Laatste berichten. Weerkundige waarnemingen. 17 October des morgens te 8 uren. Gemeenteraad van Middelburg. Concurrentie doet leven, zegt het spreek woord! Ook te Sluis wordt dagelijks de aanvoer van vreemde aardappelen grooter, waardoor de prijzen gaandeweg verminderen. Dat dit bij de geringe verdiensten zeer te stade komt zal wel niet behoeven gezegd te worden. Ook het rundvleesck heeft daar in de laatste dagen eene gewichtige prijsvermindering onder gaan; het is reeds verkocht geworden voor vijf en zestig cent en zelfs voor zestig cent het kilo. (Sl. Wbl.) De keizerin van Rusland is sedert eenige dagen te Cannes tot herstel van gezondheid. Maandag werd in de door de keizerin betrokken villa een man in hechtenis genomen, in wien men reeds aanstonds een nihilist meende te zien. Het was echter slechts een krankzinnige, die aan de manie leed om ridderorden en titels te verlangen. Men zal den man wel spoedig loslaten, want als men die lieden allen moest vastzetten Eene dame te Berlijn bleef verleden week bij het afklimmen van een trap met den hoogen hak van een barer schoenen aan een der treden hangen. Zij viel van een trap en brak de rech terhand. Wij lezen in de KÖlnische ZeiiungIn bet laatst van. September is een man, die zich Wilhelm Brug, Wilhelm van der Sanden, of Wunderlich, Karl Vermeulen, Northok HechtChristofle Ahasveros of dr. Wilhelm van der Brug noemde, uit een hotel te Pesth gevlucht, door zich aan een koord uit een venster der eerste verdieping te laten zakken, met achterlating van 38 florijnen schuld. Deze mijnheer gaf zich uit als Leidsch professor en verkeerde in Pesth met een aantal geleerden, wien hij onder bedriegelijke voorgeveus niet onbeduidende geldsommen afzette. De valsche piofessor deed, zooals gebleken is, in het voorjaar zijne zaken in Duitachland, waar hij vooral directeurs en professoren aan de diergaarden oplichtte. Hij gaf zich toen uit voor onderdirec teur van den Amsterdamschen dierentuin. Zonder twijfel is deze bedrieger dezelfde persoon als een zekere Christoffel Ahasverus Wunderlich, 35 jaren oud, geboren te 's Hertogenbosch en vroeger op passer in Artin te Amsterdam. Hij heeft reeds zeven jaren tuchthuisstraf achter den rug en werd uit den Amsterdamschen dierentuin wegens wan gedrag Weggezonden. - Kapitein Carey, die zoo handig het gevaar is ontsnapt, waarvan prins Louis Napoleon het slachtoffer werd, hield Dinsdag te Torquay eene lezing ten behoeve eener maatschappij tot bevor dering van het lezen der heilige schrift in het leger. Over Zoeloeland sprekende zeide hij, dat er slechts éeu geestelijke was óp 7000 man in de kolonne van lord Chelmsforden éen op 4500 man in de kolonne van generaal Wood, en hij verzekerde, dat er veel goed was gedaan door de tractaatjes, welke de maatschappij had ver spreid. Hij sprak ook van eigen ondervinding; want in een tijd van zware beproeving had hij veel verlichting gevonden in het bestudeeren van zulke werken. Te Warrenpoint in Ierland stond dezer dagen aangeplakt„Let wel. Ieder die in dit graafschap komt om meer dah 1 per morgen voor het land te geven, mag zijn doods-laken en kist wel meebrengenwant wij willen de afper singen van eigenaars als Brady niet in de hand Werken. Den aVond dat zij komen, zullen hunne huizen in de asch gelegd worden." Tweede kamer. Door den heer Elout werd San de regeering om opheffing der geheimhouding ten aanzien van de stukken over de ministerieele Crisis gevraagd. De minister Yan Lijnden bleef daartegen bezwaar maken wegens het bedenkelijke van het antecedent en antwoordde niet op den aandrang van den heer Fransen van de Putte om de stukken publiek te maken. De heer Van Houten hield zich de vrijheid voor om, afgeschei den van de bedoelde stukken, in het debat ge bruik te maken van zijne bekendheid met den