8 November, N°. 204 122e Jaargang. BLAUWE BOZEN Dit blad verschijnt dagelijkgj M\^T Advertentiens 20 Oent per regeU met uitzondering van Zon- en Feestdagen,1 Geboorte-, Tronw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 7 1,50 Pry's per 8/m. franco 3,50. wEpIP' fod0» w®ol meer 0,20, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,' Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, Middelburg 7 N-ay ember. Kerknieuws. Koloniën. Landbouw. Rechtszaken. Marine en leger. Benoemingen en besluiten. het huwelijk van helena halinosska TWEEDE DEEL, Frank en Frederik. van het kanaal* en havengeld op het Noordzee kanaal en de zijkanalen. A de Visser, allen van het wapen der inf. van het leger hier te lande, in hun rang en ouderdom in dien rang worden overgeplaaatst hij het wapen dér inf. van het leger in O. I. pensioenen Bij kon. besluit, is gewijzigd het vroeger besluit, waartij aan den majoor provin cialen adjudant J. B. H. van Roijen. een pensioen is toegekend van 1253, en bepaald, dat het vorenbedoeld pensioen zal bedragen ƒ1600 'sjaars. surinaamsche bane. Goedgekeurd de benoeming van den heer F. W. Westerouen van Meeteren, laatst directeur der suikerfabriek te Oosterbeek tot directeur der Surinaamsche Bank te Paramaribo. bodem ingescheept detachement mariniers, en de off. van adm. 3e kl. J. J. van Diemenin de rol van laatstgenoemd wachtschip en gedetacheerd bij den torpedodienst, de luit. t/z ie kl. A. J. Krabbe bij het hospitaal der marine te Willemsoord, de off. van gez. Ie kl. W. T. Clous; terwijl de kapt. der mariniers P. S. C. A. Courier dit Dubekart en de le luit. J. J. Reeringh en J. A. H. Jockin, dienende aan boord van Zr. Ms. fregat Evertsen, ter beschikking worden gesteld van den komm. van het corps. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram zou Zr. Ms. schroefstoomschip Afjeh, onder bevel van den kapt. t/z jhr. H. O. Wichers, op den middag van den 6en dezer van East Cowes vertrekken. Aan boord was alles wel. i» Naar wij -vernemen, bestaat bij de postadmini stratie het voornemen, om, na overleg met de spoorwegdirectie, ook het pakket, dat nu eerst naar Roosendaal gaat en eerst te 11 u. 4 m. te Bergen op Zoom terugkomt, uit den trein van circa 8| uur voorin, te doen werpen. Ook zou er kans bestaan, dat de Belgische correspondentie reeds te 8£ uur met den goederentrein te Bergen op Zoom aankomt. In de Pall Mall Gazette komt weder een opstel voor, ditmaal van een inzender die zich Van Tromp onderteekent, over de verhouding van Nederland tot de Europeesche staatkunde in 't algemeen en tot het Duitsch-Oostenrijksch verbond in 't bij zonder. Hij klaagt over de onverschilligheid der Nederlanders in dit opzicht. De gevaren die hun nationaliteit bedreigen, ontgaan schrijft bij, de aandacht der Nederlandsche staatslieden niet, maar onze vermogende klassen leven voor niets anders dan voor hun handelszaken en voor n gemak, vertrouwen voor 't overige op Enge- lands bescherming en verzuimen om datgene te doen wat voor de verdediging van hun land noodzakelijk zou zijn in 't geval eener gewapende botsing tusschen de naburige groote mogend heden. Hij zou willen dat Nederland het voor beeld volgde, door Sardinië onder Cavour's leiding tijdens den Krim oorlog gegeven. In elk geval wijst hij op de noodzakelijkheid van een Belgisch-Nederlandsch verbond, als tegenwicht voor het tractaat der beide Duitsche keizerrijken. Vereenigd, zouden de beide landen aan Engeland een bondgenootschap kunnen aanbiedendat machtig genoeg zou zijn om hen beide voor aanranding vrij te waren. Ook de Vereenigde Staten zonden voor 'tU van Nederland niet onverschillig zijn, met het oog vooral op Surina me en Curasao, welk gezond gelegen eiland, met zijne prachtige haven, in handen eener groote mogendheid het Malta van de Caraïbische zee zou kunnen worden. Reeds breiden in deze streken de Duitsche handel en invloed zich uit, terwijl de Nederlanders verdrongen worden van markt plaatsen, waar zij sinds langen tijd in 't bezit van den alleenhandel waren. Maar, zoo eindigt Van Tromp, „ik heb een aantal Hollanders aangetroffen, die door de Duitsche aanmatiging als 't ware overstelpt overcomeworden en die prins Bismarck als een soort van Boozen Geest beschouwen, wien het niet mogelijk is te wederstaan. De oude Holland- sche