Laatste berichten.
Weerkundige waarnemingen.
17 October des morgens te 8 uren.
Gemeenteraad van Middelburg.
Concurrentie doet leven, zegt het spreek
woord! Ook te Sluis wordt dagelijks de aanvoer
van vreemde aardappelen grooter, waardoor de
prijzen gaandeweg verminderen. Dat dit bij de
geringe verdiensten zeer te stade komt zal wel
niet behoeven gezegd te worden.
Ook het rundvleesck heeft daar in de laatste
dagen eene gewichtige prijsvermindering onder
gaan; het is reeds verkocht geworden voor vijf
en zestig cent en zelfs voor zestig cent het kilo.
(Sl. Wbl.)
De keizerin van Rusland is sedert eenige
dagen te Cannes tot herstel van gezondheid.
Maandag werd in de door de keizerin betrokken
villa een man in hechtenis genomen, in wien men
reeds aanstonds een nihilist meende te zien. Het
was echter slechts een krankzinnige, die aan de
manie leed om ridderorden en titels te verlangen.
Men zal den man wel spoedig loslaten, want als
men die lieden allen moest vastzetten
Eene dame te Berlijn bleef verleden week
bij het afklimmen van een trap met den hoogen
hak van een barer schoenen aan een der treden
hangen. Zij viel van een trap en brak de rech
terhand.
Wij lezen in de KÖlnische ZeiiungIn bet
laatst van. September is een man, die zich Wilhelm
Brug, Wilhelm van der Sanden, of Wunderlich,
Karl Vermeulen, Northok HechtChristofle
Ahasveros of dr. Wilhelm van der Brug noemde,
uit een hotel te Pesth gevlucht, door zich aan
een koord uit een venster der eerste verdieping
te laten zakken, met achterlating van 38 florijnen
schuld. Deze mijnheer gaf zich uit als Leidsch
professor en verkeerde in Pesth met een aantal
geleerden, wien hij onder bedriegelijke voorgeveus
niet onbeduidende geldsommen afzette. De
valsche piofessor deed, zooals gebleken is, in het
voorjaar zijne zaken in Duitachland, waar hij
vooral directeurs en professoren aan de diergaarden
oplichtte. Hij gaf zich toen uit voor onderdirec
teur van den Amsterdamschen dierentuin. Zonder
twijfel is deze bedrieger dezelfde persoon als een
zekere Christoffel Ahasverus Wunderlich, 35 jaren
oud, geboren te 's Hertogenbosch en vroeger op
passer in Artin te Amsterdam. Hij heeft reeds
zeven jaren tuchthuisstraf achter den rug en werd
uit den Amsterdamschen dierentuin wegens wan
gedrag Weggezonden.
- Kapitein Carey, die zoo handig het gevaar
is ontsnapt, waarvan prins Louis Napoleon het
slachtoffer werd, hield Dinsdag te Torquay eene
lezing ten behoeve eener maatschappij tot bevor
dering van het lezen der heilige schrift in het
leger. Over Zoeloeland sprekende zeide hij, dat
er slechts éeu geestelijke was óp 7000 man in de
kolonne van lord Chelmsforden éen op 4500
man in de kolonne van generaal Wood, en hij
verzekerde, dat er veel goed was gedaan door
de tractaatjes, welke de maatschappij had ver
spreid. Hij sprak ook van eigen ondervinding;
want in een tijd van zware beproeving had hij
veel verlichting gevonden in het bestudeeren van
zulke werken.
Te Warrenpoint in Ierland stond dezer
dagen aangeplakt„Let wel. Ieder die in dit
graafschap komt om meer dah 1 per morgen
voor het land te geven, mag zijn doods-laken en
kist wel meebrengenwant wij willen de afper
singen van eigenaars als Brady niet in de hand
Werken. Den aVond dat zij komen, zullen hunne
huizen in de asch gelegd worden."
Tweede kamer. Door den heer Elout werd
San de regeering om opheffing der geheimhouding
ten aanzien van de stukken over de ministerieele
Crisis gevraagd. De minister Yan Lijnden bleef
daartegen bezwaar maken wegens het bedenkelijke
van het antecedent en antwoordde niet op den
aandrang van den heer Fransen van de Putte om
de stukken publiek te maken. De heer Van
Houten hield zich de vrijheid voor om, afgeschei
den van de bedoelde stukken, in het debat ge
bruik te maken van zijne bekendheid met den
loop der zaken.
