Laatste berichten. BUITENLAND. Onderwijs. Marine en leger. Rechtszaken. Weerkundige waarnemingent Algemeen Overzicht. Belgische brieven. en van het kadaster: J. A. 0. H. 0. Mijkamp, te Maastricht; G. J.W. Rosenkranz, te Maastricht; J. B. Craandijk, te Middelburgen W. N. Cool, te Maastricht. Akte-examens in Zeeland. Onderwijzers Fransch, aangegeven 9, geëxamineerd 9, toegelaten 2de heeren J. van Breen en L. Hogerland, beiden te Middelburg. Eetotlïbiljetten op Spoorwegen. 25 October des morgens te 8 uren. z zzo z z z w z z Benoemd tot provincialen inspecteur der dir. bel., invoerr. en acc. te Amsterdam J. Goossens, controleur der invoerr. en acc. aldaar. polderbesturen. Benoemd in het bestuur van den Karelpolder, tot dijkgraaf D. Blok en tot plaatsvervangend dijkgraaf J. Zandee; tot dijk graaf voor den polder Zuidkraaiert, N. Priester tot plaatsvervangend dijkgraaf voor den Boone polder, F. Burger; in het bestuur voor den len Bathpolder, tot dijkgraaf C. van Liere en tot plaatsvervangend dijkgraaf J. Zandee; in het bestuur voor den 2en Bathpolder, tot dijkgraaf J. Zandee en tot plaatsvervangend dijkgraaf C. van Liere; tot plaatsvervangend dijkgraaf voor den polder Nieuw Westenrijk, A. A. van Haelstj tot heemraad van het waterschap Schouwen, C. L. Gasttot raad in het bestuur van het waterschap Walcheren, P. Pouwertot lid van het bestuur der waterkeering van den calamiteusen Nieuw Neuzenpolder, H. Wolfert Dz. posterijen. Benoemd tot inspecteur der poste rijen voor de provinciën Gelderland en Limburg jhr. L. C. van der Feltz, thans directeur van het postkantoor te Goes. Onderwijzers Engelsch, geëxamineerd 3, toege laten 2: de heeren G. J. Endhoven van Vlissin- gen en D. de Rijcke van Middelburg. Onderwijzers gymnastiek, geëxamineerd 8, toe gelaten 8, de heerenJ. H. van der Bel, A. J. P. de Beste, M. M. Blankert, C. Brakman, P. den Engelse, W. C. de Graaff, M. Lindhout, allen van Middelburg en G. L. Schmidt, van Vlissingen. Aardenburg, 24 October. Door den heer G. A. Vorsterman van Oyen, hoofdonderwijzer aan de openbare school alhier, is voor de leer lingen van de twee afdeelingen der hoogste klasse de gelegenheid geopend om hunne centen te be sparen. Iedere veertien dagen worden de bespaarde sommen geboekt en op de spaarbank geplaatst. De géiden voor spaarpotten, registers enz. zijn hem op zijn verzoek door het gemeentebestuur verstrekt. Gelukt deze proeve, dan zal ook dergelijke ge legenheid voor de andere klassen geopend worden. De off. van adm. 3e kl. C. C. Hammacher, dienende aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt op non-activiteit gesteld en vervangen door den off. van adm. 3e kl. P. A. Molenaar. De luit. t/z 2e kl. A G. I. baron van Pletten- berg, J. C. van Wessem, J. D. Heyning en R. Betz en de adelborsten der le kl. H. Herman, G. L. Goedhart, S. Woldringh, J. Beeckman, M. W. L. Olivier, B. Nierstrasz, J. J. van Laar, G. C. D. baron van Hardenbroek en H. T. Hoven, worden geplaatst aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip Zilveren Kruis. Gisterefl werd voor de rechtbank alhier behan deld het zoowel door den veroordeelde als door het O. M. ingesteld hooger beroep van een door den kantonrechter alhier op den 17 December 1878 gewezen vonnis, waarbij de heer W. H. Keun werd schuldig verklaard aan het hem bij dagvaard ten laste gelegde feitvan zich op 24 Augustus 1878 te hebben bevonden in eene coupé 1* klasse van den trein n° 62 op den staatsspoorweg Vlissingen—Roozendaal, zonder te zijn voorzien van een behoorlijk plaatsbewijs, en veroordeeld tot eene geldboete van fbc.e. of subsidiair een dag gevangenisstraf. De heer K. had zich op 22 Augs. 1878 's avond3 te Rotterdam voorzien van een retourkaart 1 kl. naar Middelburg, waarheen hij zich per trein van omtreeks 7 uur begaf