N». 270.
122« Jaargang.
1879.
Zaterdag
15 November.
BLAUWE ROZEN
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentien: 20 Oent pér regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Johes.
Middelburg 14 November.
Goes, 14 November. De uitslag der gisteren
gehouden verkiezing voor den gemeenteraad is
als volgtvan de 393 kiezers werden door 217
stembriefjes ingeleverd, waarvan op de heeren
P. Lipjes en W. L. Kakebeeke ieder 104 stemmen;
vier briefjes blanco en vijf op verschillende
personen.
Goes, 13 November. In de heden gehouden
vergadering van HNut werd in de plaats van
het bestuurslid mr. P. van der Meer Mohr, die
ontslag genomen had, benoemd de heer Joh. L.
van der Pauwert die zich bereid verklaarde die
betrekking op zich te nemen, terwijl tot lid van
de commissie tot het uitbrengen van advies omtrent
het voorstel tot oprichting van eene kinderen-
bewaarplaats gekozen werd, Jhr. M. J.deMarees
van Swinderen ook ter vervanging van den heer
mr. Mobr. De beslissing omtrent het al of niet
medewerken tot een volkspetitionnement voor het
neznen van maatregelen tegen het misbruik van
sterken drank, werd, wegens staking van stemmen,
tot eene volgende vergadering aangehouden.
FEUTLLBTOlSr.
het huwelijk van
bELGNA MALINOSSKA,
de schrijfster van Vera".
TWEEDE DEEL.
De vlucht.
Benoemingen en besluiten.
a* «"Op W5 PP** p***1'|g
Een herstemming moet alzoo plaats hebben
tusschen de heeren P. Lipjes en W. L. Kakebeeke.
Gedurende de week van 6 tot en met 12 November
zijn te Vlissingen'aangekomen met de stoomschepen
van de maatschappij Zeeland 276 en vertrokken
vandaar naar Engeland 344 passagiers.
Het voorstel van den waarnemenden president
om het bestuur te machtigen eene circulaire
aan de leden te zenden tot opwekking om de
algemeene vergaderingen getrouwer bij te wonen,
werd eenparig aangenomen.
In eene vergadering van het departement
Utrecht der maatschappij tot Nut van H Algemeen
is ter zake van de pogingen, die de maatschappij
in het werk stellen wil tot beteugeling van het
misbruik van sterken drank, besloten, adhesie te
verleenen aan het adres dat aan de tweede kamer
zal worden aangeboden, en de onderteekening
daarvan met alle mogelijke kracht te bevorderen,
door aan corporatiëu, kerkbesturen, vereenigingen,
Werkbazen en in het algemeen aan een ieder, die
dit in het volksleven doordringende kwaad wil
belpen bestrijden, ter teekening aan te bieden.
De minister van waterstaat brengt in de St. ct.
ter kennis van belanghebbenden dat in de maand
Maart 1880 te 's Gravenbage een vergelijkend
onderzoek zal plaats hebben van personen, die
30
of
DOOK
HOOFDSTUK YIH.
Zij maakte ook zich zelve wijs dat die vlucht
haar hoogste troef was. Natuurlijk lag op den
bodem van haar hart bet vertrouwen dat haar
man werkelijk van haar hield, al was hij lastig
van humeur; dus zou haar vlucht hem doen
verbazen en bedroeven, ja misschien zou hij wel
schrikken als hij zag hoezeer het haar ernst was.
Helaas welk een ernst was datDie van een
muis, als de poes haar reeds in zijn klauwen
heeft.
Helena ging naar haar kamer en zocht het
wenschen te dingen naar de betrekking van klerk
bij de riikstelegraaf.
De rijkstelegraafklerken worden onderscheiden
in klerken der eerste en der tweedeklasse. Aan
stelling geschiedt op eene jaarwedde van 350 gl.,
welke belooning voor de klerken, met het gewone
dienstwerk belast, kan klimmen tot 800 gl. De
klerken kunnen, mits voldoende aan de daarvoor
gestelde eischen, en voor zooveel de behoefte dit
mocht vorderen, uit hunne betrekking overgaan
tot die van telegrafist.
Voor nadere inlichtingen verwijzen wij belang
stellenden naar de St. ct. van heden.
