Slóten wordt. Tegêü stemden de heeren Callenfels, Ockers en Laernoea. Bij de behandeling van art 15 stelt de heer Quakkelaar voor om dat art. met ƒ350 te ver- hoogen, of wel een nieuw artikel, 15b, kosten by het houden van vergaderingen in het gemeente huis, 350, op de begrooting te brengen. De voorzitter eene nadere verklaring verlangen de, zegt de heer Quakkelaar te bedoelen vertee ringen bg vergaderingen, doch hy acht het onnoodig dat in de begrooting te omschrijven. De voorzitter zegt dan bezwaar te moeten maken, de verteering uit dien post te voldoen. Na discussie, waaraan behalve de voorzitter de heeren Quakkelaar, Schraver en van Uye Pieterse deelnemen, trekt de heer Quakkelaar zijn voorstel in, op grond van de gevraagde omschrijving. Nadat besloten is hoofdstuk 9 aan te houden, wordt de vergadering geschorst en de voortzetting bepaald op Maandag morgen 10 uur. Zitting van Maandag 20 October. Voorzitter de heer Smit. Afwezig de heeren Callenfels en Wibaut. De vergadering geopend zijnde zegt de voor zitter dat hy, ingevolge art. 43 der gemeentewet, onmiddellijk wenscht over te gaan tot eene zitting met gesloten deuren. Na heropening der vergadering doet de voor zitter mededeeling dat namens den heer Wibaut bericht is ingekomen, dat hij wegens ongesteldheid verhinderd is de vergadering bij te wonen. Daarna geschiedt voorlezing van het reeds medegedeeld sehryven van den heer Callenfels, waarby deze zijn ontslag neemt als lid van den raad. De voorzitter, dit besluit van den heer Callenfels zeer betreurende, stelt voor den brief voor kennisgeving aan te nemen. De heer Schraver heeft dit voorstel met leed wezen vernomen, hy zou het zeer betreuren indien de heer Callenfels zijn ontslag nam en wenscht daarom den brief niet enkel voor kennisgeving aan te nemen, maar eene commissie van twee of drie raadsleden te benoemen om den heer Callen fels te verzoeken op zijn besluit te willen terug komen. Dit voorstel, ondersteund door de heeren Pot en Laernoes, wenscht de heer Verkuyl Quakkelaar bij acclamatie te zien aangenomen. De heer Van Uye Pieterse geeft ook in over weging den brief aan te houden en ondersteunt het gedaan voorstel. Hij hecht er ook groote waarde aan dat de heer Callenfels, wiens gezond heele week van de maand die wij „mooi" noemen, maar die in ons noordelgk klimaat zoo slecht aangeschreven staat, dat de Kussen spreken van zich te „Meien," 'tgeen gelgk staat met zich allerlei lasten en ongemak op den hals te halen. Een van de grootste maatschappelijke kwellingen die ik ken, is een familiekring die onder éen dak vergaderd is, doch niets met elkaar gemeen heeft. Aan de tafel van sir Vicary zaten thans zeven personen, die allen, 'tzij door geboorte of door aanhuweiykingdenzelfden ouden naam van Ifflehage droegen, en het maal dat hun voorgezet werd was natuurlijk niet zeer eenvoudig. Inte gendeel, het had heel veel zorg en tamelijk veel geld gekost om dit diner samen te stellen, waarbij echter aan eiken schotel iets ontbrak waardoor hij volmaakt had moeten worden en het strydt tegen mijn waarheidsliefde als romanschrijver, om te beweren dat in dit gezelschap „liefde" heerschte. Er stond eenig mooi oud zilver op het buffet en er was genoeg blauw porselein om een liefhebber te doen watertanden, maar het gezelschap was niet vroolijk of opgewekt. De afkeer dien sir Vicary jégeüö zijn bloed verwant koesterde had dan ook slechts gesluimerd, en als hij Frederik aanzag kwam de oude wrok weer boven. Het was wel waar dat Frank en Helena jong en knap waren en hoogst Waarschgnlijk veel kinderen zouden krijgenmaar sir Vicary herin nerde zich met smart dat Frank nu zgn eenige zoon was en hoe licht kon hem een ongeluk begrip en nuttige adviezen, ijver en oprechtheid gewaardeerd worden, hier blijve voortwerken. De vergadering vereenigt zich alsnu bij accla matie met het voorstel. Aangezien de heer Pieterse gaarne zoude