N°. 234
122® Jaargang.
1879:
Zaterdag
4 October.
BLAUWE E02EU
Dit blad verschijnt dagelijks,"
met uitzondering van Zon- en Feestdagen."
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentien: 20 Oent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg 3 October,
FEUILLETON".
het huwelijk van
helena malinosska,
Genoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Delphine.
M1DDELRURGSCHE COURANT.
Gedurende de week van 25 Sept. tot en met
1 Oct. zijn te Vlissingen aangekomen met de
stoomschepen van de maatschappij Zeeland 558
en vertrokken vandaar naar Engeland 824
passagiers.
De heer Keuchenius is Woensdag uit Batavia
in Den Haag aangekomen.
De afdeelingen der tweede kamer houden zich
bezig met het onderzoek van een vijftal wets
ontwerpen van minder omvang, en voorts van
die houdende nadere bepalingen omtrent den
accijns op de suiker, en tot wijziging en aan.
vulling der wetten omtrent de heffing en verze
kering van de invoerrechten en accijnsen.
Gisteren is met het onderzoek van de staatsbe-
grootiog voor 1880 een begin gemaakt. Tot rap
porteurs voor de algemeene beschouwingen en
voor hoofdstuk I, II, VII A en de middelenwet
zijn gekozen de heeren Mirandolle, Goeman
Borgesins, Borret, Van Tienhoven en Idzerda.
Op de bij de spoorwegbegrooting overgelegde
staten van verleende of nog in behandeling zijnde
concessie-aanvragen, komen ditmaal o. a. de vol
gende voor
Verleend: aan de Société anonyme des
chemins de f er d1 Anvers d Rotterdam, voor den
spoorweg van Woensdrecht naar de Belgische
grenzen. Gevolmachtigden zijn benoemd door de
Belgische en de Nederlandsche regeering voor het
regelen der aansluiting op de grens.
In onderzoek: de aanvraag van H. C. E.
van IJsselsteyn, te Ter Neuzen en D. W. Coninck
Westenberg, te Sas van Gent, (locaal-spoorweg
van de haven van Breskens over Schoondijke,
Oostburg, Aardenburg en Eede in de richting van
Maldeghem naar de Belgische grenzen);
die van J. F. van de Griendt, te 's Bosch en
A. Timmerhaus, te Roermond, (van Boxtel naar
de Belgische grenzen in de richting van Antwerpen);
die van J. Daverveldt, te Wouw, (stoomtram
weg Bergen op ZoomTholensche veer).
Ook te Deventer, te Woerden en te Delft is
het rundvleesch nu door eenige slagers met 10
cent per pond afgeslagen.
Te Alkmaar hebben eenige ingezetenen hun
geduld verloren en besloten zelf eene slagerij te
openen en het vleesch tot lager prijs te leveren.
Als men nu te Alkmaar volhoudt, ook nadat
de slachters hun prijs verminderd zullen hebben,
of
dook
de schrijfster van Vercf\
HOOFDSTUK VI.
Frederik Baldwin.
Dit zeggende sprong hij van de canapé, waarop
hij half gelegen had op, keek in den spiegel en
streek over zijn baard u la Van Dijk, die hem
het uiterlijk gaf van een primo tenore.
„Och komriep Frank gemelijk uit, daar zijn
stemming er niet op verbeterd was door de
praatjes van zijn neet „het doet er niet toe waar
het door komt, als men toch geen cent bezit."
Frederik begaf zich op weg om den heer
Emanuel Silberring, woekeraar, geldschieter, wis
selaar, costumier enz. te zoeken in een nauw
straatje in de nabijheid van het Stern-Theater.
Onder het loopen neuriede hij een melodie van
Schumann, niet uit gebrek aan stof voor zijne
en als het beheer der gemeenschappelijke slach
terp in andere opzichten goed is en blijft, dan
is daar ter stede het slachters-monopolie gebroken.
