Laatste berichten. Benoemingen en besluiten. Landbouw. Weerkundige waarnemingen. 12 November des morgens te 8 uren. zw w w Staten-GeneraaL Eerst den volgenden morgen vrerd het telegram op het Loo door Z. M. ontvangen, die onmiddel lijk een hartelijk antwoord seinde. Dankende voor den op hem uitgebracbten feestdronk, ver. klaarde de koning met de grootste belangstelling den tocht van de Willem, Barents in gedachten gevolgd te hebben, en zich zeer te verheugen over het behaalde sncces en de behouden terug komst van het Poolschip. Tot lid van gedeputeerde staten van Utrecht, ter vervanging van den heer Verloren van Themaat die deze betrekking heeft nedergelegd, is door de staten dier provincie benoemd mr. J. H. M. baron Mollerus van Westkerke. In het tijdperk van 5 October tot 1 November 1879 zijn, blijkens ingekomen ambtsberichten door longziekte aangetast 2 runderen in Zuid- Holland. In het vorige tijdperk van vier weken waren vijf runderen door die ziekte aangetast. VERBEF KRING. Het bericht, voorkomende in de Gemengde be richten van ons uommer van Dinsdag, betreffende de installatie van den burgemeester, is abusievelijk gedagteekend Hoedekenskerke. Het moest zijn 'sHeerenhoek. onderscheidingen. Als blijk van Z. M. goed keuring en tevredenheid is de bronzen medaille^ ingesteld bij besluit van 22 September 1855, n®. 64, alsmede een loffelijk getuigschrift, toegekend aan den inlander Wahati uit de kampong Bingin- anom, regentschap Kediri, die moedig en beleidvol den le luitenant der genie E. Tielenius Kruythoff redde uit den snellen stroom aan de samenvloei ing van de Brontos- en Ngrowo-rivieren; den inlander Eaoe Poea Binkoeng te Pangkadjene, die den sergeant-majoor C. YValdvogel met levensge vaar van den bodem der snelstroomende Pangkad- jene-rivier aan den oever bracht. commissarissen des konings. Ingetrokken het koninklijk besluit van 15 September jl., n°. 1, voor zooveel betreft de benoeming van jhr. G. F. van Tets tot 's konings commissaris in de pro vincie Noord-Holland, en, met ingang van 15 December 1879, tot commissaris des konings in die provincie benoemd jhr. mr. J. W.M. Schorer, burgemeester der gemeente Middelburg, uit welke betrekking hem met dien dag tevens eervol ont slag wordt verleend. {Deze benoeming werd reeds in ons Kommer van gisteren medegedeeld.) ridderorden. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw A. Verneuil, professor in de chirurgie te Parijs. Vergunning verleend aan den heer J. A. Die" duksman, wijkmeester, te Djokjokarta, tot het aannemen der versierselen van ridder 2e kl. Van de Albrechtsorde, hem door den koning van Saksen geschonken. marine. Op zjjn verzoek eervol hit den Zee dienst ontslagen de luit. t/z. le kl. D. M. G. de Swart, dienende bij het eskader in Oost-ïndie, hem bij zijn ontslag toegekend de titulaire rang van kapitein-luitenant ter zee en hem vergund te bljjven dragen de activiteitsuniform van zijn rang. geneeskundige dienst. Op verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen, zoodra in zijne ver vanging zal zijn voorzien, de officier van gezondh. le kl. G. P. J. Theunissen, dienende bij het eskader in Oost-Jndie. financien. De betrekking van rijkscommissaris Maar wat is in dit geval de eer? De eer is dö moed en de Zelfverloochening, die bereid zijn om eigen schuld te bekennen en de gevolgen der eigen misstappen te dragen. De eer is die geest kracht die alle moeilijkheden des levens te boven komtwant ofschoon wij in negen van de tien gevallen op stoffelijk gebied in het leven geslagen worden, kunnen wij bijna altijd in het geestelijke zegevieren. Tegenover onvoorziene gebeurtenissen mogen wij weerloos zijn, tegenover ons zeiven moeten wij steeds sterk blijven. Dit alles was Helena onbekend. Zij