zien dat de voorzitter deel der commissie uitmaakte, neemt deze dit aan en noodigt de heeren Schraver en Quakkelaar mede daartoe uit. Alsnu is aan de orde de goedkeuring der be grooting van het gasthuis, waaruit blijkt dat regenten eene subsidie van 7200 aanvragen. De heer Pieterse heeft niets tegen het toestaan dier som maar wijst op het besluit, Zaterdag genomen, waarbij de subsidie op ƒ6000 is vast gesteld, welk besluit bij goedkeuring der begroo ting zal moeten ingetrokken worden. Nadat de heer Schraver heeft verklaard te zullen tegenstemmen, wordt de begrooting goedgekeurd met algemeene stemmen, uitgenomen die van den heer Schraver. Hetzelfde is het geval met de begrootingen voor het weeshuis en het algemeen armbestuur, die respectievelijk met een subsidie van f 6500 en 6350 worden goedgekeurd. Alsnu wordt op voorstel van den voorzitter met algemeene stemmen, uitgenomen die van den heer Schraver, besloten terug te komen op de vroeger genomen besluiten en de gemeente- begrooting te brengen in overeenstemming met de thans toegestane sommen. Alsnu zyn aan de orde de voorstellen van het dag. bestuur tot afschaffing der haven- en brug gelden, tot opheffing der betrekking van ambte naar belast met de ontvangst van het collecteloon voor het gebruik der keibank en der betrekking van havenmeester. Het ingewonnen advies van de kamer van koophandel strekt, even als dat van de commissie van financiën, tot afschaffing. De vertchillende voorstellen nu ieder afzonder lijk in behandeling gebracht wordende, is zonder discussie of hoofdelgke stemming besloten tot afschaffing van het havengeld. Naar aanleiding van het voorstel tot afschaffing der bruggelden, waar de heer Kleijnhens in be ginsel verklaart voor te zijn, wenscht hij echter in het oog gehouden te zien dat ook de dokgel- den voor schepen, die van de kaai gebruik maken, daardoor zullen verminderen. Spreker zou daarom gaarne in overweging geven de kosten voor het gebruik maken van de keibank te verhoogen. Nadat dit door den heer Pieterse bestreden en door den heer Kleijnhens nader toegelicht is, wordt met algemeene stemmen het besluit tot afschaffing van het bruggeld genomen. De beraadslaging geopend zijnde over het voor stel strekkende tot het verleenen van eervol ontslag aan den ambtenaar belast met de ontvangst van het collecteloon voor het gebruik der keibank, en die ontvangst op te dragen aan den gemeente ontvanger, zegt de heer Pot hiertegen te zullen stemmen. Spreker acht het toezicht op de kei bank geen klein belang en eene betrekking die aan niemand kan opgedragen worden dan aan den overkomen! Had hij daarvan niet de bitterste ervaring opgedaan? Had zijn knappe, jonge Humphrey hem niet als een gelukkige bruigom, vol kracht en levenslust des morgens verlaten en was hy niet twee dagen later dood in huis ge dragen? Indien Frank iets overkwam voordat Helena zoons had, zou die onuitstaanbare wind buil, daartegenover hem, met zijn haar in het midden gescheiden, zijn erfgenaam worden. En het ergste van alles was, dat de oude George Baldwin dan met ten hemel geslagen oogen zou zeggen dat het Gods wil was, dat zijn zoon zoo bevoorrecht werd. „Die fijne kwezel," bromde de baron voor zich heen, „maar ik zal hem wel krijgen. Ik zal het op haren en snaren zetten om bem te onterven." Terwijl hij die liefelijke alleenspraak hield stond zijn gelaat natuurlijk zeer somber eü de Stem van sir George, die druk zat te redeneeren, ergerde hom nog meer, hij greep niet alleen naar zijn krük, maar stampte er een paar maal mede op den grónd» „Wat wilt gij, vader vroeg Heleüa zacht en legde haar handje op zijn arm. Het was de eerste maal dat zij haar schoonvader in een driftbui zag en daar zij die verschijnselen niet kende, Verwonderde zij zich dat niemand er op lette of bem hielp. Zij keek eerst Sara aan en toen Gibbons, de kamerdienaar, maar die zette een onverstoorbaar kalm