en van waar hij, naar zijn beweren, den 24«ta per middagtrein naar Rotterdam terugkeerdealzoo op den derden dag, doch binnen de tweemaal 24 uren. Bij het ophalen der kaartjes werd door den daarmede belasten ambtenaar aanmerking ge maakt dat het plaatsbewijs niet meer geldig was, de heer K. uitgenoodigd een nieuw te nemen en bovendien tegen hem proces-verbaal opgemaakt, waarvan de bovenvermelde veroordeeling het gevolg was. Aangezien de beklaagde niet ter terrechtzitting was verschenen, verleende de rechtbank verstek en werd de zaak behandeld als ware hij tegen woordig. Na verhoor van den conducteur, wiens verkla ringen in hoofdzaak het beweren van den heer K. niet ontzenuwden, verkreeg het O. M. het woord. De subsituut officier van justitie begon met te wijzen op een gebrek, dat z. i. noodzakelijk maakte dat het vonnis van den eersten rechter moest worden vernietigd. Bij de gtoote beknopt heid van de intro ductieve dagvaarding vermeende hij, dat de kantonrechter niet alléén op de beken tenis van den beklaagde als bewezen had mogen aannemen, dat de „onbehoorlijkheid" van het plaatsbewijs bestond in het gebruik dat daarvan zou gemaakt zijn na het vervallen van den termijn, waarvoor het uitgegeven was. Ter terechtzitting der rechtbank was dat gebrek aangevuld en werd die bekentenis nu naar eisch van rechten be vestigd door de verklaring van den gehoorden conducteur. Het alsnu bewezen feit was zeer zeker in strijd met de bepaling van het tarief voor het vervoer van reizigers, enz., waarin is voorgeschreven dat retourkaarten zullen geldig zijn, niet gedurende tweemalen 24 uren, maar gedurende den dag van afgifte en den daarop volgenden dag. In casu was zij dus in den avond van 23 Aug. vervallen. De subst. off. meende echter dat tegen dit feit geen straf kon worden geëischt. Wel was het tarief in Oct. 1876 vastgesteld en goedgekeurd door den minister van binnenl. zaken, ingevolge de bepalingen van het kon. besl. van 9 Jan. 1876 Stblno 7), tegen de overtreding van welk besluit straf was bedreigd bij de spoorwegwet van 1875, omdat het was vastgesteld op grond van art. 27 dier wet; maar z. i. kleefde aan dat tarief eene fout, waardoor het straffeloos mocht overtreden worden. De wet van 1875 vereischt toch niet alleen dat die tarieven op bepaalde wijze worden goedgekeurd, maar tevens dat zij zullen worden gepubliceerd, en dit laatste toonde het O. M. ten slotte onder overlegging van ver schillende schrifturen aan dat in deze was nage laten. In Febr. 1876 werd bij ministerieel besluit bepaald dat de geheele tarieven zouden worden publiek gemaakt, maar de groote omvang dier tarieven deed op dit besluit reeds eenige maanden later terugkomen, en werd alstoen bepaald dat de directien zouden kunnen volstaan met de mededeeling dat bepaalde tarieven waren vastge steld, terwijl de tarieven zelve dan ter inzage voor het publiek aan de stations moesten gelegd worden en daarenboven verkrijgbaar zijn. De directien moesten evenwel aan den minister en aan den raad van toezicht op de spoorwegdiensten berichten in welke couranten die mededeelingen zouden worden geplaatst. Het belangstellend publiek zoude dus door enkele door de directien aan te wijzen couranten op de hoogte gehouden worden van alle veranderingen in de spoorweg tarieven. Door overlegging van berichten van het ministerie van waterstaat, waartoe thans de spoorwegen behoor en, en van den raad van toe zicht bleek het evenwel, dat nimmer was aangegeven in welke couranten de mededeeliDgen omtrent de staatsspoorwegen zouden worden geplaatst, zoodat, daar die mededeelingen niet in alle Nederlandsche couranten werden gevonden, in deze de bepalingen van het ministerieel besluit, welks naleving bij de Wet was voorgeschreven, niet was Opgevolgd. De ambtenaar van het