Het debat werd daarna voortgezet over ;de
wetsontwerpen tot wijziging der crimineele wet
boeken voor de zee- en landmacht, welke uitvoe
rig verdedigd werden door de ministers van oorlog
en marine, maar vooral door den minister van
justitie. Deze betoogde dat deze partieele
verbetering noodig is niet alleen voor de formeele
opheffing der lijfstraffen, maar ook tot wegneming
van vele onrechtvaardigheden 6n Ongerijmdheden,
zonder het bestaande strafstelsel uiteen te rukken
of het toekomstige te praejudicieeren. Na de aan
neming van deze ontwerpen zal de regeering zich
beijveren om de algemeeneherziening der militaire
wetboeken zoo spoedig te bewerken, dat die hoog
stens een jaar na de invoering van het nieuwe
wetboek van strafrecht in werking zal kunnen
treden.
De heer De Casembroot verklaarde zich tegen
de afschaffing der lijfstraffen bij de marine,
althans in open zee en wel in 't belang der
matrozen en om hen vrij te waren tegen nog
ergerlijker straffen.
Nadat de heer Rombach de afschaffing der
lijfstraffen toegejuicht had en de hoeren De Ca
sembroot, Heydenrijck en Fan Wassenaer ver.
klaard hadden die te willen behouden voor uiterste
gevallen, werden de beide wetsontwerpen aange
nomen met 45 tegen 15 stemmen. Een amendement
van den heer De Casembroot tot behoud der straf
van slagen bij de marine, werd verworpen.
In de volgende week is de Indische begrooting
aan de orde.
Zlerlkzce. De gemeenteraad besloot heden
de hoogere burgerschool ook toegankelijk te
stellen voor meisjes.
Londen. Kaboel en omstreken zullen gesteld
worden onder een militairen gouverneurde staat
van beleg is afgekondigd; alle wapens moeten
worden uitgeleverd. Voor het arresteeren van
iederen persoon die aan het vermoorden der missie
medeplichtig was is eene premie uitgeloofd. De
gebouwen die hinderlijk zijn voor de bezitting
zullen afgebroken worden.
KAMEN
Ba-
Wind
Toestand der
DER
rom.
PLAATSEN.
afwij k.
richt.
kracht
lucht
zee
N. Shields
61
WNW
7
1. bew.
deining
Sylt
4- 0.6
ZW
4
z. bew.
Hartlepool
8.1
WNW
betr.
kalm
Swinemunde
-f 3.7
s-il
mist.
Hamburg
4- 3.0
ozo
2
bew.
Delfzijl
4- 0.1
ZW
2
betr.
Groningen.
0.1
ZZW
1
betr.
Helder.
0.5
ZW
4
betr.
deining
Yarmouth.
ZW
6
betr.
hol
Vlissingen.
1.9
ZZW
2
betr.
Maastricht
-j- 3.6
ZW
2
betr.
Valentia
6.1
NNW
3
z. bew.
kalm
Portsmouth.
NNW
6
betr.
hol
Grisnez
0.8
W
betr.
Parijs.
-ft 4 5
Z
2
helder
St. Mathieu
5.3
WNW
4
betr.
Biarritz
4- 5.4
ZO
3
1. bew.
Grootste verschil in Nederland
'sochtends 8 uren: D. 4.1 H.
des namiddags:
Barometer te Middelburg, Graanbeurs: (Corr.) 761
Thermometer 16 Oct. 'sav. 11 u. 41 ;r.
17 Oct. '8morg. 8 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 46 gr.
's av. 5 u. 49 gr.
Vergadering van Dinsdag 14 October.
(Vervolg.)
De zitting heropend zijnde, wordt voortgegaan
met de behandeling der begrooting.
Bij hoofdst.3, atd. 1, art. la, gewoon onderhoud
van openbare gebouwen enz., f 3270, dient de heer
Fokker een amendement in om ditn post met
f 40 te verminderen, welke som is uitgetrokken
voor het verwen van de nieuwe poort aan den
Korendijk.
Met 9 tegen 8 stemmen wordt dit amendement
aangenomenvoor stemden de heeren Tak, Snij
ders, Hurgronje, Jeras, Van Berlekom, J. A. van
Hoek, Fokker, Eronkers en Van der Harst-
De heer J. A. van Hoek, gezien hebbende dat
onder deze paragraaf ook begrepen is f 750 voor
de vernieuwing van het koetshuis bij de rijschool,
wenscht te vragen of de gemeente verplicht is dat
gebouw te herstellen, m. a. w. of de pikeur recht
heeft op dat gebouw. De pikeur is in 1853 be
noemd op een traktement van f 300, zonder meer,
en spreker wenscht inlichtingen te ontvangen of
de andere rechten alleen uit de instructie voort
vloeien.
