Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Landbouw. Kunstnieuws. Rechtszaken. Art. 4. fiet verbod, in art. 1. vermeld, is niet toepasselijk op kinderen, die getrouw de dag school bezoeken. aan ar. J. J. Willinge, als leeraar aan de rijks hoogere burgerschool te Assen. gem. met het uitspreken van eene rede naar aanleiding van 1 Petrus V, vers 5. Deze weinig gunstige uitkomst wordt niet ann gemis van Ijver bij de directie, maar aan ver schillende andere oorzaken geweten, zoo als het stijgen der traktementen van de spelers, het betalen van hooger belooningen aan tooneelschrij vers, meer kosten voor tooneelschikking en tooneel-toestel, het uitsluiten van moord- en brand-drama's, die in de kas doen vloeien wat aan den kunstsmaak bedorven wordt, enz. Men hoopt echter op betere tijden. En hoop doet leven Wordt vervolg#)* Art. 5. Overtreding van art. 1. wordt gestraft met een geldboete van 1 tot 25 gulden en met gevangenisstraf van 1 tot 3 dagen, te zamen of afzonderlijk. Bij herhaling van overtreding binnen 6 maanden wordt altijd gevangenisstraf toegepast. Overgangsbepaling. Art. 6. Het verbod van art. 1. is gedurende het eerste jaar na de in werking treding dezer verordening slechts van toepassing op kinderen beneden 10 jaren, en gedurende het daaropvol gende jaar slechts op kinderen beneden 11 jaren. Door het centraal-bestuur van het Algemeen Nedtrlandseh Werkliedenverbond is aan Z. M. den koning een adres gezonden, naar aanleiding van het voornemen Van den minister van oorlog, om de vervaardiging der groote ijzeren koepels, be stemd voor de verdediging der monden van zeehavens in Nederland, aan buitenlandsehe fabri kanten op te dragen. Het adres voert aan, dat, volgens de verkla ringen van eigenaren en directeuren van hier te lande gevestigde ijzerfabrieken, die werken even goed in Nederland kunnen worden uitgevoerd. De weinige voordeelen, zegt het bestuur, die Worden behaald door den minderen prijs voor welken in het buitenland soms wordt afgeleverd, wegen niet op tegen het groote nadeel, dat heei het nijvere deel der bevolking, inzonderheid den arbeiders wordt toegebracht, door zulke groote kapitalen in 't buitenland te laten verwerken, te meer omdat deze handelwijze der regeering, door provinciale-en gemeentebesturen en besturen van particnliere ondernemingen wordt gevolgd. In de tweede plaats wijst het adres erop, dat de ijzerfabrieken hier te lande sedert lang reeds groote behoefte aan werk hebben, zoo zelfs, dat zij het aantal werklieden van week tot week moeten verminderen. De regeering mag in déze geen lijdelijk toe schouwer blijven, maar dient maatregelen te nemen, teneinde nog grooteren achteruitgang van nijverheid, handel en scheepvaart te voorkomen en te verhoeden, dat de tienduizenden, die met hunne gezinnen uitsluitend van den arbeid hunner handen moeten leven, voor wie en wier gezin arbeid brood is, in grootere armoede en ellende gedompeld worden. Tot die maatregelen zouden in de eerste plaats behooren voor heden en voor de toekomst. „al het benoodigde voor Nederland en zijne bezittingen bij voorkeur te laten vervaardigen in Nederland, zoo althans het fabrikaat even deugdzaam is, het aan de eischen die billijkerwijze gesteld kannen worden voldoet, en het verschil van den prijs niet opweegt tegen de nadeelen, die uit de vervaardiging van het werk in 't bui tenland, voor een belangrijk, groot en nuttig deel des Volks direct voortspruiten; voor den tegenwoordigen tijd en tijdsom standigheden, „1° te bespoedigen de uitvoering Van openbare Werken tot welker vervaardiging reeds is besloten, benevens een besluit tot Vervaardiging van voor genomen werken; „2° provinciale en gemeentebesturen, bij mi nisterieel