N». 241
122® Jaargang
n
13 October.
GEMEENTE-BELASTINGEN.
Oprichting Tan eene
slachtplaats.
Dit blad verschijnt dagelijks,1
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Oent per regel.1
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daubb en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jonbs.
GEMEENTE-BELASTINGEN.
Middelburg II October.
Ter Neuzen, 10 Oct. Nadat bereids vöor
een paar weken de slager Levi alhier het ruud-
vleesch 10 cent per kilogram had afgeslagen,
hebben thans ook de slagers Roose en Hartog
den prijs met dit bedrag verminderd.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kunstnieuws.
Landbouw.
Suppletoir Kohier no. 1 voor de plaatse
lijke directe belasting op de honden
over 1879.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat het suppletoir kohier no. 1, voor de plaat
selijke directe belasting op de honden, voor
het jaar 1879, waarvan de heffing is goedgekeurd
bij koninklijk besluit van den 8 Maart 1873,
n° 17 ingevolge art. 264 der gemeentewet,
voorloopig door hen is vastgesteld en gedurende
veertien dagen, aanvangende Zaterdag den Hen
October a., voor een ieder op de gemeente-secretarie
ter lezing zal zijn nedergelegd;
dat ieder, die meent daartoe reden te hebben,
gedurende boven vermelden tijd, volgens art. 265
der gemeentewet, tegen zijn aanslag bezwaren bij
den gemeenteraad kan inbrengen.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
bet behoort.
Middelburg, den 10 October 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Suppletoir Kohier no. 1 voor de plaatse
lijke directe belasting op de inkom
sten over 1879.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat het suppletoir kohier no. 1 voor de plaat
selijke directe belasting op de inkomsten, over
het jaar 1879, waarvan de heffing is goedgekeurd
bij kon. besluiten van 23 December 1871, no. 31,
van 10 December 1875, no. 28 en van 7 December
1876, no. 16, ingevolge art. 264 der gemeentewet,
voorloopig door hen is vastgesteld en gedurende
veertien dagen, aanvangende Zaterdag 11 October
a., voor een ieder op de gemeen te-secretaiie zal
zijn ter lezing nédërgelegd en aldaar in druk ver
krijgbaar gesteld, tegen betaling van 10 cent per
exemplaar
Hiervan is op beden afkondiging geschied waar
bet behoort.
Middelburg, den 10 October 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris.
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethonders van Middelburg,
maken bekend:
dat bij hun besluit van heden aan B. L. Frank
en zijne rechtverkrijgenden vergunning is verleend,
om perceel T no. 7,aan den Yeerschen Singel alhier,
in te richten tot slachtplaats.
Middelburg, den 10 October 1879.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De Secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Over het wetsvoorstel van den heer Van
Kerkwijk, betreffende de benoeming van burge
meesters, is bijna van alle kanten even veel te
zeggen. Wij bekennen dan ook gaarne dat op
't oogenbük, na de enkele lezing van zijn voorstel
en toelichting, ons gevoelen nog niet geheel ge
vestigd is. Het is onder dit voorbehoud, dat
wij hier eene beschouwing laten volgen, welke
ons door een bewoner van het platteland onzer
provincie ter plaatsing aangeboden wordt
„Met verbazing is door mij en voorzeker door
velen, die van nabij bekend zijn met de toestanden
ten platten lande, kennis genomen van het wets
voorstel des heeren Van Kerkwijk, den 6 dezer
aan de 2e kamer der staten-generaal ingediend,
om art. 59 der gemeentewet in dien zin te wij
zigen, dat de burgemeesters voortaan worden
benoemd op eene aanbeveling, door den gemeen
teraad ingediend, en om te doen vervallen de
bepaling waarbij die ambtenaren voor 6 jaren
worden benoemd.
„Wil de heer V. K. toch familie-regeering en
bet kweeken van dorpstirannetjes in de hand
werken, dan verdient de voorgestelde wijziging
alleszins aanbeveling. Daarentegen zijn tallooze
gevallen aan te wijzen, waarin door het benoemen
tot burgemeester van een geheel vreemd persoon,
onafhankelijk van eenige kliek in de gemeente,
begaafd met ruimeren blik dan meestal de ge
meenteraden ten platten lande kenmerkt, aan
vele misbruiken een einde is gemaakt, aan vele
twisten tusschen twee partijen om het gezag in
de gemeente te voeren, de kop werd ingedrukt.