De voorzitter wil niet beslissen of en in hoe
verre de instructie rechten geeft, maar gelooft
dat, al waren er geene rechten, de gemeente ver
plicht is om, zoolang de betrekking bestaat,
den titularis in staat te stellen om zijn bedrijf
uit te oefenen.
De heer Snijders wenscht nog te vragen of dat
gebouw werkelijk wordt aangewend voor de uit
oefening van het bedrijf, of dat het dient om een
tak van dat bedrijf uit te oefenen, die wel eenigs-
zins in verband er mede staat, doch toch niet direct
aan de betrekking is verbonden, nl. of dat gebouw
niet wordt gebruikt als een soort fabriek om hooi
te persen en of dan misschien de verslimmerde
toestand daar niet aan te wijten is.
Nadat door den heer Jeras eenige inlichtingen
zijn verstrekt wordt de post goedgekeurd.
Bij b vestigt de heer W. A. van Hoek de
aandacht op de eenigszins raadselachtige zinsnede
van de memorie van toelichting, dat de j aarlij k-
sche uitgaaf van f 600, wegens het bekrammen
der dijken van het afgesneden gedeelte van het
oude havenkanaal, vermoedelijk eer kooger dan
minder zal worden, en dat het overweging ver
dient, maatregelen te nemen om dat op eenigerlei
wijze te voorkomen.
De heer Van Hoek meent dat die uitgaaf van
f 600 een belangrijk kapitaal vertegenWooidigt,
en vraagt of het niet mogelijk is het kanaal af
te sluiten en zoodoende de kosten te verminderen.
De voorzitter merkt op dat er twee middelen
zijn: ten eerste het afdammen, maar dan komt
de gemeente in het bezit Van een enorm groote
waterput, zonder daar eenig voordeel van te
heb oen, terwijl, blijft de haven open, de aanslib
bing langzamerhand toeneemt en de gemeente
na verloop van eenige jaren in het bezit komt
van een goeden polder; het andere middel zou
bestaan in het dempen, doch de groote uitgave
die dit vorderen zou, is niet in verhouding tot
het voordeel.
Nadat de voorzitter op een tweetal nadere vragen
van den heer Van Hoek bad geantwoord dat de
bedoelde polder 5 a 6 bunder groot zou zijn en
dat het aanleggen van kribben waarschijnlijk niet
veel zou helpen, deelt de heer Dronkers mede,
dat het belang der gemeente medebrengt met de
bekrammirig voort te gaan, terwijl hij de verze
kering geett dat geen vierkante el krammat meer
zal gelegd worden dan noodig is. De mogelijk-
iid bestaat, volgens dat lid,dat burg. en weth.
in de noodzakelijkheid gebracht zullen worden
om meer te doen bekrammen, teneinde verdere
nadeelen te voorkomen, aangezien nu bereids bij
den noordelijken dijk de berm tot op twee meters
is weggeslagen.
Bij letter d, riolen enz., vestigt de heer Van
Berlekom de aandacht op het ïiool, dat in de vest
bij de winterstraat uitmondt en dringt op verbe
tering van den toestand aan.
De post voor voortzetting der herstelling van
bet raadhuis, waarvoor eene som van 1000 is
uitgetrokken, geeft den heer Nagtglas aanleiding
om te heiinneren aan het ten vorigen jare door
hem gesprokene betrekkelijk het inroepen van
staatshulp, waarop de voorzitter mededeelt dat
toen door den vorigen minister van binnenland-
sche zaken het wetsvoorstel omtrent de rijks
monumenten gedaan werd, oogenblikkelijk ver
zocht is dat daaronder het stadhuis te Middelburg
en speciaal de toren zou worden opgenomen.
Art. 2, afd. 2 van hoofdst. 3, vergrooting der
gemeentebegraafplaats, /7000, in behandeling
komende, wordt door den heer Fokker een amen
dement ingediend, strekkende om dien post op
ƒ5000 te brengen, terwijl van den heer Van der
Harst een amendement ontvangen wordt om dien
post voor memorie uit te trekken.
De heer Fokker het woord erlangd hebbende
om zijn amendement toe te lichten, betoogt de
weDscbelijkheid om de uitgave over twee jaren
te verdeelenmet f 5000, meent spreker, kan
voorzien worden in de vergrooting, terwijl dan
het volgende jaar de overige f 2000 kunnen aan
gewend worden voor afsluiting, versiering of in
éen woord voor betamelijke afwerking.