Men deelt ons mede, dat de voorloopige com.
missie voor het spoorweg-jubileum zich tot de
verschillende spoorwegmaatschappijen in Neder
land heeft gewend met de vraag: of op haren
financieelen steun mag gerekend worden. Den
8en October a. zal te Utrecht eene vergadering
plaats hebben, tot bijwoning waarvan alle spoor
wegambtenaren zullen worden uitgenoodigd. Het
feest zal Zaterdag den 25en October e. k. gevierd
worden. Ofschoon dit niet de juiste dag is
waarop de Rocket van Stephenson den prijs be
haalde, heeft de commissie gemeend dien dag te
moeten vaststellen, met het oog op de nieuwe
dienstregeling van 15 October. Eene nieuwe
dienstregeling toch vordert de eerste dagen steeds
in hooge mate aller aandacht. Verder heeft zij
Zaterdag voorgesteld, omdat men meende dat
zulks voor de ambtenaren op de lijnen, zooals die
van de inspecties, werkplaatsen enz. wenschelijker
was, daar deze, wanneer zij het feest bijwonen,
bijna niets van hun dienst behoeven te verzuimen.
Ziehier den inhoud van de October-aflevering
van de Indische Gids: „De Minahassa-quaestie.
Open brief aan den heer H. A. Swaving, oud-resi
dent van Menado," door C. Bosscher. „Verhuur
van gronden voor de suikercultuur," door G. F.
C. Rose. „De beschrijvingen van de rechten en
plichten der Indische ingezetenen," door P. H.
van der Kemp. „De zilver-quaestie," door L. van
Woudriehem van Vliet. „Cijfers en feiten uit het
eerste gedeelte van het koloniaal verslag voor
1879." „Schetsen uit het volksleven in Nederl.
O. I.," door R. van Eek. II. Het huwelijk, 3e ge
deelte.
Mejuffrouw Mina Kruseman heeft in het Soer.
Ebl, antwoord gegeven op de vraag: „Mina
Kruseman, waar zijt gij, waar blijft gij, en wat
doet gij
De brief luidt als volgt
„Ik ben tegen hongerlijden, mjjnheer De Cock
Daarom heb ik het land verlaten, dat geen
hart heeft voor zijn dichters en geen brood heeft
voor zijn kunstenaren.
Ik kon wel eenige jaren van mijn leven, de
beste zelfs, verspillen aan mijn vaderland, maar
ik had te veel gezond verstand om te dingen
naar een martelaarskroon, die slechts het hoofd
van lijken siert!
Ware ik millionair geweest, ik zou den strijd
hebben volgehouden, ten einde toe, en misschien
zou ik ten laatste gezegepraald hebben over
gedachten, maar veel meer om zijn stemming op
mnzikale wijze te uiten. Door een geruïneerden
officier in kennis te brengen met een bereidwilligen
geldschieter, keerde hij de rollen om en maakte
den meerdere tot den mindereop die wijze
was de geldverlegenheid van zijn neef Frank
Baldwin hem volstrekt niet onaangenaam.
De zaak was spoedig afgehandeld en den vol
genden dag verheugde Frederik zijn neef met
de blijde tijding dat hij het geld kon krijgen.
„De kerel vraagt 86 percent; maar bij wil een
wissel voor'600 gulden nemen op drie maanden,
half in geld, half in zilverwerken, als gij dat
liever hebt. Dat is nog al gemakkelijk, niet
waar."
„Ja zeker en ik ben u zeer dankbaar. Als gij
m^ niet te hulp waart gekomen zou kolonel X
morgen de geschiedenis geweten hebben en dan
was ik overmorgen niet meer bij mijn regiment
en op weg naar Dampshire. Ik zou wel juist in
tijds komen voor het huwelijk van Humphry;
maar toch met een gezicht als een boer die kies
pijn heeft."
„Dat geloof ik ook Met wie trouwt hij
„Met een buurmeisje een miss Treberne.
Haar vader is blind, maar het is toch een heel
goede man."
„Best. Ik wensch hem geluk en tien kinderen."
„Om u van de erfenis uit te sluiten, hé?"
„Daar is toch niets aan te'doen. Ik zal geld
genoeg hebben als mijn ouwe niet alles qan de
kerken bemaakt en mij met een bagatel afscheept.
schijndeugd, valsche schaamte, pronk-eermaar
nu zonder millioenen en zonder eenigen steun
zeg, zon het geen dwaasheid geweest zijn nog
langer geheel alleen zóo voort te kampen tegen
het lage? Het lage, dat gesteund-wordt door
de slechten uit eigenbelang, door de middelmatigen
uit onverschilligheid en door de goeden uit on
wetendheid
Ik heb voor mijn vaderland gedaan wat ik kon.