geest, die eenmaal Frankrijk en Spanje het hoofd bood, heeft in deze dagen behoefte aan opwekking door de eene of andere welsprekende stem." Gedurende de week van 30 October tot en met 5 Nov. zijn te Vlissingen aangekomen met de stoomschepen van de maatschappij Zeeland 371 en vertrokken Vandaar naar Engeland 433 passagiers. De St. Ct. bevat een kon. besluit van 24 Oct, jl. houdende vaststelling van een nieuw tarief Burg. en weth. van Amsterdam hebben een voordracht bij den raad ingediend om de bepalingen betreffende bet des nachts sluiten van logementen, herbergen, slaapsteden enz. ook op bordeelen, rendez-vous-huizen enz. toe te passen. Den houders van dergelijke inrichtingen zal kunnen worden voorgeschreven op bepaalde tijden geen personen of bezoekers, dan die welke de veror dening gedoogt, te ontvangen. Aanleiding tot het voorstellen van dezen maatregel is, dat een aantal personen die thans gedwongen zijn de drankhuizen te verlaten, in dergelijke huizen, waar ook getapt wordt, verder den nacht doorbrengen. De commissie voor strafverordeningen heeft zich met de voordracht vereenigd en is daarbij uitge gaan van de veronderstelling, dat het de bedoe ling niet is om bij wijze van algemeenen maatregel alle publieke huizen te 12 uren te doen sluiten, waar door h. i. de clandestine prostitutie zeer in de hand gewerkt zou worden, maar dat naar gelang van omstandigheden door den burgemeester van de hem gegeven bevoegdheid gebruik gemaakt zal worden. In een brief van den Spaanschen gezant bij het hof te 'sGravenhage aan den consul van Spanje te Rotterdam, verklaart hij, dat de ramp die Spanje heeft getroffen de grootste van dien aard is, die ooit in Europa is voorgekomen, dat 4/5 van de bebouwde landen braak zijn geworden, dat een menigte huizen, dieren, landbouwwerk tuigen en producten verloren zijn gegaan en dat van 50,000 inwoners, 3000 zijn omgekomen. De gezant drukt de hoop en het vertrouwen uit, dat de Nederlandsche liefdadigheid zich ook ditmaal niet zal verloochenen. Naar men verneemt, is de abt L. A. Lorain, secretaris van de Pauselijke Internnnciatnur bij het Nederlandsche Hof, uit die betrekking terugge roepen om te Rome te worden werkzaam gesteld. Serooskerke, 5 Nov. Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente te Serooskerke, cl. Middel burg, de heer J. A. P. Ris Lambers, predikant te Barneveld, cl. Harderwijk. Van den gouverneur van Atjeh en onderhoorig- heden zijn bij telegram, gedagteekendKotta Radja 20 Sept., de volgende berichten ontvangen Bij gelegenheid hariraja zijn dit jaar tal van aanzienlijke hoofden en minderen uit de drie Sagies van Groot-Atjeh en hét voormalig sultans- gebied naar Kotta Radja opgekomen. Belang stelling was veel grooter dan in vroegere jaren. Legerkommandant vertrekt morgen naar Batavia. Laatste dagen veel regen, gepaard met hevige winden. Gezondheidstoestand minder gunstig; ziekte* en sterftecijfer booger. (St. Ct.) Te Londen is uit Rusland kaas aangevoerd, die in smaak en vorm volkomen met de Edammer kaas overeenkomt. Dit laat zich misschien op deze wijs verklaren. Een tiental jaren geleden heeft de zoon van den heer W. Sluis te Beemster eenigen tijd vertoefd óp de goederen van een Poolschen graaf, om onderwijs te geven in de Noord-Hollandsche kaasmakerij, en vóór een paar jaar is een ander jongmensch, eerst by den heer Sluis in betrekking, met hetzelfde doel naar Rusland gegaan. Van hun onderwijs heeft men dus waarschijnlijk in Rusland een goed gebruik gemaakt. De raad van justitie te Padang heeft iü de zaak van H. Verleije uitspraak gedaan. De heer V. was beschuldigd als zou hij1° met boos opzet haat en verachtiiig hebben opgewekt tusschen verschillende klassen der bevolking in N. I., door de zoogenaamde Inlandsche kinderen sinjosop te ruien of op te zetten tegen al wat Nederlander is2° die Inl. kinderen met boos opzet tot haat en minachting hebben opge zet (of opgeruid) tegen de regeering van het moederland en deszelfs koloniën; 3° met boos opzet Nederlandsche staatslieden en gestelde machten in het algemeen, hoezeer niet bij name. genoemd, hebben gesmaad. Het feit, dat de beklaagde slechts de inzender was van het geïncrimineerde stuk, ontheft hem volgens den R. v. J. niet van de verantwoorde lijkheid daarvan, niettegenstaande de schrijver daarvan zich als