De heer Van der Harst zegt bet voorstel te
hebben gedaan den post voor memorie uit te
trekken, omdat door burg. en weth. nog geene
plannen zijn overgelegd. Bovendien beschouwt
dat lid de vergrooting der begraafplaats als eene
buitengewone uitgave, die z. i. niet uit de gewone
inkomsten behoort gevonden te worden Spreker
zon die uitgave gaarne bestreden zien uit het
overschot der leening van 1871, dat, naar hij
meent, f 40,000 bedraagt.
De voorzitter merkt op dat geen dergelijke som
meer disponibel is, dewijl een groot gedeelte van
het op prolongatie uitgezette kapitaal bestemd
is voor reeds gevoteerde uitgavener is feitelijk
slechts een overschot van ongeveer f 7000, welke
som aanstaande jaar voor de bestrating van de
Loskaai benoodigd is. Wat aangaat de plannen,
herinnert de voorzitter dat die wel degelijk be
staan en het dezelfde zijn die reeds vroeger werden
overgelegd en vastgesteld. Wat betreft bet dek
ken uit buitengewone inkomsten, voert de voor
zitter aan dat burg. en weth. moeilijk een voor
stel kunnen doen om voor eene zaak, waar reeds
eene leening voor gesloten is, opnieuw een leening
uit te schrijven.
Het amendementFokker bestrijdt de voorzitter
op grond dat, al werd het aangenomen, daardoor
geene bezuiniging verkregen wordt, maar het
alleen oorzaak zou zijn dat het volgend jaar
f2000 minder beschikbaar zou wezen voor de
noodige werken, die, gelijk een rondgang in de
gemeente bewijzen kan, nog voor eenige jaren
werk opleveren.
Op eene vraag van den heer Van der Harst
omtrent den post van f 40.ÖÓ0 geeft de voorzitter
in'ichtingen, die bewijzen dat het overschot feitelijk
8 a 7000 bedraagt.
Na langdurige discussie, waarbij de heeren
W. A. v. Hoek, A. J. van Hoek en Snijders
het amendement-Van der Harst verdedigen, en
de voorzitter en de heer Jeras het bestrijden,
worden de beraadslagingen gesloten en het eerst
het amendement-Van der Harst, als hebbende de
verste strekking, in stemming gebracht en met
12 tegen 5 stemmen verworpen. Vóór stemden
de heeren Snijders, W. A. van Hoek, van Berle
kom, A. J. van Hoek en de voorsteller.
Bet amendement-Fokker wordt vervolgens met
11 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden
de heeren Tak, Hurgronje, Lambrechtsen, Luteijn,
Liebert en de voorzitter.
Hoofdst. 6, art. 4: kosten van de plaatselijke
gezondheidspolitie, 450. De heer Van Berlekom
vraagt of ook uitvoering gegeven wordt aan art.
33 der verordening op den geneeskundigen dienst,
betreffende het wekelijkseh onderzoek der gepros
titueerde vrouwen, waarop door den voorzitter
wordt geantwoord dat er op dit oogenblik geen
publieke vrouwen of publieke huizen bij de politie
bekend zijn.
De heer Van Berlekom meent daaruit te moeten
afleiden dat het politietoezicht dan slecht moet
zijn, aangezien bet een publiek geheim is dat,
in de onmiddelijke nabijheid van de markt,
publieke huizen zijn, ten minste huizen, die er al
de kenteekenen van dragen*
De voorzitter antwoordt hierop dat de bedoelde
huizen wel bekend zijn, doch dat de bewoners
ervan niet gedwongen kunnen worden zich als
zoodanig aan te geven.
