N®. 232,
122® Jaargang?
1879:
Donderdag
2 October.
BLAUWE ROZEN
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen?
y^Prijs per 8/m. franco 3,50.
Afzondlfinke nommers rijn verkrijgbaar a 5 Cent?
Advertentien: 20 Gent per regel:
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels f 1,50
iedere regel meer 0,20.
Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Hoofdagenteïrvoor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère 6. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeiiren Elsbach en Jones.
Middelburg 1 October.
Iets over stoomgemalen.
FEUILLETON".
ÜEI/E1VA SfAIilNOSSKA,
de schrijfster van Vera".
HOOFDSTUK III.
Helena.
De Oostenrijksche huzaar.
Oostburg, 30 Sept. De rederijkerskamer
Oefening en Vermaak, onder de zinspreuk Lucior
et Emergo, alhier gevestigd, is voornemens op
Dinsdag, 7 Oct. a., des avonds, haar 20jarig
bestaan feestelijk te vieren, door de voordracht
van een.... treurspel, getiteld: De Wees van
Brussel, eene episode uit de laatste drie dagen
van Alva's schrikbewind (1573) door A. Ruijsch.
1HIDDELBURGSGHE
SchouwenDuiveland, 29 September 1879,
In het verslag omtrent den toestand van den
polder de Vier Bannen van Duiveland, komt een
bericht voor van den heer P. Labrijn, over het
nat en de noodzakelijkheid van een te stichten
stoomgemaal in dien polder. Knipt men daaruit
de plaatselijke bijzonderheden, dan is het overige
van toepassing op eiken polder, die te laag ligt
om zyn water steeds en tijdig zonder schade voor
den landbouw door de sluizen naar zee te doen
stroomen. En daar er nu, als men uitgaat van
de stelling dat poldergronden minstens een el
hoven water moeten liggen, vele zulke polders
zijn, volgt hier het verkregen uittreksel, dat, naar
ik hoop, in wijder kring een luisterend oor zal
vinden.
In polders, die te veel waterbezwaar hebben,
wordt jaarlijks een groot voordeel aan den land
bouw onttrokken, dat niet onder cijfers te brengen)
maar zeker veel grooter is dan in het algemeen
verondersteld wordt.
Het bewijs, dat het polderwater dikwijls veel
te hoog staat, wordt bijna ieder jaar geleverd
door geheele overstrooming der laagste gedeelten.
Vele iets hooger liggende landerijen worden dan
ook dras, verliezen een groot deel harer vrucht
baarheid en blijven na de verwijdering van het
overtollige water, nog lang nat en koud. Wat er
van land, dat eenige weken of maanden dras of
gedeeltelijk onder gestaan heeft, te wachten is,
weten de meeste landbouwers bij ervaring, 't Is
gelijk aan een lichaam zonder ziel.
Die hooge. waterstand duurt daarenboven veel
te lang en kan niet verminderen dan bij het in
vallen van lage ebben. Eerst dan kan, door vrije
afstrooming door de sluis, de ontlasting aanvan
gen. Zoolang die lage ebben niet voorkomen,
kan het water niet worden geloosd. Gebeurt dit
dus laat in den winter of in het voorjaar, dan
blijft de polder veel te lang met het water
bezwaard.
In den regentijd blijven de ebstanden, veel
vuldige waarnemingen aan het waterschap Schou
wen bewijzen het,—- 0,40 M, boven den aangenomen
gemiddelden stand der ebben, en daar een vrije
afstrooming van polderwater alleen mogelijk is
als het buitenwater onder den stand van het
polder water daalt, is het duidelijk, dat alsdan
geen waterafvoer kan plaatshebben, terwijl intus-
schen door aanhoudenden regenval het polderwater
4
OP
het huwelijk van
DOOR
Doch de geschiedenis ïb vol van plotselinge
wisselingen, die met alle voorspellingen den spot
drijven.
In den loop van een zekere maand Maart,
toen Sara ongeveer zeven jaar oud was, bezweken
twee der veelbelovende zonen van den procureur
aan het roodvonk en bracht lady Dorothea
Baldwin te Iffiebage een zoon en erfgenaam ter
wereld.
De klokken van St. Just luidden dien dag en
de kleine Humphry werd zijns vaders oogappel.
