N®. 277,
122* Jaargang.
1879.
Maandag
24 November.
BLAUWE KOZEN
Gemeente-belastingen.
Gemeente-belastingen.
Middelburg 22 November.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met nitzondering van Zon- en Feestdagen."
Prys per S/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentien: 20 Gent per regel."
Geboorte-» Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
SUPPLETOIR
Kohier n°. 1 voor de plaatselijke directe
belasting op de inkomsten over 1879.
Suppletoir kohier n°. 1 voor de plaatse
lijke belasting op de honden over 1879.
FEUILLETON.
33
het huwelijk van
H E li E N A II A I. I ik OS SK A
Ladislas.
Axel, 21 November. Heden herdacht de
heer J. van Doeselaar Schoonakker den dag,
waarop hij voor 40 jaren zijne betrekking als
secretaris dezer gemeente aanvaardde. Veel
belangstelling werd hem betoond terwijl van
enkele woningen de vlag wapperde. Moge hij
nog vele jaren in zijne betrekkin g werkzaam zijn.
UIDDËLBURGSCHE COURANT.
De burgemeester en wethouders van Middel
burg, maken bekend:
dat het suppletoir kohier no. 1 voor de plaat,
selijke directe belasting op de inkomsten, over
het jaar 1879, waarvan de heffing is goedgekeurd
bij koninklijke besluiten van den 23 December
1871, no. 31, van den 10 December 1875, no. 28
en van den 7 December 1876, no. 16, door den
raad in zijne zitting van den 19 November 1879
vastgesteld, ingevolge art. 265 der gemeentewet,
gedurende acht dagen, aanvangende Zaterdag den
22 November a.voor een ieder op de gemeente
secretarie ter lezing zal zijn nedergelegd.
Hiervan is op heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 21 November 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat het suppletoir kohier no. 1 voor de plaat
selijke belasting op de honden over het jaar
1879, waarvan de heffing is goedgekeurd bij ko
ninklijk besluit van den 8 Maart 1873 no. 17,
door den raad in zijne zitting van den 19 No
vember 1879 vastgesteld, ingevolge art. 265 dei-
gemeentewet, gedurende acht dagen, aanvangende
Zaterdag den 22 November a.voor een ieder op
de gemeente-secretarie eer lezing zal zijn neder
gelegd.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 21 November 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd.
SCHORER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Door den heer J. van der Minne, te Zevenber
gen, is een adres aan de tweede kamer ingediend,
houdende beschouwingen over het door den min.
van financiën ingediende wetsontwerp tot nadere
regeling van den suiker-accijns, van welk ontwerp
art 3, de klasseering der suiker, het gewichtigste
onderdeel uitmaakt.
Adressant betoogt dat het noodzakelijk is alle
OP
DOOR
de schrijfster van Fera".
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK XH.
„Voor wien ziet gij mij aan gilde de koopman>
en hield op met zagen daarna ontstond er zulk
een ruzie dat Helena de deur niet hoorde opengaan
en niets van Ladislas' tegenwoordigheid bemerkte,
voor hg achter haar stoel stond. Haar oude
aanbidder bezat te veel tact om haar, toen zij in
de Rne Noliet verseheeD, even openlijk zijn mede
lijden te betuigen, als hij dit in het Hotel Lambert
gedaan had. Haar houding tegenover hem was
altijd in het oog vallend onverschillig en hij be
schouwde haai: steeds en sprak steeds tot haar
onzekerheid omtrent de wijze van gebruik der
standmonsters weg te nemen, en aan art. 3, tus-
schen 2 en 3 van het ontwerp, eene bepaling
in te voegen, dat de kleur der monsters als
maatstaf van keuring zal gelden. Voorts dient
naar zijn gevoelen in 3 de bepaling opgenomen
te worden; dat het onderzoek naar het gehalte
volgens de methode van den handel zal geschieden.