loop der zaken. Het debat werd daarna voortgezet over ;de wetsontwerpen tot wijziging der crimineele wet boeken voor de zee- en landmacht, welke uitvoe rig verdedigd werden door de ministers van oorlog en marine, maar vooral door den minister van justitie. Deze betoogde dat deze partieele verbetering noodig is niet alleen voor de formeele opheffing der lijfstraffen, maar ook tot wegneming van vele onrechtvaardigheden 6n Ongerijmdheden, zonder het bestaande strafstelsel uiteen te rukken of het toekomstige te praejudicieeren. Na de aan neming van deze ontwerpen zal de regeering zich beijveren om de algemeeneherziening der militaire wetboeken zoo spoedig te bewerken, dat die hoog stens een jaar na de invoering van het nieuwe wetboek van strafrecht in werking zal kunnen treden. De heer De Casembroot verklaarde zich tegen de afschaffing der lijfstraffen bij de marine, althans in open zee en wel in 't belang der matrozen en om hen vrij te waren tegen nog ergerlijker straffen. Nadat de heer Rombach de afschaffing der lijfstraffen toegejuicht had en de hoeren De Ca sembroot, Heydenrijck en Fan Wassenaer ver. klaard hadden die te willen behouden voor uiterste gevallen, werden de beide wetsontwerpen aange nomen met 45 tegen 15 stemmen. Een amendement van den heer De Casembroot tot behoud der straf van slagen bij de marine, werd verworpen. In de volgende week is de Indische begrooting aan de orde. Zlerlkzce. De gemeenteraad besloot heden de hoogere burgerschool ook toegankelijk te stellen voor meisjes. Londen. Kaboel en omstreken zullen gesteld worden onder een militairen gouverneurde staat van beleg is afgekondigd; alle wapens moeten worden uitgeleverd. Voor het arresteeren van iederen persoon die aan het vermoorden der missie medeplichtig was is eene premie uitgeloofd. De gebouwen die hinderlijk zijn voor de bezitting zullen afgebroken worden. KAMEN Ba- Wind Toestand der DER rom. PLAATSEN. afwij k. richt. kracht lucht zee N. Shields 61 WNW 7 1. bew. deining Sylt 4- 0.6 ZW 4 z. bew. Hartlepool 8.1 WNW betr. kalm Swinemunde -f 3.7 s-il mist. Hamburg 4- 3.0 ozo 2 bew. Delfzijl 4- 0.1 ZW 2 betr. Groningen. 0.1 ZZW 1 betr. Helder. 0.5 ZW 4 betr. deining Yarmouth. ZW 6 betr. hol Vlissingen. 1.9 ZZW 2 betr. Maastricht -j- 3.6 ZW 2 betr. Valentia 6.1 NNW 3 z. bew. kalm Portsmouth. NNW 6 betr. hol Grisnez 0.8 W betr. Parijs. -ft 4 5 Z 2 helder St. Mathieu 5.3 WNW 4 betr. Biarritz 4- 5.4 ZO 3 1. bew. Grootste verschil in Nederland 'sochtends 8 uren: D. 4.1 H. des namiddags: Barometer te Middelburg, Graanbeurs: (Corr.) 761 Thermometer 16 Oct. 'sav. 11 u. 41 ;r. 17 Oct. '8morg. 8 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 46 gr. 's av. 5 u. 49 gr. Vergadering van Dinsdag 14 October. (Vervolg.) De zitting heropend zijnde, wordt voortgegaan met de behandeling der begrooting. Bij hoofdst.3, atd. 1, art. la, gewoon onderhoud van openbare gebouwen enz., f 3270, dient de heer Fokker een amendement in om ditn post met f 40 te verminderen, welke som is uitgetrokken voor het verwen van de nieuwe poort aan den Korendijk. Met 9 tegen 8 stemmen wordt dit amendement aangenomenvoor stemden de heeren Tak, Snij ders, Hurgronje, Jeras, Van Berlekom, J. A. van Hoek, Fokker, Eronkers en Van der Harst- De heer J. A. van Hoek, gezien hebbende dat onder deze paragraaf ook begrepen is f 750 voor de vernieuwing van het koetshuis bij de rijschool, wenscht te vragen of de gemeente verplicht is dat gebouw te herstellen, m. a. w. of de pikeur recht heeft op dat gebouw. De pikeur is in 1853 be noemd op een traktement van f 300, zonder meer, en spreker wenscht inlichtingen te ontvangen of de andere rechten alleen uit de instructie voort vloeien. De voorzitter wil niet beslissen of en in hoe verre de instructie rechten geeft, maar gelooft dat, al