Nadat dit door den heer Van Berlekom be
streden is, wenscht de heer A. J. van Hoek met
een enkel Woord de prostitütie-quaestie in deze
gemeente te bespreken, ook in verband met de
politie. Hij is de meening toegedaan dat ter
behoorlijke naleving van de op deze zaak be
trekkelijke verordening, meer politie noodig is,
terwijl hij er de opmerking bijvoegt dat wanneer
eene verordening bestaat, die, 6f behoort nageleefd,
óf ingetrokken te worden. In de jaarverslagen
der gemeente, zegt spreker, vindt men van 1873
af steeds bijna dezelfde clausule, nl. dut er geene
bijzonderheden van bekend zijn. In dat van 1877
wordt vermeld dat geene zoodanige huizen bekend
zijn, terwijl in '78 daarvan niet gesproken wordt,
doch medegedeeld dat bet onderzoek geregeld
Wordt üitgeoefendeen bewijs dus dat die huizen
toen wel bestonden. De voorzitter heeft zoo
even gezegd dat er geen bekende publieke hulzen
zijn: spreker neemt dit aan, maar vraagt dan is
dit niet de schuld van de politie, aangezien in
artikel 3 der verordering gezegd wordt dat als
publiek huis wordt beschouwd elk verblijf, waar
aan een of meer vrouwen, hetzij al dan niet
aldaar woneDde, de gelegenheid verschaft wordt
om met verschillende personen ontucht te plegen,
terwijl bij art. 5 dierzelfde verordening verboden
wordt een dergelijk huis op te richten, zonder
schriftelijke toestemming van burg. en weth.
Voorts is bij artikel 25 ook straf tegen de
overtreding bepaald.
Wanneer dus de politie vermoeden heeft, dat
hetgeen in art. 3 is aangenomen als vereischte
voor een dergelijk huis plaats heeft, dan is zij
verplicht daarvan proces-verbaal op te maken,
't Zal toch wel in de bedoeling van het dag. beBtuur
liggen dat wanneer de oprichting zonder schrifte
lijke toestemming heeft plaats gehad, de houder
in de strafbepaling valt. Spreker ge'ooft dat
op die wijze handelende, de erkende publieke
huizen gemakkelijk ontstaan zullen, waarvan het
gevolg zal zijn dat de vrouwen uit die huizen
zich aan het onderzoek zullen moeten onderwer
pen. Hoe het ichter zij, zoolang de verordening
bestaat heeft men het recht van de politie de
handhaving ervan te vorderen.
De voorzitter acht het een moeilijk en treurig
onderwerp. Tegen het toepassen der verordening
zijn groote bezwaren, vooral is het moeilijk het
benoodigde bewijs te leveren en kan men dat
niet, dan volgt geen vercordeeling. Die moeilijk
heid is gebleken zoo groot te zijn, dat in bijna
alle groote gemeenten de verordeningen zijn af
geschaft en die huizen en personen aan de wille
keur der politie zijn overgelaten. Hieraan zou de
voorzitter zich echter niet wenschen te wagen.
De heer Van Berlekom hierop in overweging
gevende de verordening in te trekken, zegt de
voorzitter, dat hoezeer hij geen willekeur verlangt,
hij toch liever met een slecht wapen wenscht te
strijden dan zonder. Sommigen worden er nog
door in toom gehouden, terwijl, wordt dat wapen
weggenomen, alle kracht weg is.
Nadat door den heer Fan Hoek nog op het
voorschrift van art. 24 is gewezen, wordt de be
raadslaging over dit punt gesloten.
Bij hoofdstuk VII art. 1, toelage der bestrij
ding van de kosten der schutterij, vraagt de heer
A. J. van Hoek het woord. Na verscbooning
gevraagd te hebben zoo dikwijls het woord te
voeren, dat, naar spreker hoopt, niet als een bewijs
van vitzucht maar van belangstelling zal beschouwd
worden, zegt hij de vraag te willen doen of onder
de uitgaven voor de schutterij ook de kosten voor
de muziek begrepen zijn.
Na herinnering van den voorzitter dat die be
grooting reeds vastgesteld is, merkt de heer Van
Hoek op dat hij niet met betrekking tot de cijfers,
maar eenvoudig naar aanleiding van het artikel
wenscht te spieken. Hij heett met genoegen
opgemerkt dat in de muziekuitvoeringen op
publieke plaatsen eene kleine wijziging gebracht
is, door die, in plaats van in de week, op Zondag
te houden. Spreker weet niet of dit eene proef
neming is, dan wel of het besluit genomen is
daarmede voort te gaan. Ware dit niet het geval,
dan zou hij den wensch willen uitspreken dat
dit voort werd gezet, aangezien de muziekuit
voeringen in de week niet doelmatig te achten
zijn, maar de Zondag daarentegen een zeer ge
schikte dag ervoor is, dewijl het belangstellend
publiek dan ook in de gelegenheid is dia uitvoe
ringen bij te wonen. Erop wijzende dat bij de
uitvoering op Zondag veel meer belangstelling
dan anders is getoond, zou spreker gaarne zien
dat zoo niet altijd Zondags, dan toch om beurten
op dien dag de uitvoeringen werden gegeven.
