeft de minister Six, door zijne bekrachtiging
der benoeming van den Amsterdamschen gemeen
teraad, zich wijselijk niet tot opperrechter over
de theologie willen opwerpen, de jongere staat
huishoudkunde heeft geen genade in zijne oogen
mogen vinden. Van den heer Greven toch, die
als schrijver over statistiek eenigszins, doch
overigens weinig bekend is, mag naar wij ver
nemen verzekerd worden dat hij geenszins zulk
een gevaarlijk éconoom is als een Kerdijk,
een Borgesius of brr een Van Houten.
Ook vernemen wij, doch slechts als gerucht,
dat vóór tot de benoeming van mr. Greven be
sloten werd, moeite is gedaan om prof. Em. de
Laveleye voor Leiden te Winnen.
Ylisgfageü, 26 Nov. Gisteren heeft alhier
de verkiezing plaats gehad voor een lid van den
gemeenteraad ter vervanging van den heer J. van
der Beke Callenfels, die als zoodanig zijn ontslag
genomen heeft.
Bij de opening der stembus bleek dat er 103
stemmen waren uitgebracht. Daaronder waren 4
van onwaarderest alzoo 99 stemmen. Volstrekte
meerderheid 50.
De heer J. van der Beke Callenfels werd her
kozen met 80 van de uitgebrachte stemmen,
terwijl de overigen over verschillende personen
verdeeld waren.
Door eenige leden der Sociëteit Doctrina te
Amsterdam is aan den luitenant ter zee le klasse
A. de Bruyue, met een brief van gelukwensching
voor zijne benoeming tot ridder der orde van
den Ned. Leeuw, het kleine kruis dier orde ten
geschenke aangeboden.
Amsterdam, 26 November. Naar wij met
leedwezen vernemen wordt de ziekte, aan welke
dr, A. Kuyper sedert eenigen tijd lijdende is, thans
van ernstigen, ja gevaarlijken aard beschouwd.
Betrekkelijk bet noodlottig vefgaan van het
stoomschip Pallas in den hevigen noordwesten
storm van den 12den dezer, verneemt men nog
Zij had hem juist verscheurd toen Victor binnen
kwam eil Vroeg of hij haat paraplüie te leen
mocht hebben, omdat het regende. Zij moest
daarnaar zoeken en eer het kind de trap af was
en zijne schoolmakkers ingehaald had, voelde
Helena dat haar moedige stemming onder deze
stoornis geleden had.
Zij kleedde zich aan, ontbeet niet en bleef den
geheelen dag besluiteloos of zij zou doen wat
haar broeder Verlangde.
Dien middag kon zij het niet doen.
Zij was alleen en had heel veel moeite om het
venster, dat door den regen gezwollen was, dicht
te krijgen en toen haar dit eindelijk gelukte
vloeide er een roode stroom uit haar mond, Er
was een slagader gesprongen. Zij liet in allerijl
dr. BianChon den zoon van den man die bekend
was als „de dokter der armen" halen. Horace
Bianchon sloeg haar met deernis gade, De ader
breuk was spoedig hersteld, doch gedurende de
tien dagen, waarin Helena volkomen roerloos
moest liggen en alleen fluisterend moest spreken
maakte hij nader kennis met haar en ving hij het
een en ander van haar levensgeschiedenis op.
Hij was diep getroffen door dit wegkwijnen ten
gevolge van verlatenheid en walging van het
leVen, in een huis waar liefde cn heldenmoed aan
het ongeluk den prikkel schenen te ontnemen.
Het was een vf eeselijk drama, zooals dokters
meermalen moeten aanschouwen, doch in dit geval
veïërgerd, door hoi, eigenaardige karakter der
nader, dat het stoomschip Etnahetwelk in zijn na
bijheid was, om een loods seinde, en dat daarop de
Icodskotter, bij de onmogelijkheid om met een
sloep een loods aan boord te zetten, de Etna
vooruit is gezeild naar het Nieuwediepdat inmid
dels de Pallas, mede om een loods aan een anderen
kotter seinende, en ook deze bij den woedenden
storm de onmogelijkheid inziende, een loods aan
boord te brengen of te IJmuiden binnen te
komen, terugseinde dat hij vooruit zou zeilen
naar het NieuWediepdat daarop de kapitein
van de Pallas direct zijn vlag liet neerhalen en
roekeloos koers zette naar IJmuiden. De treurige
gevolgen konden niet uitblijven. Sommigen
meenen, dat de Pallas op dezelfde plaats is
gebleven, waar de loodskotter no. 8 verging;
anderen meenen, dat het stoomschip op een der
havenhoofden is verpletterd." (Held. enN.D.Ct.)