schreide van daag over de „Blauwe Boos" van haar geluk, alsot teleurstelling en verdriet ongekende machten in het leven waren. Hoe heldhaftig zij ook in hare smaken en op vattingen was, zij miste de ware eigenschap om ooit een heldin te worden, namelijk kracht. Zij was vatbaar voor vrome aandoeningen en in staat tot vrome handelingen; maar zij had nooit iets geleerd van den strijd tegen onszelven en van de onvermoeide pogingen die wij steeds in het werk moeten stellen om ons zeiven te overwinnen. Zij was altijd een bedorven kind geweest, dat het leed alleen van hooren zeggen en niet door eigen ervaring kende. Heden geeft zij zich over aan een soort vaü afkeer yan het leven, daar zij vindt dat het zonder liefde alle waarde verloren heeft. Ongelukkig is er niemand in haar nabijheid die haar kan terecht wijzen en misschien zou zij er ook niet aan gelooven, indien iemand haar kwam spreken over die goddelijke liefde, en een voor de geldleening van f 6,500,000, ingevolge de wet van den 31en Juli 1868 {St.-bl. n°. 117), onder waarborg van den staat, door de Amster damsche kanaalmaatschappij aangegaan, is opge dragen aan den heer J. Geesink, agent van het mini3terid van financiën te Amsterdam. Benoemd tot betaalmeester te Leeuwarden, jhr. G. J. M. Bowier, thans nog betaalmeester le Eoermond, doch bij Zr. Ms. besluit van 28 Augus tus 1879, n®. 16, benoemd tot betaalmeester te Alkmaar, welke benoeming tevens wordt ingetrok ken te Maastricht, jhr. G. F. baron van Asbeck, thans betaalmeester te Zutfen; te Alkmaar, O. G. Lotsy, thans betaalmeester te Winschoten; te Zntfen, mr. C. M. van Hees, thans betaal meester te Tiel. belastingen. Benoemd tot ontvanger der dir. bel. en ace. te Willemstad c. a. J. A. Bentinck, thans ontvanger derzelfde middelen te den Bommel c. a. en tot ontvanger derzelfde middelen te Alblasserdam o. a. mr. A. J. van Deinse, te Hengelo (Gelderland.) Benoemd tot ontvanger der invoer, en aec. en van de haven- en Bchutgelden op het kanaal van Walcheren te VlissingenJ. H. H. Eelsingh, ontvanger der dir. bel. en ace. te Gietende, a. {Zie laatste Ier. van gisteren.) Yan den Nederlandschen consul-generaal te Londen is ontvangen bet volgende bericht om trent den graanoogst in Groot-Britannië en Ierland, dd. 3 November jl. De graanoogst van 1879 in het Vereenigd koninkrijk zal waarschijnlijk de slechtste oogst sedert 1816 genoemd kunnen worden. Er waren gedurende 1879 in het Vereenigd koninkrijk 3,036,800 acres met tarwe bebouwd; ware de opbrengst gemiddeld geweest, dan zouden zij 11,278,400 Imperial Quarters opgeleverd hebben. Daar echter de gemiddelde opbrengst in 1879 geschat wordt op niet meer dan 18 bushels per acre) zal de oogst slechts 5,990,000 Imperial Quarters opleveren. Naar aanleiding hiervan wordt de Voor het Vereenigd koninkrijk benoodigde hoeveelheid tarwe, waarin door vreemden invoer zal moeten worden voorzien, geschat op 18 millioen Imperial Quarters. De gemiddelde invoer van tarwe en meel in de laatste 13 jaren, na aftrek van hetgeen weder uitgevoerd werd, bedroeg 10,842,000 Imperial Quarters. Rechtszaken. Gisteren werd voor de prodeokamet der recht bank te Amsterdam behandeld de aanvraag van K. Bis, om kosteloos te mogen procedeëren tegen de Amslerdamsche Spaarbanktot het doen be noemen van scheidslieden door de arrondissements rechtbank, ter beslissing van het bekende tusschen partijen gerezen verschil. Mr. P. Pet lichtte als procureur voor Eis het verzoek toé, dat voor de spaarbank door den procureur mr. E. J. Asser werd ondersteund. Deze zeide o. a.dat hij niet zou onderzoeken of de heer Bis soms in deze als strooman optrad en of hij wel onver mogend was. Hij kon toch aannemen dat, zoo hij soms vermogen gehad had, hij dat door strooibriefjes kan hebben