schrijven of langs anderen weg, aan te sporen hétzelfde te doen." GéMEENïeSesttjren. Benoemd tot burgemeester Van Dommelen H. Bijnen, secretaris dier gemeente. MiddelRaar ouderwijs. Op verzoek eervol ontslag verleend aan S. Susan, als leeraat aan de rijks hoogëre burgerschool te Groniugeü, en marine. Bevorderd tot luitenant ter zee 2e kl., de adelborsten le kl. C. van Rijn, P. j. L. de Gijselaar, G. F. G. de Bruyn, P. F. van der Velden Erdbrink, G. F. G. Gobins, L. Roosenburg, J. M. W. Kuyl, G. Borel, G. O. van Kuyk, J. D. van Strijen, P. Scholten, W. D. H. baron van Asbeck, E. F. T. Bik, J. Vos, H. G. J A. Fundter, J. H. van den Berg, G. A. de Cocq, F. E. baron Mulert, L. N. de Bruyne, J. Kuyp, R. A. Eekhout, G. Jonckheer en E. van Voorthuysen. Wijders bepaald, dat de adelborst le kl. W. Noorduyn bij eventueele bevordering in zijne tegenwoordige anciënniteit zal hersteld worden, indien door hem het examen voor den rang van luit. ter zee 2e kl. binnen den termijn, vastgesteld in art. 2 der wet van den 6en April 1871 (St. bl. no. 35), met goed gevolg zal zijn afgelegd. belastingen. Benoemd tot ontvanger der dir. bel. en acc. te Wolvega c. a. J. Abeleven, thans ontvanger derzelfde middelen te Hees (gemeente Nijmegen) e. a. Benoemd J. C. E. Sala, ontvanger der dir bel. en acc. te IJsselstein c. o., tot ontvanger derzelfde middelen en van den waarborg op de gouden en zilveren werken te Schoonhoven c.a. en S. H. A. Begemann, ontvanger der dir. bel., invoerr. en acc. te Gramsbergen, tot ontvanger der invoerr. en acc. te Vlodrop-Station, tevens belast met den visitatiedienst aldaar. onderscheidingen. Vergunning verleend aan den bij het leger in N.-I. dienenden fuselier R. L. Poschner tot het dragen der herinneringsmedaille voor den veldtocht tegen Frankrijk in 18701871 en der medaille voor trouwen dienst, Landwehr Dienstauszeichnung) 2e kl., hem beiden in Duit- achen dienst toegekend. De Standaard bevat het verslag der op den 30 October jl. te Utrecht gehouden eerste jaar vergadering van De Unie, of vereeniging voor Christelijk schoolonderwijs. Daaruit blijkt dat de vereeniging met 820 comité's in 920 gemeenten in geregelde betrekking staat, waarvan in 434 de jaarcollecte gehouden wordt, 263 eene bijdrage aan de ünie gezonden en 171 zich nog niet beslist hebben aangesloten. (Dat deze cijfers niet „kloppen", wordt in 't verslag niet opgehelderd). De ontvangsten hebben f 7240, de uitgaven 1758 bedragen, zoodat f 5482 beschikbaar blijft. Besloten werd o. a. spoedig een handboek der vaderlandscbe geschiedenis als prijsvraag uit te schrijven. De bedenking dat het bekende werk van Groen van Prinsterer daardoor miskend zou worden, werd beantwoord met de opmerking dat een handboek noodig is, gegrond op de jongste historische ontdekkingen en gericht tegen de in den laatstön tijd in zwang gekomen vervalsching der geschiedenis. *St. Kruis, 4 Nov. Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente alhier de heer A. J. van Riet, predikant bij die gemeente te Serooskerke (Schouwen) De hervormingscollecte ten behoeve der Red. Gustaaf-Adolf vereeniging op Zondag den 2en dezer bij de onderscheidene godsdienstoefeningen in de Ned. Herv. gemeente alhier gehouden, bedroeg 98.09*. Dr. F. L. Rutgers, beroepen als hoogleeraar bij de op te richten Vrije Gereformeerde Univer siteit te Amsterdam, heeft laatstl. Zondag avond in de Westerkerk aldaar afscheid genomen uit zijne betrekking van predikant bij de Ned. Eterv. misdaad van den opstand te verwikkelen, teneinde hen als het ware met éen enkelen slag te treffen, donder gevaar te loopen van een da capo te krijgen, Prins Henry was dus op zijn hoede en gelijk Rlle bezadigde mannen in tijden van