O. M. meende dus aan die tarieven bindende kracht te moeten ontzeggen en requireerde dat de rechtbank den appellant zoude ontslaan van alle rechtsvolging. De uitspraak is bepaald op den 31en dezer. In een der zalen van het Leeskabinet te Rot terdam, is ter bezichtiging gesteld een album, bevattende in 175 photograpbieën bijna al de ge zichtspunten, die door de jongste expeditie naar Midden-Sumatra zijn genomen. De heer S nelleman, die dien tocht medemaakte, heeft de beleefdheid dit album gedurende een paar weken af te staan. Op het Rembrandiplein te Amsterdam, is een koffihuis geopend, waarin de tafeltjes voorzien zijn van electrische schellen. Een druk op het knopje wijst op een bord, dat in het buffet hangt, het nommer aan van het tafeltje waar gescheld is. Maandag 11. is het rijtuig, waarin Z. M. de koning van de jacht terugkeerde, in het Soeren- sche bosch omgeslagen. Z. M. is ongedeerd ge bleven, evenals de heeren die hem vergezelden. Mejuffrouw doctor Aletta Jacobs is candi- daat-lid van het in 1800 door Anton Reinhard Falck te Amsterdam opgerichte leesmuseum. Zij is de eerste dame, over wier toelating door de leden gestemd moet worden. Klaas Ris, die voor eenige jaren nog al van zich deed spreken als ijverig werver te Amsterdam voor de International, noodigt belangstellenden in het algemeen, en houders van boekjes der spaarbank van Amsterdam in 't bijzonder, uit tot het bijwonen eener vergadering <jp Zondag 26 dezer, waarin hij kennis wil doen nemen van „de nonchalante houding van dat bestuur en de schadelijke gevolgen voor hem, die zijn geld daaraan toevertrouwt." Amsterdam. Het stoomschip Conrad, gezagv. Graadt van Roggen, vertrok heden morgen te 10 uren naar Batavia, aan boörd hebbende 90 kolo nialen, onder commando van den majoor Mack, benevens 38 passagiers met familie. Londen. Naar de Standard verneemt, heeft de gouverneur van Khelatghilzai, die tot dusver met Engeland bevriend was, plotseling met zijn staf Kandahar verlaten; waarheen hij zich be geven heeft is onbekend. Londen. Lord Hartington heeft op eene libe rale meeting te Manchester de politiek van lord Salisbury immoreel genoemd. Een liberale regee ring zou door het sluiten van verbonden den vrede en de onafhankelijkheid van Europa hand haven. namen der plaatsen. N. Shields Sylt Hartlepool Swiuemunde Hamburg Delfzijl Groningen. Helder. Yarmouth. Vlissingen. Maastricht Valentia Portsmouth. Grisnez Parijs St. Mathieu. Biarritz Ba- rom. afwijk. 4.8 2.5 7.1 2.2 1.1 3.8 4.1 5.2 5.8 3.7 3.0 5.5 4.9 1.9 2.6 Wind richt. kracht W ZW W NW NW WNW Z WNW NNO 1 3 2 4 1 1 2 2 2 2 3 4 2 2 5 5 Toestand der lucht helder mist. goed mist. z. bew. betr. betr. regen mist. betr. betr. bew. goed regen regen bew. regen zee kalm kalm kalm kalm deining kalm Grootste verschil in Nederland: 'sochtends 8 uren: M. 2.1 V. des namiddags: Barometer te Middelburg, Graanbeurs: (Corr.) 764 Thermometer 24 Oct. s av. 11 u. 55 gr 25 Oct. 'smorg. 8 u. 55 gr. 's midd. 1 u. 55 gr. 's av. 5 u. 51 gr. De in sommige bladen nog volgehouden twijfel aan het bestaan van eene overeenkomst tusschen Oosteniijk en Duitschland begint flauwer en flauwer te worden tegenover den zekeren toon der Kölnisehe Zeitung en van andere bladen. De Standard beweert zelfs op de hoogte van bijzon derheden te zijn, die hier en daar afwijken van de opgaven der Kólnisghe. In een telegram uit Weenen geeft zij den 5en October aan als den dag der teekening van het document, dat in 21 artikelen de beginselen zou bevatten door beide kanseliers vastgesteld. De voornaamste punten zijnvereenigde weerstand tegen eiken buiten- landschen aanval, tolverbond en handhaving van den bestaanden toestand in het Oosten. Het tractaat, de overeenkomst, of hoe men het anders noemen wil, spreekt van het defensief verbond enkel in