waren er geene rechten, de gemeente ver plicht is om, zoolang de betrekking bestaat, den titularis in staat te stellen om zijn bedrijf uit te oefenen. De heer Snijders wenscht nog te vragen of dat gebouw werkelijk wordt aangewend voor de uit oefening van het bedrijf, of dat het dient om een tak van dat bedrijf uit te oefenen, die wel eenigs- zins in verband er mede staat, doch toch niet direct aan de betrekking is verbonden, nl. of dat gebouw niet wordt gebruikt als een soort fabriek om hooi te persen en of dan misschien de verslimmerde toestand daar niet aan te wijten is. Nadat door den heer Jeras eenige inlichtingen zijn verstrekt wordt de post goedgekeurd. Bij b vestigt de heer W. A. van Hoek de aandacht op de eenigszins raadselachtige zinsnede van de memorie van toelichting, dat de j aarlij k- sche uitgaaf van f 600, wegens het bekrammen der dijken van het afgesneden gedeelte van het oude havenkanaal, vermoedelijk eer kooger dan minder zal worden, en dat het overweging ver dient, maatregelen te nemen om dat op eenigerlei wijze te voorkomen. De heer Van Hoek meent dat die uitgaaf van f 600 een belangrijk kapitaal vertegenWooidigt, en vraagt of het niet mogelijk is het kanaal af te sluiten en zoodoende de kosten te verminderen. De voorzitter merkt op dat er twee middelen zijn: ten eerste het afdammen, maar dan komt de gemeente in het bezit Van een enorm groote waterput, zonder daar eenig voordeel van te heb oen, terwijl, blijft de haven open, de aanslib bing langzamerhand toeneemt en de gemeente na verloop van eenige jaren in het bezit komt van een goeden polder; het andere middel zou bestaan in het dempen, doch de groote uitgave die dit vorderen zou, is niet in verhouding tot het voordeel. Nadat de voorzitter op een tweetal nadere vragen van den heer Van Hoek bad geantwoord dat de bedoelde polder 5 a 6 bunder groot zou zijn en dat het aanleggen van kribben waarschijnlijk niet veel zou helpen, deelt de heer Dronkers mede, dat het belang der gemeente medebrengt met de bekrammirig voort te gaan, terwijl hij de verze kering geett dat geen vierkante el krammat meer zal gelegd worden dan noodig is. De mogelijk- iid bestaat, volgens dat lid,dat burg. en weth. in de noodzakelijkheid gebracht zullen worden om meer te doen bekrammen, teneinde verdere nadeelen te voorkomen, aangezien nu bereids bij den noordelijken dijk de berm tot op twee meters is weggeslagen. Bij letter d, riolen enz., vestigt de heer Van Berlekom de aandacht op het ïiool, dat in de vest bij de winterstraat uitmondt en dringt op verbe tering van den toestand aan. De post voor voortzetting der herstelling van bet raadhuis, waarvoor eene som van 1000 is uitgetrokken, geeft den heer Nagtglas aanleiding om te heiinneren aan het ten vorigen jare door hem gesprokene betrekkelijk het inroepen van staatshulp, waarop de voorzitter mededeelt dat toen door den vorigen minister van binnenland- sche zaken het wetsvoorstel omtrent de rijks monumenten gedaan werd, oogenblikkelijk ver zocht is dat daaronder het stadhuis te Middelburg en speciaal de toren zou worden opgenomen. Art. 2, afd. 2 van hoofdst. 3, vergrooting der gemeentebegraafplaats, /7000, in behandeling komende, wordt door den heer Fokker een amen dement ingediend, strekkende om dien post op ƒ5000 te brengen, terwijl van den heer Van der Harst een amendement ontvangen wordt om dien post voor memorie uit te trekken. De heer Fokker het woord erlangd hebbende om zijn amendement toe te lichten, betoogt de weDscbelijkheid om de uitgave over twee jaren te verdeelenmet f 5000, meent spreker, kan voorzien worden in de vergrooting, terwijl dan het volgende jaar de overige f 2000 kunnen aan gewend worden voor afsluiting, versiering of in éen woord voor betamelijke afwerking. De heer Van der Harst zegt bet