N°. 255 122e Jaargang. 1879; Woensdag 29 October. BLAUWE ROZEN Dit blad verschijnt dagelijks,' met uitzondering van Zon- en Feestdagen.1 Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad ver ten tien: 20 Gent per regel.1 Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels f 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlieité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg 28 October. De rechtspleging bij de zeemacht. FBUILLBTOIQ-. het huwelijk van HELESA MA£,IA0)S|SK.A, MIDDELBURGSOHE i:r. i iiqo 70 oy r.o i;35'iou ui. Wat tot dusverre door ons is aangevoerd kan bij hen, die onze beschouwingen gevolgd hebben, de overtuiging vestigen dat het met de rechtspleging bij de zeemacht nog wat erger gesteld is dan de ministers en de leden der tweede kamer zich voorstellen. Het kan den heer Godefroi doen zien dat de „Augias stal," waarmede hij onze geheele militaire wetgeving vergeleek, voor zooveel de zeemacht betreft nog smeriger is dan hem bekend is. Hier ontbreekt inderdaad alles waarover de heer Lenting in 't algemeen klaagde: geen openbaarheid, geen mondelinge behandeling, geen rechtsgeleerde rechters, geen rechtsgeleerde bijstand. Maar bovendien ontbreekt datgene wat de rechtspleging bij de landmacht bezit: rechtsgeleerde auditeurs-militair en eindelijk nog, voor zooveel de zeemacht buitengaats, dat is het grootste gedeelte van haar personeel betreft, de waarborg dien de herziening of het hooger beroep bij het hoog militair gerechts hof schenkt. De heer Godefroi heeft eenige voorstellen in overweging gegeven, welke tot partieele ver betering zouden kunnen strekken. Wij stellen ons weinig daarvan voor en meenen te mogen veronderstellen dat deze afgevaardigde, nauw keuriger omtrent den feitelijken toestand in gelicht, zelf in dit opzicht zijne reeds gebezigde beeldspraak zou herhalen: „Een Augias-stal wordt niet schoon als men hem gedeeltelijk schoon veegt: het blijft een vuile boel." Wat zou het baten indien het onderricht in de wetten aan de militaire academie en aan het instituut voor de marine voortaan gegeven werd door deskundigen, door rechtsgeleerden? Aan dat verbeterde, onderricht zullen de officieren van het leger, die hun opleiding niet aan de academie- ontvangen, alsmede de officie ren van gezondheid der land- en zeemacht vreemd blijven. Maar het blijft even onwaar schijnlijk dat deze lessen, gegeven aanzeer jonge lieden, als toegift op eene bijna onverteerbare massa wetenschappelijke vakken, welke zij meer direct noodig hebben en die hen meer OP DOOE de schrijfster van Vera". HOOFDSTUK XVIH. Tijding uit Polen. „Waarom niet? Hij is zoo goed als mijn zwa ger en wij hebben elkaar ons heele leven gekend en bij den naam genoemd, sedert ik zes jaren oud was." „Dat weet ik," antwoordde Frank en fronste meer en meer met de wenkbrauwen, „dat weet ik, maar dat is volstrekt geen Engelsche manier." „Mijne manieren zijn Poolsch," antwoordde Helena, zette haar kleine voetje, in een bont pantoffeltje op het haardijzer en keek daar sterk blozend naar. Haar uitdrukking was betooverend, coquet en uitdagend en haar man werd er zelfs meer door geprikkeld dan haar aangenaam was; aantrekken, veel zullen toebrengen om hen in later jaren tot betere militaire rechters te maken, beter doordrongen niet alleen van wets: kennis, maar van de algemeene strafrechtsbegin selen, die zij bij de beoordeeling van misdrij ven te pas zullen moeten brengen. Evenmin durven wij veel verwachten van een onderricht aan de scheepsklerken op hun 17e of 18e jaar, voortaan gegeven door een rechtsgeleerde in plaats van door een officier van administratie. Wat hun nieuwe leeraar in rechtskennis op zijn voorganger zou voor hebben, zou hij waarschijnlijk in kennis der toestanden aan boord en in de koloniën bij hem ten achter staan. Maar bovendien zullen de lessen, even als nu, weinig vat op hen hebben en door de indrukken van later jaren weder grootendeels worden uitgewischt. Op den leeftijd der scheepsklerken is men nog niet in staat om de begrippen en voorstellingen in zich op te nemen, die later den bekwamen rechter moeten vormen. Wilde men voor de rechtskundige vorming der officieren van ad ministratie iets doen, het zou naar onze mee ning daarin kunnen bestaan dat men hen, die voor deze studie den meesten aanleg toonden, in de gelegenheid stelde om op meer gevor derden leeftijd een cursus in het strafrecht aan een der hoogescholen bij te wonen. Zij die van zulk eene „applicatieschool" met vrucht gebruik gemaakt hadden, zouden bij voorkeur voor plaatsing op de wachtschepen in Neder land en in Indie in aanmerking moeten komen. De minder talrijke krijgsraden op andere sche pen en stations bleven dan wel onverzorgd maar de verwachting schijnt niet ongegrond dat door deze verbetering ook in 't algemeen een gunstige invloed zou worden uitgeoefend. Een andere maatregel van partieele verbe tering werd voor eenigen tijd reeds kortelijk door ons vermeld bij de aankondiging van het vlugschrift van den officier van admin. 