„Met genoemde twee wijzigingen, meent
adressant, en behoudens duidelijke redactie,
krijgt men eenige verbetering in de suikerwetge
ving en legt tevens den grond voor een geleide
lijken overgang van het typenstelsel tot eene
proportioneele belasting naar het gehalte, welke
ver boven de klassen zou zijn te verkiezen, daar
het seriesgewijs belasten van zeer uiteenloopende
suiker met hetzelfde bedrag van hooge belasting
de natuurlijke waarde der suikers geheel wijzigt,
tot nadeel van de suikerindustrie en van den
suikerhandel.
„Overigens leveren de tegenwoordige verwikke
lingen met de suiker wetgeving een vernieuwd
bewijs voor de onmogelijkheid van eene dragelijke
regeling, op welke wijze ook, en vormen een
aandrang te meer tot spoedige afschaffing van
den accijns."
Men verzoekt ons het volgende te berichten
Naar men van zekere zijde verneemt zal in het
begin van December a., na afloop der noodige
formaliteiten, voorzien worden in een lang gevoel
de behoefte, door dat er een dienst georganiseerd
wordt door de firma Van Poel voorde en \an
Herwaarden te Rotterdam, tusschen Breskens en
Rotterdam via Viissingen, Middelburg, Zierikzee
en Dordrecht, met eene stoomboot, welke door
hare afmetingen en inrichtingen met stoomlieren
enz., daartoe alleszins geschikt is.
Naar men aan het Vaderland mededeelt, kan
binnen koit de benoeming van den heerA. Pruys
van der Hoeven tot civiel gouverneur van Atjeh
worden tegemoet gezien. Ofschoon de bericht
gever zeker van zijn zaak meent te zijn, deelt
het Vad. het bericht toch onder groote reserve
mede, daar het niet gelooft dat de toestand in
Atjeh reeds zoo gunstig is geworden, dat men
het militair bestuur van een man als generaal
Van der Heyden nu reeds zou kunnen missen.
Misschien kan echter de benoeming in verband
staan tot het reeds sinds geruimen tijd aange
kondigde voornemen van generaal Van der
Heijden om, na den volbrachten arbeid in Atjeh,
eene hem zeker wel toekomende aflossing van
dien post te verzoeken.
In dat geval zon het de vraag wezen, niet of
men „een man als Van der Heijden," maar of
men thans de militaire leiding van het bestuur in
Atjeh kan missen. Deze vraag is, naar onze
alsof zij met het woord fragile geteekend was.
Hij had haar in den laatsten tijd noch met zijn
bewondering, noch met zijn medelijden lastig
gevallenmaar in de wijze waarop hij haar toe
sprak lag een weemoedige vereering, die wellicht
op het punt was warmer te worden, zoodra
hij eenige aanmoediging van haar kant kreeg.
Zij was ontzaglijk boos over zijn komst en dus
weet ik niet waarom hij juist heden uit hare
lijdelijke houding eenige aanmoediging putte. Zij
wisselden een paar woorden over de afwezigheid
van Isabella en toen nam Helena een handwerkje
op dat op haar schoot lag.
„Het wordt hoe langer hoe warmer 1" zei zij
eindelijk, na een pijnlijke stilte.
„Gij moest Parijs verlaten," antwoordde Ladislas,
haar plotseling met groote belangstelling aan
ziende.
„Om waarbeen te gaan?" vroeg zij en hief
hare ernstige, droeve oogen naar hem op.
„Overal waar gij het beter zoudt hebben."
„Waar is dat?" vroeg zij op denzelfden moede-
loozen toon.
„Waar gij iemand hebt die u kan verplegen,
zooals gij dit noodig hebt. Gij zijt niet sterk,
wezenlijk niet."
„Wie bekommert zich daarover?" antwoordde
zij schouderophalend.
„Wie zich daarover bekommert? HelenaMali-
nosska! Wie ziek daarover bekommert? Ik
tneening, voor zeer verschillende beschouwing
vatbaar. Een burgerlijk ambtenaar van veel
geestkracht en beleid zou de voorkeur kunnen
verdienen boven een militair, wien misschien
eenige der vereischte hoedanigheden voor de
regeling der zaken in ons wingewest zouden
ontbreken. Generaals als Van Swieten, die te
gelijk bekwaam krijgskundige en beleidvol be
stuurder was, zijn zeldzaam.