Het weekblad Eet Nieuws vestigt de aan
dacht op het naderen van den winter, die zich
ditmaal onder meer dan gewoon ongunstige om
standigheden aankondigt, omdat door het mis
lukken van den oogst de voedingsmiddelen hoog
in prijs zijn en er tevens eene groote schaarschte
van werk heerscht. De weldadigheidszin van onze
landgenooten zal dus waarschijnlijk in die winter
maanden overvloedig gelegenheid vinden, om zich
te toonen. Tot geven wil dan ook het blad zijne
lezers niet opwekken, maar het uit den wensch,
dat de gevers mogen toezien wat en hoe zij
geven. Men mag zijn geld niet maar met volle
handen om zich heen strooien, zonder te zien
waar het blijft. Dan toch zou 't licht kunnen
gebeuren, dat men den armen steenen gaf voor
brood. Of zou dat niet het geval zijn, als men
geld gaf aan hen, die geen geld in de handen
hebben kunnen, zonder dat hunne voeten hen naar
de kroeg dragen Meer nog dan wat men
geeft, verdient de aandacht, hoe men geeft. Men
bewijst een werkman, die gewoon is zijn eigen
brood te verdienen, grooter weldaad door hem
voor f 2 werk te laten doen dan door hem voor
f 1 te geven. Op den voorgrond moet staan,
dat men trachten moet zoo weinig mogelijk van
de door de omstandigheden van dezen winter
tijdelijk hulpbehoevenden, vaste bedeeling trek-
kenden te maken. „Beter is het, zijn geld aan
armbesturen en diakonieën toe te vertrou
wen, dan het blindelings weg te geven,
maar 't best is, zooveel mogelijk zelf te doen
wat men kan, en de waarde zijner weldaden te
verhoogen, door persoonlijke zorg voor de doel
matigheid ervan. Daar echter niet ieder daar
voor tijd en gelegenheid heeft, en ook veel
takt en menschenkennis ervoor noodig is, ver
dient het wellicht overweging, althans voor
grootere plaatsen, om tijdelijke samenwerking
voor dit doel in 't leven te roepen. Voor eenige
jaren heeft een commissie in Utrecht den wer
kenden stand veel goed gedaan, door zooda-
nigen maatregel. Dat zou nu weder kunnen
geschieden. Wat men daarvan denken moge,
men overwege rijpelijk wat en hoe men geven
noodige bij elkaar, daarna ging zij zitten uitre
kenen hoeveel franken zij kon inwisselen tegen
het geld dat zij nog in haar lessenaar had.
„Wat zal mijn moeder zeggen," was de gedachte
die nu bij haar opkwam en zij besloot alleen een
telegram van het station te Parijs te zenden om
zich aan te melden en dus alle ophelderingen uit
te stellen tot zij elkaar spraken.
Het scheen haar zeer gemakkelijk toe om haar
gedrag te rechtvaardigen en weldra was zij
overtuigd dat onder do gegeven omstandigheden,
die vlucht niet alleen wenschelijk, maar zelfs
noodzakelijk was.
Zij was haar geheele leven gewoon geweest aan
het vrije gebruik van een ruim inkomen en had
haar man haar niet zooeven gezegd dat hij haar
het kassiers boekje niet langer kon toevertrouwen.
Hij zou alleen hare persoonlijke uitgaven bestrij
den, maar zelve mocht zij over geen cent be
schikken. Hij behandelde haar als een kind.
Arme Helena! Zij gedroeg er zich ook naar en
thans beraamde zij een vlucht, even ondoordacht
als die van een schoolknaap.
Zij betoogde echter bij zichzelf dat het onver
mijdelijk was.
Zij had reeds getracht aandoenlijk tegenover
kapitein Baldwin te zijn en toen had hij haar
uitgelachen. Zij had ironie beproefd, maar weldra
had hij aan haar vlug, bijtend vernuft den prikkel
ontnomen, door het uiten van een paar dreige
zal, doch men geve met milde handen en warme
harten, want de hulpbehoevenden zullen velen
en de nood zal groot zijn!"
De opbrengst der rijks-middelen, in hoofdsom
en opcenten, heeft over October 1879 bedragen
f 9.860.640, tegen f 9.453.025 in dezelfde maand
van het vorige jaar.
Deze uitkomst is vrij gunstig, als zijnde 16 ton
meer dan een twaalfde der ramiDg. Bijna éen
millioen daarvan kwam uit aanzuivering der
aanslagen in de directe belastingen en 260.000
uit het successierecht.