zeer algemeene termen en begeeft zich niet in bijzonderheden. De werking van het publieke deel der overeenkomst zou beginnen, als Duitschland in oorlog kwam hetzij met Frankrijk, hetzij met Rusland. Do correspondent van de standard zegt, dat goed ingelichte diplomaten te Weenen een oorlog tusschen Duitschland en Rusland slechts beschouwen als eene quaestie van tijd, die uitgesteld wordt totdat Rusland een geschikten bondgenoot zal gevonden hebben. Nu is de eenige mogelijke alliantie voor Rusland die met Frankrijk, en de Petersburg sche regeering zal dus geene pogingen onbeproefd laten om Frankrijks goede gunsten te winnen. Wij willen aan deze laatste redeneering nog niet te veel hechten. Het ligt in den aard der zaak, dat zoodra twee machtige mogendheden in Europa zich door een verbond aaneensluiten, de andere tegen de gevaren van zulk eene overmacht ook in nauwere aaneensluiting elkanders steun zoeken. Daaruit is echter nog niet aanstonds gevaar voor oorlog ontstaan. In de thans gegeven omstandigheden is met geene waarschijnlijkheid aan" te nemen, dat een der groote mogendheden naar een oorlog zou verlangen. Men blijft zich echter blijkbaar alle mogelijkheden voorstellen. Duitschland zal zijne zeker niet te zwakke strijd krachten nog wat versterken. Er zullen geen nieuwe lichtingen worden opgeroepen in het kolossale leger, dat thans „op voet van vrede" is ingericht, maar men zal 72 nieuwe batterijen voegen bij de veldartillerie en er zal geld aan den rijksdag gevraagd worden voor het bouwen van groote kasernes en hospitalen in de garni zoenssteden. De nieuwe belastingen moeten toch gebruikt worden. De heer Gambetta is te Parijs aangekomen. Het wordt hoog tijd, dat hij zijne meening eenB zegge over de vraag der algemeene amnestie en over de houding der regeering tegen de verheer lijking der commune. De houding der République Frangaise heeft aan zijn invloed geen goed gedaan, en men spreekt er reeds van, dat Lepère, zijn geestverwant en volgens enkelen zjjn creatuur, zijne portefeuille zou neerleggen, wijl de heer Grévy vast besloten is zich niet meer te voegen naar de wenschen van Gambetta. Deze laatste koos na den val van Mac Mahon de bescheiden en neutrale positie van president der kamer, en de heer Grévy, die alles behalve een stroopop is, schijnt van oordeel te zijn, dat de oud-dictator zich streng binnen die eens gekozen stelling houden meet. Na de onhandig heid van zijn blad wil men hem eenigszins terzijde zetten, en er Is wel kans om dat doel te berei ken, wijl hij in de kamer als president niet door een actief politiek optreden met een of ander populair wetsontwerp of een groote politieke speech zijn prestige kan herwinnen. Zijne betrekking bindt hem de handen. Dit is natuurlijk slechts een tijdelijke toestand; want Gambetta zal eene groote rol blijven spelen in de geschiedenis van Fraakrijk. Het is de vraag maar wanneer hij weder tot actieven dienst zal geroepen worden. Valt het ministerie op de wet Ferry, dan zal hij zich moeilijk meer kunnen terugtrekken. Het is echter nog verre van zeker, dat dit ontwerp zal verworpen worden door de kamer. In den senaat heeft het bepaald slechte kansen; wijl het linkercentrum nooit toe zal geven op art. 7. Eene afstemming in den senaat kan echter den val van het ministerie niet ten gevolge hebben, als dit het vertrouwen der kamer blijft genieten. Sir Garnet Wolseley is bezig orde te stellen op de zaken in de Transvaal. Hij heeft eene pro clamatie uitgevaardigd, waarin aan de Boeren wordt bekend gemaakt, dat zij alle hoop op onafhankelijkheid moeten laten varen, wijl de annexatie een onherroepelijk feit is geworden. Er wordt een gouvernement ingesteld van negen leden, waarvan zes Engelsche ambtenaren zijn en de anderen door de bewoners worden gekozen. De