Zeven jaren lang heb ik gewerkt, om het te
wekken uit den doodslaap waarin het gevallen
was éen oogenblik is het me gelukt het even
op te schrikken, verbaasd heeft het een blik op
zichzelf geworpen, verbaasd ook op mij. Toen
heeft het geglimlacht en gezuchten de
grijsaard sliep weer in, te ontzenuwd om te ge
voelen, te versuft om te denken, te versleten om
te handelen.
Dat het slapeDuitschland zal er zijn voordeel
mee doen.
Wat mij betreft, ik ben een beetje als de Ier,
die niets voor zijne nakomelingen wilde doen,
omdat hij beweerde dat zijn nakomelingen nog
nooit iets voor hem hadden gedaan. Zóóver ga
ik nog niet, maar ik vind toch, dat Nederland
geen recht heeft iets meer van mij te verlangen,
daar het voor mij nog nooit iets gedaan heeft
en ik ook niets van Nederland verlang.
Ik heb mij hier in Indië gevestigd om mij aan
het onderwijs te wijdenik werk dus voor mijn
brood en leef hier als vrouw, alleen, vrij en on
afhankelijk, zonder iemand te benadeelen of tot
last te zijn. Wat wilt ge meer? Zijn er veel
mannen, die hooger staan in hun betrekkingen
Zij werken allen voor hun eigen onderhoud en
dienen hun vaderland, hun meester, of iemand
anders, a raison van zooveel
Buitendien, al' is mijn werkkring minder schit
terend, toch is hij niittig én aangenaam, en ge
voel ik mij sedert mijn vertrek uit Nederland in
het geheel niet gedaald. Integendeel, ik geloof,
dat mijn voorbeéld hiér meer navolging zal vinden
dan bij ons, en dat hier binnen eenige jaren meer
vrouwen werkend op zullen treden, en meer vrou
wen „nuttig zijn" als een eer zullen beschouwen
dan in ons vaderlandje nog in lang het geval zal
zijn. Lét maar eens op uw schooljuffrouwen,
die tegenwoordig in Nederland, zonder eenige
inspanning van haar zijde, fabriekmatig worden
klaar gemaakt en afgeleverd voor de betrekking
van onderwijzeres, die eervol is en goed betaald
wordt.
De meesten van die dametjes schamen zich
over haren werkkring en gevoelen zich als „ver
schoppelingen" omdat zij voor zichzelf moeten
zorgenJa, moe.ten zorgen, want moest het
niet, dan deden zij het niet, daar zij trouwen of
Iogeeren veel „deftiger" vinden
Dat zou hij onmiddellijk doen als ik een Room-
sohe huwde."
„Gij behoeft in 't geheel niet te trouwen. Het
huwelijk is goed voor zoo iemand als Humphry,
maar het is eigenlijk malligheid."
„Dat weet ik niet," antwoordde Frederik met
een blik in den spiegel. „Een vrouwtje dat u
aanbidt en het u in alles naar den zin maakt
Kapitein Baldwin barstte in lachen uit. „Als
gij begint te praten van Liébe Pjannkuchen en
een gute Hausfrau, dan wil ik niets meer van u
weten."
„Delphine heeft de fraaiste stem in heel Europa,
een stem als een engel en de ziel van
„Een keukenmeid?"
„Neen, van een serafijn, gij ontaarde huzaar!"
„Heel goed."
„Zij zingt Wagner zooals geen andere vrouw
dat kan. Zij zou naar Petersburg gaan indien
indien ik haar liet gaan. Die dwaze Lichtenstein
zou haar morgen trouwen, dat kan ik u ver
zekeren."
„Het is mij geheel hetzelfde, Waar zingt zij
„In het Stern-Theater."
„O is het in dien tijd." Is zij een nichtje van
Silberring
„Neen, haar vader is bij het postwezen. Zij
zingt van avond bij Hilpert, als gij haar wilt
hooren, zijt gij welkom."