In den regel zijn wij dank schuldig aan bladen
zooals de Haarl. Ct., het Utr. Dblhet Vaderland
enz, die zich de moeite geven door middel van
uittreksels en overzichten de aandacht te vesti
gen op hetgeen door ons geschreven wordt.
Wanneer men 't echter doet op de manier als het
Utr. Dbl. heden ons woord van herinnering aan
Koolemsns Beynen mishandelt, dan hebben wij
liever dat men ons werk onaangeroerd laat. Wij
laten daar of het de moeite waard was, dat uit
het hart gesproken woord bij wijze van uittreksel
in wijder kring te verspreiden. Maar gerust
durven wij beweren dat èn aan vorm èn aan
bedoeling ervan onrecht werd gedaan door eene
zoo droge en verminkte aanhaling als deze van
het ütr. Dbl.:
«De Midd. Ct. erkent wel, dat Beynen geen spreker
was, dat zijn voordracht ongeregeld was, met horten en
stooten, zonder plan of samenhang; maar toch wist hij
zijne bezieling over te storten, wist hij onverschilligen op
te wekken, omdat hij de man was van 't i d e a a 1 en de
daad."
Ziedaar alles. Zou men niet denken dat wij
eene hatelijke critiek van Beynen's leven en
werken gegeven hadden, in plaats van een uit
sympathie en vereering voortgevloeid woord van
oprecht leedgevoel?
Aan de N. R. Ct. wordt van hier gemeld
dat den 29en dezer aan den luit. ter zee le kl.
A. de Bruijne door eenige ingezetenen van Mid
delburg een gastmaal zal worden aangeboden.
Nu er aldus publiciteit gegeven is aan hetgeen
wij meenden dat eene verrassing, althans vócr
de uitvoering eene particuliere zaak moest big ven,
willen wij er nog eenige bgzonderheden bijvoegen.
Het plan tot dit bewijs van hulde en vriendschap
aan den bevelhebber der Willem Barents is uit
gegaan van eenige stadgenooten, waaronder vele
leden van het Aardrijkskundig Genootschapdie
van den aanvang af hunne belangstelling en steun
bekommer mg daarover. Ik, die den grond aan
bid, dien gij betreedt. Ik, die jaloersch ben van
het kussen waarop gg uw hoofd neerlegt, van de
lucht die Uw gelaat aanraakt, van het water dat
uwe lippen drenkt. Ik die u tot aan het einde
der wereld zou willen dragen, gij mgns levens
lust en kruis. Ik, die u aanbid en die u beweend
heb, zooals men een doode beweent. Ik, die
getracht heb te sterven, opdat ik uw gelaat
nimmer zou weerzien, sedert het koel voor mij
geworden was. Ik, voor wie gij de uitverkorene
op aarde zijt en die u hier tocb eenzaam en ver
laten moet zien zitten."
„Wat zegt gg daar? Verlaten? en dat door
wien Ik heb goed gevonden Engeland en mijn
echtgenoot te verlatenmaar hoe komt gij ertoe
zoo beleefd te zgn van te zeggen, dat ik verlaten
ben? Gp vergist u deerlijk."
„Gij zijt verlaten door iemand die uwer nooit
waardig is geweest. Vergeet hem, vergeet het
verledene en denk alleen nog aan onze gemeen
schappelijke jeugd, onze vriendschapsbanden, ons
land en mijn liefde. Vergeet een band, die alleen
heilig is in naam. Geef er de ware beteekenis
aan, want het echte huwelijk is dat des harten.
Vlucht met mg wg zullen arm zijnmaar de
Wereld ligt voor ons open en onze landslieden
hebben ons met hunne bloedende veeten menigen
weg- gebaand. Het groote Westen staat ons vrg
en het Zuiden lacht de armsten toe. Provence
aan de zaak der Noordpoolreizen geschonken
hebben. De lgsten tot deelneming aan het feest
hebben ter teekening gelegen in de sociëteiten
St. Joris en De Vergenoeging alhier en zijn nog
niet gesloten, zoodat de gelegenheid tot inschrij
ving, ook voor niet-leden dier sociëteiten, alsnog
bestaat. Het aantal deelnemers bedraagt tot
dusverre een 90tal. Als gasten zullen genoodigd
worden de luit. ter zee le kl. De Bruijne en
zijne naaste bloedverwanten. Het diner zal
gegeven worden in de groote zaal der sociëteit
St. Joris, daartoe op eene algemeene vergadering
der leden beschikbaar gesteld.