Om het geluk nog te verhoogen verscheen er
het volgend jaar nog een broertje, met blauwe
oogjes, dat den naam van Francis ontving. Nu
stijgt.Daarenboven moet nog rekening worden
gehouden met het op- en aanwaaien, gevolg van
aanhoudende krachtige zuidelij Jee en westelijke
winden, die, zij het ook slechts tijdelijk, het water
nog belangrijk opstuwen en eene plaatselijke
verhooging teweegbrengen.
Daar onder zoodanige standen de vrije afstroo
ming veelal is gestremd, volgt van zelf dat door
eene vermeerdering van vrijen afvoer of meer
sluisvermogen in het bestaande bezwaar niet op
afdoende wijze kan worden voorzien. Dit kan
alleen gebeuren door eene stoombemaling, een
middel dat thans bijna algemeene toepassing
vindt in polders, waarin men bezwaar van te
hoogen waterstand heeft, en dat, goed toegepast,
ook het eenige en zekere is om tot de tijdige
ver wij dering van het water te geraken.
Wanneer er tot de stichting van een stoomge
maal wordt besloten, is het raadzaam het bezwaar
geheel en voldoende op te heffen, en niet de toe
vlucht te nemen tot middelen, waarmede het doel
niet geheel kan worden bereikt, maar die toch
groote uitgaven vorderen. In vele polders, waar
vroeger stoomgemalen zijn gesticht, deed men dit
op te bekrompen grondslagen, door dat men
slechts het grootste nadeel meende te moeten
overwinnen, terwijl men later duidelijk inzag, dat
verzuimd was zoodanige gemalen te bouwen, als
in staat zijn de grootste voordeelen te verschaffen.
Bij de aldus opgedane ondervinding vestigde
zich de overtuiging dat het welbegrepen polder-
belang geen halve of onvoldoende, maar goede,
krachtige middelen vordert, vooral omdat men
later algemeen den waterstand lager wenschte te
hebben en te houden, dan aanvankelijk in de
bedoeling der oprichters lag. Veelal kan men
zich niet goed voorsteilen, wat de gevolgen der
veranderde toestanden zullen zijn en eerst later
wordt ontdekt, dat men zich aan eene misplaatste
bezuiniging schuldig maakt, door het kiezen van
een werktuig van te gering vermogen.
De uitkomst verkregen door veelvuldige waar
nemingen van den regenval, de verdamping, de
opslorping van den grond enz., leert dat er voor
elke duizend hectaren grond een nuttig vermogen
van twaalf paardekrachten gevorderd wordt om
het water een meter hoog op te brengen. De
paardekracht wordt hierbij gerekend op 4,5 M*
water per minuut, een meter hoog opgebracht.
Vele werktuigen van den laatsten tijd zijn vol
gens dezen maatstaf berekend, en men bevindt
zich daarbij goed. Hij komt overeen met een
regenval van bijna 8 m.M. per etmaal.
Is de polder in het bezit van een boezem om
het water daarin op te brengen, teneinde daaruit
door de sluis naar zee te stroomen, dan is dit
een niet te waardeeren voordeel om met de
was de blijdschap van den vader volmaakt en
langen tijd bleven de „ploertige" Baldwins me,
hun eenig overgebleven zoon Frederik in het
vergeetboek, waar zij volgens sir Vicary ook
behoorden.
Lady Baldwin bracht hare zonen gelukkig door
alle gevaren van tanden krijgen en verdere kin
derkwalen en leefde als een gelukkige moeder in
haar oud, met mos begroeid huis.
Sir Vicary leefde ook tevreden op de plaats
waar zijn voorvaderen geleefd hadden en hoopte
bij zijn dood, evenals zoovele Baldwins, in het
dorpskerkje in het park te liggen.
Hij voelde zich gelukkig en eerbiedwaardig als
hij naar de portretten en de grafzerken zijner
vooronders keek, maar voor zichzelven had hij
geen eerzucht.
Hij was lid van het bestuur van het graafschap,
moedigde ploegwedstrijden aan, fokte eenig mooi vee
ging naar alle cricket-wedstrijden in de buurt en
had veel op met harddraverijen, kermissen en
andere feesten. Hij had veel aan te merken op
de nieuwe armenwet, at een gans op St. Maarten,
bad aan tafel, en zei „Amen" in de kerk ten
minste in den aanvang van den dienstwant
later viel hij gewoonlijk in slaap.