„De bewering van den voorsteller, dat het belang
van het algemeen wel eens ter zijde gesteld wordt
om het belang van een bijzonder persoon te be
hartigen, zal nooit meer kans hebben om be
waarheid te worden dan wanneer de gemeenteraden
onder den invloed van dezen of genen dorpskoning
dezen als 't ware zelf tot burgemeester verkiezen.
Door de tegenwoordige wijze van benoeming is
juist tegen zoo iets een bolwerk opgeworpen.
„De benoeming voor den tijd van 6 jaren is
eveneens een middel in de band der regeering om
de titularissen eenigszins binnen de perken te
houden.
„Worden zij voor onbepaalden tijd benoemd, de
gevolgen zullen niet te overzien zijn, want af
zetten doet de regeering een burgemeester zoo
spoedig nieteenvoudig na 6 jaar niet herbenoe
men was veeltijds een zacht middel om de slechten
of minder bekwamen te verwijderen, zonder ze
daarbij openbaar te schandvlekken, wat wel ge
beuren moet als de ambtenaar, die voor onbe
paalden tijd benoemd is, ontslagen wordt.
„Wil men terugkeereh tot den tijd der familie-
regeeringen en der dorpstirannen, wij herhalen het,
dan moet het voorstel-Van Kerkwijk aangenomen
worden.
„Het is evenwel te hopen en te verwachten, dat
onze vertegenwoordiging den toestand vooral der
kleine gemeenten genoeg zal kennen, om het wets-
ontwerp van den Zierikzeeschen afgevaardigde,
als strijdig met het algemeen belaug en de vrijheid
der ingezetenen, te verwerpen."
De kamer van koophandel en fabrieken alhier
zal op Maandag den 13 dezer, des namiddags te
3 uren precies, een openbare vergadering houden.
Uit Atjeh zullen drie bataljons terugkeeren»
naar men zegt. De Atjehsche berichten melden
tegenwoordig bijna enkel onderwerpingen van
inlandsche hoofden.
De St. Ctbevat een besluit tot onteigening
van eigendommen ten behoeve der uitvoering van
de indijking en droogmaking van het zuidelijk
gedeelte der Legmeerplassen onder de gemeenten
Aalsmeer en Uithoorn, groot ongeveer 900 hec
taren, overeenkomstig de bepalingen der concessie,
bij besluit van 27 Augustus 1878, no. 6 verleend.
De voorzitter der algemeene rekenkamer, wijlen
jhr. O. W. Hora Siccama, wiens overlijden wij
gisteren mededeelden, kan met recht gezegd wor
den „in 't harnas" gestorven te zijn. Sinds meer
dan 50 jaren in 's lands dienst, altijd ijverig zijne
betrekkingen vervullende, woonde hij op den dag
vóór zijn overlijden nog de wekelijksche zitting
der rekenkamer bij, welke op zijn uitdrukkelijk
verlangen aan zijn ziekbed gehouden werd, dewijl
anders een der leden, die zich op reis bevond,
genoodzaakt zou zijn geweest om terug te keeren.
Geen minder zwaar verlies wordt door de
rekenkamer geleden door den dood van haar
medelid jhr, mr. H. P. van Karnebeek, mede door
ons reeds gemeld. Van hem zegt het Vaderland
Bijna zijn geheele leven wijdde hij aan den dienst
van zijn vaderland. Na met veel succes zijn stu
diën te hebben volbracht, trad hij terstond als
commies-rechtsgeleerde bij het departement van
oorlog op. Spoedig werd hij tot den rang van
referendaris verheven. Dat die bevordering wel
verdiend was, moge o. a. big ken uit het feit dat
onze wet van 1866, regelende de inkwartiering,
groot en deels de vrucht was van zijn arbeid.
Den 3en Maart 1870 werd bij tot lid der alge
meene rekenkamer benoemd en met hoeveel ijver
en zaakkennis hij in die betrekking is werkzaam
geweest, kunnen zijn medeleden getuigen. Zijn
gemis zal zeer zeker lang warden gevoeldhij
was in den volsten zin des woords een uitstekend
landsdienaar.