verloren. Spr. was van oordeel, dat de spaarbank een beter sociaal democraat was dan de heer Bis, daar zij zorgde dat het geld van den werkman in zijn handen bleef en niet naar de kroeg verhuisde. Hij ver zocht, dat de rechtbank het verzoek zoo spoedig mogelijk zou toestaan, opdat weidra het volle licht der openbaarheid over deze zaak zou schijnen. godsdienst die het leven kan verheerlijken, zelfs nadat alle idealen gevloden zijn. Kapitein Baldwin, die natuurlijk niet vermoedde welke sombere gedachten het gemoed zijner vrouw vervulden, kwam zeer opgewekt naat huis. De afwisseling van het stadsleven had hem goed gedaanwant zijn ontstemdheid was grootendeels het gevolg van de verveling van zijn eentonig leven geweest. Hij had mijnheer George Baldwin er toe ge kregen te beloven dat hij zich volstrekt niet zou verzetten tegen het bouwen van villa's op de landerijen bij het station en hij bracht Frederik mede, die met den bouwmeester moest spreken en zijns vaders belangen behartigen in deze nieuwe bouwspeculatie te Portquay. Frederik, die zeer ontstemd was door de töó- neelen welke hij met Delphine beleefd had, was blij dat hij naar Ifflehage ging. Zijn geheim was nog veilig bij hemzelven en bij zijn neef, maar er was geen twijfelen aan dat Delphine in de oogen van alle goddelijke en menschelijke Duitsche Fransche of Engelsche wetten, zijn wettige vrouw was. Als zoodanig had hij een paar stormachtige bijeenkomsten met haar gehad en nu het hem gelukt was haar als muziekonderwijzeres op een kloosterschool te Norwood te plaatsen, hoopte hij haar stilzwijgen en haar bestaan verzekerd te hebben. Wordt vervolgd). De onzen lezers bekende quaestie omtrent retourbiljetten op de spoorwegen is nog niet ten einde. De heer W. H. Keun, die bij vonnis der rechtbank alhier den 31 October, niettegenstaande de conclusie van het O. M. tot ontslag van rechtsvervolging strekte, in appel, bij verstek werd veroordeeld tot eene geldboete van f 5 en in de kosten, is tegen dit vonnis in verzet gekomen. Aanstaanden Vrijdag zal deze zaak behandeld worden. De burgemeester van Amsterdam jhr. mr. I C. J. A. den Tex, de weth. mr. G. van Tienhoven I en het raadslid F. J. W. H. Schmitz zijn gisteren I naar Berlijn en Hamburg vertrokken, teneinde I de daar bestaande beursgebouwen en inrichtingen I in oogenschouw te nemen en de wijze van exploi- I tatie aldaar te bestudeeren. Den 15en November, zal bij den telegraaf- I dienst te Amsterdam de eerste vrouwelijke amb I tenaar een post aanvaarden, en wel als klerk I aan het hulpkantoor op de Bozengracht. Het is te hopen, dat dit goede voorbeeld spoedig navolging vinden zal. Om tot klerk te I woiden benoemd moeten de dames met goed I gevolg het gewone daarvoor vastgestelde examen I ondergaan, waarvan de eischen zijn: grondige I kennis der Nederlandsche en Fransche talen en I van het rekenen. De klerken genieten een salaris van f 350, I dat stijgen kan tot f 1000, indien zij de be- I kwaamheden, voor telegrafist gevergd, weten te I verwerven. (JV. v. d. D.) Gisteren middag te 12 uren had in de Haar- I lemmer houttuinen te Amsterdam een hevige I vechtpartij plaats tusschen een zestal polderwer kers. De vechtersbazen sloegen er zoo duchtig I ,op los, dat ze allen een bebloed aangezicht kregen. Politie was in den geheelen omtrek niet te vinden. Een paar der voornaamste wetkgevers te Helmond hebben zich met een paar andere heeren vereenigd tot vestiging van een vleeschhouwerij Zij stellen zich voor hierdoor niet alleen de hooge prijzen van het vleesch te verlagen, maar ook ten betere qualiteit in den handel te brengen. Eenige ingezetenen van den Helder, die zich niet kunnen neerleggen bij de hooge prijzen I die de vleeschhouwers op den duur blijven vor- deren, hebben