zoodanig had hekend gesteld. De beide eerste beschuldigingen nam de raad van justitie als niet bewezen aan. Daarentegen werd de beklaagde schuldig ver klaard aan hoon jegens de gestelde machten en deswege veroordeeld tot drie maanden gevange nisstraf en in de kosten van het proces. Met den 15en dezer worden op non-activiteit gesteld: de luit. t/z le kl. E. L. Ehnle, C. J. de Jongh Hzn. en A. G. Ellis, de luit. t/z 2e kl. W. A. Buytendijk, C. H. Thomassen a Thuessink van der Hoop en C. A. de Branw, de off. van adm. le kl. L. M. van Onselen, allen dienende aan boord van Zr. Ms. fregat Evertsen, eerstge noemde als le off.de luit. t/z le kl. B. M. van der Weide en de luit. t/z 2e G. de Fremery, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis. Met den 16en daaraanvolgende worden geplaatst aan boord van voornoemd wachtschip, de luit. t/z le kl. W. E. Hazenberg en de luit. t/z 2e kl. O. H. Kuyckaan boord van het wachtschip te Willemsoord, de le luit. der mariniers C. H. Pilaar, die belast wordt met het bevel over het op dien onderscheidingen. Benoemd tot ridder van den Nederlandschen Leeuw de abt L. A. Lorain, secretaris bij de Pauselijke Internunciatnur te 's Gravenhage. leger. Bij kon. besluit is met wijziging van vroegere besluiten bepaald dat de 2e luit. R. A. Jackson, de 2e luit. J. Zijlstra en de 2e luit. C. gelearnt om hem te kunnen zoeken. Ik kom te Londen aan, daar geeft een goede herr mij dies adres. Hij suchte het in een groot buch en daar fund hij het." „Heet gij niet Delphine?" vroeg kapitein Baldwin in het Duitsch. AchHerr Jé! ja!" En daarop vertelde zij hem met een vloed van woorden dat zij in 1859 met haar Frits getrouwd was. Zij hadden tot Kerstmis 1860 te Bucharest gewoond, toen Frits naar huis moest, maar zij was daar aan het theater verbonden gebleven en haar huwelijk werd steeds geheim gehouden „omdat de fader van mijn man niet van de Eatholischen wil weten." „Ja hoor eens, dat is een lange geschiedenis die gij te vertellen hebt en de straatweg is daar niet de geschikste plaats voor. Waar logeert gij te Portquay?" „Nergens. Ach! Herr Jé! Ik ben zoo even eerst gearriveerd." „Nu ga dan dien weg op; sla rechtsom als gij den grooten slagerswinkel voorbij zijt, dan zult gij het logement de Roode Leeuw zien. Blijf daar van nacht, dan zal ik morgen ochtend om tien uur bij u komen. Hier is de plaats niet om over zaken te spreken. Goeden avond," voegde hij er tamelijk kortaf bij, toen hij zag dat de vrouw op het punt stond van in tranen uit te barsten. Nauwelijks was hij uit het gezicht of de heidin kwam weder Van achter de heg te voorsch^n en sprak Delphine aan. „Nu, is hij het, dien gij zoekt?" %Ach Herr Jé! Neen." „Nu hij had u toch een boel te vertellen en hij gaf u een goudstuk en anders geeft hij nooit iets aan een arm mensch. Wat hebt gij met hem uitstaande Ik zag dat hij u geld gaf „Ja, ja; daar moet ik mijn abendeten vau betalen en morgen komt er bij mij. Hij zal mij helpen wehar hij kan; maar Ach! Ik bin zoo müde Delphine ging op een steenhoop zitten, nam haar kind op schoot en begon te schreien. „Weet gij zeker dat hij uw minnaar niet is?" „Zeker? Wie zou ik dass niet zeker weten, het is immers sein fader niet?" „Maar als dat toch zijn naam is „Ja dass werd voor mij in Londen geschreven doch is hij es niet; hij is niet hier." „Niet hier maar waar dan Lieve hemel, het zal toch niet degene zijn die dood is „Dood? Ach! Herr Jé! Dass is het dan! Ach 1 maar wie is hij dan geslorben „Verdronken, zeg ik je. Verdronken, zie je, daar bij die zwarte rotsen verdronken en dood. Maar gij zult niet zeggen dat die de vader van dit kind was." Daarbij maakte zij een vuist tegen het kind, nam het op, trok zijn pet af en staarde het met hare groote oogen aan, zoodat het kind er bang van werd en begon te schreientoen door de schrijfster van z> Fera". HOOFDSTUK III, „Wat wilt gij vroeg Frank nu aan de vreemde vro uw, die in haar beurs naar een stukje papier zocht. Dies zijn de naam," antwoordde zij, terwijl zij het hem overreikte. Er stond op geschreven. „F. L. Baldwin Ifffehage, bij Portquay, South-D'mpshire. „Hoe komt gij daaraan? En wat wilt gij daarmêe vroeg hij. „Mijn man, de fader van dies kind zoeken. Ach! Acht Ik bin zijn vrouw. Ik hebÉngelsch

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1