Maar hij was meer: als menseh geacht en be
mind om zijn goedaardig en humaan karakter,
als burger een steun voor menige instelling van
algemeen nut, wij noemen slechts de Maat
schappij tot bevordering van Toonkunstwaarvan
hij medebestuurder was, als man der wetenschap
een steunpilaar van wat de reputatie van ons
land in geleerde kringen kon verhoogen. O. a.
mocht de expeditie naar Nova Zembla zich in zijn
krachtige medewerking verheugen.
De firma Albracht en (X te Amsterdam zendt
ons vier exemplaren van hare agenda, in zak-,
bureau-, kantoor- en folioformaat. Ze bevatten»
behalve een kalender, lijsten van munten, maten
en gewichten, van kermissen en andere almanak-
opgaven, ook een zeer uitvoerige telegraaf- en
postgids, bovendien voor alle dagen van het jaar
gelegenheid tot het houden van aanteekeningen,
en eindelijk een effecten- en couponlijst. Net,
handig en duidelijk, met vloeipapier doorschotenen
van zeer matigen prijs, zullen deze agenda's
ongetwijfeld op vele kantoren en schrijftafels eene
plaats bekomen.
Men schrijft ons uit Den Haag:
Het feit is gepleegd. Volgens het opgemaakt
proces-verbaal werden Dinsdag 1404 geldige stem
men uitgebracht, waarvan de liberale caudidaat
slechts 598 verkreeg en dus een 200tal stemmen
in de minderheid bleef.
De uitslag was alweder te voorzien. Op veel
meer dan een 600tal stemmen valt voor de
zuiver vrijzinnige partij in het Haagje niet te
rekenen, 's Is treurig, maar waar.
Alzoo heeft de aanbeveling op het predikanten-
beurten-brietje van 21 September, de volte-face
van het Dagblad, dat eerst schrijit, „met die can-
didatuur kunnen wij niet medegaan, omdat zij als
een kerkelijke in de wereld kwam" en veertien
dagen later, nadat het blad nog eens goed naar
de godsdienstige richting van den candidaat
geïnformeerd had: „nu kunnen wij zijn candida-
tuur te meer con-amore tot de onze maken en
haar te warmer aanbevelen", en eindelijk de hier
veel vermogende invloed van het Recht voor allen
(die denken, of liever gelooven zoo als wij) het
tres laciunt collegium bevestigd en den anti-revo
lutionairen candidaat in den gemeenteraad ge
bracht.
Of de strengheid van de orthodoxie van het
nieuwe lid op de stellende, vergelijkende of over
treffende trap staat, weten wij niet. Het Dagblad
is er goed van op de hoogte, maar zeker hebben
wij te doen met een geestverwant van den minister
Van Lijnden, met een „Christen-staatsman".
En wanneer nu de Standaard in het nommer
van Woensdag mededeelt, dat de heer Van Lijnden
tien jaren geleden een Christen-staatsman beschreef
als iemand: „die Gods woord op den voorgrond
stelt als de bij hem bij alles (let wel) tot maat
staf strekkende autoriteit, die, acht gevende op
de teekenen des tijds, de sociale en politieke
quaesties van den dag in de eerste plaats aan
die autoriteit toetst, en die óok in 'slands raad
zaal strijd durft te voeren en voert tegen alles
wat zich tegen die autoriteit keert", wat hebben
die Hagenaars dan nu toch een goede keuze ge
daan Wat kunnen die overwegingen uitstekend
van invloed zijn bij rioolquaesties, het uitbaggeren
van grachten, inrichting van nieuwe lichtfabrieken,
aanbouw van nieuwe wijken en tal van andere
zaken van stoffelijken aard, waarmede een ge
meenteraad iu den regel zich toch alleen heeft te
bemoeien.
Bij de vrije stemming had een grappige kiezer
op zijn stembiljet ingevuld„gevaar voor Sions
haven", wellicht had die ui nu dienst kunnen
doen.