„Ik verlang niets liever. Nu mijne Dukaten in
orde zijn, kan ik weer pleizier in mijn leven
hebben."
En dat zijn de vruchten van mijn zeven jaren
langen strijd in Nederland
Dat i3 het gevoel van eigenwaarde, wat ik op
wilde wekken in elke vrouw, die gezond en sterk
genoeg is, om meer te zijn dan een modepop,
een bedelaarster of een huismeubel
Dat is de verheerlijking van den arbeid en van
het loon, dat eerlijk wordt verdiend
Neen, spreek me nooit meer van mijn vader
land Ik heb voor mijn vaderland „een eeuw
te vroeg geleefd", en ik hoop voor onze Neder
landsche vrouwen, dat er over honderd jaar een
tweede Mina Kruseman op zal staan, die dan
meer geestkracht, meer gevoel van eigenwaarde
en meer lust tot werken bij haar zusters vinden
zal dan ik, helaas, gevonden heb.
„Mina Kruseman, waar zijt gij, waar blijft gij
en wat doet gij
Ik ben in Indië, blijf er en werk.
Soerabaija, 2 Aug. 1879.
Mina Kruseman."
geneeskundige dienst. Benoemd tot off. van
gezondh. lekl. de off. van gezondh. 2e kl. W. P.
Ruysch, van het personeel van den geneeskundigen
dienst der landmacht.
Eervol ontslag verleend uit den militairen dienst
aan den off. van gezondh. Ie kl. A. E. Post en
voornoemden off. van gezondh. Ie kl. Ruysch,
op het daartoe door hen gedaan verzoek, en hun
tevens vergund de activiteits-uniform te blijven
dragen.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
den voor den dienst in Indie bestemden soldaat
A. Adriaenssens, van het koloniaal werfdepöt,
tot het dragen van de Belgische décoration mili
taire, hem ter belooning voor zijne goede diensten
door den koning der Belgen toegekend.
De heer J. Voorhoeve H.Cz. te Rotterdam, heeft
aan den gemeenteraad een adres gericht, waarin
hij, met het oog op de toenemende uitgaven voor
het onderwijs een ook in 1869 gedaan verzoek
opnieuw inbrengt, om zoodanige maatregelen te
nemen, dat „te beginnen met 1880, met vrijstel
ling van armen en minvermogenden, de ouders
der schoolgaande kinderen en leerlingen de kosten
dragen, die de scholen, waarvan zij gebruik maken,
aan de gemeente veroorzaken.
„Hij is vast overtuigd, dat hg, dit verzoek
doende, daardoor spreekt naar het gevoelen van
een zeer groot aantal zijner stadgenooten, die
wenschen niet langer zoo onrechtvaardig behandeld
HOOFDSTUK VH.
Mgnheer George Baldwin en zijn vrouw zouden
raar opgekeken hebben als zg dien avond hun
eenigen zoon en erfgenaam bij Hilpert gezien
hadden. Zij zouden in den virtuoos van den
avond nauwelijks den jongeling herkend hebben,
die twee jaren geleden Londen verlaten had, wel
voorzien van wollen kousen en goeden raad. Do
eersten waren in het gebruik versleten, maar van
het tweede had hij weinig gebruik gemaakt.
Er was een gezelschap van vijftien personen
bijeenvooreerst de gastheer Hilpert, alom be
kend als de componist der Wiener kinder, walsen
vol leven, vroolijkheid en hartstocht. Naast hem
een Joodsche bankier, met een kaal hoofd, die aan
niets geloofde dan aan muziek en geld; vervol
gens drie krijgslieden, die aan vroolijkheid en
tabak geloofden; voorts twee attaché's, die aan
zich zelf geloofden een geloof dat nog meer
algemeen verspreid is dan het Boudhismedan
een uitgever met een geleerde vrouw en prins
Lichtenstein, zes voetlang, rijk, stijfhoofdig, dom
en tot over de ooren verliefd op Delphine Praeger,
de jeugdige prima donna van het Stern-Theater.
De heer Praeger was er ook als geleider van zijn
dochter, een groote blondine van drie en twintig
jaren, die thuis mishandeld werd door haar
s tiefmoeder en onlangs uit Munchen gekomen was