voorstel te hebben gedaan den post voor memorie uit te trekken, omdat door burg. en weth. nog geene plannen zijn overgelegd. Bovendien beschouwt dat lid de vergrooting der begraafplaats als eene buitengewone uitgave, die z. i. niet uit de gewone inkomsten behoort gevonden te worden Spreker zon die uitgave gaarne bestreden zien uit het overschot der leening van 1871, dat, naar hij meent, f 40,000 bedraagt. De voorzitter merkt op dat geen dergelijke som meer disponibel is, dewijl een groot gedeelte van het op prolongatie uitgezette kapitaal bestemd is voor reeds gevoteerde uitgavener is feitelijk slechts een overschot van ongeveer f 7000, welke som aanstaande jaar voor de bestrating van de Loskaai benoodigd is. Wat aangaat de plannen, herinnert de voorzitter dat die wel degelijk be staan en het dezelfde zijn die reeds vroeger werden overgelegd en vastgesteld. Wat betreft bet dek ken uit buitengewone inkomsten, voert de voor zitter aan dat burg. en weth. moeilijk een voor stel kunnen doen om voor eene zaak, waar reeds eene leening voor gesloten is, opnieuw een leening uit te schrijven. Het amendementFokker bestrijdt de voorzitter op grond dat, al werd het aangenomen, daardoor geene bezuiniging verkregen wordt, maar het alleen oorzaak zou zijn dat het volgend jaar f2000 minder beschikbaar zou wezen voor de noodige werken, die, gelijk een rondgang in de gemeente bewijzen kan, nog voor eenige jaren werk opleveren. Op eene vraag van den heer Van der Harst omtrent den post van f 40.ÖÓ0 geeft de voorzitter in'ichtingen, die bewijzen dat het overschot feitelijk 8 a 7000 bedraagt. Na langdurige discussie, waarbij de heeren W. A. v. Hoek, A. J. van Hoek en Snijders het amendement-Van der Harst verdedigen, en de voorzitter en de heer Jeras het bestrijden, worden de beraadslagingen gesloten en het eerst het amendement-Van der Harst, als hebbende de verste strekking, in stemming gebracht en met 12 tegen 5 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren Snijders, W. A. van Hoek, van Berle kom, A. J. van Hoek en de voorsteller. Bet amendement-Fokker wordt vervolgens met 11 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Tak, Hurgronje, Lambrechtsen, Luteijn, Liebert en de voorzitter. Hoofdst. 6, art. 4: kosten van de plaatselijke gezondheidspolitie, 450. De heer Van Berlekom vraagt of ook uitvoering gegeven wordt aan art. 33 der verordening op den geneeskundigen dienst, betreffende het wekelijkseh onderzoek der gepros titueerde vrouwen, waarop door den voorzitter wordt geantwoord dat er op dit oogenblik geen publieke vrouwen of publieke huizen bij de politie bekend zijn. De heer Van Berlekom meent daaruit te moeten afleiden dat het politietoezicht dan slecht moet zijn, aangezien bet een publiek geheim is dat, in de onmiddelijke nabijheid van de markt, publieke huizen zijn, ten minste huizen, die er al de kenteekenen van dragen* De voorzitter antwoordt hierop dat de bedoelde huizen wel bekend zijn, doch dat de bewoners ervan niet gedwongen kunnen worden zich als zoodanig aan te geven. Nadat dit door den heer Van Berlekom be streden is, wenscht de heer A. J. van Hoek met een enkel Woord de prostitütie-quaestie in deze gemeente te bespreken, ook in verband met de politie. Hij is de meening toegedaan dat ter behoorlijke naleving van de op deze zaak be trekkelijke verordening, meer politie noodig is, terwijl hij er de opmerking bijvoegt dat wanneer eene verordening bestaat, die, 6f behoort nageleefd, óf ingetrokken te worden. In de jaarverslagen der gemeente, zegt spreker, vindt men van 1873 af steeds bijna dezelfde clausule, nl. dut er geene bijzonderheden van bekend zijn. In dat van 1877 wordt vermeld dat geene zoodanige huizen bekend zijn, terwijl in '78 daarvan niet gesproken wordt, doch medegedeeld dat bet onderzoek