Wat waarschijnlijk ook wel als „boeman" zal
dienst gedaan hebben om den heer De Groot uit
den raad te houden, het zijn de in het Dagblad
cursief gedrukte woorden: „De hoofdelijke om
slag is hier niet drukkend, maar als wij nog meer
radicalen in den raad krijgen, dan zullen wij
spoedig even zwaar moeten bloeden voor de
gemeenteheffingen als men nu moet doen te Am
sterdam en te Rotterdam, waar de radicalen de
groote meerderheid hebben in den raad." Er
nog bijvoegende„de heer De Groot kan niet»
mag niet zijn de candidaat van een kiezer, die de
vrijheid voor allen lief heeft en gevaarlijke proef
nemingen op het gebied der hygiëne of van ons
belastingstelsel niet in de hand wil werken."
Dat is den spijker op zijn kop slaandat treft
de gevoelige snaar, dat raakt de dubbeltjes.
Maar een vraagkan men ooit genoeg doen
ia het belang der gezondheid van lichaam en
geest beiden?
Omtrent het laatste punt raken wij het nooit
met onze tegenstanders eens, maar omtrent het
eerste zal wel niemand beweren dat men daar
maatregelen zou kunnen nemen, die niet iedere
godsdienstige richting, welke ook, ten goede
zouden komen.
burgemeesters. Goedgekeurd de benoeming
van A. P. ter Meulen, burgemeester van Wedde,
tot secretaris dier gemeente.
universiteiten. Benoemd tot hoogleeraar iu
de faculteit der rechtsgeleerdheid aau de rijks
universiteit te Leiden, om onderwijs te geven in
de wijsbegeerte van het recht en in de encyclo
paedia der rechtswetenschap, mr. W. van der
Vlugt.
ridderorden. Benoemd tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw A. Hoek, heel- en
verloskundige te 's Gravenhage.
Vergunning verleend aan den schout bij nacht
jhr. J. H. van Capellen, adjudant-generaal en
tweeden chef van het militair buis des konings,
tot het aannemen en dragen der versierselen van
grootkruis der orde van het Zwaard, hem door
den koning van Zweden en Noorwegen geschonken.
minist erieele departementen. Op verzoek,
eervol ontslag verleend aan den hoofdcommies bij
het departement van financien J. Boumeester, be
houdens aanspraak op pensioen.
rijks munt Op verzoek, eervol ontslag ver
leend uit zijne betrekking van hulpstempelsnijder
bij 's rijks munt te Utrecht, aan A. Begeer.
leger. Voor den tijd van vijf jaren gedeta
cheerd bij het wapen der infanterie van het leger
in N. I. de 1ste luitenant J. H. A. L. von Frytag
Drabbe, van het 5de reg.
Maandag werden te Utrecht geëxamineerd voo
de akte in het Franseh 6 candidaten, waarvan
slechts een, de heer G. J. den Hollander, van
Middelburg, werd toegelaten.
De rederijkerskamer Ons Genoegen alhier heeft
tegen het naderende winter-seizoen weder een twee
tal stukken, een tooneel- en een blijspel, in studie
genomen en is voornemens den 29en dezer hare
eerste bijeenkomst te houden.
Dit bericht zal ongetwijfeld door hen, die de
werkzaamheden dezer kamer belangstellend vol
gen, met genoegen vernomen worden.
Van wege de Maatschappij van landbouw, te
Breda, zullen gedurende den winter van 1879 op
1880 in verschillende gemeenten van het westelijk
deel der provincie Noord-Brabant door de heeren
Van de Voorde, De Beucker, Costen, Selwuren,
Marlet en Vorsterman van Ogen, openbare voor
drachten worden gehouden over algemeene land
bouwbelangen, veeartsenij, zuivelbereiding enz.
Gisteren avond omstreeks half elf geraakten,
denkelijk door de duisternis misleid, twee personen,
bij het zich aan boord begeven van een in de
Kaai alhier liggend kolensehip, te water.
Op het angstgeschrei der vrouw, schoten dade
lijk eenige lieden te hulp en mocht het gelukken,
hoewel vooral door de duisternis niet zonder
moeite, hen behouden aan boord te brengen.
Vlissingen. 11 Oot. Het Belgische stoom;