Over de verloopen 10 maanden te zamen zijn
de ontvangsten echter minder bevredigend. Zij
bleven nog II millioen beneden tien twaalfde
der raming, en gingen wel die van 1878 met 18
ton te boven, maar in het vorige jaar had de
uitbreiding van het successierecht tot de rechte
lijn nog geen invloed op de inkomsten.
De directe belastingen hebben reeds de volle
raming over 10 maanden ingebracht en zullen
dus in November en December het nadeelige verschil
wel niet goedmaken. Dat verschil is veroorzaakt
door eene lagere opbrengst van accijnsen en
indirecte belastingen. De verbruiksrechten zijn
namelijk bij 1878 slechts f 9000 vooruitgegaan,
maar zijn bij de hoogere raming voor 1879 nog
bijna 4 ton ten achter. Wel heeft de suikerac
cijns bijna 4 ton meer ingebracht, maar van
schier al de andere accijnsen valt de opbrengst
tegen. Op gedistilleerd komt men nog 6 ton, op
den wijn f 70,000, op het geslacht f 108.000,
(een gevolg der gedaalde veeprijzen), op zout
80,000 te kort.
De indirecte belastingen zijn alle beneden de
raming gebleven, en ook behalve hypotheek
recht en, om de genoemde reden, het successie
recht beneden de opbrengst van 1878. In het
geheel zijn zij bij de raming voor tien maanden
bijna 12 ton ten achter. Het sterkst vertoont
zich dit verschijnsel bij de registratierechten,
waarop men bijna 8J ton tekort komt bij de
raming en ruim 6 ton bij 1878, wat niemand
verwonderen zal, die heeft opgemerkt hoevele
perceelen in openbare veiling dit jaar zijn opge
houden en hoe de prijzen van het onroerend goed
gedaald zijn. De hypotheekrechten zijn f 85.000
onder de raming, de successie 140.000, de
zegelrechten 95.000.
De voornaamste bronnen van inkomst, die jaren
achtereen aanmerkelijk ruimer waren geworden,
vloeien dus thans veel trager. Dat verlies wordt
niet opgewogen door het stijgen van kleinere
inkomsten, als invoerrechten die f 70.000, de
posterijen die f 102.000, de rijkstelegrafen die
f 90.000, de akten voor jacht en visscherij
die f 29.000, de loodsgelden die f 37.000 meer
dan de raming opleverden.
meuten, die even duidelijk als ruw waren. Zij
begreep zijn karakter wel niet juist, maar zij
had toch doorzicht genoeg om te weten dat hij
van plan was eerder meer dan minder te doen
dan hij zeide, wanneer hij dreigde.
Daarna had zij getracht acht en veertig uren
lang te Zwijgen, maar Frank had haar met hare
eigen wapens geslagen en in drie heele dagen
niet tot haar gesproken.
Nu had zij eindelijk rechtstreeksche ongehoor
zaamheid getoond én hem gezegd dat zij haar
goed verkocht had ten behoeve harer familie en
hij had geweten hoe hij haar daarvoor straffen
moest.
Nu zou zij zelve uaar Parijs gaan en wat deze
heethoofdige Poolsche deed, deed zij schielijk, en
zonder iemand raad te vragen, waar zij gelijk in
had, daar zij er toch niet naar geluisterd zou
hebben.
De laatste trein naar Bexminster vertrok om
6 uren en omstreeks 4 uren hoorde zij voetstappen
op het grint en zag zij haar man met Frederik
uitgaan, om een wandeling te doen. Zij gingen
den kant naar Portquay op, vermoedelijk naar
hun club. Dus had zij anderhalf uur om vrij
en ongehinderd te handelen.
Zij schelde en haar kamenier verscheen.
„Victorine ik heb Blechte tijding van huis
gekregen en ik vertrek van avond om 6 uur naar
Parijs. Ik heb uw hulp op reis niet noodig en
De minister, van financien heeft bij het indienen
der staatsbegrooting voor 1880 aangenomen dat
aan het bedrag der raming voor 1879 ongeyéer
een half millioen zou ontbrekenhet is te vreezen
dat de uitkomst nog meer zal tegenvallen en het
dubbel zal. bedragen. Zèer te waardeeren is het,
dat hij bij de raming voor 1880 voorzichtig is
geweest en die 6 ton lager heeft gesteld dan voor
1879 was aangenomen. [Hbl
Inhoud van Tijdschriften. De Économist
van November bevatHet Duitsehe tarief en de
Nederlandsche belangen. De suikerquaestie
in Italië. Levensverzekering en pensioen
zaken, door M. Henriquez Pimentel. Iets
over ons armwezen, door mr. N. J. den Tex.