geregeld Wordt üitgeoefendeen bewijs dus dat die huizen toen wel bestonden. De voorzitter heeft zoo even gezegd dat er geen bekende publieke hulzen zijn: spreker neemt dit aan, maar vraagt dan is dit niet de schuld van de politie, aangezien in artikel 3 der verordering gezegd wordt dat als publiek huis wordt beschouwd elk verblijf, waar aan een of meer vrouwen, hetzij al dan niet aldaar woneDde, de gelegenheid verschaft wordt om met verschillende personen ontucht te plegen, terwijl bij art. 5 dierzelfde verordening verboden wordt een dergelijk huis op te richten, zonder schriftelijke toestemming van burg. en weth. Voorts is bij artikel 25 ook straf tegen de overtreding bepaald. Wanneer dus de politie vermoeden heeft, dat hetgeen in art. 3 is aangenomen als vereischte voor een dergelijk huis plaats heeft, dan is zij verplicht daarvan proces-verbaal op te maken, 't Zal toch wel in de bedoeling van het dag. beBtuur liggen dat wanneer de oprichting zonder schrifte lijke toestemming heeft plaats gehad, de houder in de strafbepaling valt. Spreker ge'ooft dat op die wijze handelende, de erkende publieke huizen gemakkelijk ontstaan zullen, waarvan het gevolg zal zijn dat de vrouwen uit die huizen zich aan het onderzoek zullen moeten onderwer pen. Hoe het ichter zij, zoolang de verordening bestaat heeft men het recht van de politie de handhaving ervan te vorderen. De voorzitter acht het een moeilijk en treurig onderwerp. Tegen het toepassen der verordening zijn groote bezwaren, vooral is het moeilijk het benoodigde bewijs te leveren en kan men dat niet, dan volgt geen vercordeeling. Die moeilijk heid is gebleken zoo groot te zijn, dat in bijna alle groote gemeenten de verordeningen zijn af geschaft en die huizen en personen aan de wille keur der politie zijn overgelaten. Hieraan zou de voorzitter zich echter niet wenschen te wagen. De heer Van Berlekom hierop in overweging gevende de verordening in te trekken, zegt de voorzitter, dat hoezeer hij geen willekeur verlangt, hij toch liever met een slecht wapen wenscht te strijden dan zonder. Sommigen worden er nog door in toom gehouden, terwijl, wordt dat wapen weggenomen, alle kracht weg is. Nadat door den heer Fan Hoek nog op het voorschrift van art. 24 is gewezen, wordt de be raadslaging over dit punt gesloten. Bij hoofdstuk VII art. 1, toelage der bestrij ding van de kosten der schutterij, vraagt de heer A. J. van Hoek het woord. Na verscbooning gevraagd te hebben zoo dikwijls het woord te voeren, dat, naar spreker hoopt, niet als een bewijs van vitzucht maar van belangstelling zal beschouwd worden, zegt hij de vraag te willen doen of onder de uitgaven voor de schutterij ook de kosten voor de muziek begrepen zijn. Na herinnering van den voorzitter dat die be grooting reeds vastgesteld is, merkt de heer Van Hoek op dat hij niet met betrekking tot de cijfers, maar eenvoudig naar aanleiding van het artikel wenscht te spieken. Hij heett met genoegen opgemerkt dat in de muziekuitvoeringen op publieke plaatsen eene kleine wijziging gebracht is, door die, in plaats van in de week, op Zondag te houden. Spreker weet niet of dit eene proef neming is, dan wel of het besluit genomen is daarmede voort te gaan. Ware dit niet het geval, dan zou hij den wensch willen uitspreken dat dit voort werd gezet, aangezien de muziekuit voeringen in de week niet doelmatig te achten zijn, maar de Zondag daarentegen een zeer ge schikte dag ervoor is, dewijl het belangstellend publiek dan ook in de gelegenheid is dia uitvoe ringen bij te wonen. Erop wijzende dat bij de uitvoering op Zondag veel meer belangstelling dan anders is getoond, zou spreker gaarne zien dat zoo niet altijd Zondags, dan toch om beurten op dien dag de uitvoeringen werden gegeven. De voorzitter zegt, dat voorzooveel hem