onder elkander een uitmuntende koe van 500 pd. gekocht en voor eigen gebruik laten slachten. Na aftrek van alle onkosten komt hun dat vleesch op 26 ets. het halve kilogram. Het verlaten stationsgebouw van de Boll. Spoorwegmaatschappij buiten de Delfsche poort te j Botterdam, heeft ten laatsten nog een bestemming gekregen. Het is ul. tot Mei van het volgend jaar aan de Eotterdamsclie Tramweg ma atsch appy verhuurd tot berging van materieel. Na afloop van dién huurtijd zal het gebouw worden afge broken. De Weener Figaro beeldt den Oostenrijk- schen minister van financiën af, met een valies in de hand zich naar het station spoedende. Onder de prent leest men: „Gaat ge op reis, mijnheer Von Chertek?"— „Ja, ik ga er van door. Ik heb vandaag mijn traktement gekregen, en na aftrek van personeel, inkomsten-, vermogens- en oorlogsbelastingen, van den Erganzungstax en den Militdr-Befreiungs taxschoot er juist 27 Kreuzer over. Laat daarvoor een ander werken." Beeds nu zjjn met de post in Zweden eenige resultaten van Nordenskiölds reis benoorden Azië ontvangen in den vorm van wetenschappe lijke verhandelingen, die aan boord zijn geschreven. Zij zijn: van Nordenskiöld zeiven, over de mo gelijkheid van geregelde scheepvaart op de IJszee, over het noorderlicht en over de levenswijze der Tsehuktschenvan O. Nordquist, een woorden boek der taal van genoemde Tsehuktschen; van E. Almquist, over den kleurenzin der Tsehuktschen en waarnemingen van verschillende mossoorten aan de noordkust van Siberië; van Kjellman, over de algenvegetatie in de noordelijke IJszee en over de plantenwereld aan de noordkust van Siberië, van Anton Stuxberg, over de fauna der Invertebrae in de Siberische IJszee. Verscheidene van deze verhandelingen zijn voorzien van teekeningen en kaarten. i Abd-el-Kader, de oude tegenstander der Franschen in Algiers, is in 72jarigen ouderdom te Damascus overleden. Half soldaat, half wijs geer, was hij boven alles vaderlander, en onver moeid streed hij van 1832 tot 1847 tegen de Fransche overheersching. Hij moest zich eindelijk aan generaal Lamoricière gewonnen geven en gaf zich over op de voorwaarde, dat het hem vrij zou staan te Alexandrië of St. Jean d'Acre te gaan leven. De generaal beloofde, maar de regeering van Louis Pliilippe hield zich niet aan die belofte I en interneerde Ab-el Kader achtereenvolgens in I verschillende Fransche vestingen. Ook de republiek I van 1848 durfde hem niet vrijlaten. Eerst Napo- I leon gaf hem de vrijheid weer tegen de aflegging I van een eed, dat hij nimmer meer de wapenen I tegen Frankrijk zou dragen. Abd-el-Kader leefde I sedert rustig in verschlllonde steden van het I Oosten, het laatst in Damascus, en hield zich met I godsdiens tig-wijsgeerigen arbeid bezig, waar- I van de resultaten zijn neergelegd in een werk, dat door Dugat uit het Arabisch vertaald en uitge geven is onder den titel Rappel h V intelligent; avis a V indifférent. De advocaten te Cagliari hebben het werk gestaakt wegens het onvoldoende der hun toe gekende belooning. Alle rechtszaken stonden eensklaps stil, en de minister van justitie heeft de hangende zaken opgedragen aan een naburig rechtscollege. Eerste kamer. Bij de behandeling der Indische begrooting sprak de heer Borsius over de quaestie der nederzetting op Borneo, met ver dediging van het beginsel dat het de plicht der regeering is krachtig tusschenbeide te komen en alle inbreuk op het Nederlandsch gezag en onze rechten te beletten. De minister handhaafde zijne in de stukken ontwikkelde stellingen en verklaar de dat de regeering waakzaam en voorzichtig zal zijn. Aau de heeren Van Twist en Van Voort- hnysen, die de quaestie der financieele verhouding tot Indie behandelden, beloofde de minister dat waarschijnlijk nog in dit zittingjaar een nieuw wetsontwerp dienaangaande ingediend zal worden Eenparig werden vervolgens aangenomen de hoofdstukken der Indische begrooting. Het wetsontwerp betreffende de immigratie in Suriname werd bij herstemming aangenomen met 16 tegen 14 stemmen. De kamer is op reces uiteengegaan. namen der plaatsen. Ba- rom. afwijk. Wind Toestand der richt. kracht lucht zee N. Shields 2.3 NNW 6 z. bew. deining Sylt 14.3 wzw 1 z. bew. Hartlepool 33 NNW 7 hol Swinemunde 11.0 Z 4 betr. Hamburg 14.0 4 regen Delfzijl 14.4 1 z. btw. Groningen. 