gezicht. „Hij is maar boós," fluisterde Sara. „O!" zei Helena en het was gelukkig dat de havenmeester; alle moeilijke quaestieskomen daar voor, vooral wanneer het gebeurt dat er twee of drie schepen te gelijk liggen. Niet de politie, maar een deskundige moet daar toezicht op houden. De voorzitter is het niet eens met den vorigen spreker en merkt op dat de inning van de gelden voor de Zeehondenwerf ook door den gemeente ontvanger geschiedt. Hij ziet geen bezwaar erin om de gelden voor de keibank eveneens te be boeren. De heer Kleijnhens wil den heer Pot nog opmerkzaam maken dat het hier alleen de ont vangst der gelden betreft, dewijl bet toezicht niet zoo bepaald noodig is. Ook de heer Mortier zegt eveneens tegen het ontslag te zijn. Nadat de heer Kleijnhens heeft betoogd dat een vierde der gelden als belooning, zooals thans genoten wordt, veel te hoog moet genoemd wor den, wordt het voorstel van het dag. bestuur aangenomen; de heeren Pot en Mortier stemden tegen. Voorstel tot afschaffing der betrekking van havenmeester. De heer De Kruyff zegt dat wanneer het voor stel werd aangenomen, het zeer te betreuren zou zijn indien een zeer verdienstelgk ambtenaar daardoor in zijne belangen werd benadeeld. Spreker meent dat het gewoonte i3 dat, wanneer eene betrekking wordt opgeheven, den titularis eene zekere som als wachtgeld worde toegelegd en stelt daarom voor aan het voorstel van burg. en weth. toe te voegen, dat den betrokken amb tenaar een wachtgeld van f 250 's jaars zal worden toegekend, voor den tyd van drie jaren. De heer Pieterse wenscht dat het dag. bestuur dit amendement zal overnemen, dewgl het ook hem biliyk voorkomt dat, waar het belang der gemeente opheffing der betrekking vordert, de ambtenaar geen te groot nadeel lij de. De heer Pot is tegen de afschaffing der betrek king. Spreker maakt zich geen illusies omtrent druk scheepvaartverkeer, maar wijst erop dat in de wintermaanden, bij langdurigen ijsgang, veel schepen te Vlissingen kunnen komen, het geen meermalen voorkomt, en dat dan de politie onmogeiyk toezicht kan houden. En ofschoon de voorzitter heeft gezegd, zoo noodig zelf het toezicht te zullen houden, gelooft de heer Pot dat dit niet van het hoofd der gemeente te ver gen en beneden diens waardigheid is. Nadat door den heer Schraver nog eenige in lichtingen zyn gevraagd, wordt het voorstel om de betrekking van havenmeester af te schaffen aangenomen. Twee leden stemden tegen, de heeren Pot en Laernoes. Alsnu is aan de orde de al of niet toekenning Van het wachtgeld. Op het thans als afzonderlek voorstel behan deld amendement van den heer De Kruyff, stelt de heer Kleynhens een amendement voor, nl. om het aan te vullen met de woerden, „indien er gedurende dien tyd geen gelegenheid bestaat gebrekkigheid en verlamming van sir Vicary tot verontschuldiging voor zijn gedrag aan tafel en voor zijn verdwijnen na den eten konden dienen. Lady Baldwin bleef bij hare gasten, deed haar best om hen bezig te houden, maar Gibbons moest veel hooren over de onaangename eigen schappen van mijnheer George. Ik weet niet of de rechtsgeleerde zelf blij was of niet dat hy zich te Ifflehage bevond, maar hg vond wel dat sir Vicary wat weinig werk van hem maakte. Daar hij een Zondag te Ifflehage zou door brengen achtte hij dit een geschikte gelegenheid om een aanval op de jonge vrouw over haar gods dienst te doen. Na het ontbijt nam hy haar dus ter zijde en gaf haar een grooten bijbel. „O hoe lief van u, dat gg aan mij gedacht en een geschenk voor mg medegebracht hebt, voordat gij mij ooit gezien hadt!" riep Helena uit toen zij het boek aannam. „Ik zal het goed in eere houden en er veel in lezen." „Ja lees de Evangeliën, jonge dame," begon mijnheer George. „Het is nooit te laat om de oögen voor dwalingen te openen en Er was waarschijnlijk een preek tegen de dwalingen der papisten in aantocht, maar Helena, die in het boek