N°. 245.
122® Jaargang.
1879.1
Vrijdag
17 October.
BLAUWE HOZEN
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad ver ten tien: 20 Cent per regelJ
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publieité étrangère 6. L. Daubs en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 16 October.
De Willem Barents.
het huwelijk van
Helena IIaliivosska,
,g>
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
Vligslngen, 16 Oct. Naar wij uit goede
bron vernemen zal het ministerie van oorlog in
den bestaanden toestand der garnizoenen geen
verandering brengen, zoodat de vrees, dat het
garnizoen alhier met Mei a. weder verminderd
zou worden, gelukkig niet bevestigd zal worden.
Goes, 16 October. Naar wij vernemen zal
de heer P. K. P. J. van Sloten alhier, die door
zijn lidmaatmaatschap der vorige commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs van zijne
belangstelling in het onderwijs blijk gaf, de wel
willendheid hebben van voorloopig het onderricht
in de wiskunde aan de middelbare school voor
meisjes alhier op zich te nemen. Genoemde heer,
bevoegd volgens art. 89 tweede gedeelte der wet
op het M. O., zal hierdoor aan het onderwijs een
grooten dienst bewijzen nog steeds toch bleef de
vacature, ontstaan door het vertrek van dr.
Janssen, onvervuld en hoewel diens vakken (wis-
natuur- schei- en plantkunde) door de bereid
willigheid van eenige leeraren der H. B. S. en
eene leerares der middelbare meisjesschool werden
waargenomen, werd het moeielijk dien toestand
langer vol te houden.
De overdekte straat te Rotterdam is gisteren
middag door den burgemeester plechtig met eene
toespraak geopend.
Met het stoomschip van de Maatschappij Neder-
land, dat den 25™ dezer uit Amsterdam
vertrekt, zal, rechtstreeks uit Amsterdam, eene
brievenmaal worden verzonden naar Atjeh.
Voorts zal op Dinsdag, 4 November e. k., met
den trein van 7.15 's morgens, uit Amsterdam in
aansluiting op het vertrek van het bedoelde
stoomschip uit Napels, mede eene verzending
naar Atjeh geschieden.
Aan boord van de Willem Barents
Barentszee, 20 September 1879.
Hoog EdelGestr. Heer.
Over eenige dagen Zullen wij waarschijnlijk
Ha mmerfest of TromsÖ binnenvallenAanhoudend
zwaar stormweder heelt den kapitein doen beslui
ten, vroeger het werk te staken, dan eerst zijn
plan was.
Den 13den Juli, na een verblijf van drie dagen,
DPBTJIL.IL.BTOISr.
13
OF
DOOR
de schrijfster van Vera".
HOOFDSTUK XIII.
Het album van Helena.
,0, de H. Vader zou haar wel dispensatie
gevenmaar zij wil niet trouwenzij is ook
een artiste. Zij kent madame Sand en Père Her
man speelt orgel voor haar. Zij brengt nren in
de kerk door en gij moest haar de mazurka's van
Chopin hooren spelen. Chopin was haar meester.
Een van de groote mannen van de revolutie van
'48 was smoorlijk verliefd op haar. Ik ben zijn
naam vergeten, want het was lang voor mijn lijd.
Hij zei dat hij zich het leven wilde benemen;
maar zij bracht er hem van terug, In die dagen
was zij een ware socialist; en niettemin is zij
thans een echte aristocraat."
Lady Baldwin sloeg pijnlijk verlegen het
blad om,
werd Vardö verlaten en ging het ongeveer N.N.O.
op, om de ijsgrens te bepalen, en evenals vroeger
voort ie gaan met het nemen van serial tempera-
tuuxwaamemingen, diepzeeloedingen, enz. enz.
Begunstigd door schoone zeilgelegenheid liepen
wij reeds den 20sten op 76° 40, breedte en 40° 0. L.
het ijs aan. Het was dicht ineengeschoven stroom-
ijsdikke mist belette een ver gezicht en het
nemen van photographieën. In tegenstelling van
het ijs op 25° lengte, waar het kricelde van zee
honden en vogels, zag het er hier doodsch uit;
alleen zag men eenige sober uitziende procelarias.
Eenige uren werd langs den zoom van het ijs
gezeild en toen om de Zuid gekoerst tot in het
zicht van het eiland Kalgujew, waarna weder om
de Noord gehouden werd.