3de kl. K. J. van den BusscheDe rechtsmacht der zeekrijgsraden in Oost-lndie (Haarlem bij Klip pers en Laurey.) Deze brochure bevat omtrent het gehalte en de rechtskundige bevoegdheid der zeekrijgsraden vele bijzonderheden, welke zich aan het door ons medegedeelde aansluiten en doen zien op welke wijze door een jong officier, wicn zeker het besef der op hem rus tende verplichtingen als militair rechterlijk ambtenaar niet ontbreekt, over de marine rechtspleging buitengaats geoordeeld wordt. Wat hij voórstelt is een eenvoudige maatregel, want hij vervolgde„Ik verfoei samenzweerders, uitgewekenen en al het canaille dat daartoe be hoort." „Gij schijnt te vergeten dat gij over mijn familie spreekt." „Des te erger, indien uw familie zich zoover vergeet om zich daaronder te scharen. Ik ben zeker dat uw broer Henry daar veel te veel gezond verstand voor heeft en met hen die eerst hun hals verkiezen te wagen en daarna Londen- sche of Parijsche straatslijpers worden, heb ik geen medelijden. Zij doen het alleen omdat zij er pleizier in hebbenanders zouden zij zich wel bedaard houden." Na aldus zijn hart opgefrischt te hebben verliet hij het vertrek en Helena was ten minste zoo wijs dat zij niet aan Ladislas schreef. Zij verge- noegde zich met naar Bexminster te gaan en te betalen voor een mis die daar in het klooster zou gelezen worden voor de zielen der slachtoffers van den Poolschen burgerkrijg. Zij kon of wilde geen onderscheid maken tus- schen de wezenlijke rampen van haar land en de dwaze plannen van Ladislas en zijn partij en zij moest menigen snauw verduren en kreeg menigen steek onder water in de goed geregelde samen leving te Dampshire, over haar luid uitgesproken ingenomenheid met de Poolsche revolutie. Hare hoorders wisten wel is waar niets af van hetgeen daar voorviel en het kon hun in het minst niet gemakkelijk in te voeren en reeds dikwijls, ook van andere zijden, verlangd onderwerping der Vonnissen van zeekrijgsraden in Indie aan de herziening en het hooger beroep van het Indisch hoog gerechtshof. Veel zou deze ver betering, naar wij vreezen, niet baten maar iedere verandering is beter dan de tegenwoor dige toestand en stellig zal zij niet praejudi- eieeren op de algemeene hervorming van ons militair rechtswezen, welke de minister van justitie ons heeft toegezegd en die wij met verlangen van hem tegemoet zien. Van deze alleen verwachten wij heil. Waar om zij, althans wat de rechtspleging ter zee betreft, onverbiddelijk zou moeten wachten op de afdoening van het groote werk der her ziening van het wetboek van strafrecht, is ons nog altijd niet duidelijk. Wel heeft de minister van justitie aangetoond dat er tusschen beiden een nauw verband bestaatdoch zou het ge wicht van dat verband niet lichter kunnen wegen dan de inderdaad niet langer houdbare toestand der rechtspleging bij de zeemacht, gesteld dat nauwkeuriger kennis van den feitelijken toestand de overtuiging dier onhoud baarheid meer algemeen geboren mocht doen worden Wij zullen, teneinde den omvang dezer voor ons blad toch reeds uitvoerige opstellen niet nog meer te rekken, niet beproeven deze vraag te beantwoorden, maar haar ter overweging aanbevelen aan allen, die op de zoo dringend noodige hervorming van dit gedeelte onzer wetgeving eenigen invloed kunnen uitoefenen. Wij willen echter van het onderwerp niet afstap pen zonder in groote trekken te hebben aangege ven op welke grondslagen, naar onze meening, eene nieuwe inrichting der rechtspleging bij de zeemacht opgetrokken zou kunnen worden, zonder dat zij op de hervorming der andere takken van ons rechtswezen storend zou in grijpen en zonder dat zij, aan deskundige handen toevertrouwd wordende, met groote moeilijkheden gepaard zou gaan of een lang durig tijdsverloop in beslag zou nemen. De rechtspleging binnenslands kan, naar wij ons voorstellen, zeer gevoegelijk toevertrouwd worden aan een, des noods twee vaste krijgs raden, zitting hebbende te Nieuwediep en, indien er twee noodig waren, te Hellevoetsluis. Het O. M. zou bij deze lichamen waargenomen moeten worden door een rechtsgeleerden auditeur-militair. Een getal van 7 rechters, zooals thans in de krijgsraden zitting hebben, schelen; onder deze bezadigde slaperige Engel sche landedellieden waren geen jeugdige heet hoofden of warme harten die haar begrepen en voor de