bladerde, riep opeens uit: „O! de evangeliën, die ken ik heel goedmaar ik heb Ze nooit in het Engelsch gezien, voyonst Wij hebben Van daag het hoofdstuk van dén goeden herder gehad, maar ik weet niet meer uit welk evangelie het gelezen werd. hem te benoemen tot eene andere gemeente-be trekking." Nadat, op verzoek van den heer Quakkelaar, tusschen de woorden „andere" en „gemeente-betrek king" nog het woord „geschikte" is gevoegd wordt dit voorstel met algemeene stemmen aan genomen en voorts de titularis eervol uit zyne betrekking ontslagen; dit ontslag in te gaan cp later te bepalen dag, nadat het besluit van den raad omtrent de afschaffing der belasting door den koning zal zijn goedgekeurd. Op de begrooting wordt, naar aanleiding van dit besluit, bij de 3e afdeeling van hoofdst. 8 een post gebrachtwachtgeld aan den havenmeester, f 250. Op voorstel van den voorzitter wordt nog be- paald het loon der brugwachters, die door het verlies der bruggelden minder ontvangsten ge nieten, op f 104 's jaars te bepalen. Hiertoe besloten zijnde wordt art. 27 van de 2e afd. van hoofdst. 1, jaarwedde der brugwachters 104, op f 208 gebracht. Alsnu wordt overgegaan tot de behandeling der inkomsten. Art. 1 van hoofdstuk 2, inkomsten van vaste eigendommen, f 1066, wordt, op voorstel der financieele commissie, met f 26 vermeerderd en gebracht op f 1092. Art. 6 van datzelfde hoofdstuk, opbrengst van de gasfabriek, f 29800, wordt op voorstel van den voorzitter, als voorzitter der gascommissie, op f 31800 vastgesteld. Art. 2, van de 3» afd. van hoofdstuk 3, belas ting op het gemaal, f 39400. Na gehouden over leg met de commissie van financien stelt het dag. bestuur voor dien post op f 37000 te brengen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Daarna wordt de vergadering voor korten tyd geschorst. De zitting weder voortgezet wordende stelt de voorzitter voor het totaal der uitgaven, behalve het 9« hoofdstuk, onvoorziene uitgavenop f 154,413.22j vast testellen; alzoo wordt besloten. Art. 1, afd. 2, hoofdstuk 3 der inkomsten: hoof delijke omslag, wordt vastgesteld op f 21000 en het totaal der ontvangsten op f 156,215.67. Hoofdstuk 9, onvoorziene uitgaven, bepaald zgnde op f 1802.44j, wordt de begrooting in haar geheel in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Nadat op eene vraag van den heer Mortier, of bij het dag. bestuur geen bezwaar zou bestaan om in gebruikstelling van de brug over de marinesluis aan te vragen, door den voorzitter is geantwoord dat het dag. bestuur de vraag zal overwegen, wordt de vergadering gesloten. „0, maar hier is het begin van Johannes ons tweede evangelie, dat bij iedere mis gelezen wordt. Dank u hartelijk. Ik ben zeker dat ik het heer lijk zal vinden in het Engelsch." Daarop bukte zg even en boog het hoofd, opdat George Baldwin een kus op haar voorhoofd kon drukken, terwijl zij zijn hand aan hare lippen bracht. Mijnheer Baldwin wist niet wat hy met die Poolsche manier beginnen moest, oischoon hij het nog al aardig vond om het liefste vrouwtje dat hij ooit gezien had een kus te gevenmaar toen die aangename gewaarwording voorbij was, begon hij na te denken over zijn gemankeerde preek en over de losse manier waarop zij zijne vermaning over waarheid en dwaling had opgenomen, en toen was hij minder voldaan. Maandag beloofde het weer mooi te zullen blijven en er werd besloten een picnic te gaan houden bij de overblijfselen van een kasteel aan de romantische oevers van de Start. Men reed eenige uren door de bosschen, waar tne vrouw George Baldwin zeer genootHelena was uitgelatenhet was haar eerste pleiziertochtje in Engeland het eerste met haar man en zy was bekoorlgker dan ooit. „Wie zou dat ooit kunnen vergeten, lieveling ?'J zei hij en keek haar in de bruine oogen. „Maar dit is mooier," voegde zij er bij. (Wordt vervolgdj. GEDRÜKX BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 6