Boeren zijn daarmede zeer ontevreden en beweren, dat de nieuwe Engelsche generaal de beloften schendt, door Shepstone en sir Bartle Frere gegeven. Zij hebben zich verzet tegen het spelen der stafmuziek van sir Garnet en den generaal zeiven beleedigd. Secocoeni is nog altijd de vijand der Engelschen. Sir Garnet heeft hem vredesvoorwaarden opgegevenwaarmede de Engelschen tevreden zouden zijn, maar er is nog geen antwoord ontvangen. Voorloopig zijn echter wegens het seizoen geene vijandelijkheden te wachten. Oent, 22 October 1879. De quaestie der scholen is steeds aan de orde van den dag. Te Gent is de strijd zeer hevig geweest, vooral van den kant der katholieken, die zedelijke noch stoffelijke drukking hebben gespaard om de kinderen uit de gemeente- of leekescholen te trekken, teneinde ze naar de hunne te doen overgaan. Maar ondanks den banvloek der bisschoppen, die de ouders der leerlingen van de gemeenteschool en de onderwij zers en onderwijzeressen de absolutie weigeren, is het getal leerlingen met 615 vermeerderd, dat wil zeggen dat er zich op 10 October 1879 615 leerlingen meer in de gemeentescholen bevonden dan op dezelfde dagteekening van 1878, op een getal van ongeveer 13,000 leerlingen. De katho lieke bladen van hun kant beweren dat het getal leerlingen met 900 is vermeerderd in de 65 scholen, welke zij zeggen te bezitten en die 11,200 leer lingen moeten tellen. Dit cijfer moet men onder voorbehoud aannemen, want niemand wordt toege laten om de katholieke scholen te bezoeken, terwijl integendeel de gemeentescholen voor ieder open staan. De toeneming der gemeenteschool is door ieder met genoegen opgemerkt, en als de stad de nog ontbrekende scholen zal gemaakt hebben in de wijken waar ze ontbreken, zal het getal leer lingen in dé gemeentescholen nog toenemen. Op een getal van meer dan 300 onderwijzers en onderwijzeressen, hebben 24 onderwijzeressen hun ontslag genomen, die in katholieke scholen zijn overgegaangeen enkel onderwijzer heeft dit voorbeeld gevolgd. In de zitting van den gemeenteraad van 21 dezer, heeft de schepen van onderwijs voorgesteld eene inschrijving onder de leden te openen, teneinde aan de onderwijzers en onderwijzeressen eene medaille te overhandigeii, als bewijs van hulde omdat zij getrouw aan hun plicht zijn gebleven 6n zich in het uitoefenen hunner bedieningen hebben onderscheiden. Dit voorstel werd met algemeene goedkeuring door de leden ontvangen. Maar hebben de steden zich niet te beklagen wat het getal leerlingen betreft, op het platteland, vooral in Vlaanderen, is dit het geval niet. De geestelijkheid, die daar als meesteres heerscht en gewoonlijk geholpen wordt door een katholiek gemeentebestuur, heeft de eenvoudige buitenlieden zooveel schrik aangejaagd, doör hen met het weigeren der absolutie en met de straffen der hel te bedreigen, dat er gemeenten zijn, waar geen enkel kind in de gemeenteschool is. Daar waar de banvloek niet voldoende is, neemt de geeste lijkheid tot stoffelijke middelen de toevlucht en deinst voor niets terug om de kinderen te beletten de gemeenteschool te bezoeken. Op het platteland is het getal onderwijzers, dat naar de katholieke scholen is overgegaan, grooter dan in de steden; maar men rekent dat er in het geheele land, op de 7500 onderwijzers en onderwijzeressen, die in de gemeenteschool Zijn, niet meer dan 600 tot 700 zijn overgegaan. Men moet bij dit getal nu ongeveer 500 broeders en nonnen voegen, die in de staats- of gemeentescholen onderwezen en natuurlijk door de geestelijke overheid gedwongen zijn hun ontslag te nemen. Om die leemten aan te vullen heeft het gouvernement een groot getal leerlingen der normaalscholen, die in hun laatste studiejaar waren, naar de opengevallen plaatsen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2