Het Portugeesch koloniaal bestuur, door Arn.
Jansen. Voordeelen van het Vrijhandels
stelsel (graanbouw en volksvoeding). De
adresssen over den suiker-accijns. Nalezingen,
overzichten, berichten enz.
Het Leeskabinet over November. Opgravingen
in Azië, door M. C. de Graaff. De kwéék-
school voor Zeevaart te Leiden, door C. H. de
Gueje. Mijn nichtje Jane. Op Valsch
spoor, en ander mengelwerk.
Twee fraaie afbeeldingen van de oude Kweek
school voor Zeevaart te Leiden, zooals die in
1855 geopend werd, met het portret van den
stichter, dr. A. Rutgers van der Loeff, benevens
van het flinke nieuw opgerichte gebouw dier school
versieren deze aflevering.
De Globe over November. De federatie der
Engelsche koloniën. Mulready en Maclise.
De Duitschers in andere werelddeelen.
leger. Benoemd tot len luitenant: lo bij den
plaatselijken staf, de 2e luit. B. R. de Breuk,
H. L. Loots en J. A. Nuij, van dien staf, pi. adj.
2e kl., respectievelijk te 'sHertogenboscb, Helder
en Bergen op Zoom; 2o bij het wapen der inf.,
de 2e luit. F. J. R. von Ernst, F. P. L. van
Driel, P. Wiersma en W. F. K. Bischoff van
Heemskerck, van het wapen, allen gedetacheerd
bij het leger in Ned.-Indiëbij het le reg., de
2e luit. A. F. G. G. Schwartz, van het 2e, en
J. H. Makking, van het 5e reg.; bij het 2e reg.,
de 2eluits. J. M. van Stein Callenfels en P. Schaap,
beiden van het korpsbij het 3e reg., de 2e luit.
C. A. Sprenger, van het korps; bij het 5e reg.,
de 2e luit. A. H. Blaauw, van het korps; bij het
6e reg., de 2e luit. C. J. M. Noorduyn, van het
korps; bij het 7e reg., de 2e luit. M. H. Spruyt
en H. R Hagedoorn, van het korps, alsmede J. F.
Rappold, adjud. bij het korps; bij het 8e reg.,
de 2e luit. H. N. Ravesteyn en J. W. van den
daar ik niet weet wanneer ik terugkom, ontsla
ik u uit mijn dienst. Ik zal u een goed getui
genis geven, hier is de opgave van Uw loon tot
het einde der maand, met uwe reiskosten tot
Londen, zooals ik afgesproken had indien ik u
buiten uw toedoen mocht ontslaan. Morgen zal
mijnheer u betalen wat ik n schuldig ben. Pak
intusschen dit goed in, ga dan thee drinken en
breng mij mijn thee hier boven. Gij moet met
mij naar het station gaan en zeg aan Gibbons
dat hij het koffertje en de taBch maar daarheen
laat brengen met een adres naar Newhaven erop.
Nu kunt gij gaan."
Zelfs een minder schrandere vrouw dan made
moiselle Victorine Lenoir zou aan het bleeke
gelaat harer meesteres gemerkt hebben dat er
een onheil in aantocht was. Zij wierp eerst een
blik op mevrouw, toeD op de bagage en bega
zich vervolgens naar de dienstbodenkamer, waar
zij hare boodschappen uitreikte, doch niet zonder
er eenige opmerkingen bij te voegen.
„Zijn verdiende loon," zei mijnheer Gibbons,
toen Victorine haar meening te kennen gegeven
had dat de reis van mevrouw in verband stond
met „die arme stakkers van Polen." „Zijn ver
diende loon. Als er een lastig humeur hier op
de plaats is, is het het zijne. Hij is even netelig als
zijn broer Humphrey vriendelijk was. Hij heeft een
slecht karakter, dat is het en die akelige Duitsehe
milletaire manieren hebben het geen haar beter