Tot nu toe, 27 Juli, was de reis in de Barents
zee bijzonder voorspoedig geweest. Wij hadden
weinig slecht weer, betrekkelijk weinig mist en
bijDa altijd bezeilde gelegenheid gehad. Dit
werd nu anders. Wel kregen wij geen slecht
weder, maar noordelijke winden en stilte, waar
door wij zóo lang opgehouden werden, dat
de kapitein besloot eerst Matotsehkin Seharr aan
te doen, alvorens het ijs op 50° OL, op te zoeken.
Den 8sten Augustus kwamen wij in de Straat
ten anker onder den Noordwal, tegenover de Tji-
ra kina-monding.
Bij het beloopen der Straat waren wij zoo ge
lukkig een helderen dag te treffen, zóo zelfs, dat
alle bergtoppen vrij van mist waren. Wij genoten
den prachtigen aanblik, dien de Seharr dan biedt.
Speelman, geholpen door Calmeijer, begon da
delijk zijne magnetische waarnemingen aan den
wal; Grant vond gelegenheid, als nu en dan de
mist gelieide op te trekken, photographieën te
nemen, terwijl Van Lith dregde en botaniseerde.
Uit een bergstroompje werd het waterruim met
het heerlijkste water aangevuld, het tuig werd
nagezien, ballast ingenomen, enz., enz.
Na een oponthoud van vijf dagen, gingen wij
onder zeil de straat in, hopende spoedig de Karazee
te bekruisen en naar Barents-IJshaven te kunnen
gaan.
Den volgenden morgen waren wij reeds de straat
uit, maar welk eene teleurstelling! De Karazee
was vol ijs en geen quaestie langs dezen weg
IJshaven te bereiken. Helaas! Wij moesten terug.
Wij hadden het nu recht in den wind en werkten
op, totdat wij om tij te stoppen ten anker kwamen
in Gubin-baai. De baai wordt in kaart gebracht
en door dit oponthoud waren wij zoo gelukkig,
op deze veilige ankerplaats een zwaren storm uit
het NW. af te rijden, die ons anders, wie weet
waar, in de straat overvallen had.
Grant vond ook hier gelegenheid tot photo-
grapheeren, anderen tot jagen, maar allen maken
fiksche wandelingen, eene lichaamsbeweging, die
„Ach! dat is Bernard Raginski. Welk een
romantisch leven heeft die man gehad. Hij is
met een nicht van ons getrouwd; Hedwig Ma-
linosska, hier is zij mooi niet waar? alleen is
haar neus te grootmen noemde haar de dochter
van Venus en van Polichinel. Zijn broeder is
hier ook heel knap en heel geleerd. Zijn nichtje
Alexandrina wérd op hem verliefd en zij zijn in
Pruisen getrouwd: hij is eerst protestant geworden
om het te mogen doen."
„Maar kind, hoe verschrikkelijk!" riep lady
Baldwin uit.
„Odaar vinden de protestanten niets in en
toch zijn zij en de Griekschen nog onrechtvaardig
tegen onszij zeggen dat wij door geld voor alles
verlof kunnen krijgen. Helaas de Polen vragen
gewoonlijk slechts verlof om te stervenDe
schoone Polin, die dit zei, zag er op dit oogenblik
zóo weinig naar sterven uit dat haar man, die
juist binnenkwam en haar dit hoorde zeggen, in
lachen uitbarstte.
Helena plaagde hem een weinig en vroeg toen
of hij ook haar album wilde zien.
„Daar!" riep zij en wees op het portret van
een zeer jong meisje, dat in de sneeuw stond met
haar hand op een grooten hond.
„Daardat is Maria Maladetska, de dochter
van den rijksten man in Podolië, en dat is haar
man,graaf Ronks, een leelijk, gebocheld, ziekelijk
mannetje, maar zoo is hij niet altijd geweest.
Hij was heel knap en daarom werd hij verbannen,
wij in lang niet meer zouden kunnen nemen*
Door de jagers werd onder anderen ook een
grooten vos geschoten, welke bij de komst aan
boord bleek een Samojeedén hond te zijn. Het
bestaan van deze dieren op Nova Zembla was,
geloof ik, tot nog toe onbekend.
's Avonds van den 18en Augustus zagen wij een
scheepje uit de Karazee de straat inzeilen. Het
was de Isbjornen die, zoodra zij ons verkend had,
bij ons ten anker kwam. Aan boord bevonden
zich sir Henry Gore Booth, die het scheepje
gebuurd had om daarmede in de ijszee te jagen,
en kapitein A. H. Markham der Britsche marine.