Heden middag te een uur op de Heerenbeurs
alhier aangetreden, begaf zich de dienstdoende
schutterij en het muziekkorps naar de Groote
Markt, alwaar het eereteekèn voor 15jarigen dienst
door den luitenant-kolonel, kommandant der
schutterg, aan den kapitein Van Hoek en den
sergeant-majoor Hariot, werd uitgereikt. Ver
volgens werden de tot len luitenant bevorderde
2e luitenants Snouck Hurgronje en Van der Feen
en de tot 2e luitenant benoemde heeren DeKlerck,
Steringa Kugper en Borsius op de gewone wgze
geinstalleerd.
Daartoe door den kapitein Van Hoek uitge-
noodigd, vereenigden het kader en het muziek
korps zich na afloop der inspectie in een der
zalen van het Schuttershof, waar hun eenige
ververschingen aangeboden werden.Door den
luit.-kolonel en den kapitein Van Hoek, die
met den kapt-kwartierm. De Raad daar een
bezoek brachten, werden eenige kameraadschap
pelijke woorden gesproken, die door den
adjudant Bering, namens het kader, werden
beantwoord.
Htden namiddag vereenigen de officieren zich
aaB een gemeenschappelijken maaltgd in de socië
teit St. Joris.
Misleid door de duisternis en dikke sneeuw
jacht is de spoorboot Martina Johanna op de
reis van Hansweert naar Walsoorden Donderdag
avond van haar koers geraakt en in het schaar
van Ossenisse omhoog gestoomd. De aan boord
zijnde 3 passagiers hebben het voorrecht nu
proefondervindelijk te weten hoe aangenaam het
is, tegen wil en dank, een nacht op de Schelde
te logeeren. Aangezien de boot is blgven zitten
zijn ze gisteren morgen per roeiboot naar Wals
oorden gebracht. De sleepboot Vezalia is naar
de strandingsplaats vertrokken ter assistentie,
doch het is haar niet mogen gelukken de Martina
Johanna vlot te sleepen.
Deze is blijven zitten en zat gisteren middag
nog, met de hoop op een hoog 1ij water in den
avond. Dientengevolge is de spoorbootdienst ge
stremd. Hierbij mag niet onvermeld gelaten
zet zijn witte buisjes voor ons opendaar vinden
wij gouden vruchten en een onbewolkten hemel,
gelijk ons leven zijn zal. Wat belet ons êen te
zgn Helena, Helena, spreek 1"
„Dit 1" riep zg uit en wees op het kleine gzeren
kruis dat op haar borst hing. Dit éene woord
PamiatnikHerinneringaan mijn plicht,
mgn liefde, mgn man. Ik heb mgn man lief; en
dat is de eenige liefde van mgn leven nu en
voor altgd."
Zij sprak schieigk en trad onder het spreken
meer en meer achteruit, totdat zij tegen den
muur geleund stond. Haar vervallen gelaat waa
met tranen bedekt, maar hare oogen schotén vuur
en haar stem trilde, zoowel van toorn als van
smart.
Ladislas kwam naderbij.
„Dwaas!" zei zij en stak haar hand uit als om
hem van zich af te duwen.
Hij bleef staan en staarde haar aanhg
staarde als een hongerige naar brood, al» een
drenkeling naar de kust die hij niet bereiken
kan daarna bukte hg, bracht den zoom van
haar kleed aan zgne lippen en verliet het vertrek
zonder verder een woord te zeggen. Hg ging
langs de met kinderen bezette trap door den don
keren gang en trad in het volle zonlichtzoodra
hij de deur open deed drongen de tonen van den
Carneoal weer met volle kracht naar binnen.
Wordt vervolgd).