opschudding eh algemeen verzet, had hij weinig vrienden. Daafom had hij reeds een groot gedeelte der toerende familiegoederen naar Frankrijk gezonden en aan zijn moeder gezegd dat Zjj liever aldaar éen schuilplaats moest zoeken, dan laDger in een verdacht klooster te Wilna blijven. Deze voorzorgen bleken Volstrekt niet voorbarig te zijn geweest en het eerste gevaar kwam van den kant der zoogenaamde patriottische partij. Op den 6en Februari werd het huis te Sviato- polk des middags omsingeld door een troep gewapende boeren. Zij dreigden al de bewoners te vermoorden indien zij hnn niet terstond al het geld, de wapons en paarden gaven die zij in hun bezit hadden. De troep van Balinsky haalde de negen paarden nit den stal en liet prins Henry en zijn vrouw achter met het wanhopig bewust zijn, dat zij beroofd waren van hnn eenig middel om te ontvluchten of gemeenschap met de buiten wereld te houden. Dit was al erg genoegmaar meestal gebeurt er iets dat men volstrekt niet verwacht en de ondergang der Malinosska's werd van een heel anderen kant aangelegd. Op zekeren avond, vijf dagen na het bezoek der rebellen, zaten prins Henry en zijn vrouw bij elkaar» Het was negen uur en nadat Isabella haaf zoontje in slaap gemaakt had Was zg bij de lamp gaan zitten naaien aan een paar gewat teerde vesten of toulopa's, waarin goud eii bank papief verborgen was om mede te nemeü op de vlucht. Zij had de deur op slot gedaan en was de eerste die hoorde dat ér zacht aan getikt werd. Onmiddellijk wierp zij haar werk in de zitting der ottomane, terwijl prins Henry de deur opende. Stépan Tïaugot, de hofmeester, kwam binnen. Het was een Lijflander van geboorte en ongeteer vijftig jaren oud. Zijne grijze oogen hadden iets onfnstigs en een doffen blik. Zijn gelaat was bleek en bezorgd en zijn van nature schrale gestalte was van avond buitengewóón gezwollen en opgezet, zelfs vóór een Rus uit den minderen stand, die in den winter alleen en in een slede reist. „Zijt gij alleen?" vroeg hij, bezorgd de kamer rondziende. „Geheel alleen, zooals gij ziét, goede Stépan. Wat hebt gij te zeggen? Zijn de rebellen weer in aantocht Ik hoop niet dat zij een van allen zin hebben gekregen in Mariette; ik heb u wel gewaarschuwd dat gij moest Oppassen met uw dochter. Het zijn zeer kwade dagen voor ons allemaal." „Er is gevaar groot gevaar. Gij zijt aange klaagd bij het gouvernement?" „Aangeklaagd dóór wie „Door Savvicky, deri dorpsschout vah Próskura." „Geloof gij dat De Rederlandsche Maatschappij voor tuinbouw en plantkunde, beleefder tegenover ons en billijker waardeerende wat door ons en onze medewerkers in 't belang van den land-en tn'u bouw gedaan wordt, dan de Vereeniging tot bevordering van den tuinbouw in de provincie Zeeland,heeft ons het programma gezonden harer te Groningen, van 24 tot 29 April 1880, te houden tentoonstel ling. De opgaven der inzendingen moeten ge schieden aan den heer H. G. Zwart, secretaris, Vondelkade te Amsterdam, vóór of op den 8en April a. Bet programma omvat 154 nommers van inzen dingen, in 6 afdeelingenI Kasplanten en door kunst bloeiende planten. II Groenblij vende boomen en heesters voor den vollen grond. III Vrucht- boomenvruchtengroenten zaden. IV Opge maakte bloemen en kamerversieringen. V Werk tuigen, tuinsieraden, teekeningen. VI Uitlovingen niet behoorende tot de vorige afdeelingen. Er worden niet minder dan 52 gouden medailles uitgeloofdwaarvan sommige vergezeld van premien van f 50. Voorts 105 verguld zilveren medailles, waaronder weder eenige met kleinere premiën, 142 zilveren en 63 bronzen medailles. Indien de tentoonstelling werkelijk een s t r ij d- perk blijkt te zijn om deze menigte onderschei dingen, dan zal zij zeker