betreft hij de muziekuitvoeringen zoo\ eel mogelijk des Zon dags zou doen plaats hebben, aangezien de muziek op Vrijdag avond zulke verkeerde gevolgen heeft en tot zulke verkeerde zaken aanleiding geeft, dat lip op 't punt heeft gestaan die te verbieden. Hij verheugt zich dau ook dat thans door een publiek van die muziekuitvoeringen gebruik ge maakt wordt, dat werkelijk daarin en niet in ongeregeldheden vermaak zoekt. De heer Jeras heeft dit met genoegen vernomen, doch meende dat aan den burgemeester de bepaling van den dag der uitvoering was opge dragen, Wat door den voorzitter ontkennend wordt beantwoord, aangezien alleen zijn toe stemming noodig is. De heer Jeras verklaart dat hij het op prijs zou stellen indien de gemeenteraad bljjk gaf van adhesie. Den heer Snijders spijt het dat deze zaak een onderwerp van bespreking uitmaakt. Hij zoti wenschen rekening te houden met de gevoelens van andersdenkenden en meent dat de muziek uitvoering althans niet op uren dat er godsdienst oefening gehouden wordt behoort plaats te hebben, te meer daar de Zondagswet zelfs de uitoefening van nuttige bedrijven op dien dag verbiedt. De heer W. A. van Hoek zegt_ dat het gesprokene door den heer Snijders niet zonder protest mag voorbijgaan. Mocht men hier de Zondagswet in ernst willen toepassen, waar tegen spreker volstrekt geen bezwaar zou hebben, dan zou men de fraaie gevolgen daarvan te zien krijgen; de heer Snijders weet even goed als ik zegt spreker dat de uitvoering van die wet slechts de noodzakelijkheid harer afschaffing zou bewijzen. Wat nu betreft het zoogenaamd kwe. sen der gevoelens van zoogezegde andersdenkenden, meent spreker dat tegenover hunne ergerlijke aanmatiging, de rechten der gevoelens van anderen moeten gehandhaafd worden. De plaats waar de muziekuitvoeringen gehouden worden ligt zoo ver buiten 't rayon hunner kerken dat zij daarin geen hinder van die muziek kunnen hebben, terwijl zij overigens, als zij 't niet wenschen, op 't Molen water zelf immers niet behoeven te komen. De voorzitter is het eens met den heer Van Hoek. Zij, die voor eene strenge viering van den Zondag zijn, hebben Voor hunne denkbeelden recht op verdediging en bescherming Van de zijde der overheid. Niet gaarne zou hij dan ook vergunning geven voor muziekuitvoeringen, die de godsdienst oefeningen in de kerken verstoren en streng wordt altijd verboden, als vreemde muziekgezel schappen in de stad komen, dat er muziek gemaakt wordt in de nabij beid van kerken of gebouwen waar godsdienstoelening gehouden woidt. Maar tegenover die rechten, staan ook de rechten van hen die eene andere meening zijn toegedaan en deze moeten eveneens geëerbiedigd en be schermd worden. Dit geschiedt wanneer op het Mol-nwater, eene plaats ver van alle kerken verwijderd, publieke muziekuitvoeringen worden gegeven, die geen den minsten hindet kunnen veroorzaken aan hen, die de godsdienstoefeningen in de kerken willen bijwonen. Het zal den heer Snijders wel bekend zijn, dat in Den Haag, Rot terdam, Ütrecht, ja nagenoeg alle steden van ons vaderland, hetzelide plaats vindt. Op hoofdstuk VIII, aid. 1, art. la wordt een amendement van den heer Fokker ingediend, strekkende om dien post met f 60 te verminderen, welke som was uitgetrokken voor het verVeti van lokalen in school G. Na discussie wordt dit amendèment met 10 tegen 7 stemmen verworpen. Voor stemden de heeren Tak, Snijders, Jeras, Van Berlekom, Fokker en Van der Harst. Art. 19, atd. 4, van datzelfde hoofdstuk! uit- keering aan het rijk der bijdrage in de Onder houdskosten van lokalen in de rij kskweeksccooi voor onderwijzers, f300, stelt de heer Van oer Harst voor als memoiiepost uit te trekken en zegt tot toelichting dat, aangezien het gebouw

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1879 | | pagina 2