Op iïe beurs té Rotterdam is gisteren het tele
grafisch bericht ontvangen, dat bij den provincialen
landdag te Breslau een voorstel is ingekomen,
houdende verbod van uitvoer van aardappelen.
Dit verbod is een gevolg van de overstroomingen
in Silezië, waardoor onder de landbouwers aldaar
niet alleen gebrek aan aardappelen voor de voe
ding, maar zelfs aan pootaardappelen is. (R. Nbl.)
rechterlijke macht. Op verzoek eervol ont
slag verleend aan mr. G. Wttewaall, als kanton-
rechter-plaatsvervanger te 's Gravenhage.
Benoemd tot kantonrechten-plaatsvervanger te
Middelburg mr. F. N. van der Bilt, advocaat en
procureur aldaar.
Zie Laatste Berichten van gisteren.
middelbaar onderwijs. Voor een jaar benoemd
tot leeraar aan de R. H. B. S. te Leeuwarden
A. Caland.
hoooer onderwijs. Benoemd tot hoogleeraar
aan de rijks universiteit te Leiden mr. H. B.
Greven, om onderwijs te geven in de staathuis
houdkunde, in de statistiek en tijdelijk in de
staatkundige geschiedenis.
pensioenen. Op pensioen gesteld de luit. t/z
le kl. A. P. Hooghwinkel, onder toekenning van
een jaarlijksch pensioen van f 1400 en van eene
verhcogiDg van dat pensioen van f 825 'sjaars,
voor werkelijk verblijf in militairen dienst in 's rijks
overzeesche bezittingen en koloniën en tusschen
de keerkringen.
marine. Bevorderd tot luit. t/z le kl., de luit.
tz 2e kl. H. van den Pauvert.
ridderorden. Benoemd tot broeder der orde
Van den Nederlandschen Leeuw, de adjudant
onderofficier-pikeur J. R. Schuuring, van het reg.
rijd. art.
Polen, waarvan Helena een overdreven voorbeeld
was,
„De Polen," placht dr. Bianchon te zeggen,
„schijnen allen het een of ander te hebben waar
voor zij boeten deze vrouw is haar eigen rechter
en ook haar eigen slachtoffer. Een greintje
krankzinnigheid woelt in alle Polen, in hun
dichter Mickiévicz en in hun componist Chopin.
Hun klok gaat nooit precies gelijk en wijst vaak
midden op den dag vier uur."
Toen Helena begon te herstellen waren de
bezoeken Van den dokter haar een ware vertroos
ting, Zijn medelijden deed haargoed en zij
schonk hem zoozeer haar vertrouwen, dat hij haar
op zekeren dag aldus kon waarschuwen tegen haar
overgevoeligheid„Ik moet hetzelfde tot u zeggen
wat ik ook tot graaf Roman gezegd heb. Ieder
menseh heeft de kiem tot een zielsziekte in zich,
die ,twee vormen kan aannemen, Eerst maakt zij
dat wij ons verbeelden dat God, of de menschen,
of beiden ons slecht behandelen en maakt zij ons
hoogst prikkelbaar en onbillijk, Men moet nooit
naar haar ingeving handelen, maar altijd juist
het tegenovergestelde doen. Liefderijkheid des
hartenmensohenliefde geduldnederigheid
welwillendheid en gebed houden haar in toom en
men moet ook leefen een weinig listig om te gaan
met zijn verbeelding. Die van uw buurman speelt
hem soms den baas, niet waar zei hij opstaande
daar hij niet wenschte zijn zedeleer al te duidelijk
op mevrouw Baldwin toepasselijk te maken en,
posterijen. Benoemd tot commies der poste
rijen van de tweede kl. H. Arntzenius, thans
commies derde kl.; tot commies derde kl. J. F.