De voorzitter zegt, dat voorzooveel hem betreft
hij de muziekuitvoeringen zoo\ eel mogelijk des Zon
dags zou doen plaats hebben, aangezien de muziek
op Vrijdag avond zulke verkeerde gevolgen heeft
en tot zulke verkeerde zaken aanleiding geeft,
dat lip op 't punt heeft gestaan die te verbieden.
Hij verheugt zich dau ook dat thans door een
publiek van die muziekuitvoeringen gebruik ge
maakt wordt, dat werkelijk daarin en niet in
ongeregeldheden vermaak zoekt.
De heer Jeras heeft dit met genoegen vernomen,
doch meende dat aan den burgemeester de
bepaling van den dag der uitvoering was opge
dragen, Wat door den voorzitter ontkennend
wordt beantwoord, aangezien alleen zijn toe
stemming noodig is.
De heer Jeras verklaart dat hij het op prijs
zou stellen indien de gemeenteraad bljjk gaf van
adhesie.
Den heer Snijders spijt het dat deze zaak een
onderwerp van bespreking uitmaakt. Hij zoti
wenschen rekening te houden met de gevoelens
van andersdenkenden en meent dat de muziek
uitvoering althans niet op uren dat er godsdienst
oefening gehouden wordt behoort plaats te hebben,
te meer daar de Zondagswet zelfs de uitoefening
van nuttige bedrijven op dien dag verbiedt.
De heer W. A. van Hoek zegt_ dat het
gesprokene door den heer Snijders niet zonder
protest mag voorbijgaan. Mocht men hier de
Zondagswet in ernst willen toepassen, waar
tegen spreker volstrekt geen bezwaar zou hebben,
dan zou men de fraaie gevolgen daarvan te zien
krijgen; de heer Snijders weet even goed als ik
zegt spreker dat de uitvoering van die wet
slechts de noodzakelijkheid harer afschaffing zou
bewijzen. Wat nu betreft het zoogenaamd kwe. sen
der gevoelens van zoogezegde andersdenkenden,
meent spreker dat tegenover hunne ergerlijke
aanmatiging, de rechten der gevoelens van anderen
moeten gehandhaafd worden. De plaats waar de
muziekuitvoeringen gehouden worden ligt zoo ver
buiten 't rayon hunner kerken dat zij daarin
geen hinder van die muziek kunnen hebben, terwijl
zij overigens, als zij 't niet wenschen, op 't Molen
water zelf immers niet behoeven te komen.
De voorzitter is het eens met den heer Van
Hoek. Zij, die voor eene strenge viering van den
Zondag zijn, hebben Voor hunne denkbeelden recht
op verdediging en bescherming Van de zijde der
overheid. Niet gaarne zou hij dan ook vergunning
geven voor muziekuitvoeringen, die de godsdienst
oefeningen in de kerken verstoren en streng
wordt altijd verboden, als vreemde muziekgezel
schappen in de stad komen, dat er muziek
gemaakt wordt in de nabij beid van kerken of
gebouwen waar godsdienstoelening gehouden woidt.
Maar tegenover die rechten, staan ook de rechten
van hen die eene andere meening zijn toegedaan
en deze moeten eveneens geëerbiedigd en be
schermd worden. Dit geschiedt wanneer op het
Mol-nwater, eene plaats ver van alle kerken
verwijderd, publieke muziekuitvoeringen worden
gegeven, die geen den minsten hindet kunnen
veroorzaken aan hen, die de godsdienstoefeningen
in de kerken willen bijwonen. Het zal den heer
Snijders wel bekend zijn, dat in Den Haag, Rot
terdam, Ütrecht, ja nagenoeg alle steden van ons
vaderland, hetzelide plaats vindt.
Op hoofdstuk VIII, aid. 1, art. la wordt een
amendement van den heer Fokker ingediend,
strekkende om dien post met f 60 te verminderen,
welke som was uitgetrokken voor het verVeti
van lokalen in school G. Na discussie wordt dit
amendèment met 10 tegen 7 stemmen verworpen.
Voor stemden de heeren Tak, Snijders, Jeras,
Van Berlekom, Fokker en Van der Harst.
Art. 19, atd. 4, van datzelfde hoofdstuk! uit-
keering aan het rijk der bijdrage in de Onder
houdskosten van lokalen in de rij kskweeksccooi
voor onderwijzers, f300, stelt de heer Van oer
Harst voor als memoiiepost uit te trekken en
zegt tot toelichting dat, aangezien het gebouw