eene der belangrijkste in hare soort wezen. Met belangstelling vernemen wij dat de rede rijkers vereeniging Ons Genoegen alhier voornemens is dezen winter eenige voorstellingen in den schouwburg te geven, waarvan de zuivere op brengst ter beschikking gesteld zal worden van de Vereeniging tot het bezoeken der armen. De eerste dier voorstellingen zal plaats hebben op Dinsdag den 18en dezer. Verdient, bij den voor velen zorgvollen winter dien wjj zijn ingetreden, iedere poging tot ver zachting van het lot van hen, die hulp noodig hebben, toejuiching en ondersteuning, niet minder is zulks het geval wanneer datgene, wat oor spronkelijk tot vermaak en uitspanning bestemd is, tot hetzelfde doel dienstbaar gemaakt wordt. De liefhebberij ontvangt daardoor een hooger wijding en de kunstbeoefening wordt uitoefening van den plicht der menschenliefde. Het voorbeeld van Ons Genoegen vinde daarom steun en navolging. - Het Vaderland bevat het volgende heugelijke bericht uit Amsterdam: Met Romeo en Julia worden telkenmale recettes gemaakt van over de duizend gulden. Nooit is hier nog zoo glansrijk bewezen, dat een goed stuk, goed in elkaar gezet en goed opgevoerd, nog wel aantrekkingskracht heeft. Daarentegen speelt men in den stadsschouwburg voor stoelen en banken, wat de voornaamste rangen betreft. De reiswijzer van mej. Agar en haar ge zelschap is als volgt. Opvoeringen te: Rotterdam 6 November, Amsterdam 7, Nijmegen 8, Haarlem 10, Zutfen 11, Leeuwarden 12, Groningen 13, Zwolle 14, Arnhem 15, 's Hertogenbosch 16, Breda 17, Delft 18, Leiden 19, Brussel 20, Middelburg zie den algemeen bekenden „Griekschen kalender." De Rotterdamsche Schouwburgvereeniging (directie Van Zuijien c. s.) heeft in 't speeljaar 187879 gegeven 317 voorstellingen, waarvan 129 buiten Rotterdam en waaronder 4 oorspron kelijke en 15 vertaalde nieuwe stukken. De ontvangsten bedroegen 141.647, de uitgaven 147.026, verlies f 5379, dat voorloopig Jdoor eene leening gedekt is. „De Jood Barnch Abramovitch heeft het gisteren in de stad gehoord. Zijn zoon, die met Mariette verloofd is, had hem gelast een oor op de klink te houden, ih het belang van uw huis en gisteren, toen hij voor zaken op het kantoor van den thésaurier moest zijn, ving hij dit op. Zijn zoon kwam het mij heden vertellen. Het is maar al te waar, mevrouw»" Isabella, die de gevouwen handen op den schou der van haar man liet rasten, zei niets. Zij beefde niet bepaald, maar haar geheele lichaam trilde: de lang voorziene slag was dus eindelijk gekomen. „Waarom ben ik aangeklaagd, nadat ik mij zooveel maanden onzijdig heb gehouden „Savvicky verklaarde dat gij de troepen van Balinsky van paarden en wapenen voorzien hadt en dat hjj u op nw witten Arabier aan het hoofd van deze roovers had zien rijden. Hij zei dat het geen vergissing kon wezen, daar die witte Arabische merrie in de heele bnnrt bekend is." „Alsof Savvicky niet zou weten dat mijne stallen geplunderd zijn en dat waarschijnlijk Balinsky zelf nu mijn arme Firooza berijdt 1" „Dat is ook zoo en Savvicky weet het heel goed, maar hij weet ook dat hij alleen iets verteld heeft wat het gouvernement verlangt te weten. De Russen willen u uit den weg ruimen en gij moet vluchten." „Nu dadelijk?" riep Isabella, wier gedachten op eens bjj haar slapend kind verwijlden. Belangstellenden in de Duitsche opera te Rotterdam hebben de voorstellen, die tot het verlengen van het leven dier kunst-instelling gedurende drie jaren moeten leiden, goedgekeurd. Men zal dus trachten 80.000 voor elk jaar te plaatsen aan coupons voor plaatsen gedurende dat tijdvak en aan waarborggelden. De voorstel lingen buiten Rotterdam en de ontvangst aan de kas worden op f 30.000 geschat, zoodat