W. Hoxel, thans commies vierde kl.en tot
commies vierde kl. W. J. P. Kroef, thans
surnumerair der posterijen.
Tot leeraar in de Fransche taal- en letterkunde
aan de H. B. school te Almelo is benoemd de
heer A. Dubois, van Lochem.
Benoemd tot hulponderwijzer te Moordrecht
C. J. Cornelis, te Groede.
De dames-vereeniging Be magt van H kleine
"te Dordrecht is voornemens om, evenals vorige
jaren, wederom den 4 December a. s. aan 969 van
de kinderen die de stads-armenscholen bezoeken,
kleedingstukken, speelgoed en boeken uit te reiken.
De geschenken worden zóo verdeeld, dat bij de
uitreiking ieder kind iets zal ontvangen, maar
het geheel geëvenredigd wordt naar het meer of
minder getrouw bezoeken der school. De 20
kinderen die meer dan 50 maal tehuis bleven
zullen niet tot het feest toegelaten worden.
Bij de akte examens voor middelbaar onder
wijs, afdeeling letterkunde, is o. a. toegelaten
mej. H. C. Meijlink voor aardrijkskunde.
Directeuren van TeylePs stichting en de leden
Van Teylere godgeleerd genootschap hebben uit
spraak gedaan over vijf antwoorden op de in 1877
uitgeschreven prijsvragen.
Een daarvan, in de hoogduitsche taal, betrof
de vraag:
„Hoe moet, met het oog op den hedendaagschen
strijd onder de staathuishoudkandigen, over de
onderlinge verhouding van staat en maatschappij
worden geoordeeld, volgens de beginselen der
Christelijke zedenleer?"
In weerwil van eenige bezwaren besloten de
beoordeelaars eenstemmig den Bchrijver den uit
geloofden eereprijs toe te wijzen. Het verzegeld
biljet bleek den naam te bevatten van dr. W.
Hollenberg, yynmasial-director in Saarbrücken.
De vier overige verhandelingen strekten tot
beant woording van de prijsvraag
„Het genootschap vei langt: eene verhandeling
over de toepassing van de conjecturaal-critiek op
den tekst van de schriften des Nieuwen Testaments
waarin bare noodzakelijkheid beoordeeld, en van
hare belangrijkste uitkomsten een zoo volledig
mogelijk overzicht gegeven wordt."
Twee daarvan met de motto's: Nee temere nee
timide en Abusus non tollit usum, stonden te hoog om
on bekroond te blijven. Na ernstige overweging
toch was zij blijkbaar niet boos op hem, want
drie dagen later verzocht zij hem om een poBt-
zegel van 30 centimes voor haar te koopen en een
brief naar Engeland op de post te doen.
Zij had ditmaal niet aan haar man, maar aan
Ade'afde Treberne geschreven, wie zij verzocht
bij kapitein Baldwin de bemiddelaarster voor haar
te willen zijn. Zij had dit middel gekozen als
een gouden brng; maar het karakter van haar
man in aanmerking - genomen, is het zeer te be
twijfelen of zij verstandig deed met iemand, zelfs
mejuffrouw Treberne, in het vertrouwen te nemen.
Doch daar Helena haar brief naar Dampshire
heeft gezonden, zullen wij ons ook daarheen
moeten begeven, om te zien onder welke omstan
digheden hg ontvangen en gelezen werd.
HOOFDSTUK XV.
De Bartletts.
Het leven staat nooit stil, zelfs niet te Damp
shire, ofschoon ik moet toegeven dat het te
Ifflehage langen tijd zóo eentonig was geweest
dat men zich daar kon verbeelden dat het altijd
zoo geweest was en nooit anders zou worden.
De opschudding die natuurlijk door de vluoht
van mevrouw Baldwin was teweeggebracht, duurde
wel langer dan negen dagen, maar eindeljjk stierf
zjj toch ook uit eu bracht zelfs »iet eens meej;