Dorothea Baldwin was iemand, die vreemden
moeilijk zouden begrepen hebben, maar zij ont
moette nooit vreemden. Zij ging nooit van huis
en de buren kenden haar allen van oudsher. Zij
was een lange, magere vrouw, onbehagelijk vau
uiterlijk, met schuchtere manieren, en zonder
minste kosten van oprichting en exploitatie in
het bezwaar tegemoet te komen, dewijl er maar
een betrekkelijk kleine opbrengst noodig is om
ieder tij, of tweemaal in elk etmaal, het opgema
len water in zee te brengen.
Waar zulk een boezem niet bestaat, of ook
waar de hoogte van opbrengst te hoog is om
met de gewone schepraderen in eens te worden
weggeschaft, maakt men thans meestal gebruik
van centrifugaalpompen, waarmee het water in
eens buitendijks gemalen wordt, hoe hoog ook
de opbrengst zij.
Met een stoomgemaal is men meester over den
stand van het water in den polder, en men kan
dien zomer en winter nagenoeg op dezelfde hoogte
houden, hetzij onder, op, of even boven zomerpeil.
Grondeigenaars en pachters, die jaar in jaar
uit last en schade hebben van te veel en te hoog
water, overweegt hiervan de voordeelen, en zoo
gij al niet dadelijk besluiten kunt tot de oprich
ting van een stoomgemaal, begint dan met het
in ernstig beraad te nemen, minstens met alle
vooroordeel, dat gij er tegen mocht hebben, af
te leggen.
De bestendig lage waterstand, dien men in den
polder door een stoomgemaal verkrijgt, maakt
o. a.:
1° dat de gronden ververschcn (ontzout of ont-
zilt worden) en eene hoogere opbrengstwaarde
verkrijgen
2° dat men zonder gevaar voor overstrooming
of te hoogen waterstand, aan den grond de be
stemming kan geven, die het belang van den
landbouw vordert;
3° dat vele niets ot weinig opbrengende gedeel
ten van bouw- en weilanden even vruchtbaar
worden als de hoogere
4° dat het droogleggen mogelijk is van vele
gronden, die daarvoor thans ongeschikt zijn;
5° dat de lage kleiwegen, die in den winter
veelal onder staan, niet meer ondervloeien, waar
van eene grootere bruikbaarheid en eene betere
gemeenschap de gevolgen zijn;
6° meer welvaart en ontwikkeling van den
landbouw mogelijk.
Kloettnge, 30 Sept. Alhier heeft zich
heden een geval van besmettelijke ziekte (febris
typho'idea) voorgedaan.
Bij publicatie hebben burg. en weth. de inge
zetenen uitgenoodigd verzamelingen van mest en
ander vuil op te ruimen, goten en sloten te
reinigen.
De mazelen zijn als geweken te beschouwen.
Vlisslngen, 30 September. Zaterdag jl.
is de torpedoboot, die voor rekening van het
eenige vrouwelijke bevalligheid in haar kleeding.
Zij was ook niet geestig, of geletterd en evenmin
rijk; maar zij bezat toch vele goede hoedanig
heden: zg was zachtaardig en beminnelijk, lief
voor hare vrienden, goed voor de armen, een
liefhebbende moeder en een trouwe, geduldige gade.
HOOFDSTUK V.
De gelukkigste tijd van het familieleven is
natuurlijk die, waarin de kinderen nog allemaal
klein zijn en de kring nog onverbroken blijft.
Dit voelde niemand sterker dan lady Baldwin,
die zoo laat de moedervreugde had leeren kennen
en liefst de jaren met een „baby" in huis in het
oneindige had willen rekken. Ik kan niet zeggen
dat hare kinderen goed opgevoed werden, daarvoor
had zij geen geestkracht of menschenkennis
genoeg.
Met éen kind was zij echter zeer gelukkig en
wel met haar oudsten zoon Humphry, die in
geheel Dampshire bekend was als de knapste,
aardigste en liefste jongen van de wereld.