De ontmoeting was recht hartelijk en wederkeerig
werden de voorvallen der reis, enz. verhaald. Zij
waren, uit Matotsehkin Seharr, de Karazee
een eind om de Zuid ingegaan, in het landwater
blijvende. De zee vol ijs vindende, haar zelfs
vol zwaar ijs ziende van den top van een berg,
was verder doordringen opgegeven en terugge
keerd. Alvorens de Matotsehkin Seharr door te
gaan, had de Isbjornen bij kaap Nassau ook alles
vol ijs gezien, zoodat onze vooruitzichten niet
vroolijk waren.
Den volgenden morgen begonnen wij gezamenlijk
tegen den westenwind op te werken, met plan
om bij eventneele ontmoeting bij kaap Nassau,
gezamenlijk te trachten IJshaven te bereiken.
Intusschen had sir Henry Gore Booth ons meer
dan ruim voorzien van heerlijk rendiervleesch,
zóo, dat bijna drie weken lang de geheele be
manning er zich dagelijks aan te goed deed. Wij
kunnen niet dankbaar genoeg zijn voor deze
groote beleefdheid, en wij waren recht bigde, toen
het den kapitein vergund werd, hun gebroken
servies uit onzen voorraad hardglaste completeeren.
Terwijl op de Isbjornen alles gebroken was,
mochten wij ons verheugen in het bezit van een
vol servies. Hoe zeer aan boord hardglas te
verkiezen is, behoeit verder geen betoog.
21 Aug. lagen wij op onze vroegere anker
plaats tegenover Tjirakina en werd het waterruim
aangevuld. Alvorens de Barentszee in te gaan
werd bericht geplaatst op Zwarte-eiland. Het
bericht van het voorgaande jaar werd gevonden,
alsmede het mandje aarden pijpen, dat toen voor
den gelukkigen vinder was achtergelaten. Bij aan
boord komst vond dit mandje een hartelijk
onthaaldit jaar toch waren wij in vergelijking
van 1878 niet zoo ruim van die soort pijpen
voorzien. In Altglaubige baai werd tij gestopt,
zoodat wij eerst 22 Aug. de straat uit waren en
koers gezet werd naar kaap Nassau.
Den 25sten Aug., den verjaardag van prins
Alexander, werd het scheepje, evenals op Konin
ginnedag geschied was, met vlaggen getooid en
werd er, voor zooverre onze middelen dit toe
stonden, feest gevierd.
doch voor zijn vertrek naar Siberië kreeg hg
verlof om afscheid van zijne vrienden te nemen.
Hij ging naar het kasteel der Maladetska's en
zei iedereen vaarwel, kuste de dames de hand en
zei „bid voor den balling," en toen hij Maria, die
pas zeventien jaar was, en dus het laatst aan de
beurt kwam, naderde, vatte hij ook haar hand,
maar zij stond op en zei„Ik zal met u trouwen
en n volgen naar Siberië!" "Verbeeld n den schrik
harer familie. Hij viel haar te voet om haar te
danken en daar er een priester in huis was
werden zij op staanden yoet getrouwd, en zij
kreeg de bijzondere vergunning om met hem in
hetzelfde rijtuig te reizen.
„Zij zijn niet vele jaren in Siberië geweest,
maar zijn gezondheid is verwoest en nu past zij
hem op als een engel."
„Wie is dat?" vroeg Sara en wees op een portret.
„O zulk een vreemde vrouw! Een ontroostbare
weduwe, die voor zich een kamer heeft laten inrichten
in den grafkelder waar haar man begraven is en
daar beeft zij gewoond totdat zij stijf was van de
rhumatiek."
„Héwelk een dwaze vereering 1" zei Frank.
„Ja en bij zijn leven waren zij volstrekt niet
gelukkig. Hij wilde iedereen vergiftigen, men
zegt haar ook, en eindelijk nam hg het bg ver
gissing zelf iu. Maar uitgenomen het vergif was
het toch een man die allerlei gebreken had."
Frank floot eens en begon toen te lachen
maar lady Baldwin keek zeer ernstig, zij was aan
27 Aug. bevonden wij on3 benoorden kaap
Petermann en vonden daar licht verspreid stro om-
ijs, waar een tgd lang doorheen gestuurd werd,
tot dalende barometer en dreigende lucht ons
noopten om de Z.W. te houden, waardoor wij
spoedig uit het ijs waren en het slechte weder
in open water waarnamen.