14.0 0 bew. deining Helder. 12.5 NNW 4 regen Yarmouth. NW 6 bew. golvend Vlissingen. 8.7 WNW 6 z. bew. Maastricht 9.0 WZW 4 betr. Valentia -f 8.9 NW 3 z. bew. deining Portsmouth. NW 5 deining Grianez 4.4 WNW 3 z. bew. Parijs. -f 4.3 NW 5 betr. St. Mathieu. Biarritz -j- 4.8 NNO 4 betr. Grootste verschil in Nederland 's ochtends 8 urenV. 5.5 G. des namiddags Barometer te Middelburg, Graanbeurs: {Corr.) 763 Thermometer» 11 Nov.'sav.liu.45 ;r. 12 Nov. 'smorg. 8 u. 46 gr. 's midd. 1 u. 47 gr. 's av. 5 u. 42 gr. eerste kamer. Indische begroeting ÏSSO. Aan de memorie van antwoord van den min. van koloniën op het voorloopig verslag der eerste kamer is het volgende ontleend. Van regeeringswege is nooit de stelling verkon digd, dat het Nederlandsche oppergëzag in Indfi ziöh zou uitstrekken buiten de grenzen Van h«t gebied dat door bezetting, verovering of contractus met inlandsche vorsten en volken onder de Ned<r- landsohe souvereiniteit gebracht is. Ook aan iet Londensche tractaat van 1824 ligt die steling zeer zeker niet ten grondslag. Daar geldt het beginsel dat gemengd bezit van Engeland ev van Nederland op hetzelfde eiland moet werden vermeden. Vestiging van het Britsch gezag in het niet onder Nederlandsche souvereiniteit slaande gedeelte van Borneo is dan ook krachtens dit beginsel niet toegelaten. Tegenover anderen echter gelden de gewone regelen, die het gezag eener mogendheid bepalen. De regeering heeft het zich daD ook steeds ten taak gesteld te zorgen, dat haar gezag op goede zetels gegrondvest was overal waar zij de Nederlandsche souvereiniteit wenschte geëerbiedigd te zien. Er is echter nooit aanleiding gevonden om de Nederlandsche souve reiniteit ook over het noordelijk gedeelte van Borneo nit te strekken. Waar de rechten of belangen van Nederland in gevaar komen, behoort daartegen te worden gewaakt ook buiten de grenzen van ons gebied, naar de mate onzer krachten. Maat er is vooralsnog geen reden gegeven om eenig gevaar dienaangaande te vreezen van de door de kamer bedoelde vreemde nederzettingen. Ook bestaat er vooralsnog geen grond om to onderstellen dat de onderneming-Von Overbeek zal ontaarden in een Biitsche vestiging. Van „krachtige vert oogen" kan dan ook voor 'toogen- blik geen sprake zijn. Maar men kan erop rekenen dat de noodige waakzaamheid zal worden in acht genomen. Tractaten Van 1824, aan welke onze verhouding tegenover vreemde vestigingen in bet noorden van Borneo getoetst zou kunnen worden, zijn den minimier niet bekend. Ten onrechte is het bezwaar tegen te groote spaarzaamheid, bij deze begrooting bespeurd, gegrond op de meeuing dat op het departement van burgerlijke openbare werken zou zijn bezui nigd. Dit is geenszins het gevah De daaromtrent voorgenomen of werkelijk ingevoerde maatregelen hadden slechts administratieve of technische bedoeling, tetwljl uitvoering van bouwwerken door het binnenlandsch bestuur volstrekt niet leidt tot verzwaring van heerediensten, waarom trent de administratie aan vaste regelen gebonden is. Met de aangevraagde middelen kan oveftgena veel tot verbetering vaü den toestand der wegen en bruggen gedaan worden. Belangrijke som-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2