Maar de jongste, Frank, werd verschrikkelijk
bedorven en daar hij veel meer bij de hand was
dan zijn broeder, speelde hij spoedig den baas in
de kinderkamer, en werd hij een plaaggeeBt op
de speelplaats.
Op een gegeven oogenblik moesten evenwel de
departement van marine gebouwd is aan de werf
der Kon. maatschappij De Schelde, van hier naar
het Nieuwediep vertrokken om de officieele be
proeving te ondergaan. De boot is in 4 uren
van Veere naar Dordrecht gestoomd, waarbij
echter niet de volle kracht is aangewend.
Volgens gerucht is zekere B. F. A., koopman
en commissionair alhier, jl. Zondag morgen met
de Noorderzon vertrokken, zonder van zijn vrienden
afscheid te riemen. Dewijl hij vrouw en kinderen
benevens eenige gemakkelijk te vervoeren goederen
heeft medegenomen, schijnt hij geen voornemen te
hebben om terug te keeren, maar J Ia Pincoffs,
een buitenlandsch reisje te maken.
Het congres voor handelsaardrijkskunde, thans
in Brussel vergaderd, heeft op voorstel van den
heer Seherpenzeel bij meerderheid van stemmen
de wenschelijkheid uitgesproken van een tolver
bond tusschen Nederland en België r
Men weet dat de quaestie der verkiezing van
den heer Du Tour van Bellinchave loopt over de
vraag of eene kiezerslijst, waarop personen voor
komen welke er niet op thuis behooren, eene
oorzaak van nietigheid der verkiezing is.
Het Utr. Dbl. bevat nu hieromtrent het volgende
zonderlinge bericht:
„Wanneer onze inlichtingen juist zijn, dan zal
de strijd over de wettigheid van de kiezerslijst
te Harmeien niet lang meer duren, daar uit de
op last van den minister van binnenlandsche zaken
ingewonnen informatiën moet zijn gebleken, dat
burg. en weth. van Harmeien in 1879 in het geheel
geen lijst van kiezers hebben opgemaakt, noch
eenig besluit tot verlaging van den aanslag op
/24 hebben genomen. Tengevolge van verschil
lende omstandigheden, zou de nieuw benoemde
secretaris eene lijst hebben opgemaakt naar zijn
begrip van de kieswet, zonder eenige medewerking
van burg. en weth."
Volgens de Beportcr heeft de heer Adê, brand-
kastenfabrikant te Stuttgart, den handschoen
opgenomen door den heer Chatwood, uit Londen,
den fabrikanten toegeworpen. Door ieder der
twee heeren zou f 6000 gedeponeerd en van
beide knapen naar school; want ofschoon sir
Vicary, evenals de meeste grondeigenaren ver
van rijk was, gaf hij zijn zoons toch al wat hun
toekwam. Zij gingen eerst naar Rugby, waar
Humphry zeer goed oppaste en van daar ging
deze naar Cambridge en de jongste naar Sand
hurst dóch die maakte het daar zeer slecht,
niet wat zijn leeren betrof, doch op het punt van
ong ezeggelijkheid en geldverkwisting, zoodat lady
Baldwin reeds begon te beven als het uur voor
de post naderde.
In 1857 kreeg sir Vicary voor het eerst een
aanval van beroerte en sedert werd hun huis, dat
nooit zeer vrooljjk was geweest, erg onaangenaam
en somber. Jicht en kwade luim waren er zoo
aan de orde van den dag dat Frank, die niets
gedaan kon krijgen en niet wilde gehoorzamen,
dankbaar was dat hij een plaats in het Oosten
rijksche leger kon krijgen en Dampshire voor
goed verlaten.
In dit vak voldeed hij goed. Hij zag er
goed uit, deed zich goed voor, was moedig en
had een aangeboren talent voor talen. Terwijl
Sara en Humphry de grootste moeite haddeu om
een bladzijde in een vreemde taal te ontcijferen,
sprak Frank onberispelijk Dnitsch en schreef zijne
Dienstzetteln zonder een enkele fout.
Hg richtte ook sierlijke Fransche briefjes, op
rosé papier,aan gevierde zangeressen; hij leerde
een weinig Russisch en kou in het Hongaarseh
tot eene dame zeggen: „Wat zijt gij schoon
Daarenboven sprak hij Italiaansoh, daar hij dit