Met kleine tnsschenpoozen hielden wg dit weder,
en zijn gelukkig genoeg geweest zoo'n tusschen-
poos te kunnen benuttigen tot het plaatsen van
den gedenksteen op kaap Nassau.
De kaap bleek te zijn het noordelijkste punt
der Barents-eilanden. Speelman, die den steen
geplaatst heeft, bepaalde het punt door rond-
peiling en maakte een schetskaartje van de om
geving, terwgl Grant den steen photographeerde.
Spoedig nadat de sloep aan boord terug was,
begon het opnieuw te stormen en nu vrg wel
aanhoudend tot den 2den Sept.
In dit slechte weder was de wind alleen ver-
anderlgk, de sneeuw, wind en hooge zee bleven
constant.
Wg waren op 61° 46' lengte en 76° 34' N. Br.
en hadden in de laatste dagen het ijs, zoowel be
noorden als beoosten ons, gezien. De gstoesfand
maakte het niet raadzaam verder te trachten
naar IJshaven door te dringen. Nadat eerst een
eind om de west gewerkt is, wordt om de noord
gekoerst om opnieuw op het ijs aan te loop^n.
Door het slechte weder hadden wij geen gelegen
heid bericht op Paneratjem achter te laten.
Des avonds van den 5en zagen wij verspreid
stroomijs in het westen van ons en verder ijsblink,
terwijl noord en oostwaarts geen spoor van ijs te
zien was. Dit was op 781/,0 breedte en 541/,0 lengte.
Met mooi weer en een flauwe koelte werd nu
om de noord gestuurd. De temperatuur van de
oppervlakte is onder 0°, waarom wij verwachten
spoedig op eene gs-barrière te zullen stuiten.
Maar niet3 daarvan is te zienalleen bevindt
zich bewesten ons los stroomgs, dat wel zwaarder
maar niet dichter wordt, naar mate wij noorde
lijker komen,, terwijl overigens de zee geheel vrij
van ijs is, op eenige ijsbergen na. Langzamer
hand neemt het aantal gsbergen toe, eindelijk
passeeren wij ze in menigte.
Des avonds van den 7en werd land gezien, Frans
Josefland. Wij zijn dus de eersten die dit land
bereiken, na de Tegethof, maar geheel vrij in
open water met een klein zeilschip, terwijl de
Tegethof, door ijs ingesloten, tegen wil en dank
daarheen gedreven was.
Ik behoef niet te zeggen hoe blijde allen waren
met dit succes. Het land werd langzaam gena
derd tot wij Mac Clintock verkenden en het ijs
dat het omsloot tot mijl genaderd waren. Wij
waren toen ongeveer 4 mijl van den naasten wal.
De lucht, die tot nu toe zoo mooi gestaan had,
deze manier van spreken niet gewoon, ofschoon
het haar wellicht: duidelijk werd dat zij in sir
Vicary ook een man had in wien zg gebreken
genoeg zou kunnen ontdekken, als zij er zich op
toelegde.
„Onu komen wij aan de politieke personen,"
begon Helena weer, toen zij het laatste blad
opsloeg. „Mama vindt het niet zoo heel goed dat
ik die heb, maar Ladislas Ossolinski heeft ze mg
gegeven, met het zgne, en in Engeland doet het
er natuurlgk niet toe. Daar is Konarski, die op
het schavot stierf; de jonge Emilie Soplitza (van
die familie sterft niemand in zijn bed) en Ladislas
zegt, ofschoon het dertig jaren geleden is sedert
zij stierf, dat zoodra Polen dat huis noodig heeft,
het geen zgner kinderen sparen zal. Dat is de man
van haar nicht, graaf Roman Wavegetsky, een
vriend van Henry, en hoor eens wat die gedaan
heeft. Hij is de grootste grondbezitter in de
gubernija van Wilna en zóo verliefd op zgn vrouw,
Gita Plater, dat zij samen in een jacht een reis
rondom de wereld ondernomen hebben en drie
jaren wegbleven. Hg noemt bet jacht hief de-
Yacht. Het is zulk een lief klein ding."
„Wat, het jacht?"
„Ach neen Franz, zgn vrouw natuurlijk zoo
teer en fijn!"
„Dat kan men van deze dame niet zeggen.
Wie is dat, Helena. Een koorddanseres? Daar
ziet zg net naar uit,"
Wordt vervolgd).