Ba dwins loste het heele staatkundige vraagstuk van Polen zich op in het feit dat Frank een jong, mooi, eigenzinnig, buitensporig gekleed vrouwtje had gehuwd en dat er uit haar land geen cent van haar inkomen gezonden werd om de kosten te dekken, die zij in haar nieuw vaderland maakte. HOOFDSTUK XIX. Aangelegenheden van South-Dampshire. Dit was dus de eerste oneenigheid tusschen die twee jongelieden, die wij te Carlsbad zagen kennis maken, wier liefde wij daar zagen ont kiemen en wier huwelijk te Parijs met zoovele wederzij dsche goede voornemens gesloten werd. Mocht het ook de laatste geweest zijn Terwijl de zomer al zijn pracht opnieuw over de natuur te Dampshire uitstortte, werd het leven van mevrouw Baldwin, anders tamelijk eentonig, op zeer onaangename wijze verontrust door .de algemeene beroering in haar eigen land en het gebrek aan contant geld in de familie van haar man. Daar de zaken in Lithauen slechter stonden mag onnoodig geacht worden; 4 leden, waar van 2 militairen en 2 rechtsgeleerden, met een militairen voorzitter, zouden voldoende zijn. In afwachting dat bij een algemeene hervor ming van het militair rechtswezen aan art. 162 der grondwet voldaan en den hoogen raad ook het toezicht op „den geregelden loop en de afdoening van alle (ook militaire) rechtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten bij alle (ook militaire) rechterlijke collegiën" verzekerd werd, zouden de thans bestaande revisie en hooger beroep van het hoog mil. gerechtshof behouden kunnen blijven. In Oost-Indië zouden soortgelijke vaste krijgs raden zeer goed bestaanbaar zijn te Batavia, te Soerabaija, desnoods ook te Makassar en, indien dit een hoofdstation onzer marine blijft, te Atjeh. De meeste krijgsraadszaken komen echter te Soerabaija voor, waar door het lang durig verblijf der in timmering liggende schepen en het druk verkeer der schepelingen met den wal de meeste aanleiding tot overtredingen bestaat. In 't algemeen zouin Nederland zoowel als in Indië, het systeem moeten toe gepast worden om zooveel mogelijk alle zaken door éen krijgsraad te doen behandelen, die langs dien weg op den duur van werk voor zien zou wezen. De herziening en het hooger beroep van vonnissen, in Indië gewezen, zouden aan het Indisch hoog gerechtshof opgedragen kunnen worden. Er zouden dan slechts overblijven de enkele krijgsraden op alleen zijnde schepen. Deze bij uitzondering samen te stellen op den tegen- woordigen voet, uit militaire leden met een offi cier van adm. als ambtenaar van het O. M., zou te minder bezwaren ontmoeten, daar de voor deze krijgsraden voorkomende misdrijven in den regel zijn van weinig samengestelden en van zuiver militairen aard. Bevisie of hooger beroep op een gerechtshof bij binnen komst van het schip zou als waarborg behou den kunnen blijven. Bij eene meer omvattende hervórming van het marine-rechtswezen zou ook zeker de krijgstuchtelijke rechtspraak in de meest ern stige gevallen voor eene hervorming in aan merking komen. Bij niet éen marine, zoo ver ons bekend is, is de disciplinaire rechtsmacht, ook voor de ernstigste overtredingen, ongedeeld in handen van den scheepskommandant. Overal staat hem, bij dezegelegenheden, een com missie van een paar officieren en onderoffi- dan ooit, was er geen vooruitzicht op eenigo rente of toelage van dien kant en uit allerlei geheimzinnige wenken en gezegden van lady Baldwin tegenover de oudere dames uit de buurt, viel het niet moeilijk op te maken dat er voor uitzicht bestond op vermeerdering der familie en dus ook van uitgaven. Desniettemin verheugden sir Vicary en zijn vrouw zich zeer daarover en indien Helena over eenige maanden een zoon en erfgenaam ter wereld bracht, zou dat veel van hare tekortkomingen goed maken. De oude mevrouw Bartlett, die er het eerst van hoorde en om zoo te zeggen de klok was, waarnaar de publieke opinie te Ifflehage zich regelde, zei dat als Helena maar spoedig moeder werd zij nog kans had om haar wanke lende populariteit te herstellen. Haar eigen moeder zou er waarschijnlijk bijge voegd hebben, dat Helena voor haar eigen welzijn niet te vroeg de zegeningen en plichten van het moederschap kon leeren kennen. Kapitein Baldwin en zijne vrouw hadden beiden het ongeluk van erg lui te zijndat gebrtk deelden zij wel is waar met al de bedienden en boeren te Dampshire maar voor jonge menschen in de kracht van het leven is dat gebrek een vloek. Voor hem was al het nieuwe en aardige van den huwelijksstaat reeds af en nu zocht hij natuurlijk een anderen uitweg voor zijn jeugdige krachten, en ofschoon Helena ook niet meer dweepte met haar huwelijks-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 1