de geheele begrooting voor een jaar f 110.000 beloopt. Het bestuur zal bestaan uit eene commissie van toezicht en een directeur, de laatste goed bezoldigd, met bovendien 5pct van de ontvangst aan de kas en 25pct van de eventueele (I) winst, beide te benoemen door de algemeene vergadering van couponhouders en waarborgers. Da vaste speelavonden bh) ven Woesdag en Zaterdag. De prijzen der plaatsen aan de kas zijn aanmerkelijk hooger dan voor de couponhouders. Deze laatsten hebben ook het recht om, niet alleen het eerst, maar ook kosteloos plaatsen te bespreken. Het voorstel om de zangers aan te nemen of af te wijzen bij stemming door de algemeeue vergade ring, werd verworpen en dit werk opgedragen aan de financieele commissie in overleg met den directeur en den kapelmeester. Wg hopen dat deze regeling het bestaan der Rotterdamsche opera moge verzekeren. Gast vrijer tegenover vreemdelingen wordt zij er echter, tengevolge der groote bevoorrechting van de conponhouders, zeker niet door. Door den kantonrechter te 'sGravenhage zijn Theodorus Schiffel voor de 50e maal, Maria Chris tina de Leeuw voor de 42e maal, Pieter Fran- ciscus Allard voor de 34e en eenige anderen voor de 24, 22, 19, 16 en 15e maal wegens openbare dronkenschap veroordeeld. In het geheel zgn 145 dronkaards veroordeeld. Geen wonder, dat daarvoor een buitengewone zitting van het kan tongerecht noodig was. Dat de bestaande veror deningen en strafbepalingen weinig nut oplet eren, bewijzen dergelijke rechterlijke Uitspraken ten volle. Een zeer treffend sterfgeval is Maandag middag te Groningen voorgekomen. De oud- kantonrechter van Onderdam, mr. C. W. F. van Naersten, lid van de provinciale staten, wilde zich des middags per trein naar Apeldoorn begeven, waar hij zich opnieuw in den echt Zoü vereenigen, toen hij, aan het station, door eene beroerte werd getroffen en oogenblikkelgk den geest gaf. De zeevaartkundige school te Veendam zal met 1 Jan. a. opgeheven worden. Telde ze voor weinige jaren p. m. 100 leerlingen, door den achteruitgang der scheepvaart zijn er na slechts enkelen die daarvan profiteeren. De 400 zee schepen, waarop men eertijds te Veendam bogen kon, zijn nn gedaald tot p. m. 50. In geen 5* jaar is een zeeschip van stapel geloopeu, en waar schijnlijk kan dat tgdperk wel tot in 't oneindige verlengd worden. De hervorming der plaatselijke politie te Maastricht heeft haar beslag gekregen. Hét personeel bestaat thans uit 1 hoofdcommissaris, 1 inspectenr, 3 hoofdagenten, 21 agenten én 12 „Nn van avond, lieve mevrouw. Er zijn reeds te veel uren verloopenmet den dag kali de politie of de militaire macht hier zijn» Alleen de nacht behoort ons. Indien gij u op Mariette wilt verlaten, mevronw, ëta ik met het leven mijner dochter voor uw veiligheid in. Haar aan staande} Joseph Abramowitch, is bereid n weg te brengen in de kleeding Zijnef zuster." Man en vronw zagen elkander aan» „Maar het kind?" stamelde Isabella. „Dat moet met de oude Rndolpha in ohs huis blijven» Het zal te Dantzig bij u komen»'' Waarom te Dantzig „Omdat daar een honttransport heengaat en mijn waarde meester met die houthakkers moet reizen» Het rendez-vous is te Dantzig. Abrsmo- witoh heeft dit allemaal zoo bedisseld. Het nRoode Paard" Wordt gehouden door iemand van zgn familie, Weissler. Alles is afgesproken en ditmaal is het uw redding dat gij n met Joden inlaat; want zg zijn als een netwerk over het land verspreid en deze Abramowitch's zijn ten minste eerlijk." „Tegenover Mariette, ja dat bégrgp ik, goede Stópan. Maak u gereed, lieve vrouw» Als wij klaar zijn zullen wij zelven bet kind bij Rndolpha brengen in het huis van Stépan."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2